LETTERS ARTIKELEN
Tweede Blad
No. 5230 Vrijdag 27 Mei
Zielesmarf.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de 8ommelerwaard.
L'EKKERE KOFFIE
FEUILLETON.
Kinderrubriek
-1' H
BRENGEN U GELUK,
„Ik V\vilde alleen maar," sprak Elsje,
„dat ik droomde, hoe ik jullie zou
kunnen verlossen!" En met deze ge
dachte viel ze in slaap. En ze droom
de, dat ze door de lucht zweefde naar
een ,tooverpaleis. De fee, die daarin
woonde, kwam haar tegemoet en ze
was ,heel schoon en haar oogen schit
terden, en toch leek ze ook weer op
de oude vrouw, die haar in het bosch
die bessen gegeven had en haar ver
teld had over de zwanen met de gou
den kronen.
„Je broers kunnen kunnen verlost
worden," sprak de fee, „als je maar
voldoende volharding bezit. En niet
bang bent voor zijnZie je dezej
brandnetel, die ik in mijn hand heb?
Zoo .groeien er een heeleboel om het
hol, waar je slaapt. Alleen deze brand
netels ,en die, welke op de kerkhoven
groeien, kun je gebruiken. Bedenk dat
wel! Die moet je plukken, al doet het
ook nog zoo'n pijn. Vertrap de brand
netels met je voeten, dan zullen ze
vlas worden. En van dat vlas moet je j
elf .mantels weven met lange mouwen.
Werp (die elf mantels ov.r de e f vilde
zwanen,dan zal de betoovering ver-
broken .zijn! Maar, je moet er goed
om denken, dat je geen woord mag
spreken, al duurt het ook jaren voor
dat het werk af is, als je er etenmaal
mee begonnen bent. Het leven van je
HOOG BEZOEK AAN DE
ZUIDERZEEWERKEN.
De ministers hebben het laatste
sluitgat in den afsluitdijk be
zichtigd. Het gezelschap tijdens
den rondgang.
BEHOORENDE BIJ HET
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen der vorige raadsels
zijn
1. De lantaarn.
2. Horloge.
3. Beide liggen midden in zee.
De nieuwe raadsels zijn
1. Met mijn hoofd hang ik vaak in
toren
Ver boven de menschen, heel hoog
i en heel rond,
Zonder hoofd ben ik o, zooveel kleiner,
En steek je mij vaak in je mond...,
Ra, ra, wat is dat?
2. Er waren eens twee echte, volle
broers. xDe eene was mijn oom, de
andere niet. Hoe kan dat?
3. Ik ,ben kleiner dan ieder mensch
of kinden toch steek ik altijd bo
ven iedereen uit. Ra,ra, wat is dat?
OOM KA REL.
DE WONDERLIJKE GESCHIE
DENIS VAN DE ELF KONINGS
ZONEN.
broeders hangt dus van jou tong af!
Bedenk {lat wel!"
Bij deze woorden raakte de fee de
hand van Elsje aan en het was als
brandend vuur. Toen ontwaakte Els,c
uit .haar droom. Het was helder dag
en vlak bi j de plek, waar ze geslapen
had, lang een brandnetel, precies ge
lijk aan die, welke ze in haar droom
gezien had. Met een dankbaar hart
verliet ze het hol om aan liet werk
te gaan. Ze greep de leeiijke brand
netels met haar zachte handen en ze
brandden haar als vuur. Doch Elsje
liet zich niet door de pijn uit het veld
slaan, omdat ze vast besloten was, het
kostte wat het wilde, haar broeders te
verlossen. Ze vertrapte de brandnetels
onde'r haar bloote voeten en maakte
er groen vlas van.
Toen de zon dien dag was onderge
gaan en de elf broers terug kwamen,
waren ze zeer verbaasd, dat Elsje hee-
lemaal verstomd was en geen woord
uitbracht. Ze "dachten, dat het een nieu
we leeiijke streek van hun stiefmoeder
was. Doch toen ze Elsjes handen za
gen, begrepen ze, dat het allemaal voor
hun bestwil was. De jongste broer
stortte daarover heete tranen, die op
Elsjes handen vielen en zieonrni 1-
dcllijk verdween alle pijn.
