Tweede Blad
No. 5190 Vrijdag 8 Jan
^islssmarf.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
DE CHEVROLET 1932.
Kinderrubriek
FEUILLETON.
BEHOORENDE BIJ HET
Onnoodi; Lijden!
Als iedere beweging U pijn doet', als
pijn in de lendenen, urinestoorpissen,
hoofdpijn, duizeligheid, en rheui^atische
pijnen uw leven tot een last maken en
gij uw werk moet laten liggen, wordt gij
gewaarschuwd, dat de organen van uw
rug niet behoorlijk werkeD.
Waarom wilt gij noodeltfos lijden aan
rheumatiek, spit, waterzucht of blaas-
zwakte j
Gebruik Foster's Rugpfijn Pillen bij het
eerste waarschuwende toeken der organen,
welke de urine afscheden en zoodoende
de onzuiverheden uithet bloed filtreeren.
Foster's Pillen heeled en versterken deze
verzwakte organen/ zoodat de onzuiver
heden, welke zicW anders ophoopen en
afzetten, en zoodoende eindelooze pijn en
ongemak veroorzaken, afgevoerd worden.
In alle dealen van Holland hebben
dankbare persfonen hun levenslust her
wonnen, dank* zij Foster's Pillen.
Bij alle jfrogisten enz. af 1.75 per
flacon.
DE WONDERBAARLIJKE
GESCHIEDENIS VAN BI MBA M.
II. (Slot).
Wat gebeurde er dan wel daar
beneden aan den voet van Bimbam,
terwijl de oude kerktoren zien zoo
bedroefd maakte, omdat er nooit ie
mand op hem lette Dat zal ik je
vertellen! Het begon al dadelijk bij
den koning. Er werd om kwart over
negen op de slaapkamer van den
koning geklopt en toen de koning
riep: „Binnen"! (van onder de de
kens vandaan), stapte de hofmaar
schalk verschrikt de kamer in en
stamelde: „Majesteit, Majesteit, U
zoudt van morgen precies om 9 uur
op den troon gaan zitten om te re-
geeren, en nu is het al ver over
negen en iedereen staat te wachten
en het heele land is in de war en
U bent nog niet eens aangekleed!"
„Hoe laat is het dan?" vroeg de
koning en deed één oog open. „Kwart
over negen, Majesteit 1", riep de wan
hopige hofmaarschalk uit. „Dat be
staat niet!", riep de koning veront
waardigd uit, „Je zal je vergist heb
ben, het is vast nog niet later dan
half acht. Want ik heb Bimbam nog
niet eens om 8 uur hooren slaan!
Ik ga dus nog een half uurtje sla
pen en wensch niet meer gestoord
te worden door jullie domkoppen!"
Erl meteen trok de koning de de
kens over zijn hoofd om niets meer
te hooren. Ten einde raad verliet de
hofmaarschalk de kamer van den ko
ning. Hij begreep er niets van. Hij
keek naar buiten op de klok van Bim
bam... en jawel... die stond al bijna
anderhalf uur stil en wees nog maar
steeds half acht aan. Het heele hof
kwam naar buiten .gesneld op de
vreeselijke tijding, dat Bimbam stil
stond. En iedereen keek met ge-
rekten hals omhoog naar den ou
den toren.
Ondertusschen was de heele stad
in rep en roer geraakt. De bakker,
die anders om klokslag acht uur
kwam, en die ook op de klok van
de oude Bimbam afging, liet zich
niet zien, omdat hij nog steeds dacht,
dat het half acht was. De geheele
stad liep met een hongerige maag
en voor alle vensters zag men on
rustige gezichten. De kinderen, die
om negen uur op school moesten
zijn, kwamen allemaal te laat. De
kantoren, die om negen uur moes
ten beginnen, waren allemaal geslo
ten, omdat de heeren en dames, die
er om negen uur moesten zijn, nog
in bed lagen te slapen, omdat zij
Bimbam nog steeds geen kwart voor
acht hadden hooren slaan. Doch toen
het al later en later werd, werden
ze langzamerhand allemaal wakker en
keken uit het venster om op de klok
van Bimbam te zien, hoe laat het
was. Daar stond het nog steeds op
half acht. Maar de klokken in huis
en de horloges wezen allemaal veel
later. Half tien, tien uur en het werd
nog voortdurend later en later. Toen
begrepen de menschen, dat er iets
met de oude Bimbam niet in orde
was. En iedereen begon zich gehaast
aan te kleeden en rende de straat
op om zoo spoedig mogelijk zijn
school, zijn werk of zijn kantoor te
bereiken. Ondertusschen stond het
aan den voet van den ouden toren
zwart van de menschen, die allemaal
omhoog keken naar de oude Bimbam.
