Tweede Blad So. 5192 Vrijdag 15 Jan. ZicÏGsmarf. Jtwwe schnate PUROL voor het Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard. Kinderrubriek FEUILLETON. BEHOORENDE BIJ HET Zoo kan het niet langer 1 Verban die dagen, waarop gij do/8r pijn in uw rug en spieren, dooiy urine stoornissen, hoofdpijn en duizeligheid, door afgematheid, terneergeslaa&nheid en uitputting uw werk niet doen kunt. Deze verschijnselen zijn dikwijls de êerste waar schuwingen van verzwakking der afschei dingsorganen. Van de gezondheid en kracht dezer) organen hangt uw welzijn af. Zijn zij verzwakt, dan hopen urinezuur en ande re schadelijke stoffen zien op, welke rug pijn, spit, waterzucht, graveel en blaas- stoornissen veroorzaken. Herstel uw gezondheid door vanaf heden Foster's Rugpijn Pillen te gebruiken. Dit speciale middel werkt rechtstreeks op de betreffende organen, neemt de oorzaak weg van uw lijden, waardoor gij u weder spoedig flink en gezond zult voelen. Bij alle drogisten enz. a f 1.75 per flacon. Beste jongens en meisjes. De vacantie is weer afgeloopen en we gaan weer met frisschen moed en liefhebberij aan de raadseloplosserij. Ik heb voor deze gelegenheid een paar aardige raadsels bedacht. Zie nu eens, of je die, met jelui door oliebollen en kerstkransen gescherpte verstand, kunt oplossen. Daar gaan we! 1. Het heeft een mond en toch geen hoofd Het heeft een arm, en toch geen handen Het heeft takken.en is toch geen boom....! Het loopten heeft beenen noch voeten! Rara wat is dat? 2. Hoe kan men een liter water in een zeef met groote gaten doen, zonder dat het wegloopt? 3. In de woorden van een spreek woord heb ik alle letters door el kaar gegooid. Wie kan ze weer op hun plaats zetten? TREEB ENE FLHA IE NAD NEE EGE- LE POD. OOM KAREL. DE SCHOENEN DER FORTUIN. Heel lang geleden was er in een groote stad niet ver hier vandaan een groot feest in het huis van een zeer rijke en deftige koopman. Alle lichten waren ontstoken en alle gasten waren in groote vroolijkheid bijeen. Onder de gasten was ook een groot geleer de, waarnaar iedereen met aandacht en eerbied luisterde. Dit was profes sor Knap, die vond, dat de nieuwe tijd lang niet zoo goed was als de Naar het Fransch. s: sis 31.) En zijn droefheid stond zóó duidelijk op zijn gelaat te lezen, dat zijn moeder er zich over verwonderde. Wat zie je bleek mijn jongen! zei- de zij. Wat kijk je ernstig. Hij zocht allerlei voorwendsels, om haar vermoedens af te leiden. Marga retha was echter de eenige niet, die; de verandering in hem opgemerkt had. Louise Louise zelf had niettegen staande haar effen gezicht, haar ©ogen schijnlijke onverschilligheid, de rimpels op zijn jeugdig voorhoofd en de droe fenis opgemerkt in zijn oogen, die veel op die van een kind geleken; want wan neer zij hem ontmoette, zag zij hem wel niet aan, maar bemerkte hem toch. Er was een te treffende ernst in zijn smart, dan dat zij die niet opmerkte. En herhaalde malen verteederde haar blik, wanneer zij het verwijt in zijn oogen las. Louise was verstandig en bedachtzaam. Zij vroeg zich af: Waarom zoekt hij mij steeds op? Men zou zeggen, dat hij mij liefheeft! Mij liefhebben! Mij de dochter van den man, dien hij verdenkt van den moord op zijn vader. Ik ben wel de laatste, waaraan hij mag denken. Och2 laat NORBERTUS VAN DER WIEL. I Zondag 17 Januari a.s. zal het 25 jaren geleden zijn, dat de heer N. van der Wiel als gemeente veldwachter te Heusden in dienst kwam, gedurende welken tijd hij hoofdzakelijk belast is geweest met den nachtdienst. tijd der middeleeuwen. In de middel eeuwen, aldus professor Knap, waren de menschen het edelst en leefden zij het gelukkigst. We zullen nu professor Knap te mid den van het vroolijke gezelschap op het feest laten en eens even een kijkje gaan nemen in een klein "kamertje, v ak bij de deur, waar alle hoeden en jas sen en parapluies van de bezoekers en bezoeksters waren opgeborgen. .Als je goed keek, kon je in dat kamertje twee vrouwen zien zitten, een jonge en een oude. Het was een