Plaatselijk Nieuws. Vergadering van den raad der ge meente ANDEL, op Woensdag 27 April, des nam. half twee. Voorzitter: Edelachtb. Heer A. D. v. d. Schans. Secretaris: Weled. Heer B. v. Andel. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering met het formuliergebed. De notulen worden gelezen en goed gekeurd. Ingekomen stukken: Schrijven van de Nationale Commis sie tegen het alcoholisme, om h?t aan tal vergunningen op het tegenwoordige getal vast te stellen. Waar hier slechts 2 vergunningen zijn en er 4 mogen zijn, stellen B. en W. voor, het schrijven voor kennisgeving aan te nemen, waar mede de raad accoord gaat. Schrijven van Ged. St., betreffende verlaging van de jaarwedden van ge meenteambtenaren met 3 pCt. De Voorzitter licht toe, dat dit schrij ven hier alleen voor de wethouders van beteekenis is, omdat hier, zoodra de raad daartoe de bevoegheid had, 8i/2 pCt. op de jaarwedden der gemeen teambtenaren is verhaald. B. en W. stellen voor, te berichten, dat met het voorstel van Ged. St. accoord wordt gegana. Het college zou het schrijven van de gemeente Sprang-Capelie voor kennisgeving willen aannemen. De heer Schouten merkt op, dat het schrijven van de gemeente Sprang-Ca- pelle een verdere strekking heeft als het voorstel van Ged. St., met welk voorstel men accoord kan gaan. Men is, evenwel naar spr's meening zoowel in Sprang-Capelie als hier van mee ning, dat Ged. St. verder behoorden te gaan, en nu zullen deze wel vooreerst van een sterkere verlaging niet willen weten, doch hij vreest, dat Ged. St. door den nood der tijden gedwongen, wel met verdere verlaging zullen moe ten komen. Spr. acht het echter niet goeddat wordt gewacht tot de nood dwingt, wat beteekent een verlaging van 3 pCt., toch betrekkelijk weinig. Waar Ged. St. indertijd de gemeente besturen heeft gedwongen de jaarwed den te verhoogen, behoorde men nu ook met een voorstel tot verlaging van eenige beteekenis te komen. Spr. zou er daarom veel voor voelen, adhaesie te betuigen aan het adres van de gemeente Sprang-Capelie. De heer Hoesen zegt, dat als hij het goed begrepen heeft, men de ge meenteambtenaren hier steeds zelf hun pensioenstorting heeft doen betalen, er is 81/2 pCt. verhaald. Np heeft de heer Schouten verdere salarisverlaging op het oog, spr. voelt daar niet veel voor. Nu zal men wel zeggen, dat dit eigen belang is, doch dat is niet zoo, de hooge regeering voelt er ook niet veel voor. Deze wil zoo- min mogelijk verlagen om de hoopkracht hooger te houden. Om verder te gaan als Ged. St. voor stellen, daar is spr. tegen. De heer v. Houwelingen kan meer accoord gaan met de redeneering van den heer Schouten, dan met die van den heer Hoesen. Spr. zou het voor stel van den eerste willen steunen. De heer Hoesen kan dit begrijpen, de ambtenaren hebben het gedaan. In den tijd, dat deze 2 a 3 gulden voor een pond spek of vleesch moesten ge ven, beleefden de boeren een gouden tijd. Nu de ambtenaren het iets beter en royaler krijgen, moeten zij gekort worden. Waarom? Deze misgunden de boeren hun gouden tijd toch ook niet. De Voorzitter zegt, dat hij zelf als belanghebbende, niet te veel wil zeggen over deze kwestie. De verlaging, die spr. reeds heeft ondergaan beteekent heel wat meer dan 3 pCt. Dan heeft hij door vereeniging van verschillende be trekkingen een aftrek van 10 pCt., die met 1 Januari 1935 op 15 pCt. zal worden gebracht. Het is niet de bedoe ling voor mij zelf te pleiten, aldus spr., •maar een feit is het, dat de salarissen voor Secretarissen en Ontvangers in den tegenwoordigen tijd nog niet mee vallen en deze moeite hebben er mede rond te komen. Spr. had niet gedacht dat over deze kwestie zooveel gespro ken zou zijn. In Giessen heeft men besloten