Wat zou die toch hebben Aldus
hoorde men vragen. Zou de klok-
kemaker vergeten hebben hem op
te winden? De veer is zeker stuk!
Welnee, de wijzers zijn hem te zwaar
geworden, omdat hij zoo oud is!
Daar kwam, vergezeld van twee
politieagenten een klein mannetje aan
met een groote sleutelbos. Dat was
de klokkemaker, die door de agen
ten gehaald was, omdat men hem
beschuldigde, dat hij de schuld was
van alles', omdat hij vergeten zou
hebben de klok op te winden. Ver
gezeld van de 2 agenten, den bur
gemeester van de stad, den hofmaar
schalk en nog eén "heele stoet van
de voornaamste burgers van de stad,
beklom de klokkemaker den ouden
toren, langs veel smalle wenteltrap
jes en stoffige laddertjes en kwam
zoo eindelijk heelemaal boven in den
toren, waar het uurwerk van de oude
Bimbam stond. En wat zag men daar!
Dat het uurwerk niet heelemaal stuk
was, dat de veer heelemaal was op
gewonden, zoodat ook den klokken
maker heelemaal geen schuld trof.
Iedereen was stom verbaasd. Het
uurwerk was heelemaal in orde en
toch liep de oude Bimbam niet
Door het gestommel echter in den
toren, had de oude Bimbam even
zijn droevig geween gestaakt. Sap
perloot, riep hij uit, wat gebeurt er
nu? Het lijkt wel of ik visite krijg!
Hij veegde de dikke tranen van zijn
verweerde, steenen wangen en keek
eens omlaag. Zijn hart begon te
kloppen van vreugde, toen hij zag,
dat daar beneden wel duizend men
schen stonden, die allen vol ver
wachting naar hem opkeken. Toen
keek hij binnen in den toren en
daar zag hij nota bene den klokke
maker, dien hij natuurlijk goed ken
de, en den hofmaarschalk, den bur
gemeester van de stad en een heel
gezelschap deftige heeren en dames.
Hij luisterde goed toe en ving toen
de woorden op„De heele stad is
in de war, omdat de klok niet loopt!"
Verschrikt keek de oude Bimbam
op zijn wijzerplaat en jawel, daar
ontdekte hij, dat hij door zijn ge
mopper en gepruttel heelemaal ver
geten had verder den tijd aan te
wijzen. Zijn wijzers stonden nog steeds
op half 8 en terwijl de zon hem ver
telde, dat het al minstens elf uur
moest zijn. Bimbam kreeg natuurlijk
een vreeselijk berouw. Hij zag nu
duidelijk in, dat de menschen hem
heelemaal niet verwaarloosd hadden
dat juist iedereen altijd op hem let
te, dat hij dus feitelijk de voornaam
ste van de heele stad was. Toen
hoorden de menschen, die bij het
MAHATMA GANDHI,
de leider der Britsch Indische Nationa
listen is te Bombay in arrest gesteld.
uurwerk van Bimbam verslagen ston
den toe te kijken, dat er plotseling
iets begon te ratelen en te tikken.
Het uurwerk begon heel snel te loo-
pen. De wijzers van de kerktoren
bewogen zich sneller dan ooit in het
rond, totdat de groote gouden wij
zers precies op elf uur stonden en
de oude klok een galmend „Bim-
Bam" over de stad liet klinken, zóó
luid, als hij nog nooit had gedaan.
Iedereen keek verheugd. De oude
klok liep weer precies op tijd, zoo
als vroeger en iedereen was weer op
Naar het Fransch.
<1
DE PIJLERBOUW VOOR DE NIEUWE BRUG TE ZALTBOMMEL
vormt een belangrijk onderdeel van dit machtig constructiewerk. Tengevolge van de weerstoe-
standen ondervond het werk geruimen tijd stagnatie.
29.)
De concierge hervatte:
Gij kent zijn vrouw zeker?
Ja en neen stamelde hij.
Ik heb haar eens ontmoet.
Zoo!
En of zij de een of andere intrigue
vermoedde, vroeg zij plotseling:
Maar wat wilt ge dan
Hij had het haar bijna gezegd. Maar
hij bedwong zich.
Geloof maar, dat ik slechts hun
welzijn wil, zeide hij een keerde terug.
De concierge riep hem in de gang
nog na:
Zeg mij uw naam dan tenminste,
dan kan ik uw bezoek aan de vrouw
van Haudecoeur aankondigen.
Dat behoeft niet, zij kent mij toch
niet.
En de trap afgaande, hoorde Gerard,
dat zij zeide:
Dat is vreemd. Die vrouw en die
heer komen beiden naar de familie
Haudecoeur informeeren en beweren
bbeiden, niet bekend bij hen te wezen!
Dus zijn moeder had hetzelfde ge
antwoord als hij.
