Tweede Blad
No. 5166 Woensdag 14 üct.
BEZOEKT
Tweede ieustiensclie Maandmarüt
BEZOEKT
Tfü tetieicle lidiiflt
voor het Land
van Neusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommeierwaard.
Kantongerecht flensden
Donderdag 15 October a.s.
Donderdag 15 October a.s.
Burgerlijken Stand.
EEHOORENDE BIJ HET
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN
van Vrijdag 2 October 1931.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Om
meren.
Ambten, van het Openb. Ministerie:
(waarnemend): Mr. J. Dony.
Griffier (waarnemend): D. van He
rn ert.
Een zitting met 45 zaken op de rol,
waaronder meedere belangrijke. De zaal
is geheel gevuld met verdachten, ge
tuigen en nieuwsgierigen.
B. V., arbeider te Almkerk, had zijn
leerplichtig kind van school thuis ge
houden.
Getuige G. J. de Vries, arts te Alm
kerk, verklaart, dat het kind lijdende
is aan toevallen en slechts zoo nu en
dan de school kan bezoeken.
Kantonrechter: Dat ik na de verkla
ring van dokter de Vries verdachte
vrijspreek, ligt wel voor de hand.
J. v. d. S., arbeider te De Werken,
had zijn zoontje Jan, ongeoorloofd
schoolverzuim doen plegen. Hij had aan
den Kantonrechter een brief geschreven,
waarin hij meedeelde, dat zijn zoontje
de school had verzuimd, omdat de on
derwijzer A. C. Bouman het kind zou
hebben mishandeld. In verband daarme
de had de Kantonrechter een onderzoek
gelast en naar aanleiding daarvan was
een rapport ingekomen van den Opper
wachtmeester der marechaussée te
Woudrichem, waaruit bleek, dat van
mishandeling niet in het minst sprake
is geweest. Verdachte durfde stellig
niet te verschijnen.
Kantonrechter: Ik vind het zeer ver
keerd van verdachte, om mij te schrij
ven, dat genoemde onderwijzer zijn
zoontje verschillende malen zou hebben
mishandeld. Een goed en kalm onder
wijzer als Bouman blijkt te zijn, zou
hij daardoor een slechten naam geven
en dat zonder eenig gegrond motief.
Ik houd heelemaal niet van beschul
digingen tegen onderwijzers, waar geen
steek van waa;r is. Verdachte krijgt
f 10.00 qf 5 dagen van mij en nu moet
hij er maar eens rustig over nadenken
waaraan hij die betrekkelijk zware straf
heeft te danken.
J. A. M., arbeider te 's-Bosch, had
in de woning van F. van de Griendt
een papier stuk gestooten, hetwelk een
gebroken glasruit in diens woning ver
ving.
In de vorige zitting was als getuige
gehoord, A. de Groen en thans wordt
gehoord A. Alders, beiden arbeiders
te 's-Bosch. Beiden verklaren, dat ver
dachte uit baldadigheid heeft gehandeld.
Uit het getuigenverhoor blijkt, dat ver
dachte en de twee getuigen te zamen 't
raam hebben opengeschoven en door
het geopende raam de tafel omgegooid
en een en ander omver hadden gesme
ten, dat over den vloer lag.
Kantonrechter: 'tls meer dan schan
de om in een woning van een 77-jarigen
alleen wonenden stakker zoo te keer
te gaan. Blijf maar in den Bosch en
doe zulke dingen niet te Heusden. Ver
dachte geef ik f 10.00 of 5 dagen.
J. v. E., handelsagent te Breda, had
met zijn auto over den straatweg bij
Sleeuwijk gereden met een snelheid van
circa 60 K.M. per uur.
Kantonrechter: Hoe harder rijden des
te hooger boete en daarom geef ik
f25.00 of 10 dagen. Aan dat onzinnig
snel rijden over den Sleeuwijkschen
straatweg, moet nu maar eens een ein
de komen.
C. J. K., chauffeur te Almkerk, scheen
ook al haast te hebben gehad, want hij
had met zijn vehikel met een snelheid
van 51 K.M. over den straatweg bij
Sleeuwijk gereden.
Kantonrechter: Die al te haastige
menschen moeten maar wat kalmeeren.
Ik geef verdachte f15.00 ot 10 dagen.
B. M. d. H., venter te Werkendam,
had aldaar op 4 Juli 1931 des namid
dags te 6.10 uur op den openbaren
weg kersen verkocht. Verdachte is niet
verschenen.
