Plaatselijk Nieuws.
Vergadering van den raad der ge
meente ANDEL, op Woensdag 27
April, des nam. half twee.
Voorzitter: Edelachtb. Heer A. D.
v. d. Schans.
Secretaris: Weled. Heer B. v. Andel.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met het formuliergebed.
De notulen worden gelezen en goed
gekeurd.
Ingekomen stukken:
Schrijven van de Nationale Commis
sie tegen het alcoholisme, om h?t aan
tal vergunningen op het tegenwoordige
getal vast te stellen. Waar hier slechts
2 vergunningen zijn en er 4 mogen zijn,
stellen B. en W. voor, het schrijven
voor kennisgeving aan te nemen, waar
mede de raad accoord gaat.
Schrijven van Ged. St., betreffende
verlaging van de jaarwedden van ge
meenteambtenaren met 3 pCt.
De Voorzitter licht toe, dat dit schrij
ven hier alleen voor de wethouders
van beteekenis is, omdat hier, zoodra
de raad daartoe de bevoegheid had,
8i/2 pCt. op de jaarwedden der gemeen
teambtenaren is verhaald. B. en W.
stellen voor, te berichten, dat met het
voorstel van Ged. St. accoord wordt
gegana. Het college zou het schrijven
van de gemeente Sprang-Capelie voor
kennisgeving willen aannemen.
De heer Schouten merkt op, dat het
schrijven van de gemeente Sprang-Ca-
pelle een verdere strekking heeft als
het voorstel van Ged. St., met welk
voorstel men accoord kan gaan. Men is,
evenwel naar spr's meening zoowel
in Sprang-Capelie als hier van mee
ning, dat Ged. St. verder behoorden
te gaan, en nu zullen deze wel vooreerst
van een sterkere verlaging niet willen
weten, doch hij vreest, dat Ged. St.
door den nood der tijden gedwongen,
wel met verdere verlaging zullen moe
ten komen. Spr. acht het echter niet
goeddat wordt gewacht tot de nood
dwingt, wat beteekent een verlaging
van 3 pCt., toch betrekkelijk weinig.
Waar Ged. St. indertijd de gemeente
besturen heeft gedwongen de jaarwed
den te verhoogen, behoorde men nu
ook met een voorstel tot verlaging van
eenige beteekenis te komen. Spr. zou er
daarom veel voor voelen, adhaesie te
betuigen aan het adres van de gemeente
Sprang-Capelie.
De heer Hoesen zegt, dat als hij
het goed begrepen heeft, men de ge
meenteambtenaren hier steeds zelf hun
pensioenstorting heeft doen betalen, er is
81/2 pCt. verhaald. Np heeft de heer
Schouten verdere salarisverlaging op
het oog, spr. voelt daar niet veel voor.
Nu zal men wel zeggen, dat dit eigen
belang is, doch dat is niet zoo, de hooge
regeering voelt er ook niet veel voor.
Deze wil zoo- min mogelijk verlagen
om de hoopkracht hooger te houden.
Om verder te gaan als Ged. St. voor
stellen, daar is spr. tegen.
De heer v. Houwelingen kan meer
accoord gaan met de redeneering van
den heer Schouten, dan met die van
den heer Hoesen. Spr. zou het voor
stel van den eerste willen steunen.
De heer Hoesen kan dit begrijpen,
de ambtenaren hebben het gedaan. In
den tijd, dat deze 2 a 3 gulden voor
een pond spek of vleesch moesten ge
ven, beleefden de boeren een gouden
tijd. Nu de ambtenaren het iets beter
en royaler krijgen, moeten zij gekort
worden. Waarom? Deze misgunden de
boeren hun gouden tijd toch ook niet.
De Voorzitter zegt, dat hij zelf als
belanghebbende, niet te veel wil zeggen
over deze kwestie. De verlaging, die
spr. reeds heeft ondergaan beteekent
heel wat meer dan 3 pCt. Dan heeft hij
door vereeniging van verschillende be
trekkingen een aftrek van 10 pCt., die
met 1 Januari 1935 op 15 pCt. zal
worden gebracht. Het is niet de bedoe
ling voor mij zelf te pleiten, aldus spr.,
•maar een feit is het, dat de salarissen
voor Secretarissen en Ontvangers in
den tegenwoordigen tijd nog niet mee
vallen en deze moeite hebben er mede
rond te komen. Spr. had niet gedacht
dat over deze kwestie zooveel gespro
ken zou zijn. In Giessen heeft men
besloten Ged. St. te berichten, dat naar
het oordeel van den raad daar, de kor
ting grooter dan 3 pCt. had moeten zijn.