erg vreemd geval, want ze waren er, en eigenlijk- waren ze er toch weer niet. Slechts als je heel goed keek, kon je ze zien zitten, want ik zal het je maar da delijk vertellen, het waren twee feëen. Ze zaten met hun handen over el kaar gevouwen. De eene, de jonge, was de Fee der Fortuin, de andere, de oudere, die heel somber keek, was de Fee der Zorgen. Ze waren juist bezig elkaar heel zachtjes te verteHen, waar ze dien dag geweest waren. De Fee der Fortuin had overal waar ze kwam géïuk en voorspoed gebracht, terwijl de Fee der Zorgen, zorg en verdriet had gezaaid. „Ja," zei de Fee der Fortuin, ,,en ik ben vandaag juist jarig en tereere daarvan heb ik nog een paar schoe nen weg te geven, teneinde iemand gelukkig te maken. Die schoenen heb ben deze eigenschap, dat wie ze aan trekt, zich onmiddelijk op die plaats en in den tijd bevindt, welke hij wenscht. Elke wensch betreffende tijd of plaats wordt onmiddelijk vervuld en en op die manier zal de drager ervan het geluk vinden. „Een mooie geschiedenis," knorde de Fee der Zorgen, „hij zal integendeel heel ongelukkig worden en zal blij zijn, als hij die schoenen weer kwijt raakt!" „Wat een onzin praat je toch!", sprak de Fee der Fortuin, „ik zal ze hier bij de deur zetten en dan zal iemand ze zeker bij vergissing aantrekken en op die manier het geluk vinden!" Het was heel laat in den avond, toen professor Knap, in gedachten ver zonden over den goeden ouden tijd der middeleeuwen naar huis w i de gaan en naar het kleedkamertje ging om zijn overschoenen aan te trekken. Maar hij was zoo in gedachten verdiept, dat hij in plaats van zijn overschoenen, de schoenen der Fortuin aantrok en zep de hoofdstraat van de stad inliep. Maar doordat hij, toen hij de schoenen aantrok gewenscht had, toch in die heerlijke middeleeuwen te leven, was zijn wensch vervuld door de toover- kracht der schoenen en toen hij dus op straat kwam, bevond hij zich in de middeleeuwen. Zijn voeten zonken diep weg in de modder, want in dien tijd bestonden er geen straten, dat wil zeggen, ze waren niet geplaveid. „Wat een schandaal!," riep de professor uit, „kijk eens wat een modder! Wat heb ben ze met het trottoir uitgevoerd en kijk daar eens, ze hebben alle lan taarnpalen uitgedaan!" De maan was nog niet opgekomen en het was nogal mistig, zoodat de heele stad in duisternis verzonken lag. Twee menschen in de kleederdracht der middeleeuwen' kwamen voorbij. „Lieve deugd!", riep de Professor,,-wat zien die menschen er uit! Die komen zeker van een gemaskerd bal!" Vree- selijk in zichzeT mopperend waadde de Professor verder door de mod der, zonder op of om te kijken. Hij wilde zich over de groote brug over de rivier naax huis begeven. Maar hij kon de brug maar niet vinden en zag alleen maar een riviertje en kwa n ein delijk aan een bootje waarin twee man nen in middeleeuwsche kleederdracht zaten. (Wordt vervolgd). en springende tippen Dooit» 30-50 to 90 a. Tab* 80 a. 84 A po tb. ca Drogoua Vergadering van den Raad der ge meente ZUILICHEM, op Dinsdag 29 December 1931, des n.m. 2 uur. Voorzitter: Edelachtb. Heer F. van Hoogstraten. Secretaris: WelEd. Heer H. C. van Os. i Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering met voorlezing van het formuliergebed. Als stemmingscijfer wordt getrokken no. 3, zoodat de rondvraag begint bij den heer Hooijkaas. De notulen der vorige vergadering worden gelezen ten onveranderd goed gekeurd. Ingekomen stukken: Besluit van Ged. St. dezer provin- zie, houdende goedkeuring van de ver huur van de rijksveldwachterswoning, voor .d'e jaarl. huursom van f181. Van hetzelfde College een besluit, houdende vaststelling der rekening de zer gemeente, dienst 1930. Goedkeuring van hetzelfde College, der begrooting dezer gemeente, dienst 1932. Al deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. HOOG WATER OP DE WAAL. Wegens het hooge water is de aanlegsteiger van de pont te Nijmegen geïsoleerd. hem gaan. 