Kantonrechter: Na 6 uur des avonds
mogen te Werkendam langs de hui
zen geen eetwaren worden verkocht.
Ik vind de overtreding van verdachte
van zeer geringen aard en geef hem
daarom f0.50 of 1 dag.
Aan eenzelfde feit als de vorige ver
dachte hadden zich schuldig gemaakt
|M. H. G. R. te de Werken en E.
v. d. K. te Almkerk, beiden ook in de
gemeente Werkendam, leder kreeg f 0.50
of 1 dag.
P. S., landbouwersknecht te Gorin-
chem, had, als verdacht van overtreding
der Rijwielbelastingwet, aan den Op
perwachtmeester der Marechaussée te
Woudrichem een valschen naam opge
geven. Dit feit kost hem f 20.00 ot
10 dagen.
J. A. v. D., fabrieksarbeider te Hank,
had op 5 Juli j.I. baldadiglijk geslagen
op de vensterluiken van de woning zij
ner schoonmoeder Adriana Hoeijmans
en met een zwaren steen tegen de ach
terdeur gegooid.
Verdachte: Ik heb wel geslagen, maar
niet gegooid.
Getuige Adriana Hoeijmans: Des
avonds om elf uur kwam verdachte
bij mij. Hij is een schoonzoon van me.
Joseph had veel gedronken en begon
in mijn huis op te scheppen. Joseph's
broer was ook dronken bij mij in huis
en toen deze niet goed werd, is hij
met Joseph naar buiten gegaan. Toen
ze buiten waren heb ik de deur gesloten
en toen is Joseph gaan slaan op de
luiken en heeft gegooid ook. De afras
tering om mijn tuin werd door Joseph
gedeeltelijk vernield om een stuk hout
te hebben. Ook heeft Joseph een wasch-
kuip leeg gegooid en hij ging er daarna
op staan trappen. Tegen mij zei hij
„als je een man waart, stak ik je aan
den grond vast."
Kantonrechter: Heb je dat alles goed
gezien?
Getuige Hoeijmans: Ja zeker Edel
achtbare.
Kantonrechter: Joseph en zijn broer
zijn beiden schoonzoons van je, is 't
niet?
Getuige Hoeijmans: Ze zijn beiden
met dochters van mij getrouwd.
Kantonrechter: 'tls waarlijk geen ca
deautje om zulke schoonzoons te heb
ben.
Kantonrechter tot verdacht: Je staat
slecht bij mij aangeschreven en dat
is dan ook waarlijk geen wonder, want
je bent een ontzettend vervelend en
lamlendig individu. Waarom moet je
ook zoo dikwijls dronken zijn? Zorg
betqr voc(r 'je huishouden.
Getuige A. v. Tilborg: Joseph had
veel gedronken, en zijn broer, die bij
hem was, nog veel meer. (Verder zegt
deze getuige hetzelfde als zijne moeder
Adriana Hoeijmans.)
Kantonrechter: We hebben hier een
geval van baldadigheid en daarop stelt
de wet als maximum straf f 15.03 boete.
Dit doet me groot leed, want, ik had
dezen verdachte graag een veel hoogere
straf willen geven. Tot mijn groot leed
wezen moet ik volstaan met f 15.00 of
10 dagen.
W. J. T. te Eethen, had een tak van
een boom afgebroken en deze vastge
haakt aan den bagagedrager van het
rijwiel van Cornelis van de Wetering,
met het doel, om hem te laten vallen
door aan dien tak in achterwaartsche
richting te trekken.
Getuige C. van de Wetering: Hij
brak een tak af en stak die in mijn
fiets.
Getuige A. van Wijk: De beide broers
hebben het gedaan n.l. verdachte en
Jan Cornelis Treffers.
Kantonrechter tegen verdachte: Heb
je het gedaan?
Verdachte: Ja ik heb een tak voor
de fiets gegooid, maar in den bagage
drager gestoken heeft mijn broer ge
daan.
Kantonrechter: Je bent meer dan een
ellendeling om een geestelijk abnorma-
len man te plagen en je weet drommels
goed, dat van de Wetering niet is als
een gewoon mensch. Net als in de
vorige zaak kan ik je helaas niet meer
dan f 15.00 geven, maar dat geef ik
je dan ook volgaarne. En dan zeg
ik je er bij, dat je een groote lafaard
j bent, om een geestelijk abnormaal
I mensch te sarren. Niemand heeft ook
maar eenige last van van de Wetering,
hij is een beste vent, maar als hij ge-
sard wordt is hij driftig.
