Tweede Blad
Ho. 5236 Vrijdag 17 Juoi
Zieles mart.
voor het Land
van Heusden en Altena.
de Langstraat
en de Botnmelerwaard.
De bloeiende pracht
NQG- RUIM TWEE MAANDEN
Kinderrubriek
FEUILLETON.
Plaatselijk Hieuwt
BEHOORENDE BIJ HET
der natuur lokt U naar bosch en duin,
naar hei en strand om daar met volle
teugen licht en lucht te drinken. Ver
geet toch vooral niet Uw huid tegen
zonnebrand te beschermen door ze vooraf
met „Zij"-Crème in te wrijven.
In prijzen van 203045 en 75 cent.
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen der vorige raadsels
zijn
1. Aal, eend, kalkoen, krekel, eland,
arend.
2. Rembrandt.
3. Gouda Gonda.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Wie kan in de volgende zinnen de
verborgen vogelnamen ontdekken:
De gravin keek sterk verbaasd
naar haar en droeg den lakei op
aan het dorstige meisje een glas
vol ijs ter hand stellen. De vrouw
kocht een kwart el stof.
2. Een mannetje zit op het dak
Hij rookt een pijp, maar
geen tabak
Zijn buik is van steen en zwart
is zijn mond.
Soms is hij vierkant, soms
j is hij rond.
Ra, ra, wat is dat?
OOM KAREL.
DE WONDERLIJKE GESCHIE
DENIS VAN DE'ELF KONINGS
ZONEN.
j VIII.
Toen kwam de oude hoveling, dio
Elsje voor een heks hield, om haar ge
durende de laatste uren van haar leven
gezelschap te houden, zooals hij jjen
koning beloofd had. Ze schudde ech
ter haar hoofd tegen hem en beduidde
hem door gebaren, haar alleen te la
ten. Want ze had nog slechts dezen
eenen nacht om haar werk af te ma
ken. Of anders zou alles tevergeefs
zijn geweest, al haar moeiten en tra-
Ben en slapelooze nachten. De oude
hoveling ging heen, terwijl hij bittere
woorden uitte, doch Elsje wist, dat
ze onschuldig was en ze ging voort
met haar werk.
De kleine muisjes in den kerker trip
pelden over den grond en brachten
haar brandnetels aan, teneindfö haar
zooveel te helpen als ze maar konden.
En een nachtegaal zat op de tralies
Naar het Fransch.
s>
75.
Hij meende, dat er wild in de nabij
heid was, nam zijn geweer in de hand
en hield de vinger op den trekker.
Maar op hetzelfde oogenblik bemerk
te hij Haudecoeur.
Toen hij dien man, dat lijk bemerkte,
trad' hij schielijk vooruit.
Een blanke!de een of andere
kolonist, die in het bosch verdwaald
is.
Hij boog over hem heen.
De man ademde nog. De jager open
de hem den mond en goot hem eenige
druppels uit zijn veldflesch in de keel.
Toen wachtte hij.
Geruim en tijd duurde het, voordat
Haudecoeur zich verroerde.
En toch is hij niet dood!...
Hij zette hem overeind, zoodat hij met
den rug tegen een kokosboom kwam
te zitten.
En als getroffen door dit gelaat, boog
hij zich tot hem over.
Ik ken hem! Ik heb hem meer ge
zienVoor den duivel, ik heb hem
toch meer ontmoet!
Eensklaps herkende hij hem en sloeg
zich voor het voorhoofd.
van het venster, waar hij den heelen
nacht zong, zoo vroolijk als h'j mair
kon om haar moed in te spreken. De
dag was nauwelijks aangebroken en
het zou nog wel een uur duren voor
dat de zon zou opkomen, toen de elf
broers zich aan de poort van het pa
leis aanmelden met 't verzoek om tot
den koning te worden toegelaten. Li;
kon echter niet, was het antwoord^
want het was nog nacht; de koning
sliep en niemand durfde hem wakker
kwamen naar buiten geloopen en ze.fs
soldaten, die de wacht moesten houden,
te maken. Al hun smeekbeden en be
dreigingen waren vruchteloos cn de
koning kwam kijken, wat er aan
de hand was; maar juist op dat oogen- j
blik ging de zon op en plotseling was
er niets meer van d-e elf broers te zien,
dan elf wilde zwanen, die in groote.
kringen boven het paleis vlogen.
