Ingezonden. Huldiging Mej. J. E. MAZIREL te Capelle, zou het de gemeente een bedrag van f1600.minder aan rente hebben ge- iost en had de straatverlichting daar uit reeds betaald kunnen worden, doch <-door het talmen, dat er om de een of andere reden plaats heeft gehad, heeft de gemeente dezen strop van f 1600. De heer v. Andel voelt veel voor het voorstel van den heer Smits, hij zou in dien zin maar doorwerken. Voorzitter. Dus de straatverlichting aanleggen en de kosten bestrijden uit -het overgeschoten bedrag voor school- Jjouw. De heer Jiskoot steunt het voorstel van de heeren Smits en v. Andel. Tegen het voorstel stemt de heer v. W<ijk, de andere heeren voor, zoodat 3iet met 6 tegen één wordt aangenomen. Met algemeene stemmen wordt be sloten, de begrooting hiervoor te Wiij- adgen. De heer Jiskoot vraagt of het niet rgewenscht is, dat de gemeenteraad met den Burgemeester aan het hoofd tegen woordig is bij de opening van de nieu we school. De raadsleden verklaren zich daar toe bereid. De Burgemeester zegt, dat de dokter Siem den raad heeft gegeven, dat hij zich voor drukte moet vermijden en daar om niet tegenwoordig kan zijn. De heer Jiskoot zegt, dat de school Idaar is, a les is keurig netjes afgewerkt, dit kan tot eer van de verschillende aannemers gezegd worden. Spr. vindt het nu evenwel jammer, dat de schilder Furster daaraan een belangrijke strop heeft, deze is onattent geweest en heelt ixij zijn berekening het arbeidsloon ver geten, de raming van het verfwerk be droeg f1200.terwijl hij het voor f480.heeft aangenomen, dit bedrag was alleen noodig voor glas- en verf. Spr. heeft gehoord dat de aannemers Furster in den strop tegemoet willen komen. Was het niet gewenscht, dat de gemeente dit ook gedeeltelijk deed? De schilder heeft alles keurig afgewerkt, «ven alsof hij er f 1000.aan heeft ver diend. De heer Verbeek voelt er niet veel voor, zou Furster als hij er goed aan verdiend had gesproken hebben over terugbetalen. Aannemen is nu eenmaal -aannemen, zou op het voorstel worden ingegaan, dan zal men in 't vervolg heel gemakkelijk aannemen, men klopt dan bij de gemeente maar aan en deze jgeeft er dan wel een bedrag bij. Men behoeft dan in vervolg niets meer pu bliek te brengen. De heer Jiskoot zegt, dat Furster hem niet gevraagd heeft, om dit in •de vergadering te brengen. Spr. vindt liet alleen maar jammer, dat Furster <er zoo'n groote strop aan heeft, al heeft hij het ook aan zichzelf te wij ten. Wil de raad ar niet op ingaan, dan is het spr. ook goed. De heer Smits zou wel wat willen .geven als eerst overleg gepleegd kon worden met de aannemers en ook de ze meerwerkten en een gedeelte te gemoet kwamen. De Voorzitter noemt het een lastig geval. De heer Jiskoot zou B. en W. wil len machtigen met de aannemers in overleg te treden. Als de aannemers ieder een bedrag tegemoet komen, zou spr. van de zijde van de gemeente het zelfde bedrag toestaan. De heer v. Wijk voelt e rniets voor, het is allemaal maar uitgeven en de ioestand wordt voor de gemeente steeds dreigender en de uitgaven grooter. Zou spr, er voor stemmen, dan wenscht hij in elk geval een bedrag genoemd. De heer Smits wil wel de moeite doen om met de aannemers te spreken. v. Wijk. Er is alles niets tegen, doch de schuld ligt bij Furster zelf, niet bij de gemeente, de uitgaven stapelen zich op en men moet niet vergeten, dat de rekening 1930 nog sluit met een te kort van f 4500. v. Andel. Dit kan betaald worden, het bedrag voor de school is niet hee- lemaal verbruikt. v. Wijk. Het is toch geleend geld, al wat je hebt, waar moet het eind aiemen? Smits. De gemeente staat er toch veel beter voor als ze gestaan heeft. v. Andel. Er worden geen verkeerde dingen gedaan. Straatverlichting is erg noodig en als de gemeente niet kan betalen, moet de overheid maar de helpende hand bieden. v. Wijk. Kunt u zeggen dat ze ver plicht zijn, dat te doen? v. Andel. Zeker. v.