Ged. St. te berichten, dat naar het oordeel van den raad daar, de kor ting grooter dan 3 pCt. had moeten zijn. Voor een dergelijk besluit voelt spr. meer, als voor een besluit om adhaesie te betuigen aan het adres van Sprang- Capelie. De heer Schouten zegt, dat hier ge sproken wordt alsof het tegen de amb tenaren gaat, dit is absoluut niet het geval. Spr. gunt deze gaarne een hoog salaris, maar waar moet het vandaan komen. Dan spreekt de heer Hoesen, dat deze salarissen niet gedrukt moeten worden, om daardoor de hoopkracht hooger te houden. Maar de heer Hoe sen vergeet, dat wat men den een geeft, men dit uit den zak van een ander moet halen, waarmede de hoop kracht van den een dus wordt ver hoogd, wordt die van een ander ver laagd. Er is een periode geweest, dat men de ambtenarensalarissen hoog vondj doch dat men er mede accoord ging, omdat zij gelijk waren met de Ioonen in het vrije bedrijf. De gouden tijd voor de boeren, waarover de heer Hoesen spreekt, die is slechts zeer kort geweest. De laatste jaren is het salaris van den ambtenaar nog sterk vooruit gegaan, omdat de koopkracht van ons geld vooruit is gegaan. Mis schien is 25 pCt. wel wat hoog ge raamd, doch de jaarwedde van de amb tenaren is met geen cent verlaagd. De heer Hoesen sprak zooeven, dat de amb tenaren het spek en vleesch met 2 of 3 gulden per pond moesten betalen. Nu koopt men dit tegen een spotprijs. Als de korting op 10 pCt. werd gesteld, was deze bij lange na nog niet gelijk met de daling van het levenspeil. Over de verlaging dezer salarissen heeft de raad niets te zeggen, maar hij kan wel aan Ged. St. een wenk geven en daar om heeft spr. voorgesteld, adhaesie te betuigen aan het adres van de gemeente Sprang-Capelie. Spr. wil evenwel niet zeggen, dat het idee om Ged. St. te berichten, dat 3 pCt. te laag wordt ge acht niet een beter voorstel is. De heer Hoesen begrijpt den heer Schouten niet, die zelf een zoon heeft die ambtenaar te Rotterdam is, als hij die eens vraagt, wat hij van zijn salaris overhoudt, dan zal hij toch zeker wel een antwoord krijgen, waaruit zal blij ken, dat dit zeer weinig is en zal dit geen 25 pCt. bedragen. De heer Schouten merkt op, dat dit een persoonlijke kwestie is, waar hij liever niet op ingaat. Wilde hij dit doen dan zou hij den heer Hoesen antwoor den, dat die zoon zegt, dat hij niet kan begrijpen, dat zijn collega's over de voorgestelde kleine verlaging sput teren. De Voorzitter acht er thans voldoen de over gesproken en zal het voorstel, om Ged. St. te berichten, dat de raad een verlaging van 3 pCt. te laag voor komt in stemming brengen. Met algemeene stemmen wordt hier toe besloten. De gemeentebegrooting 1931 wordt gewijzigd overeenkomstig het voorstel van B. en W. Met de Bank van de Vereeniging van Nederl. gemeenten wordt een nieuwe deposito-overeenkomst gesloten, voorde belegging van overtollig kasgeld. Het verslag voor de Volkshuisves ting wordt voor de leden ter inzage ge legd. De Voorzitter kan thans den raad nog meedeelen, dat de werkverschaffing met 16 April is geëindigd. Een klein gedeelte der werkeloozen heeft elders werk gevonden, een ander gedeelte heeft aan het leggen van den kabel werk gevonden, een ander gedeelte is aan het opknappen van de wegen aan het werk gesteld. Maar het wordt van dag tot dag steeds donkerder en spr. heeft nu zoo juist in de vergadering van B. en W. deze kwestie nogeens onder de oogen gezien en eenparig was het college van oordeel, dat een weg ge zocht dient te worden om werk te vinden en de middelen om dit werk te doen verrichten. Het gaat niet ge makkelijk, uit Veen zijn er te werk gesteld aan de werkverschaffing in Overijsel, doch uit andere plaatsen worden daarvoor geen personen meer