F. A. v. T., fabrieksarbeider te Dus-
sen, had in staat van dronkenschap
op den openbaren weg te Dussen met
een geopend mes in de hand, eens an- i
ders veiligheid bedreigd.
Kantonrechter: Weer zoo'n net heer
schap uit Dussen. Was je dronken?
Verdachte: Neen.
Kantonrechter: Hoeveel hadt je er
dan op?
Verdachte: Een stuk 5 of 6.
Kantonrechter: Daar kun je best stom
dronken van zijn en als je er niet
dronken van bent is het een bewijs,
dat je gewoon bent aan jenever drin
ken en dat je dus een dronkaard bent.
Getuige A. J. H. van Honsewijk:
Ik reed 's-Zondagavonds heel kalm door
de Krekeldraai met mijn auto en ik
reed rechts van den weg. Marinus van
Tilburg kwam plotseling uit de her
berg vlak voor mijn auto. Hij viel en
kwam ondetr mijn linkervoorwiel. Een
broer van Marinus, n.l. verdachte, kwam j
uit de herberg met een geopend mes
in zijne handen en zei tegen maj „hier
DE
OP
zul je sterven." Ik ben toen naar huis
gereden en later weer teruggekeerd.
De Gebroeders van Tilburg vroegen
mij toen om een gulden zeggende: „Als
je ons ieder een gulden geeft, dan ben
je van alles af."
Kantonrechter: En heb je dat ge
daan.
Getuige van Honsewijk: Ja Edelacht
bare.
Kantonrechter: Dan zou ik haast zeg
gen, dat je een domme kerel bent.
Getuige Domeni: Beide van Tilburg's
hadden veel gedronken. Verdachte ging
met zijn geopend mes op van Honse
wijk toe en zeide wat tegen hem, maar
wat hij zeide weet ik nieb
Kantonrechter: Dat verdachte een mis
punt is, behoef ik niet te zeggen. Hij
staat ongunstig bij mij bekend en voor
al als hij dronken is, is hij tot alles in
staat. Nu heeft hij weer een geopend
mes bij zich gehad, met de kennelijke
bedoeling, het op iemand te gebruiken
en zooiets doen alleen proleten. Het
bij zich hebben van wapens bij, dron
kemansschandalen moet extra streng ge
straft worden en daarom geef ik ver
dachte f20.00 of 10 dagen. Verdachte is
fabrieksarbeider en eenigermate wil ik
rekening houden met de slechte tijds
omstandigheden.
IJ. S., groentenhandelaar te Woudri
chem had op den Merwededijk bij de
Sleeuwijksche stoep met zijn auto ge
heel links van den weg gereden, waar
door hij aangereden werd door Anna
Groeneveld, die op haar rijwiel was
gezeten.
Verdachte: Ik had mijn richtingwijzer
uit staan. Ik kwam van Sleeuwijk en
moest naar Woudrichem. Ik reed wel
wat links.
Getuige Anna Groeneveld: Ik vraag
vergoeding voor mijn fiets en gescheur-
den mantel n.l. samen f 76.20 t.w. 160
voor de fiets, fl.20 voor de kousen en
f 15.00 reiskosten. Ik kwam de stoep
oprijden en heb den richtingwijzer niet
gezien. Verdachte reed geheel links van
van weg, zoodat ik niet kon passeeren.
Getuige C. Groeneveld: Verdachte
reed geheel links van den weg en mijn
dochter kon onmogelijk voorbij komen.
Kantonrechter: Vast staat dus dat ver
dachte links heeft gereden. En wat de
schadevergoeding betreft, vraag ik aan
getuige Anna Groeneveld hoeveel de
fiets heeft gekost en hoe lang zij haar
reeds heeft.
Getuige Anna Groeneveld: Hoeveel
de fiets gekost heeft weet ik niet,
maar ik weet wel, dat ik haar een
jaar of anderhalf heb, van Andel zei,
dat de fiets totaal weg is*.
Kantonrechter: Van Andel wil natuur
lijk graag een nieuwe fiets leveren.
f60.komt mij toch erg veel voor.
Maar hoe ook, het gevorderd bedrag
gaat f50.te boven en moet ge dus
daarvoor een aparte civiele actie bij mij
instellen, zoodat ik op dit oogenblik
met uwe vordering niets kan beginnen.