^Wijk. Dan is het gemakkelijk. Smits. Als het gemeentebestuur had opgepast, dan hadden we met die f 1600 kunnen betalen. De Secretaris merkt op, dat dit niet aan het gem. bestuur lag, het gem. bestuur van thans heeft zelf geschreven, slat het aan Qed. St. lag. v. Wijk. Er is geen regeering, die het ooit goed zal doen, noch hier, noch inden Haag. Besloten wordt dat B. en W. in over leg zullen treden met de aannemers. De heer Smits zegt, dat de school Maandag geopend zal worden én feest comité én gemeentebestuur daarbij te genwoordig zullen zijn, moet dat alles op een droogje gebeuren of mag er «en glas wijn bij geschonken worden? De Voorzitter heeft tegen dit laat ste geen bezwaar, als men de zaak maar niet overdrijft en men het niet ite royaal aanlegt. De Voorzitter brengt hierop een woord van dank aan de scheidende Taadsleden, voor alles wat zij in het belang van de gemeente hebben gedaan. De heer Jiskoot dankt voor deze woorden en spreekt de hoop uit, dat de Burgemeester nog lang in het genot van een goede gezondheid burgemees ter mag zijn en dat de Burgemeester en Secretaris het goed met den nieu wen raad mogen vinden. De heer Smits sluit zich bij deze woorden aan, waarop de Voorzitter de vergadering sluit. J.l. Maandag had in een der lokalen van de O. L. School in de Nieuwstraat te dezer plaatse, welk lokaal voor deze gelegenheid met groen en bloemen in een feestzaal was herschapen, de haldi- ging plaats van mej. J. E Mazirel, die na een diensttijd van 48 jaren, waarvan 47 jaren als onderwijzeres aan de O. L. School aan de Nieuwstraat, het onder wijs gaat verlaten, om van een welver diende rust te genieten. Ongeveer 10 uur werd mej. Mazirel door het comité van oud-leerlingen, dat zich in verband met deze gelegenheid gevormd had en waarin zitting hebben de heeren C. de Rooy-Nieuwenhuizen, B. van der Hoeven, B. VerhoeveD, J. Michaël, H. Kerst, H. de Bruijn, J. Rijken, H. J. Spierings, C. Sterrenburg, H. Vos en J. Huijsman, aan haar wo ning in Besoyen afgehaald, waarna met een 6-tal auto's een tocht door de ge meente gemaakt werd, waarbij gereden werd door Besoyensche straat, over Winterdijk, Hoogevaart, Nieuwstraat, Nieuwevaart tot aan de Dreef, Willem van Gentsvaart, Tolsteeg, Winterdijk en Kom der gemeente naar de school in de Nieuwstraat, waar te 11 uur de officieels huldiging door het comité van oud-leerlingen plaats had in tegenwoor digheid van talrijke belangstellenden, w. o. wij o m. opmerkten Burgemeester en Wethouders en Raadsleden der ge meente Sprang-Capelle, de Inspectrice van het L. O. in de inspectie Tilburg, het personeel der O. L. school in de Kom en te Vrijhoeve-Capelle, de heer B. de Noo, oud-hoofd der O. L. school a. d. Nieuwstraat, de heer W. G. Treffers, oud-hoofd der O. L. school in de Kom en de heer M C. Rijken, hoofd der Bijzondere school aan de Nieuwstraat. Nadat mej. Mazirel door het comité van ontvangst was binnengeleid, nam de voorzitter van het huldigings-comité het woord en sprak als volgt„Geachte Juffrouw! Als voorzitter van het comité van oud-leerlingen is het mij een groote eer, maar tevens een aangename taak, U in dit gewichtig oogenblik namens alle oud-leerlingen toe te spreken. Ik dank U, dat U a^n onze uitnoodiging