aangenomen. Vorige week is spreker te Breda geweest en hij heeft wel eenig vooruitzicht, dat een object voor werk verschaffing zal worden gevonden. Van verschillende zijden is beloofd, dat men de pogingen daartoe sterk zal steu nen. Of het er evenwel van zal komen, dient te worden afgewacht. De In specteur te Breda heeft in zijn gebied geen werkverschaffing en plaats om menschen te werk te stellen. Verschil lende gemeenten zitten op een object te wachten, door de telefoon is spr. gezegd, dat als het plan tot stand komt, dan ook eenige werkeloozen uit deze gemeente te werk gesteld zullen wor den. Spr. heeft hoop, dat binnen niet al te langen tijd bericht zal worden gezonden, dat eenige werkeloozen in den polder Pauluszand in den Biesbosch aan het werk zullen kunnen. Het lijkt spr. het beste, dat de raad thans eein beginsel besluit neemt, waarbij B. en W. worden gemachtigd een weg te zoeken voor werkverschaffing en als deze is gevonden, hen dan verder te machtigen er toe over te gaan, werkeloozen te werk te doen stellen. Als de raad van oordeel is, dat het niet moet of kan gebeuren, behoeven B. en W. ook geen verdere stappen te doen. Spr. geeft de voorkeur om de werkeloozen hier in de omgeving te werk gesteld te krijgen, worden ze naar de werkverschaffing in Drente of Overijsel gezonden, dan komt dit voor de gemeente veel duur der uit. Ze krijgen dan hun loon even hoog als hier, plus toeslag voor lig ging en voeding en komen daardoor op f20.per week. Het rijk droeg in de vorige werkverschaffing 45 pCt. bij, voor de gemeente bleef dit 35 pCt. omdat de polder ook bijdroeg. De heer Schouten merkt op, dat hier de belanghebbende 20 pCt. bijdroeg, doen dat de nieuwe belanghebbenden niet, dan moet de gemeente bij iedere werkelooze 55 pCt. in het loon bijpassen. De heer Hoesen acht het wensche- lijk, dat B. en W. worden gemachtigd, om de noodige stappen te doen, om een object voor werkverschaffing te zoeken, het zal wel moeilijk zijn er een te vinden, maar noodig is het wel, dat zoodra als B. en W. iets gevonden hebben, dat dan ook eenige werkeloozen aan 'twerk gezet kunnen worden. De menschen komen hier niet voor hun plezier om werk vragen, maar ze moeten toch leven. Spr. vraagt of het geen aanbeveling verdient, dat B. en W. eens naar den Haag gaan. De Voorzitter zegt, dat hij daar de vorige week nog is geweest, hij gelooft niet, dat men door nogeens te gaan, de zaak zal bevorderen. De heer Hoesen heeft het begroot, dat B. en W. het loon weder met 5 ct. hebben verlaagd, de menschen worden daar ontevreden over, h'j begrijpt niet, hoe B. en W. aan den maatstaf van f 1.70 zijn gekomen. Hoe stellen B. en W. zich voor, dat van een dergelijk loon een gezin kan rondkomen. Spr. begrijpt niet hoe dit mogelijk is. De menschen kunnen daarmede niet tevre den zijn, dit is veel te gering. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. van het idee zijn uitgegaan, dat het loon voor werkverschaffing altijd be neden het normale loon behoort te blij ven. In het particuliere bedrijf zijn er verschillende die niet aan f 1.70 komen. Laat de gemeente in gewone normale tijden werken, dan acht spr. het tot plicht ;te bevorderen, dat een behoor- loon wordt verdiend. Nu leeft men in een abnormalen tijd, wat de gemeente nu laat doen, komt wel onder de ru briek gewoon werk, doch is feitelijk allemaal werkverschaffing. Spr. zou de heer Hoesen wel eens willen vragen of hij al eens een berekening heeft gemaakt, wat dit aan de gemeente kost en hoe zij de zaak aan elkaar moet krij gen. Op welke wijze moet de gemeente meer geven. Als het nog lang blijft voortduren, dan zullen menschen om steun komen, waarvan men het nooit heeft verwacht, menschen die heele- maal niets