Tweede Blad No. 5156 Woensdag 9 Sept. ÖH voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. MflflGPILLEN 'S| BEHOORENDE BIJ HET 1 ff f 0.65 per flacon x-; Vergadering van den Raad der ge meente ANDEL, op Dinsdag i September des v.m. 10 uur. VoorzitterEdelAchtb. heer A. D. v. d. Schans. SecretarisWelEd. heer B. v. An- del. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergade ring, met het formuliergebed. De raadsleden leggen hierop in handen van den Voorzitter de ver- eischte eeden af. De Voorzitter wenscht de nieuwe raadsleden geluk met hunne benoe ming en zegt dat zij den eed hebben afgelegd, dat zij de belangen der gemeente zullen voorstaan en bevor deren. Al zou deze eed niet zijn [af gelegd, spr. twijfelt niet of de hee- ren zouden idit toch doen. Men mag zich niet ontveinzen, dat het in ide toekomst geen gemakkelijke taak zal zijn vertegenwoordiger van het gezag te zijn. De toestand wordt met Iden dag moeilijker en het gezag meer ondermijnd, waar de raadsleden ech ter allen beleiden en erkennen, dat het gezag is v,a.n hooger oorsprong daa;r behooren zij met elkaar dit ge zag in de gemeente uit te oefenen. Vooral in dezen tijd behoort ieder daarbij doordrongen te zijn, dat dit gezag moet worden uitgeoefend op een wijze, die eerbied afdwingt, om daardioor mede te werken, dat de zaken zoo goed mogelijk verloopen. We hebben aldus spreker in de periode van 4 jaren die achter ons ligt steeds vriendschappelijk samen gewerkt, niet dat men zijn meening onder stoelen of banken stak, doch steeds bleef men daarbij in den goe den toon. Spr. hoopt dat dit zoo zal blijven in de toekomst en idiaiC ieder overtuigd zal zijn dat hij zijn plicht behoort te doen en verant woording verschuldigd is van zijn daden, aan Hem, die alles in han den heeft. Met het uitspreken der hoop, dat men een hoopvoller toe komst tegemoet mag gaan, eindigt spreker. De notulen worden gelezen en on veranderd vastgesteld. Benoeming wethouders. Voor de vacature Schouten wor den uitgebracht 7 stemmen, waar van 6 op den heer J. G. Schouten aftredend en 1 blanco. De stemming voor de vacature C. Verwijs heeft denezlfden uitslag, zoo dat de beide aftredende zijn herko zen. Beide heeren verklaren hunne be noeming te willen aannemen, waar op de Voorzitter hen geluk wenscht, met hunne benoeming. Ingekomen stukken Schrijven van den Minister naar aanleiding van een aanvraag van A. v. d. Vliet, om een rijksvoorschot voor de stichting van een plaatsje, waarin kennis wordt gegeven, dat na ingesteld deskundig onder zoek is gebleken, aanvrager niet is, landarbeider in den zin der Landar- beiderswet en dus niet voor een plaatsje in aanmerking khn komen. Van Ged. St. een paar aanmerkin gen van administratieve aard, geval len op de gemeenterekening 1930, B. en W. worden gemachtigd deze af te werken. Af- en overschrijving begrooting '31, o.a. in verband met een bedrag van f 300, als aandeel in de kwade posten. Overschrijving kan geschie den uit den post onvoorzien. Rondvraag De heer Hoesen vraagt of het niet op den weg van het gemeentebestuur ligt, om de kerkelijke arme te wij zen op zijn verplichtingen. Er hebben zich gevallen voor gedaan, dat ie mand die op medisch advies naar Rotterdam, naar een specialist moest, onhebbelijk werd behandeld en ook te weinig ondersteuning kreeg. Spr. weet niet in hoeverre de gemeente de diaconie verplichten kan, de men- schen behooren evenwel geholpen te worden en op de tegenwoordige ma nier durven ze niet om hulp te gaan vragen en worden ze van de deur gehouden. De Voorzitter weet niet welk geval de heer Hoesen bedoelt, maar met den kerkelijke arme heeft men hier niets te maken. En wat de verplich ting van de gemeente betreft om maar te geven, waar het niet drin gend noodig is, daar achter, mag meent spr. een groot vraagteeken worden gezet. Zeker bestaat de ver plichting om de menschen te helpen, doch waar zijn de grenzen Als in een speciaal geval het armbestuur niet toereikend was, werd van ge meentewege steun verleend, over on hebbelijkheid of te geringen steun heeft spr. nog nooit klachten gehad. De heer Hoesen merkt op, dat hij wel weet dat de gemeente niets heeft te zeggen in de diaconie aan gelegenheden, doch hier staat het geval