gevolg hebt willen geven hier aanwezig te zijn, waardoor wij in de gelegenheid worden gesteld, U onze gelukwenschen aan te bieden. In de eerste plaats dan, geachte Juffrouw, onze hartelijke ge lukwenschen met uw 47-jarigen arbeid aan deze school. Spontaan kan ik U dezen gelukwensch toeroepen, omdat ik weet, zulks te doen uit naam van alle oud-leerlingen en in het bijzonder van hen, die hier zijn bijeengekomen, om blijk te geven van de achting en sym pathie die zij allen U toedragen. De gelukwensch van zooeven, die ik namens circa 2000 oud-leerlingen heb uitgespro ken, heeft U ongetwijfeld doen sterken in de overtuiging, dat U bij hen zeer hoog staat aangeschreven en er een vaste band gelegd is tusschen U en oud-leer lingen. Naast de groote arbeidskracht, stipte plichtsbetrachting en vele andere goede gaven, waarvan U steeds hebt blijk gegeven, paart zich een eenvoud, die U aller genegenheid doet verwerven. Wij allen zijn er van overtuigd, dat ook het onderwijs, hetwelk U vanaf 1 Sep tember 1884 tot op heden aan de O. L. school alhier hebt gegeven, vele vruchten heeft gedragen. Immers zijn de goede betrekkingen, welke verschillende oud leerlingen hebben verworven, te danken aan den goeden grondslag, welke door U is gelegd. Ik meen de tolk te zijn van alle oud-leerlingen, als ik uit naam van hen verklaar, dankbaar te zijn les te hebben ontvangen van U, geachte Juffrouw. Zeven en veertig jaren het onderwijs aan een en dezelfde school te hebben gediend, is voorwaar een pres tatie. Vele leerlingen zijn er in die jaren gekomen, vele zijn er heengegaan, maar Juffrouw Mazirel is gebleven. Het moet U daarom zeer zeker tot groote blijd schap stemmen, als U op uw arbeid van bijna een halve eeuw terugziet. Straks, tijdens de receptie, is de moge lijkheid niet uitgesloteo, dat U zelfs nog oud-leerlingen zult ontmoeten, waarvan reeds klein-kinderen bij U op school hebben gegaan, want verschillende ge zinnen zijn er, waarvan aan drie ge slachten door U onderwijs is gegeven. Op dezen uw laatsten dag, dat U het onderwijs, de school en haar leerlingen gaat verlaten, zal ongetwijfeld het spreek woord bewaarheid worden„scheiden doet lijden", want die school en die leerlingen, zij zijn beiden de uwe en het zal U moeilijk vallen van deze te scheiden, doch daar is een tijd van komen en van gaan. De tijd van gaan in dezen is zeer nabij. Ga dan, de over tuiging medenemende, dat ge U geheel en al aan hen hebt gegeven, en dat ge uw beste krachten niet gespaard hebt, dan zal het scheiden U niet meer zoo zwaar vallen en zult U straks met vol doening kunnen neerzien op uw neer- gelegden arbeid. Uit dankbaarheid voor de vele en goede lessen van U ontvan gen, alsmede voor 'den aangenamen om gang in onze schooljaren, bied ik U namens alle oud-leerlingen deze étui met zilver aan. Moge dit geschenk voor U het bewijs zijn van groote waardeering van uw willen en kannen. Moge dit bij U alle aangename herinneringen aan deze school in uw leven terugroepen. Moge aan de andere zijde de blijken van belangstelling der oud-leerlingen U getuigen van hun oprecht medeleven. Wij hopen daarom, dat U van de wel verdiende rust nog vele jaren in ge zondheid moogt genieten. Thans ver zoek ik alle aanwezigen met mij uit te roepen een driewerf„Lang leve Juffrouw Mazirel I" Hierna verkreeg de heer J. Michaël het woord en sprak als volgt„Zeer geachte juffrouw Bij uw afscheid van het onderwijs na 47 jaar aan onze school hebben uw oud-leerÜDgen spontaan ge- gedacht dezen dag niet onopgemerkt te mogen laten voorbijgaan. Zij hebben U een