meer verdienen. De werke loozen hebben nog een loon, al is het dan laag. Spr. vreest, hij hoopt dat hij het verkeerd ziet, dat de menschen zullen moeten gaan werken voor een loon, nog aanmerkelijk lager dan nu betaald wordt. De heer Hoesen zegt, dat van het loon reeds 32 pCt. is afgegaan, de pro vincie stelt nu pas een verlaging an 3 pCt. voor. Men gaat hier wel wat ver. Wat doet het rijk, het sticht scho len die millioenen vergen, daar vraagt men ook niet waar het vandaan moet komen. De heer Schouten moet toestemmen, dat een loon van fl.70 laag is, doch men moet daarbij niet uit het oog ver liezen, dat het bedoeld is als een loon in werkverschaffing in den hoogsten zin van het woord. Steenen laten krui en van den Veenschen watermolen r aar de machine is rekken. Zeker, men had misschien een steunregeling kunnen krij gen, doch deze zou lager geweest zijn, dan het loon, dan nu nog verdiend wordt. Dan is er de vraag nog, waar moet het vandaan komen. Het werk dat gedaan wordt is geen productief werk en nu wil spr. niet beweren, dat de menschen niet geholpen behooren te worden, doch wat aan den cenen kant aan den werkman wordt gege ven, wordt aan de andere zijde gehaald uit de zakken van belastingbetalers, die nauwelijks hun bakker kunnen be talen. De gemeente heeft te rekenen met de belangen van alle ingezetenen en niet met die van een categorie al leen. Waar de gemeente betalen moet met geld van anderen, hebben B. en W. gemeend, dat zij niet verder moch ten gaan met het loon dan fl.70. Wil men verder gaan, dan moet men ook een weg wijzen, waar het gehaald moet worden. Niemand zal den heer Hoesen kwalijk nemen, dat hij voor de werke loozen pleit, doch tot heden is de heer Hoesen steeds nalatig gebleven, om de kosten te berekenen en een weg te wijzen, waar het geld gehaald moet worden en dat behoort toch ook in een goed gezin thuis. Spr. zou graag van den heer Hoesen vernemen, wat hij meent dat het aan de gemeente zal kosten en waa,r hij het wil halen. De heer Hoesen zegt, dat hij reeds eerder heeft verklaard, dat iemand als hij geen inkomen heeft, hij ook niet behoeft te betalen. De menschen moe ten maar boekhouden om dit te leeren, daartoe bestaat in de gemeente voldoen de gelegenheid, om dus te zorgen dat men niet meer belasting betaalt als noodig is. Spr. voor zich is overtuigd, dat hij niets te veel betaald, maar ook niets te weinig. De boeren hebben al tijd kans gehad, om door de mazen te kruipen. Het is hier gebleken, dat dit op erge wijze is gebeurd, omdat er geen boekhouding was. Wordt in den Haag ook wel eens ge sproken, waar de middelen vandaan moet komen, daar wordt altijd een weg voor gevonden, dat kan ook hier wel. Men kan nu wel slecht in de middelen zitten, doch er is wel geld te krijgen, dat in termijnen wordt te rugbetaald. Men kan de menschen toch niet aan den rand van den afgrond stellen en honger laten lijden, daar voelt spr. niet veel voor. Menschen die per week voor f5.brood noodig hebben, wat moeten die met f 10. per week beginnen. Hij zou den heer Schouten wel eens met f10.willen zien huishouden. De heer Schouten zegt, dat de heer Hoesen er den Haag bij haalt, doch als hij iets in de politiek thuis is, zal hij ook weten, dat de minister van financiën voor iederen post op de rijks- begrooting een tegenpost moet plaat sen, dus ook voor den post scholen bouw, is er een tekort, dan moet dit op de een of andere wijze worden gedekt. Bovendien, stel dat men in den Haag iets verkeerds doet, daarom be hoeft men dat hier toch nog niet na te volgen. Nog met geen enkel woord heeft de heer Hoesen benaderd, wat het zal kosten. Spr. vreest, dat men althans het eerste jaar nog op dezelfde zal moeten voorttobben, daarom is het