anders. Een burgelijk armbe stuur is er niet, is de kerkelijke ar me niet toereikend, dan draagt de gemeente bij, heeft daardoor toch ook het recht iets over steunverlee- ning mede te spreken. De heer Schouten gelooft dat de heer Hoesen groot abuis maakt als hij meent dat de gemeente de diaco nie bij staat, het is zelfs een vraag of dit uit de gemeentekas zou mo gen gebeuren en men daarvoor over de belastingpenningen der ingezete nen zou mogen beschikken. Het ge meentebestuur staat machteloos als de diaconie in hare verplichtingen te kort schiet, ook tegenover de han delingen van een armmeester van de diaconie. Dat ondersteuning een ver plichting is, gelooft spr. niet, juist het tegenovergestelde, hij meent dat dit een gunst is. De heer Hoesen is het daarmede niet geheel eens, een burgerlijk arm bestuur is hier niet, de diaconie is (dus het aangewezen lichaam. Als nu eens iemand steun noodig heeft, die tot geen kerkgenootschap behoort, tot wie moet die zich dan wenden, dan behoort het toch zeker tot de taak van het gemeentebestuur te helpen. De heer Schouten meent dat het gemeentebestuur dan hulp zal ver- leenen, als dit wordt verzocht, niet als men dit eischt. De Voorzitter merkt op, dat de gemeente alleen mag optreden als dit op andere wijze niet wordt gedaan. De heer Hoesen is van meening, dat als iemand met een medisch ad vies komt, de gemeente ook verplicht is om te helpen. Als de gemeente in de kosten moet bij dragen, waar om dan iemand onhebbelijk behan deld. De Voorzitter gelooft wel dat hij thans weet welk geval de heer Hoe sen op het oog heeft, Vrijdagsavond werd spr. om steun gevraagd, terwijl men den volgenden morgen reeds naar Rotterdam moest. Spr. heeft toen geholpen, doch ieder begrijpt dat dit niet gewoonte mag zijn, men had best vroeger kunnen vragen. Spreker had dan gelegenheid gehad de zaak te bespreken met de wethou ders. Het is voorgekomen, dat de gemeente een rekening kreeg van f 200, waarvan zij niets af wist. De heer Millenaar gelooft dat di aconiezaken hier niet behandeld be hooren te worden, als lid der dia conie meent hij evenwel te moeten opkomen tegenover de bewering dat de menschen onhebbelijk zouden wor den behandeld, daarvan is hem niets bekend. De Voorzitter zegt, dat hij hier over geen nadere discusie kan toe staan. De heer Hoesen vraagt of het niet gewenscht is dat B. en W. alle aan dacht schenken aan den crisistijd, die voor de deur staat, de winter zal niet rooskleurig zijn. De Voorzitter antwoordt dat deze zaak bij B. en W. voortdurend in gedachten is, doch de zaak is daar mede niet opgelost. Er staat één groot bedrag uitgetrokken voor on derhoud der landerijen, doch B- en W. weten niet wat zij er voor moe ten laten doen. De heer Hoesen meent dat men hier voor toch rijkssteun kan verlan gen en vragen. De Voorzitter merkt op van vra gen wel, doch men krijgt het niet allemaal. De heer Schouten gelooft dat de heer Hoesen voorzichtig moet zijn. Als men altijd over „recht"' spreekt, gaat men verkeerde gedachten kwee ken. Men behoort de menschen in de allereerste plaats te doordringen, dat ieder voor zich zelf in de al lereerste plaats voor zijn gezin de ver antwoordelijke pers. is. Zeker is er 'n moreel recht om steun te vragen, er is ook een moreele plicht die te verleenen als het mogelijk is, doch niet in de lijn van recht. Steun moet worden verleend in de lijn van saftnen- werking in de gedachte om het al gemeen volksbelang te dienen. Als men altijd schermt met het woord recht kweekt men de gedachte aan „laat maar loopen". Men moet niet alleen opkomen voor een zekere ca tegorie van ingezetenen alleen, er is een andere categorie in de gemeente die groote behoefte heeft aan steun, doch waartegenover het gemeente bestuur machteloos staat en geen hulp kan verleenen. Aangezien onze verslaggever naar een andere raadsvergadering moet verlaat hii de raadzaal. Vergadering van den raad der ge- meente DUSSEN op Dinsdag 1 September des n.m. 6 uur. Voorzitter: Ed.Achtb. Heer J. J. Snijders, Burgemeester. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering en wijdt, alvorens met de afwerking der agenda te beginnen eerst eenige woorden van dank aan de heeren W. G. Middelkoop die vanaf 2 Sept. 1919 en A. Berm die vanaf 2 Sept. 1923 lid van den raad zijn geweest, de heeren J. H. M. v. Etten en W. de Graaff, die dit van 1929 af zijn geweest en die niet meer in den raad terugkeeren. Beveelt de belangen der gem. in de belangstelling v. diehrn. aan, zegt hen dank voor alles, wat zij in hun kwaliteit als raadslid hebben ge daan en spreekt de hoop uit, dat God hen zal beloonen voor wat zij in het belang der gemeente hebben ge daan. Spr. heet de nieuwe raadsle den welkom op het gestoelte, waarop de kiezers hen geplaatst hebben. Alle raadsleden leggen hierop in handen van den Voorzitter de vereischte ee den af. De Voorzitter wenscht de nieuwe leden hierop geluk met hun raads lidmaatschap, hij spreekt cle hoop uit, dat men aangenaam zal samen werken en hij beveelt de gemeente ambtenaren en zich zelf in hun gunst aan. Hij hoopt dat hunne werkzaam heden zullen strekken tot welzijn der gemeente. Benoeming Wethouders. Voor de vacature T. A. v. d. Pluijm worden uitgebracht elf stemmen, waarvan 8 op den aftredende, 1 op M. v. d. Pluijm 2, op J. van Balkom. De heer T. A. v. d. Pluijm ver klaart zijne benoeming te willen aan nemen, waarop de Voorzitter hen ge luk wenscht en de hoop uitspreekt, dat de heer Pluijm met voldoening op het waarnemen van zijn functie zal kunnen terugzien. Voor de vacature M. v. d. Pluijm worden uitgebracht 9 stemmen op den aftredende en 2 stemmen op J. v. Balkom. De gekozene verklaart eveneens zijne benoeming te willen aannemen, waarop de Voorzitter hem geluk wenscht. De heer M. v. d. Pluijm dankt hierop, daarbij de verzekering ge vende dat hij de geestelijke en stof felijke belangen der gemeente naar zijn beste weten zal behartigen. Ingekomen stukken Brochure van de Nederl. Honden- vereeniging met verzoek om subsidie. Op voorstel van B. en W. wordt afwijzend op dit verzoek beschikt. Verzoek van de R. K. vereeniging Moederschapszorg te Heerlen om 'n subsidie groot f23. Op voorstel van B. en W. wordt naar aanleiding van vroegere besluiten afwijzend op het verzoek beschikt. Besluit van Ged. St. naar aanlei ding van het beroep van A. v. Dru- nen ingesteld tegen het raadsbesluit waarbij 5Xfi-50 per week was toe gekend voor het bezoeken door 5 zijner kinderen van de school te Nieu- wendijk, waarbij dit raadsbesuit wordt vernietigd en aan v. Drunen voor 2 zijner kinderen een bedrag van f 1.50 per week per kind en voor de 3 an dere f 2.p. week en p. kind toege kend wordt als tegemoetkoming in de vervoerkosten. Het voorstel van B. en W. om zich bij deze beslissing neer te leggen wordt met algemeene stemmen aangenomen. Schrijven van den Gem.-Ontvanger, waarin hij verzoekt hem te willen machtigen om de coupon no. 8 van den Schuldbrief no. 20 der leening 1918 alsnog uit te betalen. Deze moest in 1926 zijn ingeleverd, wat tot heden werd verzuimd. B. en W. stellen voor machtiging te verleenen, waarmede de raad ac- coord gaat. Goedkeuring door Ged. St. van het raadsbesluit tot het aangaan ee- ner geldleening groot f25500,-a 4V2 PCt- Besluit van Ged. St. tot verdeeling van het batig saldo van den vleesch- keuringsdienst Almkerk. Van het batig saldo 1929 krijgt de gemeente Dussen toegewezen een bedrag van f 124.72; van het saldo 1930 een bedrag groot f 542,58, to taal dus f667.30. De Voorzitter zegt dat B. en W. nu met deze verdeeling accoord gaan. Nota van aanmerkingen door Ged. St. van het raadsbesluit tot af- en overschrijving der begrooting. Waar de aanmerkingen slechts van admi nistratieven aard zijn worden B. en W. gemachtigd, deze af te werken. Goedkeuringsbesluiten van Ged. Staten v,an een 4-tal raadsbesluiten, waarbij een bouwvoorschot werd ver leend n.l. aan A. v. Delft, H. V.