feestdag bereid, die, naar wij allen hopen nog lange jaren in uw geheugen zal blijven. Mej. Mazirel, namens alle oud-leerlingen, aanwezig of niet-aanwe- zig, stel ik voor dit glas te ledigen op uw welzijn." Vervolgens werd de eere wijn rondgediend. Na deze aanbieding verkreeg de Bur gemeester bet woord en sprak als volgt „Wanneer U, zeer geachte mej. Mazirel, bij gelegenheid van uw vertrek uit de school, bij gelegenheid tevens van het beëindigen van een groot gedeelte van uw maatschappelijk werk, van verschil lende zijden hulde en dank wordt ge bracht, dan mag bij hen die U huldigen het gemeentebestuur, uw werkgever, niet ontbreken. Een groot aantal jaren, grooter dan het totaal der dienstjaren, die een ambtenaar als regel haalt, hebt ge aan deze school, in dienst van deze gemeente gewerkt. Gij hebt dat gedaan op een wijze, die allen lof verdient en die blijk gaf van groote liefde voor Uw werk. En dat niet maar een gedeelte van die jaren, maar vanaf het begin tot aan het einde toe. In uwen arbeid zijt ge jong gebleven niettegenstaande de jaren voor bijgingen en tot op dit oogenblik toe had de school in U een volle kracht, zoo niet meer dan een volle kracht. Een nog kort geleden door het Rijks- schooltoezicht uitgebrachte rapport be treffende de school, waaraan ge hebt gewerkt, gewaagde met bijzondere waar- deering van uw werk in de school. Uw arbeid was U dus nog niet te zwaar. Dat ge niettemin hebt gemeend hem te moeten neerleggen, kunnen we, gezien uwen leeftijd, begrijpen en billijken te vens. De meerdere rust die ge zoekt is wel verdiend en wordt U van harte ge gund. We zeggen U dank voor al wat ge voor het onderwijs in het algemeen en voor de Heistraatsche school in het bijzonder hebt gedaan en we huldigen U voor de wijze waarop ge van den aanvang af tot aan het einde toe uw werk hebt volbracht. We wenschen U toe dat God U moge geven na dit wel- besteede leven nog jaren van welver diende rust." Het woord werd hierna neg gevoerd door het hoofd der school, den heer J. Benjaminse, die zich met de volgende woorden tot haar richtte„Geachte juffrouw Mazirel. Het is vandaag een zeer bijzondere dag. Het kan wel ais een unicum' in de annalen der onder wijswereld worden opgeteekend, dat een onderwijzeres gedurende 47 jaar het on derwijs op een en dezelfde plaats en op een en dezelfde school heeft gediend. Het is iets heel bijzonders, dat een onderwijzeres 48 dienstjaren achter den rug heeft. En als wij in aanmerking nemen hoe vaak het gebeurt, dat een onderwijzeres voor korteren of langeren tijd verlof noodig heeft, dan treft het ons zooveel te meer, dat U gedurende al die jaren zoo goed als nooit voor ziekte behoefde te verzuimen. Niet alleen om uw gezondheid van lichaam heb ik U altijd bewonderd, doch vooral ook om uw gezondheid van geest, om uw reinheid van ziel, om uw opgewektheid, om uw levenslust, om uw werkkracht, om uw oprechte vroomheid en boven al om uw groote liefde, uw liefde voor God en de menechen, voor de groote menschen en vooral uw onuitputtelijke liefde voor de jeugd, voor de kinderen. U hebt schatten van liefde aan de kin deren gegeven en dit kan nooit genoeg worden gewaardeerd. Gelukkig de kin deren, gelukkig al de menschen, die zich aan uw liefde hebben mogen koeste ren en dat zijn er niet weinig. Hoe velen zijn er niet, die uw vriendschap genoten heb ben en nog steeds genieten. Ze zijn ontelbaar het zijn er niet honderden, maar duizenden. Wij hebben U bewon derd om uw groote werkkracht. Onver moeid waart ge altijd bezig. Zelfs in de uren tusschen de schooltijden ga aft