noodig alleen het uiterst noodzakelijke te doen. Het is heel makkelijk het op ons nageslacht te schuiven, maavr dat toch ook niet een goede weg. Wil men op deze weg voortgaan, dan dient men zich af te vragen, wat het zal kosten en waar moet het worden gehaald, wil men niet, dat de gemeente te gron de gaat. De Voorzitter merkt op, dat de ge meente geen toestemming krijgt om voor werkverschaffing te leenen. Spr. gelooft ook, dat de heer Hoesen de kwestie te eenzijdig beziet. Werken te gen een loon van fl.70 is beter, dan de menschen naar het armbestuur te' zenden. De lieer Hoesen is het daarmede eens. De Voorzitter ziet met den dag den toestand donkerder in. Straks is ge sproken over 3 pCt. salarisverminde ring, doch als de toestand zoo blijft, zal men over een half jaar wel ande re dingen zien gebeuren. De vergadering wordt hierop geslo ten. STIKSTOFBEMESTING VAN SUIKER- EN VOEDERBIETEN. Suiker- en voederbieten halen heel wat voedingsstoffen uit den bodem. Wil men dan ook verzekerd zijn van een hooge opbrengst, zoo moet een rui me bemesting van fosforzuur, kali en in het bijzonder van stikstof gegeven worden. In het bijzonder van stikstof zeggen wij, niet omdat fosforzuur en kali minder noodzakelijk zijn, maar om dat men zoo licht geneigd is op de stikstof, zijnde de duurste voedings stof, te bezuinigen. Dit is dan jammer, omdat de wet van het minimum ons leert, dat, al geven wij nog zooveel fosforzuur en kali, de opbrengst zich toch regelt naar de in minderheid zijn de stikstof. Rekenen wij dan ook eens 11a, welken invloed een flinke stikstof bemesting op den meerkostprijs heeft van b.v. 1000 K.G. suiker of 1003 K.G. voederbieten, dan zullen wij zien, dat de bemestingskosten daarvan weinig gewicht in de schaal leggen. Vooral treedt dit bij de suikerbieten aan den dag, omdat hiervan een behoorlijke goede prijs verzekerd is. Maar ook bij de voederbieten, omdat men door een flinke bemesting hooge opbrengst, dus minder oppervlakte noodig heeft, ter wijl het overige land met andere gewas sen bezaaid kan worden. Bovenstaande treedt nog meer op den voorgrond omdat momenteel de prijs van de stikstof b.v. in Kalksalpeter IG zeer billijk is. Waarom wij nu als stikstofmeststof Kalksalpeter IG in de eerste plaats noemen, terwijl er toch meerdere stikstofhoudende meststoffen bestaan? Omdat deze stikstofmaststof bewezen heeft voor de bemesting van suiker- en voederbieten d e stikstof meststof te zijn. In het kort willen wij hier aangeven waarom. In de eerste plaats, zooals wij reeds sphreven, door zijn goedkoopte. Dan om zijn bijzonder gunstige samenstelling en eigenschap pen. Kalksalpeter bevat, de naam wijst er reeds op, de stikstof in salpeter- vorm, vandaar zijn vlugge werking. De stikstof is gebonden aan kalk en ook hierom is hij bij de bietenteelt van groot belang. Hij verbetert de structuur van den grond, maakt het bovenste laagje los en rul. Het bewer ken van den grond geschiedt hierdoor veel gemakkelijker, wieden, schoffelen, cpeenzetten, zelfs in het najaar het rooien. Dit in tegenstelling met mest stoffen welke veel Natrium bevatten, zooals Chilisalpeter, welke stof de ei genschap heeft den grond te verkor sten. Een goede structuur bevordert boven dien den groei der gewassen. Alleen om zijn structuurverbeterende eigen schap is Kalksalpeter IG sterk aan te bevelen, voornamelijk op klei- zwavel en andere grondsoorten, welke de ei genschap vertoonen snel te verkorsten. Wij willen hier nog even wijzen op een grooten vijand van den bietenver bouwer en wel in verband met de stik stofbemesting. Wij bedoelen de aan vallen van de bietenvlieg, welke de laatste jaren groote schade heeft aan gericht; de plantjes bij duizenden deed sneuvelen. Zijn