De heele bevolking stroomde door-
de stadspoorten naar buiten om de
heks te zien verbranden. Op een ruwe,1
houten kar, getrokken door een paard,
zat Elsje. Ze "zag heel bleek en haai
lippen bewogen zachtjes. Zelfs op den
weg naar de brandstapel kon ze bet
onvoltooide werk niet met rust laten.
Tien mantels met lange mouwen a,eu
aan haar voeten en ze werkte druk
aan de elfde, terwijl de woedende be
volking scheldwoorden naar haar riep.
„Zie eens, hoe ze weer inet hekserij1
bezig is. Neem haar dat groene vlas
af en scheur het aan duizend stukjes!"
aldus werd er geroepen. De menigte
drong hoe langer hoe sterker op om
haar werk te vernietigen, maar juist
op dat oogenblik streken elf zwanen
neer en zetten zich op de kar, ter
wijl ze boos met hun vleuge's klapten.
De menigte vloog verschrikt achter
uit en er werd gestameld: „Dat L een
teeken van omhoog. Ze is onschuldig".
Doch niemand durfde dit hardop te
zeggen. De man, die haar naar dei
brandstapel moest leiden, pakte haar
bij de hand, doch snel wierp Elsje de
elf mantels over dc zwanen, die on
middellijk in elf prachtige prinsen ver
anderd werden; alleen de jongste lal
een zwanenvleugel in plaats van een
arm, omdat één mouw van den inamei
ontbrak, die Elsje niet af had kunnen
maken. „Nu mag ik spreken! Ik ben
onschuldig!" riep Elsje uit en zonk
dan levenloos ineen. De menigte boog
diep voor haar neer, doch EL je aj
levenloos in de armen van haer broers,
zoo groot waren de inspanning en het
lijden geweest, die ze had moeten ver
dragen. Ja, ze is inderdard onschul
dig!" sprak de oud<4e broer en vertelde
toen alles, wat er gebeurd was.
En terwijl hij nog sprak, verspreidde
zich een wonderlijke, heerlijke geur,
als van millioenen rozen. Elk stuk hout
van den brandstapel had wortel ge
schoten en er groeiden plotseling tak
ken aan en daaraan een breedc haag
van roode rozen. Heelemaa! bovenaan
groeide een reine witte bloesem, die
schitterde als een ster en de koning
plukte die af en legde hem op E.'sje's
hart. Op hetzelfde oogenblik ontwaak
te Elsje met vreugde en vrede in haar
hart. Alle torenklokken begonnen op
eens van zelf te luiden en de vogels
vlogen jubelend in dichte zwermen om
hem heen en toen ging er een bruids
stoet terug naar het paleis, zooals geen
koning ooit tevoren had gezien.
EINDE.
MIJXIIAKDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer Tabletten 60 ct
Hoofdpijn Tabletten 60 ct
Bij Apoth en Drogisten
en onze groote kleurwedstrijd neemt een einde.
Wij zullen dan beoordeelen welke kinderen voor de meer dan honderd
fraaie prijzen, waaronder twee rijwielen, in aanmerking zullen komen.
Geeft Uw kinderen nog kans om één der fraaie prijzen te winnen 1
Er is nu nog gelegenheid I
Niet alleen zal het voor Uw kinderen een aangenaam tijdverdrijf zijn,
doch bovendien is onze kleurwedstrijd buitengewoon leerzaam.
Een volledige serie bestaat uit 9 prachtige, verschillende kleurplaten
met bijbehoorende verf en penseelen.
Vraagt zoo spoedig mogelijk een volledige serie aan, welke verkrijgbaar
is als gewoon cadeau op een inzending Letterszakken of tegen inlevering
van een spaar bon.
N V v.h. M RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM.
Land- en ïuinbouwwereld
Het sproeien van aardappelen.
Men kan dit doen met kopervitriool
en kalk of met kopei vitriool en sodtx.
De laatste twee stolLn worden ook ver
mengd verkorbt als „papjoeder". De
uitwerking van beide wijzen van sproeieD,1
mi;s goed gedaan, is gelijk en daarom is
voor de eenvoudigheid het sproeien met j
sodex mengsel aan te bevelen.