gij U nauwelijks den tijd om iets te gebruiken en pas was de laatste bete broods ge nuttigd en uw maaltijd beëindigd, of gij vondt weer werk voor uw bezige handen en voor uw onvermoeiden geest. Juffrouw Mazirel, wij hebben U bewon derd om uw ijver en uw geduld in de klasuw onuitputtelijk geduld om zelfs de traagste geesten de noodige kennis bij te brengen. U noemde dat „Kik- vorschenkruien" en in die kunst hebt U het merkwaardig ver gebracht. Thans gaat U de school verlaten, doch nog langen tijd, nog zeer veel jaren zult U in de herinnering van ontelbaar velen blijven voortleven. Gij hebt U met alles wat in U was aan uw werk gegeven. Gij hebt met blijmoedigheid uw taak volbracht. Gij hebt vreugde gegeven aan zeer veel kinderzielen. Uw stelregel was „Wat kunnen wij. behalve kennis, aan de kinderen beter geven, dan goed heid, vreugde en liefde". Daarom dan ken wij allen U, juffrouw Mazirel, wij danken U voor hetgeen gij in die vele jaren gedaan hebt. Moge het U gegeven zijn, nog langen tijd van uw welver diende rust te genieten. Gij gaat wel van ons heen, maar in gedachten zullen wij bij U blijven. Laten onze gedachten U omzweven, wanneer gij in uw stille huis zult zijn teruggekeerd. MejMazirel, wij danken U zeer, voor al wat gij voor onB geweest zijt in die 20 jaren, die wij met U hebben mogen samenwerken. Ons leven is in dien tijd met het uwe samengeweven. U zijt een stuk van ons leven geworden en wij voelen er ons te gelukkiger om ons leven werd er rijker door. Vergun mij, U een klein aan denken aan te bieden als een bewijs van dankbaarheid voor de hartelijke vriend- schap, die U aan ons gezin gedurende (al die jaren betoond hebt. Ik hoop, dat U nog langen tijd en in goede gezond heid zult mogen gebruiken en wij hopen, dat U ons en de school niet zult ver geten. Het woord werd verder nog gevoerd door de Inspectrice van het L.O. in de inspectie Tilburg, de heer B. de Noo, oud-hoofd der O.L. school a.d. Nieuwstraat, de heer W. G. Treffers, oud-hoofd der O.L. school in de Kom, de heer E. Colet, hoofd der O.L. school in de Kom, de heer J. Kraak, voorzitter der ouder-commissie en de heer A. M. Verheyden, lid van den Raad, die allen in hartelijke bewoordingen de schei dende onderwijzeres hulde en dank brachten. Aan het eind van deze huldiging bracht mej. J. E. Mazirel dank aan de spreekster en sprekers en aan allen, die hebben medegewerkt om dezen dag tot een onvergetelijken te maken. Zij sprak hierbij als volgt: Geachte aanwezigen De dag, die thans is aangebroken, heb ik reeds lang met bezorgdheid tege moet gezien, omdat het niet gemak kelijk valt een werkkring te verbreken, die 48 jaar heeft bestaan. Toen ik deze betrekking aanvaarde, was ik 19 jaren en nu heb ik door Gods goedheid den leeftijd van 66 jaren mogen bereiken. Wat is' er in dien vervlogen tijdj niet veranderd. Mijn eerste leerlingen zijn opgegroeid tot mannen en vrouwen, tot vaders en moeders, ja zelfs tot grootvaders en grootmoeders. Zoo heeft zich voor 2 jaar het zeldzame geval voorgedaan, dat ik een paar leerlingen op school heb gekregen van het derde geslacht. Thans is hier een commissie van oud-leerlingen aanwezig, die zich als om strijd beijvert heeft, om mij bij m»ijn afscheid een huldeblijk aan te bieden. Ik stel dit op hoogen prijs en bedank de commissie en de vrouwelijke collectanten hartelijk voor al die moeite, die ziij zich hebben getroost om het noodige geld bij elkaar te krijgen. Ook onze geachte Burgemeester en de leden van den Raad zijn hier aanwezig om miij te huldigen. Het is voor mij het on- omstootelijk