Voor een dergelijk besluit voelt spr.
meer, als voor een besluit om adhaesie
te betuigen aan het adres van Sprang-
Capelie.
De heer Schouten zegt, dat hier ge
sproken wordt alsof het tegen de amb
tenaren gaat, dit is absoluut niet het
geval. Spr. gunt deze gaarne een hoog
salaris, maar waar moet het vandaan
komen. Dan spreekt de heer Hoesen,
dat deze salarissen niet gedrukt moeten
worden, om daardoor de hoopkracht
hooger te houden. Maar de heer Hoe
sen vergeet, dat wat men den een
geeft, men dit uit den zak van een
ander moet halen, waarmede de hoop
kracht van den een dus wordt ver
hoogd, wordt die van een ander ver
laagd. Er is een periode geweest, dat
men de ambtenarensalarissen hoog
vondj doch dat men er mede accoord
ging, omdat zij gelijk waren met de
Ioonen in het vrije bedrijf. De gouden
tijd voor de boeren, waarover de heer
Hoesen spreekt, die is slechts zeer
kort geweest. De laatste jaren is het
salaris van den ambtenaar nog sterk
vooruit gegaan, omdat de koopkracht
van ons geld vooruit is gegaan. Mis
schien is 25 pCt. wel wat hoog ge
raamd, doch de jaarwedde van de amb
tenaren is met geen cent verlaagd. De
heer Hoesen sprak zooeven, dat de amb
tenaren het spek en vleesch met 2 of
3 gulden per pond moesten betalen.
Nu koopt men dit tegen een spotprijs.
Als de korting op 10 pCt. werd gesteld,
was deze bij lange na nog niet gelijk
met de daling van het levenspeil. Over
de verlaging dezer salarissen heeft de
raad niets te zeggen, maar hij kan wel
aan Ged. St. een wenk geven en daar
om heeft spr. voorgesteld, adhaesie te
betuigen aan het adres van de gemeente
Sprang-Capelie. Spr. wil evenwel niet
zeggen, dat het idee om Ged. St. te
berichten, dat 3 pCt. te laag wordt ge
acht niet een beter voorstel is.
De heer Hoesen begrijpt den heer
Schouten niet, die zelf een zoon heeft
die ambtenaar te Rotterdam is, als hij
die eens vraagt, wat hij van zijn salaris
overhoudt, dan zal hij toch zeker wel
een antwoord krijgen, waaruit zal blij
ken, dat dit zeer weinig is en zal dit
geen 25 pCt. bedragen.
De heer Schouten merkt op, dat dit
een persoonlijke kwestie is, waar hij
liever niet op ingaat. Wilde hij dit doen
dan zou hij den heer Hoesen antwoor
den, dat die zoon zegt, dat hij niet
kan begrijpen, dat zijn collega's over
de voorgestelde kleine verlaging sput
teren.
De Voorzitter acht er thans voldoen
de over gesproken en zal het voorstel,
om Ged. St. te berichten, dat de raad
een verlaging van 3 pCt. te laag voor
komt in stemming brengen.
Met algemeene stemmen wordt hier
toe besloten.
De gemeentebegrooting 1931 wordt
gewijzigd overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Met de Bank van de Vereeniging van
Nederl. gemeenten wordt een nieuwe
deposito-overeenkomst gesloten, voorde
belegging van overtollig kasgeld.
Het verslag voor de Volkshuisves
ting wordt voor de leden ter inzage ge
legd.
De Voorzitter kan thans den raad
nog meedeelen, dat de werkverschaffing
met 16 April is geëindigd. Een klein
gedeelte der werkeloozen heeft elders
werk gevonden, een ander gedeelte heeft
aan het leggen van den kabel werk
gevonden, een ander gedeelte is aan
het opknappen van de wegen aan het
werk gesteld. Maar het wordt van dag
tot dag steeds donkerder en spr. heeft
nu zoo juist in de vergadering van
B. en W. deze kwestie nogeens onder
de oogen gezien en eenparig was het
college van oordeel, dat een weg ge
zocht dient te worden om werk te
vinden en de middelen om dit werk
te doen verrichten. Het gaat niet ge
makkelijk, uit Veen zijn er te
werk gesteld aan de werkverschaffing
in Overijsel, doch uit andere plaatsen
worden daarvoor geen personen meer
aangenomen. Vorige week is spreker
te Breda geweest en hij heeft wel eenig
vooruitzicht, dat een object voor werk
verschaffing zal worden gevonden. Van
verschillende zijden is beloofd, dat men
de pogingen daartoe sterk zal steu
nen. Of het er evenwel van zal komen,
dient te worden afgewacht. De In
specteur te Breda heeft in zijn gebied
geen werkverschaffing en plaats om
menschen te werk te stellen. Verschil
lende gemeenten zitten op een object
te wachten, door de telefoon is spr.