Elsje werkte den heelen nacht door,
want ze kon niet rusten voordat ze
haar geliefde broers verlost zou hebben.
Den volgenden 'dag, terwijl haar broe
ders weg waren, zat ze heelemail al
leen en nog nooit was de tijd zoo snel
voorbij gegaan. Eén mantel met lan
ge mouwen had ze nu af en ze begon
dadelijk aan den volgenden. Toen op
eens weerklonk het geschal van een
jachthoorn tussehen de bergen. Elsje
was zeer verschrikt en intussehen kwam
het geluid al nader en nader en ze kon
de honden hooren blaffen. In haar
angst snelde ze het hol binnen, hond
al de brandnetels, die ze gezameld had
tot een bundel bijeen en ging daarop
zitten. Op dat oogenblik sprong er
een heels groote hond uit het struik
gewas te voorschijn en nog een en
nog een, en ze blaften zo ohard ze
konden en sprongen woedend heen en
vdeer voor het hal. Tenslotte stonden
alle jagers in een kring om het hoi
heen en de mooiste van hen was de
koning van bet land. H j trad op E:sje
toe en keek haar bewonderend aan:
Hij had nog nooit zoo'n lieftal ig meisje
gezien.
(Wordt vervolgd.)
Vervolg raadsverslag WOUDRICHEM.
Schrijven van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, houdende meledee-
ling, dat de steunregeling voor de,
werklooze landarbeiders dazer gemeen
te is verlengd tot 21 Mei en voor de
fabrieksarbeiders en schippersknechts
■tot 4 Juni a.s.
Naar aanleiding hiervan deelt de
RAVENSWAAY'S GELUKSTELEGRAMMEN.
VAN NELLE'S PAKJES KOFFIE
WINKELIER
Voorzitter mede, dat op 6 Mei j.l. een
bezc-ek is gebracht aan het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken, ter
bespreking van de steunverleening aan
visschers en scheepsventers, waar ech
ter Vv'erd medegedeeld, dat in de kos
ten van deze steunverleening van rijks
wege geen subsidie werd beschikbaar
gesteld, aangezien het bier z.g. vrije
bedrijven betreft. Toezegging werd ge
daan, dat in de kosten der steunverlee
ning aan landarbeiders, fabrieksarbei
ders en schippersknechts een subsidie
van 70 pCt. zou worden toegekend,
waarvan echter nog geen officieele be
vestiging is ontvangen. Nu de Minister
de steunregeling voor de werklooze
landarbeiders slechts tot heden heeft
verlengd en verderen steun dus geheel
voor rekening der gemeente zal ko
men, zal de Raad zich moeten uitspre
ken, hoe in deze verder dient te wor
den gehandeld. Betreffende de in uit
zicht gestelde werkverschaffing in den
Eiesbcsch, is den Inspecteur telefonisch
verzocht wanneer daarmede een aan
vang wordt gemaakt, die heeft mede
gedeeld, dat eerst weder een nieuwe
N V v h M RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM.
Naar het Fransch.
«ti
Ei! ei! dacht de ontsnapte,
zou die kogel voor mij bestemd we
zen?
Daarna werd alles weer stil.
De beide mannen hielden ongetwij
feld de wacht en staarden in de verte
of zij den vluchteling ontwaarden.
Haudecoeur verliet zijn schuilplaats,
kroop naar de kust en daar gekomen
stond hij op en leunde tegen een over
eind staand rotsblok, zoodat hij één
geheel hiermede uitmaakte.
Hij boog het hoofd voorover.
Geen tien meter was hij nu nog van
de beide mannen verwijderd.
Op den achtergrond van de lichten
de zee kon hij hen nu duidelijk ont
waren.