bewijs, dat mijn werk zeer gewaardeerd wordt. Dit toont ook onze geachte Inspectrice door hare aanwezig heid. U heeft me nooit onvriendelijk be jegent, maar altijd getoond, dat U veel belang in mtijn werk stelde. Ik dank U daar hartelijk voor. En nu wend ik maj tot den Weledelen heer B. de Noo, die op den leeftijd van 82 jaar nog hier aanwezig wil zijn, om mij mede te hul digen. Wat hebben we samen 27 jaren gezellig gewerkt aan de geestelijke op voeding der Capelsche kinderen Ik zag U dan ook met veel leedwezen ver trekken, doch u moest rusten en ik moest er in berusten. Doch na regen kwam zonneschijn. De ledige plaats werd 'weer aangevuld door den wel edelen heer Benjaminse, die mij van het begin tot het einde steeds met de mees te welwillendheid heeft behandeld. Zoo ook zijn echtgenoote, die mij altijd gast vrij in haar woning heeft ontvangen. Verder is hier nog vertegenwoordigd de oudercommissie, het personeel der verschillende scholen, den weledelen heer W. G. Treffers en ten slotte ook nog den heer A. v. Riel, met wien ik 10 jaar heb samengewerkt, en verder alle aanwezigen, die mij op de een of andere wijze hebben gehuldigd, breng ik hier mijn hartelijken dank. Doch voor ik deze rede eindig, mag ik voor al niet vergeten, dat God de eere toe komt van alles wat ik op dezen dag mag ontvangen. Want wie bewaarde mij op mijn ganschen levensweg voor on gelukken, wie gaf mij de kracht om bij felle winterkou den langen weg van Besoijen tot de school in de Heistraat af te leggen? Daarom gevoel ik maar al te zeer, dat God de eere toekomt van al de zegeningen en weldaden, die ik steeds mocht ontvangen. Hierna sprak de voorzitter van het huldigingscomité nog een woord van dank tot allen, die aan deze huldiging hebben medegewerkt, waarmede het of- ficieele gedeelte was afgeloopen. Zeer veel schriftelijke gelukwenschen en telegrammen, alsmede enkele bloem stukken, w.o. van het personeel tier Chr. school in de Kom, van het perso neel der O.L. school te Vrijhoeve-Capel le, van de afd. Waalwijk van het N.O.G. van de afd. Sprang-Capelle van Volks onderwijs en van het personeel der Bijzondere school in de Nieuwstraat, had de scheidende onderwijzeres dezen dag in ontvangst te nemen. 's-Middags 2 uur was het feest voor de leerlingen der school in de Nieuwstraat, waarbij deze hun afscheidnemende onderwijze res verschillende liederen toezongen. Ter afwisseling werden de kleinen ge- tracteerd. Des avonds van 5 tot 7 uur werd door haar receptie gehouden, van wel ke gelegenheid zeer veel oud-leerlingen gebruik gemaakt hebben, om hun oud onderwijzeres nogmaals dank te zeggerf voor de van haar genoten lessen. Na de receptie bracht het plaatselijke mu ziekgezelschap „Kunst na Arbeid" haar een serenade, waarbij zij namens de vereen, gecomplimenteerd werd door den heer J. Michaël. Tot slot van de zen goedgeslaagden huldigingsdag gaf het muziekgezelschap bij de school een concert, dat door honderden belang stellenden werd bijgewoond en de feest vreugde in de Nieuwstraat niet wei nig verhoogde. Vergadering van den Raad der ge meente EETHEN, gehouden i Sept. 1931 des voormiddags 10 uur. Voorzitter: Edelachtb. heer Brune. Secretaris: de heer D. A. v. d. Schans. De vergadering wordt op de ge bruikelijke wijze geopend, waarna de raadsleden in handen van den Voor zitter de bij de wet voorgeschreven eeden afleggen. De Voorzitter wenscht de gekoze nen geluk met hunne benoeming en spreekt den wensch uit, dat zij, be zield met onderlinge waardeering in de komende 4 jaren veel zullen mo gen doen in het belang der gemeen