gezegd, dat als het plan tot stand komt,
dan ook eenige werkeloozen uit deze
gemeente te werk gesteld zullen wor
den. Spr. heeft hoop, dat binnen niet
al te langen tijd bericht zal worden
gezonden, dat eenige werkeloozen in
den polder Pauluszand in den Biesbosch
aan het werk zullen kunnen. Het lijkt
spr. het beste, dat de raad thans eein
beginsel besluit neemt, waarbij B. en W.
worden gemachtigd een weg te zoeken
voor werkverschaffing en als deze is
gevonden, hen dan verder te machtigen
er toe over te gaan, werkeloozen te
werk te doen stellen. Als de raad van
oordeel is, dat het niet moet of kan
gebeuren, behoeven B. en W. ook geen
verdere stappen te doen. Spr. geeft de
voorkeur om de werkeloozen hier in de
omgeving te werk gesteld te krijgen,
worden ze naar de werkverschaffing
in Drente of Overijsel gezonden, dan
komt dit voor de gemeente veel duur
der uit. Ze krijgen dan hun loon even
hoog als hier, plus toeslag voor lig
ging en voeding en komen daardoor
op f20.per week. Het rijk droeg
in de vorige werkverschaffing 45 pCt.
bij, voor de gemeente bleef dit 35 pCt.
omdat de polder ook bijdroeg.
De heer Schouten merkt op, dat hier
de belanghebbende 20 pCt. bijdroeg,
doen dat de nieuwe belanghebbenden
niet, dan moet de gemeente bij iedere
werkelooze 55 pCt. in het loon bijpassen.
De heer Hoesen acht het wensche-
lijk, dat B. en W. worden gemachtigd,
om de noodige stappen te doen, om
een object voor werkverschaffing te
zoeken, het zal wel moeilijk zijn er
een te vinden, maar noodig is het
wel, dat zoodra als B. en W. iets
gevonden hebben, dat dan ook eenige
werkeloozen aan 'twerk gezet kunnen
worden. De menschen komen hier niet
voor hun plezier om werk vragen, maar
ze moeten toch leven. Spr. vraagt of
het geen aanbeveling verdient, dat B.
en W. eens naar den Haag gaan.
De Voorzitter zegt, dat hij daar
de vorige week nog is geweest, hij
gelooft niet, dat men door nogeens
te gaan, de zaak zal bevorderen.
De heer Hoesen heeft het begroot,
dat B. en W. het loon weder met 5 ct.
hebben verlaagd, de menschen worden
daar ontevreden over, h'j begrijpt niet,
hoe B. en W. aan den maatstaf van
f 1.70 zijn gekomen. Hoe stellen B. en
W. zich voor, dat van een dergelijk
loon een gezin kan rondkomen. Spr.
begrijpt niet hoe dit mogelijk is. De
menschen kunnen daarmede niet tevre
den zijn, dit is veel te gering.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en
W. van het idee zijn uitgegaan, dat het
loon voor werkverschaffing altijd be
neden het normale loon behoort te blij
ven. In het particuliere bedrijf zijn er
verschillende die niet aan f 1.70 komen.
Laat de gemeente in gewone normale
tijden werken, dan acht spr. het tot
plicht ;te bevorderen, dat een behoor-
loon wordt verdiend. Nu leeft men in
een abnormalen tijd, wat de gemeente
nu laat doen, komt wel onder de ru
briek gewoon werk, doch is feitelijk
allemaal werkverschaffing. Spr. zou de
heer Hoesen wel eens willen vragen
of hij al eens een berekening heeft
gemaakt, wat dit aan de gemeente kost
en hoe zij de zaak aan elkaar moet krij
gen. Op welke wijze moet de gemeente
meer geven. Als het nog lang blijft
voortduren, dan zullen menschen om
steun komen, waarvan men het nooit
heeft verwacht, menschen die heele-
maal niets meer verdienen. De werke
loozen hebben nog een loon, al is het
dan laag. Spr. vreest, hij hoopt dat
hij het verkeerd ziet, dat de menschen
zullen moeten gaan werken voor een
loon, nog aanmerkelijk lager dan nu
betaald wordt.