Maar weldra vergat hij zijn zorgen.
die door het bezoek zijner moeder ont
staan waren, door de vreugde, die hij
ondervond, nu hij Louise terug had
gevonden.
Nu zou hij haar wel ontmoeten.
En haar ontmoeten en haar zien,
dat was alles, wat hij wilde.
Thuiskomende begaf hij zich naar
het salon.
Margaretha was juist thuis gekomen.
Hij omhelsde haar.
En op onverschilligen toon vroeg hij:
Zijt ge nog uitgeweest, moeder?
Neen, antwoordde zij.
Hij vroeg niet verder. Waarom had
zij gelogen? Dit griefde hem, alsof
zijn moeder, door voor hem te liegen,
een misdaad had begaan. Een oogen-
blik was hij van plan haar heur leu
gen te verwijten.
Maar hij durfde het niet. Hij koes
terde oneindigen eerbied voor zijn moe
der, een teederheid zonder grenzen.
En als om dien slechten indruk uit
te wisschen, sloeg hij de armen om
haar hals en omarmde haar teeder.
Den volgenden ochtend en de daarop
volgende dagen trachtte hij Louise te
ontmoeten. Hij wilde niet opnieuw naar
den concierge gaan en toch betreurde
hij het, dat hij hem toen niet dadelijk
gevraagd had, waarvan zij leefden, wan
neer het jonge meisje uitging en thuis
kwam, hetgeen zijn ontmoetingen met
haar, die hij zocht, vergemakkelijkt zou
hebben.
Eens zag hij haar met haar moeder
loopen.
Zij liep vlak langs hem, ter het hart
van den jongeling hevig klopte, maar
hief haar oogen niet op; de moeder van
Louise alleen zag hem aan, maar werk
tuigelijk, zooals men een voorbijgan
ger aanziet, fe n scheen hem jaiet te
herkennjen.
Toch gevoelde hij zich gelukkig.
Wat kon het hem schelen, of men
hem herkend had of niet.
Den een of anderen dag zouden ze
hem wel zien en herkennen.
De ontmoetingen hadden nu meer
plaats. Gerard vernam, waar Louise
werkte, op een atelier in de rue du
Helder, niet ver van de Taitbout.
Hij wist eveneens, hoe laat zij er
des morgens heenging en hoe laat zij
terugkeerde, wanneer zij niet meer te
werken had.
Haar moeder bracht haar des mor
gens en haalde haar des Avonds steeds
geregeld.
Des middags ging Louise alleen naar
huis om koffie te drinken.
Dat alles had hem heel wat rijd ge
kost. De winter naderde. Er was niets
veranderd in de toestand van Mevrouw
de Beaupreault. Nog steeds bewoonde
zij het huis in de rue Daunou, waarvan
zij de huur echter met Juli had op
gezegd.
Toen Louise Gerard telkens ont
moette, had zij hem eindelijk herkend.
In den beginne verbaasde haar dit
volstrekt niet.
'tWas voor haar iets gewoons.
Maar hunne ontmoetingen werden
zóó, dat zij tenslotte wel moest denken,
dat zij een doel hadden en dat zij er
de hoofdzaak van was.
Waarom? Zij was zoo lief en schoon,
niettegenstaande haar eenvoudige klee
ding, dat zij in de straten van Parijs
niet onopgemerkt voorbij kon gaan.
De weg is niet lang van de rue du
Helder naar de Marché St. Honoré,
maar het is een der mooiste wijken
van Parijs, het middelpunt der wande
lingen en dus steeds gevuld met wande
laars; zoodat er bijna geen dag voor
bij ging of Louise hoorde zich zonder
zich er ooit aan te storen, liefdesver
klaringen van jong en oud in de ooren
fluisteren. Zij was een te zeer geboren
Parijsche, dan dat haar dit verontrust
te of stoorde; zij bekommerde er zich
in het minst niet om.
Hij ook al, mompelde zij met een
glimlach, zoodat haar gelaat zulk een
spottende uitdrukking verkreeg, dat Ge
rard er zeker wanhopig van gewor
den zou zijn, wanneer hij het opge
merkt had.
Zij verwachtte reeds, dat Gerard haar
den een of anderen dag, wanneer zij
alleen zouden wezen, zou toespreken.
Dan zou zij handelen als tegenover
de anderen, geen antwoord geven.
Op zekeren avond keerde zij met haar
moeder terug en stak het opera-plein
over. Niettegenstaande de vluchtheuvels
voor de voorbijgangers, is er toch steeds
gevaar voor rijtuigen. Moeder Haude
coeur was zwak en niet zeer vlug.
Hoewel Louise haar vasthield, werd zij
tijd op zijn werk of kantoor en ie
dereen was dus tevreden en blij en
keek elk oogenblik van den dag
dankbaar naar de oude Bimbam. En
sedert dien heeft de oude torenklok
nooit meer stilgestaan.