te en zullen beraadslagen in vreedza me stemming. Waar uit den aard der zaak critiek niet zal uitblijven, hoopt spr. dat die vredelievend zal zijn, friet de bedoeling om op te bouwen ien niet om af te breken. De notulen van de vorige vergade ring worden gelezen en goedgekeurd zonder eenige op- of aanmerkingen. Ingekomen stukken zijn een twee tal verzoekschriften van ingezetenen, die hunne kinderen elders een on derwijsinrichting willen laten bezoe ken en nu een bijdrage verzoeken in de te dier zake te maken kosten. Deze verzoekschriften worden aan gehouden tot een volgende vergade ring. Aan de orde is vervolgens de be noeming van wethouders. Na gehouden stemmingen blijken te zijn uitgebrachtbji de eerste stem ming 5 stemmen op den heer J. A. v. ji. Schans en 2 stemmen op den heer Donken en bij tweede stemming 5 stemmen op den heer Ei. v. d. Beek en 2 stemmen op den heer Don ken. Desgevraagd verklaren beide geko zenen hunne benoeming aan te ne men, waarop Zij bij monde van den Burgemeester worden gelukge- wenscht. Vervolgens betuigt de Voorzitter zijn dank (aan den niet-herkozen wet houder, den [heer G. v. d. Beek. Spr. zegt, dat v. d. Beek in de jaren, dat hij raadslid en wethouder was, de belangen der gemeente naar zijn bes te krachten heeft gediend, dat hii steeds voor eigen, weldoordachte meening uitkwam, maar dat hii niet temin altijd heeft medegewerkt aan een goede verstandhouding. Spr. vertrouwt dan ook te spreken namens den Raad en zeker mede namens den heer v. d. Schans, die tegelijk met hem in het Dagelijksch Bestuur der gemeente zat, lals hij hem dank zegt voor al wat v. d. Beek voor de ge meente deed en voor zijn aangename samenwerking. Bij de rondvraag vraagt de heer v. Buuren hoe het komt, dat thans!, even min als in de vorige vergadering de Pers (vertegenwoordigd is, wat te meer in 't oog valt, daar [toch ten opzichte van de uitwoning van den Burgemeester in de vorige vergade ring een belangrijke beslissing 'geval len is. De Voorzitter antwoordt hierop, dat de Pers noch voor deze, noch voor de vorige vergadering is uitgenoo- digd, omdat (geen enkel punt van de agenda eenige beteekenis had, tenzij dan de benoeming van de wethou ders, die pan de Pers zal worden me degedeeld. Wat de behandeling in de vorige vergadering betreft over een brief van Gedeputeerde Staten over de uitwoning van den burgemeester, zegt de Voorzitter dien "brief éérst 's morgens voor de vergadering te hebben ontvangen, 'zoodat het toen te laat was daarvan nog iets op de agenda te vermelden of de Verslag gevers te waarschuwen. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. 1 1 (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Weer een Zwarte Bende Verkort verslag van de gehouden open bare Raadsvergadering van Eethen op Donderdag 27 Augustus j.l. Aanwezig slechts 4 leden t.w. de heeren J. v. d. Schans, G. v. d. Beek Lz., W. Lankhaar en C. M. Donken. Na de gemeenterekening behandeld te hebben, wordt door den voorzitter een beroep gedaan op het klein getal aan wezigen een besluit te nemen, door den raad goed te doen keuren om buiten de gemeente te mogen wonen. Spr. argu menteert, dat Ged. Staten, niettegen staande steeds een veto in den raad daarover is uitgesproken, laatstgenoem den zijn verblijf buiten de gemeente toch toelaten. Nergens kan spr. onder dak komen, ondanks al zijn onvermoei de pogingen I Spr. voelt de onbillijk heid er van en wou werkelijk graag in Eethen z'n intrek nemen I Ten slotte had de gemeenteveldwachter hem op

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 2