De heer Hoesen zegt, dat van het
loon reeds 32 pCt. is afgegaan, de pro
vincie stelt nu pas een verlaging an
3 pCt. voor. Men gaat hier wel wat
ver. Wat doet het rijk, het sticht scho
len die millioenen vergen, daar vraagt
men ook niet waar het vandaan moet
komen.
De heer Schouten moet toestemmen,
dat een loon van fl.70 laag is, doch
men moet daarbij niet uit het oog ver
liezen, dat het bedoeld is als een loon
in werkverschaffing in den hoogsten
zin van het woord. Steenen laten krui
en van den Veenschen watermolen r aar
de machine is rekken. Zeker, men had
misschien een steunregeling kunnen krij
gen, doch deze zou lager geweest zijn,
dan het loon, dan nu nog verdiend
wordt. Dan is er de vraag nog, waar
moet het vandaan komen. Het werk
dat gedaan wordt is geen productief
werk en nu wil spr. niet beweren, dat
de menschen niet geholpen behooren
te worden, doch wat aan den cenen
kant aan den werkman wordt gege
ven, wordt aan de andere zijde gehaald
uit de zakken van belastingbetalers,
die nauwelijks hun bakker kunnen be
talen. De gemeente heeft te rekenen
met de belangen van alle ingezetenen
en niet met die van een categorie al
leen. Waar de gemeente betalen moet
met geld van anderen, hebben B. en
W. gemeend, dat zij niet verder moch
ten gaan met het loon dan fl.70. Wil
men verder gaan, dan moet men ook
een weg wijzen, waar het gehaald moet
worden. Niemand zal den heer Hoesen
kwalijk nemen, dat hij voor de werke
loozen pleit, doch tot heden is de heer
Hoesen steeds nalatig gebleven, om
de kosten te berekenen en een weg te
wijzen, waar het geld gehaald moet
worden en dat behoort toch ook in
een goed gezin thuis. Spr. zou graag
van den heer Hoesen vernemen, wat
hij meent dat het aan de gemeente zal
kosten en waa,r hij het wil halen.
De heer Hoesen zegt, dat hij reeds
eerder heeft verklaard, dat iemand als
hij geen inkomen heeft, hij ook niet
behoeft te betalen. De menschen moe
ten maar boekhouden om dit te leeren,
daartoe bestaat in de gemeente voldoen
de gelegenheid, om dus te zorgen dat
men niet meer belasting betaalt als
noodig is. Spr. voor zich is overtuigd,
dat hij niets te veel betaald, maar ook
niets te weinig. De boeren hebben al
tijd kans gehad, om door de mazen
te kruipen. Het is hier gebleken, dat
dit op erge wijze is gebeurd, omdat
er geen boekhouding was.
Wordt in den Haag ook wel eens ge
sproken, waar de middelen vandaan
moet komen, daar wordt altijd een
weg voor gevonden, dat kan ook hier
wel. Men kan nu wel slecht in de
middelen zitten, doch er is wel geld
te krijgen, dat in termijnen wordt te
rugbetaald. Men kan de menschen toch
niet aan den rand van den afgrond
stellen en honger laten lijden, daar
voelt spr. niet veel voor. Menschen
die per week voor f5.brood noodig
hebben, wat moeten die met f 10.
per week beginnen. Hij zou den heer
Schouten wel eens met f10.willen
zien huishouden.
De heer Schouten zegt, dat de heer
Hoesen er den Haag bij haalt, doch
als hij iets in de politiek thuis is,
zal hij ook weten, dat de minister van
financiën voor iederen post op de rijks-
begrooting een tegenpost moet plaat
sen, dus ook voor den post scholen
bouw, is er een tekort, dan moet dit
op de een of andere wijze worden
gedekt. Bovendien, stel dat men in den
Haag iets verkeerds doet, daarom be
hoeft men dat hier toch nog niet na
te volgen. Nog met geen enkel woord
heeft de heer Hoesen benaderd, wat
het zal kosten. Spr. vreest, dat men
althans het eerste jaar nog op dezelfde
zal moeten voorttobben, daarom is het
noodig alleen het uiterst noodzakelijke
te doen. Het is heel makkelijk het op
ons nageslacht te schuiven, maavr dat
toch ook niet een goede weg. Wil men
op deze weg voortgaan, dan dient men
zich af te vragen, wat het zal kosten
en waar moet het worden gehaald,
wil men niet, dat de gemeente te gron
de gaat.