Bij de intrede van een nieuw jaar zien
de meeste menschen die automobielen
berijden met belangstelling uit naar wat
voor nieuws door de verschillende auto
mobielfabrieken zal worden gebracht.
Temeer daar in 1931 de Chevrolet
het kampioenschap van den verkoop
op haar naam heeft, geniet deze wagen
thans in bijzondere mate de belang;-
stelling.
De modellen voor 1932 werden in
de afgeloopen week door General Mo
tors Continental S.A. te Antwerpen voor
Holland afgeleverd en om volledige de
tails verwijzen naar de Dealer de firma
C. F. van Mill, waar de verschillende
modellen in de Showroom te zien zijn.
Toch willen wij niet nalaten de be
langrijkste bijzonderheden te vermel
den.
De motor is van type niet veranderd,
maar de krachtsontwiykkeling is opge
voerd door veranderde nokkenas, zwaar
der uitgebalanceerde krukas enz., ter
wijl tevens een valstroomcarburateuij
is aangebracht. Deze belooft een flinke
benzine bezuiniging te worden.
De ophanging van den motor op 6'
punten, is thans in rubber geworden/
waardoor nog meer dan voorheen de
trillingen zullen worden vermeden.
De Synchro-mesh-versnellingsbak en
het Freewheel zijn wel de meest de
aandacht trekkende veranderingen. Niet
alleen worden hierdoor de versnellings
bak en de andere drijvende deelen sterk
gespaard, maar oop heeft dit een be
langrijke benzine bezuiniging. Het
Freewheel wat overschakelen zonder
de koppeling te gebruiken veroorlooft,
maakt ook, dat velen die tegen de be
zwaren van het leeren autorijden op
zagen, dit nu niet meer behoeven te
doen. i
Het uiterlijk aanzicht is met behoud
van de Chevrolet idee toch belangrijk
verandert, maa.r wij zouden hierovo#
zeggen: U kunt niet beter doen, dan
dit zelf gaan zien en wanneer het U
gaat als ons, zult U de Chevrolet 1932
zeer goede kansen geven en er niet aan
twijfelen of ook voor 1932 zal den
verkoop weer belangrijk stijgen.
Verslag, Vergadering der Afdeeling
Werkendam van de Schippers
vereniging „Schuttevaêr" in de
Sociëteit Wed. D. L v. d. Wiel
Woensdag 30 Dec., nam. 7 uur.
Slot.
De Voorzitter zegt, het te betreuren,
dat de heer de Waal heeft gemeend,
ontslag als bestuurslid te moe.ten ne
men, hij zegt de heer de Waal dank
voor hetgeen hij heeft gedaan in het
belang der schippers.
Bij stemming wordt de heer Ruiten
berg herkozen en in de vacature de
Waal wordt gekozen, de heer A. W.
Versluis, beiden nemen hunne benoe
ming aan. i
Alvorens tot de bespreking der voor
stellen voor de 69e Algemeene verga
dering van „Schuttevaêr" over te gaan,
zegt de Voorzitter, dat er vele stem
men zijn opgegaan, om te trachten
deze vergadering Werkendam te liou-
angstig en ontsnapte haar om het plein
over te steken, om daar veilig te we
zen.
Diezelfde angst beving haar dien
avond ook op het oogenblik, dat zij
de boulevard overstak, om het Opera
plein te bereiken.
Niettegenstaande Louise bij haar was,
zette zij het op een loopen en werd;
aangereden door een rijtuigpaard, dat
haar voor dood op de straat wierp.
Reeds was Louise bij haar en wilde
haar opheffen, maar zij was hiertoe te
zwak en wilde zich juist tot de om
standers wenden, toen Gerard, bleek
en bevend, naderbij trad en zonder een
woord te zeggen de arme vrouw met
zulk een teederheid van bewegingen
ophief, dat men zich verbazen moest
zulk een buitengewone kracht bij dien
jongeling aan te treffen. Hij zette haar
op een bank neer. Een paar agenten
wilden haar naar een apotheker bren
gen, daar zij niet wisten of zij gewond
was of niet, maar moeder Haudecoeur
kwam toen bij, richtte zich op en zeide:
'tls niets, 'tis niets kom Louise.
Wankelend deed zij eenige passen.
'tWas duidelijk, dat, al was zij niet ge
kwetst, zij toch niet de kracht zou
hebben, naar haar woning terug te
keeren e.n Louise was te zwak om
haar te steunen. Een agent wilde op
nieuw te hulp snellen, maar reeds was
Gerard naderbij getreden en zeide:
Ik ken de dames Wees maar
onbezorgd.
(Wordt vervolgd).
Nictiwsb