Hij had zich niet vergist.
't Waren Jacquemin en Collivet.
Jacquemin had het geewer in zijn
armen, de vinger op den trekker en
leunde voorover naar de richting, van
waar de gevangene moest komen.
Nu viel er aan' zijn bedoeling niet
meer te twijfelen.
Dat waren geen redders.
'tWaren moordenaars!
Ha! Schurken! Schurken! mompel
de de gevangene.
En met zijn hand hield hij kramp
achtig zijn mes omvat.
Jacquemin wilde hij niet te lijf. Die
deed zijn plicht, alleen met wat te veel
ijver en wreedheid. Dien vergaf hij
het dus.
Maar die andere?
Hij kende hem niet. Waarom die
haat? Waarom wilde hij hem vermoor
den? Waarom dat verraad, dat tot een
misdaad overging? Men wilde zijn le
ven. Dus duchtte men hem!
Hij keerde naar de rotsen terug en
verroerde zich niet.
De kalmte was ontzettend geworden.
Van tijd tot tijd wisselden Collivet
en Jacquemin eenige woorden. Daar
zij meenden, dat zij niet bespied werden
spraken zij luid.
En Haudecoeur kon alles hooren,
wat zij zeiden.
Als hij nu nog getwijfeld had, zou
die twijfel wel spoedig opgeheven zijn.
Het was werkelijk een hinderlaag,
waarin Collivet hem had willen lok
ken.
Plotseling vroeg Jacquemin aan Col
livet:
Gij schijnt dien man te haten?...
Waarom?
l
Ik haat hem .niet.
Maar welke reden hebt gij dan,
om hem naar de andere wereld te
zenden? j
Wat gaat u dat aan? Ik heb u
betaald om mij te helpen. Gij hebt het
aangenomen. Ik behoef u de geheim
zinnige reden niet te vermelden, die
mij daartoe aangespoord hebben.
Volstrekt niet, antwoordde Jac
quemin. Maar toch moet ik u doen op
merken, dat ons beider optreden tegen
over Haudecoeur zeer verschilt; a's ik
hem dood en dat is zeer waarschijn
lijk wanneer ik hem bemerk, zal
niemand er mij een verwijt van ma
ken. Integendeel, ik zal mijn plicht
gedaan hebben en er goed voor be
loond worden. Gij, mijnheer Collivet,
hebt tdan echter een moord op uw
geweten.
D:at raakt u niet; let liever op.
Opnieuw zwegen de beide mannen.
Er .verstreek een uur. Zij werden on
geduldig.
Hij zal uw wraakzucht ontkomen
zijn, mijnheer CollivetHij is slim
mer dan gij zijten h.ij zal niet
komenIk wed, dat hij op het
oogenblik met gebalde vuisten in zijn
hut Jigt te slapen.
Ten ^minste, antwoordde Colivet
met :een afschuwelijken glimlach, als
hj.j .onderweg niet door een haai ver
slonden is.
Best mogelijk! De baai is er vol
van.
Weer (Zwegen ze.
Nog .een uur verliep er. De beide
mannen gaven hnu ongeduld te ken
nen, maar toch bleven zij de wacht
houden.
Daar -hij zich bij toeval op deze rots-
groep .neergelaten had, bedacht Haude
coeur .ondertusschen, hoe hij er weer
zou .afkomen.
Collivet zat op een rots te rusten.
Alleen Jacquemin wacht e nog.
Twee uren verliepen er opnieuw.
Iedere Jioop, hun slachtoffer te zien
komen, twas hen ontnomen.
Of hij heeft ons doorzien, zei-
de Coliivet óf h'j is verdronken, als
bij ons doorzien heeft, is hij in zijn
hut .en zal ik trachten hem opnieuw
tot vluchten te bewegen; als hij ver
dronken ,is, spaart u dit een kogel
uit.
In .ieder geval geloof ik, dat wij
het .beste doen., met terug te keeren.