Wanneer men een betrouwbaar verseh
bereid pappoeder gebruikt, kan men geen
fouten maken met de mengiog en heeft
men zuiver kopervitriool en zuivere sodex,
waar bet op aan komt.
Wij zouden daarom aanraden gebruik
een goed en betrouwbaar pappoeder.
Zonder te kort te doen aan de waarde
van andere poeders, willen we hier de
aandacht vestigen op het „tioimaal-pap-
poeder" der Utrechtsche Asfaltfabriek.
Dit is steeds verseh, goed gemengd en
van prima grondstoflen vervaardigd.
Nu we het toch over aardappelen
hebben, wil ik er even op wijzen, dat
blijkens de oogstresultaten verleden jaar
de ontwikkelingsvoorwaarden voor Rhi-
zoctonia zeer gunstig zijn geweest
In [den loop van dit voorjaar zijn mij
verschillende poters in handen gekomen,
die duidelijk de besmetting met deze
ziekte vertoonden. Wanneer dergelijke
poters niet ontsmet zijn met sublimaat,
is het zoo goed als zeker, dat thans in
het gewas Rhizoctonia voorkomen zal,
vooral op humusrijke vochtige grond.
Men kan deze ziekte daaraan herken
nen, dat de stengelvoet gaat wegrotten
op enkele rafelachtige vaatbundels na.
Wanneer de plant blijft leven, vormen
zich door deze storing in de sapstroom
bovenaardsche knollen in de oksels der
bladeren
Nu gebeurt dit ook wel door andere
oorzaken. Maar wanneer de stengelvoet
is aangetast, is dat wel een bewijs voor
Rhizoctonia.
De werkzaamheden voor de groote verkeersbrug over de Waal bij Zaltbommel naderen langzaam
hun voltooiing. Fen kijkje op het machtige constructiewerk.
De gevangene Haudecoeur, dien
ik aan boord van de Danae gered heb!
De jager was werkel jk niet anders,
dan de kolonist, die zoo moedig in het
water was gesprongen en Hardecoeur
gered had.
Hij heeft op de Danae den dood
niet kunnen vinden.hij heeft willen
ontsnappen!... Ik mag hem hier aan
zijn lot niet overlaten.dan zou hij om
komen
Haudecoeur kwam eenigszins b j en
bewoog zich.
Hij opende zijn oogen.
Geruimen tijd staarde hij den kolo
nist aan, maar herkende hem niet.
Opnieuw sloot hij zijn oogen.
Ik wed, dat die arme kerel van
honger sterft.
Nogmaals liet hij hem uit zijn ve!d-
flesch drinken.
Het bloed keerde naar de bleeke
lippen van Haudecoeur terug.
Dacht ik het niet.Laten wij
voorzichtig te werk gaan
Ein hij nam zijn veldflesch terug.
Haudecoeur zag hem aan.
Kunt gij staan en met mijn hulp
loopen?
Haudecoeur scheen hem te verstaan,
noch te hooren.
Montefert, de kolonist, haalde zijn
schouders op.
't Is goed, ik zal hulp halen
Tracht niet ad patres te gaan,
voordat ik ben teruggekeerd.
Hij verdween in het bosch.
Er verliep een half uur.
Haudecoeur staarde, onbewust van
hetgeen er om hem heen geschiedde,
en onbewust van zijn wonderbaarlijke
redding, voor rich uit.
Toen Montefert met twee negers te
rugkeerde, vond hij hem nog in dezelfde
houding liggen, waarin hij hem had
achtergelaten.
Hij zeide tot de Canaques:
Maak een draagbaar, en breng
hem naar mijn huis.
Zij gehoorzaamden. Binnen enkele oo-
genblikken hadden zij een draagbaar ge
reed, waarmede zij Haudecoeur op hun
ne krachtige schouders wegdroegen.
En met lichten tred drongen z j door
het struikgewas en begaven zich naar
het huis van Montefert.
Een half uur daarna bereikte de stoet
een valiei, die geheel beplant was en
door de bergen tegen den wind be
schermd werd. Te midden van deze
vallei stond een huis, omgeven door
een klein park. I
Haudecoeur werd weldra in het huis
in een bed gelegd.
Montefert verliet hem niet.
Door medelijden gevoelde hij zich
tot dien man aangetrokken, die hij
eenmaal van een wissen dood ontrukt
had.