't Is nog een kind, een groot kind. Binnen eenigen tijd zal hij er niet meer over denken. Zij vergiste zich. Jean Demarr had Margaretha dikwijs bezocht. Hij hield zich nog niet over wonnen en niettegenstaande den zon derlingen toestand, dien hij bij de we duwe de Beaupreault ondervond, hield hij aan. En werkelijk. Als bij Margaretha al leen het verstand gesproken had, dan zou zij nooit op zijn aanbod ingegaan zijn. Dan zc(u zij liever de ellende ver kozen hebben. Maak" zij had Demarr lief- zij had nooit opgehouden hem lief te hebben en dat, zonder eenig verwijt, want zij verborg die liefde in 't diepste van haar ziel. En wanneer haar hart sprak, vermin derde haar moed. Want 'twas vooral de eenzaamheid, die zij vreesde, de eenzaamheid met hare herinneringen: alleen met het ver schrikkelijk schouwspel van het gebeur de.... Reeds dat was van invloed op haar droomen. Dikwijls ontwaakte zij des nachts met het klamme zweet op het voorhoofd ijlende in een koorts aanval, waarin telkens het gebeurde herleefde zou die marte'ling niet aan houden totdat zij er krankzinnig van werd De tegenwoordigheid, de glimlach en de teederheid van Jean Demarr zouden 'haar vertroosten. Haar grootste tegenwerking was nog steeds Gerard. En toen zij eindelijk de smeekbeden van Jean Demarr verhoorde en aannam, hem te zullen huwen, voegde» zij er aan toe: Maa(r ik verzoek u er nog niets van aan mijn zoon te zeggen. Laat mij hem langzamerhand voorbereiden, op dit nieuws, op die verandering in mijn leven; hij zal het spoedig genoeg weten en bovendien zal hij tijd genoeg hebben zich aan die gedachte te wij den, want dank zij u, hij kan zicch voor het toelatingsexamen voor de polytech nische school voorbereiden. Jean Demarr was te gelukkig om ook de minste tegenwerping te maken. Er den, want dank zij u, hij kan zich voor loopig in de rue Daunou zou blijven en niets in haar levenswijze veranderen zou. Hoewel na den dood van de Beau preault reeds een paar jaar verstreken was, werd er besloten het huwelijk eerst over zes maanden te doen plaats heb ben. En gedurende dien tijd kon Marga retha er Gerard op voorbereiden. Daartoe was echter wilskracht en moed noodig en die ontbrak haar. Tel kens beproefde zij het, naarmate de maanden verliepen en het tijdstip van het huwelijk naderde. Dan riep zij Ge rard bij haar, teederder dan anders, doch eveneens vreesachtig. En wan neer hij er was, scheen het haar zoo verschrikkelijk toe, het hem te zeggen. Dan beproefde zij allerlei kinderlisten. Zij zeide, dat zij zich verveelde; dat zij bezigheid wenschte te hebben; zij zag de toekomst donker tegemoet, want Gerard kon toch niettegenstaande den grootsten wil ter wereld, niet altijd bij zijn moeder blijven. Wellicht zo»u hij vqr in den vreemde trekken. En dan zou de verveling dubbel zwaar i voer Margaretha zijn, bijna onverdraag baar wezen. Maar hij troostte haar, in het minst niet vermoedende, wat zij hem wilde doen begrijpen, haar zeggende, dat hij zijn moeder nooit verlaten zou, dat zijn moeder hem overal volgen zou, welken werkkring hij ook koos. Gekozen had hij nog geen werkkring, daar hij wist, dat het fortuin zijner moeder niet veel bedroeg. Vroeger had hij steeds gehoopt op de Polytechnische school te komen, maar nu zou hij doen, wat men van hem wenschte, overgelukkig, wanneer hij de een of andere betrekking vond, waardoor hij zijn moeder, die hij zoo liefhad, een zorgeloos leven kon be reiden. Dat verklaarde hij haar, terwijl hij haar omarmde en haar hartstochtelijk kuste. Toen gevoelde zij den moed niet meer hem alles mede te deelen. Zij stelde het tot een volgende keer uit, tot later, wanneer zich de gele genheid zou voordoen. En toen de gelegenheid zich herhaal de malen voordeed, zweeg zij toch. Of, wanneer zij besloot te spreken, leidde zij het gesprek op Jean Demarr Vleeschkeuringsdienst Kerkwijk. De Voorzitter deelt mede, dat aan het gemeentebestuur van Kerkwijk is gevraagd voor 19 December 1931 met voorstellen te komen ter verlaging van keurloonen, waarop geen bevredigend antwoord is ontvangen. Get gemeen tebestuur van