> Hees, C. de Wit en H. Huijgen. Nota van aanmerking door Ged. Staten gevallen op het raadsbesluit tot verhuring der gemeentewoning aan den rijksveldwachter. Het voorstel van B. en W. om in het raadsbesluit alsnog op te ne men, dat verhuring geschied tot we der opzegging en deze opzegging met 1 maand moet geschieden, bij ont slag en overlijden en bij overplaat sing met den datum van vestiging in de nieuwe woonplaats. Met algemeene stemmen wordt dit raadsbesluit aangenomen. Aanvraag ex-artikel 72 der L. O. wet 1920. In de vorige vergadering is een verzoek ingekomen van het R- K. schoolbestuur der meisjesschool te Hank, met het verzoek een -bedrag beschikbaar te willen stellen voor nieuwe schoolbanken. Dit verzoek werd toen aangehouden om een na der onderzoek in te stellen. Dit onder zoek heeft uitgewezen, dat de banker* werkelijk noodig zijn, zoodat B. eö W. voorstellen de gevraagde mede werking te verleenen. De raad gaat met dit voorstel ac coord. Vaststelling van een Reglement in gevolge art. 125 der ambtenarenwet wordt na voorlezing door den Voor zitter goedgekeurd. Drinkwaterleiding. De Voorzitter zou willen voorstel len den sloot aan de Korn, welke pas is in orde gemaakt door de ge meente en waarin schutten zijn ge steld, te brengen onder openbaar drinkwater. Door de bewoners al daar, is toen een request geteekend het water niet te zullen bevuilen^ doch het werk is nog pas klaar en het wordt reeds bevuild. v. Daal. Ja, maar Teuling en Ne?- derveen moeten wel, daar zelfs het regenwater van de straat er in loopt over hun erf. Voorzitter. Ja, maar dat ze danè b.v. een zinkputje maken. v. Daal. Ze kunnen toch ook niet hun vuilwater aan de overzijde der straat brengen. Voorzitter. Ik heb zelf gezien dat een, een houten goot naar dat wa ter heeft gelegd voor afvoer van vuil water. Smink. 't Is nog al mooi ook, daii nog wel die het eerst geteekend heeft* v. Daal. Ik heb bij ondervinding, dat het water er niet goed is (ze komen bij mij water halen, daar ze het niet kunnen gebruiken als Jrïnk'- water. Het water is niet goed, het wordt zelfs groen. Voorzitter. Ik zeg ook het water is er niet goed, doch door de stemf- men die uit den Raad opgingen is het veranderd, en nu is het tenmin ste veel verbeterd, doch nu liggefö ze een riool in het zicht naar dat wa ter of ze willen zeggen nu hebberè ze die kosten gemaakt, doch zal ze-. nu eens tegenwerken. v. Daal. Er zijn er die nu 'zelfs water in de „Dusse" moeten gaaia halen. Voorzitter. Ja, 't is geen goed wa ter, maar daar is niets anders. v. Daal. Zoolang die boomen et staan kan het water niet goed zija* Wanneer den Zuid-Holl. polder eens wat medewerking verleende, kon het nog wel veel verbeterd worden- v. d. Zouwen. Maar de gemeente heeft toch zelf een rioolput met af voer, in drinkwater, meen ik, zooals. aan de school in wijk C. Voorz. Dat is geen openbaar drink water. v. d. Zouwen. Wat moeten wij dar® drinken f- Voorz. Uit den GanteL v. d. Zouwen. Daar loopen zooveel' gierputten op uit. 3 Voorz. Dan is 'tnog anders, het ge^ val waarover we het hebben, hebben de bewoners geteekend dat zij het niet zullen bevuilen. T. v. d. Pluijm. 't Water kan es heel goed zijn, want 't kan er door- stroomen. v. Daal. 't Blijft in den draai han gen van het vuil. J. v. Dijk. Als Voorzitter van het Polderbestuur „Noorderveld" heb Ik. mij zeer geïnteresseerd en dhrn. zipffi bij mij om medewerking gekomen er*, hebben mij .gevraagd, toe te passers wat kon. Er is gedaan wat kon, maair nu gaan ze het bijna moedwillig be vuilen en eenigen werken het zelfs tegen. Ik heb me zelf verschillende avonden overtuigd, dat het water be slist schoon en helder was. Wé moeten er ons mede behelpen. Ik zo ui er voor zijn, dat er streng toezicht- 138. En juist zaten de vier blanken veilig in hun vreemde schuilplaats geborgen, of een bende gewapende wilden kwam de omgeving verkennen. Maar ze vonden geen spoor van de heiligschenners, die het gewaagd hadden op hun eilaDd door te dringen, en van de offeranden te eten. 139. Eindelijk verdwenen ze in het woud, maar eerst lang na hun vertrek dorst Rob's troepje te voorschijn te komen. Ze waren uitgeput van dorst door de brandende zon, die hun steenen schuilplaats tot een oven maakte, en ze verkozen nog liever het gevaar van ontdekking. 140. Maar bij hun overhaaste vlucht kwamerz ze bijna in een poel terecht, die bewoond werci door monsterachtige krokodillen. „Vermoedelijk zijn het heilige krokodillen", zei Rob, „die al die vreemde beelden moeten bewaken. Ze zien er niet erg gastvrij uit." yienwsblad Verstopping verstoort Uw gestel en humeur. Neem geen sterk pur- geerende middelen, doch van tijd tot tijd de zacht werkende Foster's Maagpillen, het ideale laxeermiddel.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5