Dan kunnen wij ons er misschien van
verzekeren jwat er geschied is. Kom.
Zij imaakten de sloep los en verdwe
nen .weldra.
Haudecoeur ,was vooruitgekropen en
zag hen vertrekken.
Dat ,i,s een gevaar en zelfs een groot
gevaar minder.
Maar ,wat moest hij nu doen?
Hoe zou hij van dit eilandje afko
men? ,Hij zag er geen mogelijkheid
toe.
Die onzichtbare vijanden, wier haat
hij' n.ier begreep, ontmoedigden hem
in zijn vlucht.
Telkens herhaalde hij:
Zij zijn sterker dan ik. Waarom
dus te strijden? Zou ik niet beter doen,
wanneer ik bedaard naar Bourail te
rugkeerde.
Maar ,die ontmoediging was een laf
heid. De gedachte aan de onrechtvaar
digheid, waarvan hij het slachtoffer
was; de, herinnering aan zijn vrouw,
zijn dochter en zijn zoon, kwamen hier
tegen op.
Hij had slechts één "kans over, wan
neer hij niet van honger eln dorst in
baai wilde omkomen.
Dat was, opnieuw te water te gaan
en de kust trachten te bereiken. Geen
minuut was er meer te verliezen. De
nacht spoedde ten einde.
In die landen bestaat geen scheme
ring. De nacht valt pllotseling in. De
morgen breekt eensklaps aan, de zon
schijnt en de natuur is in schitterend
licht gehuld, zonder overgang van don
ker tot licht, zonder schemering, zon
der die geheimzinnige worsteling van
licht ,en duisternis.
Reeds begaf Haudecoeur zich naar,
de (baai, reeds wilde hij te water gaan',
zijn voeten stonden er reeds in, toen
plotseling 'tphosphoorlicht der zeeuit
doofde.
Te laat, kreet Haudecoeur, ik heb
geen tijd meer de kust te bereiken. En
werkelijk brak onmiddellijk daarna de
morgen aan. 1
Eenige minuten daarna brandde de
zon reeds en in de verte op twee
kilometer afstand van het eilandje, dat
zijn graf had kunnen wezen, ontwaar
de Haudecoeur de Caledonische kust
met hare huisjes, die als in een zee
van licht gehuld waren. t
(Wordt vervolgd).
r-T - -- - V- -
(Hrawsblad
Het eerste aantal GELUKS-TELEGRAMMEN werd reeds verzonden 1
Mogelijk behoorde fJ ook reeds tot één der gelukkigen, welke zulk een
GELl KS TELEGRsM ia hun bezit kregen. Elke verbruiker heeft de kans
om geheel onverwachts een GELUKS-TELEGRAM te ontvangen. Wie weet
hoe spoedig U er reeds één ontvangt 1
En dan te denken dat deze GELUKS TELEGRAMMEN geheel en al een
txtia attractie zijn 1 Immers, bij elke inzending Letterszakken blijft Uw
kans op een Extra Cadeau onveranderd bestaan. Iedereen moet toch wel
tot de overtuiging komen dat Ravenswaay's Letters-Artikelen werkelijk
het meeste voordeel brengen.
Er is voor Uw kinderen nog gelegenheid mede te doen aan onze groote
kieurwedstrijd I Wij hebben meer dan honderd fraaie prijzen uitgeloofd
waaronder twee prachtige rijwielen. Vraagt spoedig een complete serie
kleurplaten met bijhehoorende veif en penseelen aan, als gewoon cadeau
op een inzending Letters-zakken of tegen inlevering van een spaarbon.
SPECIAAL AANBEVOLEN
GROENMERK 40 O.
BLAUWMERK 35 Cl.
CIRKELKOFFIE 32 Ct.
MAGNEETKOFFIE 28 Ct.
FAKKELKOFFIE 24 Ct.
VRAAGT UWEN
per halfpondspakje
per halfpondspakje
per halfpondspakje
per halfpondspakje
per halfpondspakje
69.)