de bietenplantjes wat forscher geworden, dan behoeven wij voor deze aanvallen niet meer te vree zen. Als het weer wat meewerkt, ligt het middel dus voor de hand. Onder goede omstandigheden zoo vroeg mo gelijk zaaien, bemesten met ruim Kalk salpeter IG en den grond behakken, wat door de structuurverbeterende wer king van deze meststof weer vergemak kelijkt wordt. Kalksalpeter IG leent zich uitstekend, om als overbemesting gebruikt te wor den. Een en ander samenvattende, kunnen wij dus zeggen, dat de Kalksalpeter IG ten eerste als goedkoopste salperter- mest, ten tweede door zijn snelle wer king en ten derde door zijn structuur- verbeterende werking, veroorzaakt door zijn kalkgehalte, op het oogenbük d e stikstofmeststof is, ook voor suiker en voederbieten. IIEUSDEN. Donderdag a.s. (Hemelvaarts dag! zal Juliana 1" wederom deel nemen aan de finale der seriewedstrii- den te Aalburg pitgeschreven door de v.v. „Wilhelmina" aldaar. Het lot heeft beslist dat zii om 1 uur moet uitkomen tegen „D.V.O. I". Inmid dels wenschen we haar veel succes toe. WERKENDAM. De Zaterdagmiddag gehouden voet balwedstrijd door „A.D.O." v. Gorinchem en „W.V V. I." eindigde met gelijk spel en wel in 33. De uitwedstrijd van „W.V.V. II" tegen „Excelsior I" te Woudrichem, werd door laatstgenoemde met 2—4 gewonnen. Hemelvaartsdag voetbalwedstrijd op het terrein a. d. Bandijk alhier, tus- schen „W V.V. I" en „Merwede" van Hardinxveld. Des nam. 2 30 uur alhier, een wed strijd tusschen „ExcelsiorI" van Wou drichem en „Merwede II." Uitslag van de Zaterdag j.l. ge houden wedvlucht der Postduivenvereen. „Stormvogels* van uit Lier (B.). 1e pr. PI. Groeneveld. 2e pr. J. Visser Azn. en W. v. Berchum, 3e en 6e pr. P, de Breejen, 4e en 43e pr. A. de Jong en J. Verdonk, 5e en 8e pr. W. de Boon, 7e pr. Simons, 9e en 40e pr. W. van Doesburg en 14e pr. W. v. Kooy. 5 Mei (Hemelvaartsdag) hoopt de Gem. Zangvereen. „U.D.I.", directeur de heer de Bie, deel te nemen aan het Concours te Soesterberg. Deze vereeniging zal dan uitkomen in de Eere-afdeeling. Vorige week Donderdagavond werd door de Accordeon Vereen. „Alte Kame raden" te Sliedrecht met medewerking van het Duo Valk van Dordrecht, een uitvoering gegeven voor een tamelijk aantal publiek in de Nutszaal alhier. Hoewel deze vereeniging enkele jaren bestaat, presteerde zij reeds veel, in 't bijzonder kunnen wij wel noemen „Das musz ein Stück von Himmel sein". 't Voortdurend applaus bewees wel de instemming van het aanwezige publiek. Bij de aanbesteding voor het bouwen van een woonhuis voor G. Kornet alhier onder architectuur van J. Bottenerg is het werk gegund als volgt Metselwerk aan C. Groeneveld voor f 1838.timmerwerk en bijkomende vakken aan Joh. Baggerman voor f 1485.60 Voor het schilderwerk begrepen in het perceel timmerwerk was laagste P. A. Vos voor f 223. WAALWIJK. m Tijdens de Provinciale merriekeuring die alhier op 49 Mei zal worden gehouden, zal gelijktijdig ook een keuring plaats hebben door de M. C. Commissie tot het verkrijgen van het Militaire Certificaat. Z ALTBOMMEL. In de Vrijdagmiddag gehouden raadsvergadering is met algemeene stem men benoemd tot gemeente ontvanger de heer W. A. Ooms, commies ter secretarie alhier. Tevens besloot de raad deze gemeente te plaatsen in de 2e klasse voor de ge meentefondsbelasting (voorheen 4e klasse). Bij Kon. besluit is verleend de eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau, in brons, aan J. C. van Wijnen alhier, machinist op de Rijks- veerbeet. *v- u- .1 .JSSÉO In verband met met de nieuwe drank wet worden nieuwe verordeningen, re gelende de heffing en invordering van vergunnings- en verlofsrecht vast gesteld.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 4