En de kolonist mompelde:
Blijkbaar is het niet alleen het
toeval, dat dezen man opnieuw tot mij
geleid heeftHet toeval is zoo ver
nuftig nietEr is een hoogere macht,
die over dien man waakt
En zich tot een blanken knecht wen
dend, die in de kamer op bevelen scheen
te wachten, vroeg hij:
Karei, is mijnheer de Kerunion
al terug?
Neen, mijnheer, maar hij is niet
ver meer! Zooeven zag ik, dat hij de
paddock reeds bereikte.
Ga naar hem toe en vertel hem,
wat er voorgevallen is.
De knecht vertrok.
Een kleine verklaring.
Mijnheer Kerunion, dien wij op den
dag van de misdaad in het huis van
de Beaupreault en vervolgens met Hau
decoeur als beschuldigden voor da
rechtbank gezien hebben, had de on
verdiende schande niet kunnen ver
dragen, die door die aanklacht op zijn
naam was gevallen.
Denis Montefert vertrok omstreeks
dien tijd naar Caledonië.
Kerunion kende hem. Zij hadden bei
den in 1870 in hetzelfde regiment ge
staan en waren beide voor Coulmiers
gewond.
Mijnheer de Kerunion had tot Mon
tefert gezegd:
Ge kunt over mijn geheele kapi-
tal beschikken'tls weinig, dat er
ken ik; maar dat doet er niet aan toe.
koop er landerijen voor; laten wij sa
men gaan en daar ik niet meer in Fran
krijk kan leven, zuilen wij misschien in
den vreemde nog gelukkig worden.
Montefert was vertrokken.
Zes maanden daarna was mijnheer de
Kerunion hem nagereisd.
En van af dien tijd, hadden zij elkan
i
AALST.
Tot bestuurslid der afd. Aalst var»
het „Groene Kruis", is, zulks in plaats
van den heer G. A. J. Opstelten, ge
kozen de heer A. Schaap.
1 f BRAKEL.
Zaterdag 11 Juni j.l. is het voet
balterrein van de vereeniging „De Zwa
luwen" alhier officieel in gebruik ge
nomen. Dit terrein is door den beier
F. A. van Veenendaal welwillend, af
gestaan* I i
De in gebruikneming van het terrein;
zou gepaard gaan met het spelen van
een seriewedstrijd, waaraan behalve de
uitschrijvende vereeniging deel zonden
nemen de vereenigingen uit Aalst, An-
del, Heilouw en Vuren.
De „Zwaluwen" hadkien een fraaier»
zilveren wisselbeker beschikbaar ge
steld. r l
Om zeven uur stekie de deelnemende
vereenigingen zich op bij de muziek
tent. Onder de vroolijke marschen van
der niet meer verlaten en deelden bei
den hun harden arbeid; Montefert hield
zich in het bijzonder met de aanplantin
gen bezig, terw\il de Kerunion zich al
leen met de fokkerijen bezig hield.
Daar zij in Frankrijk geen familie
achter gelaten hadden, leefden zij ge
lukkig.
Zulke koloniën zijn zóó ver verwij
derd van de bewoonde wereld, dat de
bewoners ervan op ieder ongeval of
ziekte voorbereid moet wezen, om zich
zelf te kunnen helpen.
Daarom bezit iedere „case" zijn ei
gen apotheek, die aangevuld wordt, tel
kens wanneer men te Bourail of te Nou
mea komt, betreffende den verkoop van
gewassen of vee.
Montefert nam deze apotheek te htilpg
om Haudecoeur te genezen.
Kort daarna trad mijnheer de Keru
nion binnen.
Haudecoeur was sedert zijn veroor
deeling zóó veranderd en zoo onher
kenbaar geworden, dat mijnheer dc
Kerunion hem niet meer kende. i
Denis Montefert noemde hem zijn
naam.
Kerunion had van Denis de poging
tot zelfmoord aan boord van de Danae
vernomen.
Hij had tot Montefert gezegd: .'i
Ik hoop dat die arme man eveif
onschuldig aan den moord is als ik. En
al heb ik er aan getwijfeld, die zelf«i
moord heeft mij tot andere gedachten
gebracht.
fttenwsbla
Rhizoctonia.
Wordt vervolgd). :j