De Voorzitter merkt op, dat de ge
meente geen toestemming krijgt om
voor werkverschaffing te leenen. Spr.
gelooft ook, dat de heer Hoesen de
kwestie te eenzijdig beziet. Werken te
gen een loon van fl.70 is beter, dan
de menschen naar het armbestuur te'
zenden.
De lieer Hoesen is het daarmede
eens.
De Voorzitter ziet met den dag den
toestand donkerder in. Straks is ge
sproken over 3 pCt. salarisverminde
ring, doch als de toestand zoo blijft,
zal men over een half jaar wel ande
re dingen zien gebeuren.
De vergadering wordt hierop geslo
ten.
STIKSTOFBEMESTING
VAN
SUIKER- EN VOEDERBIETEN.
Suiker- en voederbieten halen heel
wat voedingsstoffen uit den bodem.
Wil men dan ook verzekerd zijn van
een hooge opbrengst, zoo moet een rui
me bemesting van fosforzuur, kali en
in het bijzonder van stikstof gegeven
worden. In het bijzonder van stikstof
zeggen wij, niet omdat fosforzuur en
kali minder noodzakelijk zijn, maar om
dat men zoo licht geneigd is op de
stikstof, zijnde de duurste voedings
stof, te bezuinigen. Dit is dan jammer,
omdat de wet van het minimum ons
leert, dat, al geven wij nog zooveel
fosforzuur en kali, de opbrengst zich
toch regelt naar de in minderheid zijn
de stikstof. Rekenen wij dan ook eens
11a, welken invloed een flinke stikstof
bemesting op den meerkostprijs heeft
van b.v. 1000 K.G. suiker of 1003 K.G.
voederbieten, dan zullen wij zien, dat
de bemestingskosten daarvan weinig
gewicht in de schaal leggen. Vooral
treedt dit bij de suikerbieten aan den
dag, omdat hiervan een behoorlijke
goede prijs verzekerd is. Maar ook bij
de voederbieten, omdat men door een
flinke bemesting hooge opbrengst, dus
minder oppervlakte noodig heeft, ter
wijl het overige land met andere gewas
sen bezaaid kan worden.
Bovenstaande treedt nog meer op den
voorgrond omdat momenteel de prijs
van de stikstof b.v. in Kalksalpeter
IG zeer billijk is. Waarom wij nu als
stikstofmeststof Kalksalpeter IG in de
eerste plaats noemen, terwijl er toch
meerdere stikstofhoudende meststoffen
bestaan? Omdat deze stikstofmaststof
bewezen heeft voor de bemesting van
suiker- en voederbieten d e stikstof
meststof te zijn. In het kort willen wij
hier aangeven waarom. In de eerste
plaats, zooals wij reeds sphreven, door
zijn goedkoopte. Dan om zijn bijzonder
gunstige samenstelling en eigenschap
pen. Kalksalpeter bevat, de naam wijst
er reeds op, de stikstof in salpeter-
vorm, vandaar zijn vlugge werking.
De stikstof is gebonden aan kalk en
ook hierom is hij bij de bietenteelt
van groot belang. Hij verbetert de
structuur van den grond, maakt het
bovenste laagje los en rul. Het bewer
ken van den grond geschiedt hierdoor
veel gemakkelijker, wieden, schoffelen,
cpeenzetten, zelfs in het najaar het
rooien. Dit in tegenstelling met mest
stoffen welke veel Natrium bevatten,
zooals Chilisalpeter, welke stof de ei
genschap heeft den grond te verkor
sten.
Een goede structuur bevordert boven
dien den groei der gewassen. Alleen
om zijn structuurverbeterende eigen
schap is Kalksalpeter IG sterk aan te
bevelen, voornamelijk op klei- zwavel
en andere grondsoorten, welke de ei
genschap vertoonen snel te verkorsten.
Wij willen hier nog even wijzen op
een grooten vijand van den bietenver
bouwer en wel in verband met de stik
stofbemesting. Wij bedoelen de aan
vallen van de bietenvlieg, welke de
laatste jaren groote schade heeft aan
gericht; de plantjes bij duizenden deed
sneuvelen. Zijn de bietenplantjes wat
forscher geworden, dan behoeven wij
voor deze aanvallen niet meer te vree
zen. Als het weer wat meewerkt, ligt
het middel dus voor de hand. Onder
goede omstandigheden zoo vroeg mo
gelijk zaaien, bemesten met ruim Kalk
salpeter IG en den grond behakken,
wat door de structuurverbeterende wer
king van deze meststof weer vergemak
kelijkt wordt.