Kerkwijk zou met geen voorstellen ter verlaging van keurloo nen komen, zoolang niet vaststaat dat den kring in zijnen huidigen vorm zal blijven bestaan. Daarna zal ook het ba tig saldo worden geregeld. Naar aanleiding van dit schrijven stel len B. en W. voor, uit den kring Kerk wijk te treden, nadat de Voorzitter er nogmaals op gewezen heeft, dat het niet gaat tegen den keuringsveearts, doch uitsluitend om verlaging der keur loonen, wat zeer goed mogelijk is. De heer Hooijkaas vindt deze zaak niet zoo heel belangrijk voor de ge meente. De Voorzitter zegt, dat het gemeen tebestuur van Kerkwijk zeer laakbaar en eigenmachtig optreedt. Na cjen lange discussie wordt ein delijk met 5 tegen 2 stemmen besloten, om uit den Vleeschkeuringsdienst Kerk wijk te treden. Tegen de heeren Hooij kaas en Kanselaar. Rondvraag. De heer Hooijkaas vraagt hoe het er met de werkverschaffing bijstaat. Spr. vindt dat het lang duurt. De Voorzitter antwoordt, dat op de beslissing van den Geërfdendag van den polder Zuilichem is gewacht, waar? na direct om subsidie is gevraagd De heer Kanselaar zou willen ver zoeken om eenige spoed bij den Mi nister. De Voorzitter zegt dit toe. De heer Kanselaar zou menschen, welke niet georganiseerd of uitgetrok- ke.n zijn, een week extra uitkeering toekennen. De Voorzitter zegt, dat met 1 Jan. alle uitgetrokkenen weer beginnen te trekken, terwijl bovendien, waar dat noodig is, altijd wordt geholpen. De heer van Dalen is tegen uitkee- ring, daar dan wordt gegeven daar men het niet noodig heeft. De Voorzitter vraagt den heer Kan selaar naar zijn voorstel. De heer Kanselaar zou aan ongeorga niseerde gehuwden en kostwinners f7. en fl.voor elk kind willen toeken nen, aan ongeorganiseerde gehuwden en kostwinners fó.en f0.75 voor elk kind beneden 16 jaar, en aan ge organiseerde ongehuwden f3.De- werkloozen moeten bij de arbeidsbe middeling ingeschreven staan. Dit voor stel, gesteund door den heer Hooij kaas, wordt verworpen met 5 tegen 2 stemmen. Voor stemden de heeren: Kanselaar en Hooijkaas. De heer Hooijkaas zou aan het Plaat selijk Crisiscomité een subsidie tot een bedrag van f100.willen toekennen.. De hee rv. Dalen en v. Vugt willen- eerst afwachten wat met lijsten wordt verkregen. De Voorzitter brengt het voorstel Hooijkaas, gesteund door den heer Kan selaar, in stemming, hetwelk wordt ver worpen met 4 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Hooijkaas, Kanse laar en v. Veen. De heer Kanselaar informeert of een adres is ingekomen om vermindering van landpacht. De Voorzitter antwoordt bevestigend, doch eerst hedenmorgen, zoodat het niet in deze vergadering kan behan deld worden en stelt voor, het in han den te stellen van de Commissie tot Bijstand in het beheer der gemeente- op zijn edel karakter, op zijn recht schapenheid, op zijn bekwaamheid ere op de achting en den eerbied, dien men overal voor hem koesterde. Verstrooid antwoordde hij. Er wasi een vermoeden bij hem ontwaakt. Zonder dat zij het bemerkte, zag hij zijn moeder aan. En zij, de arme vrouw, vertelde als werktuigelijk haar herinneringen. Haar stem beefde van aandoening, haar oo gen vulden zich met tranen. Gerard verbaasde zich er over. Op zekeren dag zeide hij tot haar: Wat spreekt gij steeds met teeder heid van hem, moeder! Plotseling zweeg hij. Dat was nu de gelegenheid, die zij zocht! Waarom maakte zij er nu geen gebruik van? Verschrikt mompelde zij op doffen toon: Hij houdt veel van je Gerard, ;alsof je zijn eigen kind waart! Hij lachte zenuwachtig. Ik geloof moeder, dat gij de dank baarheid voor den dienst, die hij ons bewezen heeft, wel wat overdrijft. Reeds lang heb ik iets op het hart, dat ik u wilde vragen. Spreek vertrouw mij. Hoe komt het, dat mijnheer Jean Demarr, die wij voor het ongeluk niet kenden, zoo plotseling een plaats in ons leven inneemt, zooals de redder, die in romans verschijnen, om er wonderen van edelmoedigheid te doen? (Wordt vervolgd.) J Jfleuwsbla

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 5