En wat verdachte betreft, deze staat
gunstig bij mij bekend, zoodat ik niet
kan aannemen dat woestheid bij het
rijden de oorzaak van het ongeval kan
zijn. Maar hij heeft links van den weg
in een bocht gereden en is dus straf
baar. Hij krijgt f6.00 of 3 dagen.
A. <V. S. te Dussen had op de Nieu-
westeeg te Hank op zijn rijwiel links
van den weg gereden en ingehaald wor
dende door J. de Wit en Cornelia Hof-
Iman, die op hun rijwiel rijdende sig
nalen met de bel gaven om te passee
ren, links was blijven rijden. J. de
Wit en Cornelia Hofman moesten rechts
passeeren, wat zij ook deden. Gepas
seerd zijnde kwam verdachte tusschen
de Wit en Cornelia in rijden en ver
dachte begon ruzie en moeite te maken.
Kantonrechter: 'tKomt mij zoo voor
dat de liefde hier in het spel is. Is dat
zoo?
Verdachte: Ja Edelachtbare.
Kantonrechter: Dan kan het interes
sant worden. Heb je gedaan wat je
ten laste is gelegd?
Verdachte: Ja Edelachtbare.
Getuige de Wit, fabrieksarbeider te
Dussen: Mijnheer v. S. heeft ons al
meermalen last veroorzaakt, daar hij
met het meisje waarmee ik verkeering
heb, ook uit wilde gaan.
Kantonrechter: 'tls waar, dat is geen
aangename concurrentie.
Verdachte: Ik was al eens meer met
Cornelia uit geweest en 's Zondagsmor
gens had ik nog met haar afgesproken
dat we 's middags om twee uur weer
samen zouden gaan. Ik kwam op de
afgesproken plaats, maar geen Cornelia.
Ik fietste toen op en daar zag ik Cor
nelia komen met Mijnheer de Wit. Ik
wilde toen nog iets aan Cornelia zeg
gen en dat wilde Mijnheer de Wit niet
hebben.
Kantonrechter: 'tls een diep tragisch
geval.
Getuige Cornelia Hofman komt bin
nen. De Kantonrechter vraagt haar waar
ze wil gaan staan, daar hij geen ruzie
tusschen de heeren de Wit en v. d. S.
voor het kantongerecht wenscht. Getui
ge zegt naast mijnheer de Wit te willen
gaan staan.
DE
OP
Getuige Cornelia Hofman: Wij reden
rechts, we hebben geseind en verdachte
bleef toch links rijden, zoodat we rechts
voorbij moesten.
Kantonrechter: Hadt je met mijnheer
v. S. afgesproken om 's Zondagsmid
dags met hem mee te gaan?
Getuige Cornelia Hofman: Ja.
Kantonrecphter: Je schijnt in den
smaak te vallen bij de heeren. Enfin
ieder zijn meug.
Getuige de Wit: We hebben al vaak
last gehad van mijnheer v. S. en ik
heb mijn vader ook al eens meegeno
men om dezen te laten zien, hoe lastig
hij voor ons kan zajn.
Verdachte: Cornelia is ook bij mij aan
bed geweest toen ik ziek was.
Kantonrechter: Maar dachten jullie
nu werkelijk dat ik me met die Hank-
sche liefdesquaestie's, die niets te be-
teekenen hebben, wilde inlaten. Heusch
daar is het Kantongerecht niet voor en
ik wil er dan ook niets mee te maken
hebben. Ik spreek verdachte natuurlijk
vrij.
ALMKEKK.
Over de maand September.
Geboren: Antonie, z. v. G. Mon-
frooij en G. A. Koekkoek; Teuntje,
v. A. Vink en J. Daggelders; Govert,
z. v. H. W. Kant en A. Sprangers;
Johanna, d. v. A. Versluis en E. A. van
Breugel; Labina Dingena, d. v. M. v»
d. Stelt en E. H. v. d. Schuit; Dirk*
z. v. P. v. d. Wiel en F. de Fijter;
i Cornells- Arie, zoon van A. van An-
rooij en J. van Essen;
Geert Johannes Heinrich, Z. ~v. G. J.
Daggelders en A. J. G. Pophanken;
Gerrit, z. v. G. van Burgel en J. van
Herwijnen; Peter, z. v. L. van Wijk
en P. Sterkenburg.
Getrouwd: L. in 'tVeld, 26 j. eni
W. Duijzer, 23 j.
WIJK.
Vanaf 20 Aug. t/m 5 October.