Kalksalpeter IG leent zich uitstekend,
om als overbemesting gebruikt te wor
den.
Een en ander samenvattende, kunnen
wij dus zeggen, dat de Kalksalpeter IG
ten eerste als goedkoopste salperter-
mest, ten tweede door zijn snelle wer
king en ten derde door zijn structuur-
verbeterende werking, veroorzaakt door
zijn kalkgehalte, op het oogenbük d e
stikstofmeststof is, ook voor suiker
en voederbieten.
IIEUSDEN.
Donderdag a.s. (Hemelvaarts
dag! zal Juliana 1" wederom deel
nemen aan de finale der seriewedstrii-
den te Aalburg pitgeschreven door
de v.v. „Wilhelmina" aldaar. Het lot
heeft beslist dat zii om 1 uur moet
uitkomen tegen „D.V.O. I". Inmid
dels wenschen we haar veel succes
toe.
WERKENDAM.
De Zaterdagmiddag gehouden voet
balwedstrijd door „A.D.O." v. Gorinchem
en „W.V V. I." eindigde met gelijk spel
en wel in 33.
De uitwedstrijd van „W.V.V. II" tegen
„Excelsior I" te Woudrichem, werd door
laatstgenoemde met 2—4 gewonnen.
Hemelvaartsdag voetbalwedstrijd
op het terrein a. d. Bandijk alhier, tus-
schen „W V.V. I" en „Merwede" van
Hardinxveld.
Des nam. 2 30 uur alhier, een wed
strijd tusschen „ExcelsiorI" van Wou
drichem en „Merwede II."
Uitslag van de Zaterdag j.l. ge
houden wedvlucht der Postduivenvereen.
„Stormvogels* van uit Lier (B.).
1e pr. PI. Groeneveld. 2e pr. J. Visser
Azn. en W. v. Berchum, 3e en 6e pr.
P, de Breejen, 4e en 43e pr. A. de Jong
en J. Verdonk, 5e en 8e pr. W. de Boon,
7e pr. Simons, 9e en 40e pr. W. van
Doesburg en 14e pr. W. v. Kooy.
5 Mei (Hemelvaartsdag) hoopt de
Gem. Zangvereen. „U.D.I.", directeur de
heer de Bie, deel te nemen aan het
Concours te Soesterberg.
Deze vereeniging zal dan uitkomen in
de Eere-afdeeling.
Vorige week Donderdagavond werd
door de Accordeon Vereen. „Alte Kame
raden" te Sliedrecht met medewerking
van het Duo Valk van Dordrecht, een
uitvoering gegeven voor een tamelijk aantal
publiek in de Nutszaal alhier.
Hoewel deze vereeniging enkele jaren
bestaat, presteerde zij reeds veel, in 't
bijzonder kunnen wij wel noemen „Das
musz ein Stück von Himmel sein".
't Voortdurend applaus bewees wel de
instemming van het aanwezige publiek.
Bij de aanbesteding voor het bouwen
van een woonhuis voor G. Kornet alhier
onder architectuur van J. Bottenerg is
het werk gegund als volgt
Metselwerk aan C. Groeneveld voor
f 1838.timmerwerk en bijkomende
vakken aan Joh. Baggerman voor f 1485.60
Voor het schilderwerk begrepen in het
perceel timmerwerk was laagste P. A.
Vos voor f 223.
WAALWIJK. m
Tijdens de Provinciale merriekeuring
die alhier op 49 Mei zal worden gehouden,
zal gelijktijdig ook een keuring plaats
hebben door de M. C. Commissie tot het
verkrijgen van het Militaire Certificaat.
Z ALTBOMMEL.
In de Vrijdagmiddag gehouden
raadsvergadering is met algemeene stem
men benoemd tot gemeente ontvanger de
heer W. A. Ooms, commies ter secretarie
alhier.
Tevens besloot de raad deze gemeente
te plaatsen in de 2e klasse voor de ge
meentefondsbelasting (voorheen 4e klasse).
Bij Kon. besluit is verleend de
eere-medaille, verbonden aan de Orde van
Oranje Nassau, in brons, aan J. C. van
Wijnen alhier, machinist op de Rijks-
veerbeet.
*v- u- .1 .JSSÉO
In verband met met de nieuwe drank
wet worden nieuwe verordeningen, re
gelende de heffing en invordering van
vergunnings- en verlofsrecht vast
gesteld.