Geboren Arie, z. v. C. v. Wijk
en A. v. Helden; Eimert, z. v. D. Li.
Duijster en J. Bouman; Wilhelmina Kul-
nira, d. v. A. v. Wijk en A. P. Laker-
veld; Huiberdina Adriana, d. v. J. v.
Wijk en W. v. d. Pijl; Willem, z. v.
A. de Fijter en H. v. Drunen; Adrianus
Gijsbert, z. v. G. v. Os en M. A. Kui
pers; Kornelis, z. v. K. de Waal en J-
L. Versteeg; Aaltje, d. v. J. Bouman en
Joh. Clement; Huibertje, d. v. A. G-
van Lier en J. de Waal; Sara Laurence
Nicoline, d. v. G. v. Helden en S. L»
N. Verhoek; Cornelis, z. v. A. Vos eit
M. H. v. Son.
Ondertrou,wd: H. Bouman, 29
j. en Fr. H. Wilh. van Helden, 31 j.;
M. Bouman, 61 j., wedn. van G. Li.
v. Wijnen, en J. van Kuijk, 39 j. G.
Slaats, 26 j. en Adr. v. Veen, 19 j.; P»
Joh. Bouman, 29 j. en P. d. Dekker, 33 j.
Getrouwd: R. Tjalma, 36 j. err
A. J. Duijser, 32 j.; J. Scheffers, 24
j. en T. Treffers, 18 j.; A. v. Alphen,
28 j. en A. L. v. d. Mooren, 27 j.; C,
Jch. Gouda, 30 j. en J. Krop, 33 j.;
G. van Rijswijk, 25 j. en E. v. d. Vel
den, 25 j.; Adr. v. Wijnen, 53 j., wedn.
v. Adr. Nieuwehuizen, en K. van Kuijkj,
35 j.
Overleden: A. de Waal, 61
J. v. Wijk, 82 j., wed. v. P. Poorter;
Wilh. v. Kessel, 33 j., echtgen. v. G.
M. v. Grinsven; Corn. Bouman, 30 j.}j.
echtgen. van H. Versteeg.
Levenloos aangegeven, 1.
EETHEN.
Over de maand September.
Geboren: Geertje Dirkje Emma^
d. v. C. F. Joh. Peters en M. de Graaff;
Petertje, z. v. J. v. Hemert en M„
Bouman; Waltherus Cornelis, z. v. W»
J. van Boxel en C. M. van Bommel;
Cornelis Hendrik, z. v. L. Meiresonn©
en Joh. v. Bergeijk.
VEEN.
Over de maand September.
Getrouwd: A. van de Werken, 24
j. en G. W. den Ouden, 30 j.
Overleden: E. van Wijk, 66 j^
wed. v. C. L. v. d. Pol.
4 De schemering begon te wijken voor het
duister van den nacht, en het eterrelicht straalde
reeds helder aan de hemel, toen ze de groote
pyramide bereikten, die zich donker verhief
tegen de achtergrond van sterren.
De oude Arabier sprong van z'n ezel, hield
z'n lantaarn op en liep naar de voet van de
groote steenen massa. „Beni Ameen is een
eigenaardig man," fluisterde de professor, „ik
wist dat hü me meer had te laten zien dan dat
amulet. „Ha, dat dacht ik wel," voegde hij er
een oogenblik later aan toe, toen de Arabier
zich plotseling bukte en een zwart hol aanwees.
„Hier vond ik het amulet," zei hij. Dadelijk
drong het tot Rob door, dat dit de versperde
ingang tot de pyramide was.
5. „We kunnen vanavond niets doen, Rob,"
zei de professor, nadat hij het hol onderzocht
bad. „We zullen morgen terugkomen met eenige
werklui." Getrouw aan z'n woord nam hij
eenige inlanders in dienst en de volgende mor
gen vroeg waren allen hard aan 't werk. Rob
en Ouwe Daan schepten om beurten de steenen
en het zand weg, hetwelk door de werklieden
weggedragen werd.
6. Eindelijk was het hol groot genoeg, dat
Rob door de opening kon kruipen en afdalen
in de pyramade Hij was verbaasd, toen hij
de lantaarn ophield en om zich heen keek naar
de vreemde figuren, die op de muren geschil
derd waren. „We hebben een prachtige ont
dekking gedaan," riep Rob uit, terwijl Ouwe
Daan zich bij hem voegde. „Laten we vtw^er
A
o
gaan en zien, wat we vinden kunnen."