Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
So. 5239 Woensdag 29 Juni
Land- en Tuinbouwwereld
BIJDRAGEN
Ingezonden.
BEHOORENDE BIJ HET
(Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie)
Almkerk, Juni 1932.
Mijnheer de Redacteur,
Zoo hebben dan W. Por en K. Kom
kommer gewild, dat ik mijn belofte na
kom. Ik heb den indruk gekregen, dat
ze graag bekend worden.
Laten we dan beginnen, het terrein
waarop Wim en Kees zich bewegen,
even te verkennen. Dit moet ik natuur
lijk doen beknopt, met een hap en een
snap, terwille van de plaatsruimte.
Tot hun vrienden behooren in geen
geval de boeren en vooral niet als ze
Raadslid zijn of een leidende functie
bekleeden. En nog minder als ze A.R.
zijn. Een enkele arbeider van die par
tij een pluimpje te geven, gaat nog
wel. Daar zit wat aan vast, waar ik
op terug kom. Tijdens de schrijverij
van Wim en Kees is er onder het
publiek nogal verschil van meening ont
staan, in de eerste plaats over de vraag,
tot welke politieke partij ze zouden
behooren. Velen noejmden hen S.D.;
A.P.ers. Daar degelijkheid en ernst in
sommige hunner stukken ver te zoeken
was, werd de meening van slechts
opmerkzame lezers in een bepaalde rich
ting geleid. Eigenaardig is, dat die
richting niet veranderde, maar steeds
meer in zekerheid toenam en thans
in een stadium verkeert, dat vergissen
niet (mogelijk is. 'tGaat niet aan, hier
over momenteel een bewijsvoering te
houden. Om kort te gaan, de schrijvers
behooren niet tot de S.D.A.P. en even
min tot de A.R. Ze zijn C. Hl. en be
doelen hoofdzakelijk propaganda tema
ken voor de te dezer plaatse reeds
enkele jaren bestaande arbeidersorga
nisatie. Dat propaganda maken is hun
goed recht. Ja, juich ik zelfs van harte
toe. Maar.de manier waarop ze
dat doen, kan niet door den beugel.
Temeer daar het een actie geld voor
een Christelijke organisatie. Dan be
hoort toch ook de propaganda in een
christelijke geest te geschieden! Een
caricatuur maken van onze medebur
gers is geheel niet op zijn plaats voor
dat doel. De schrijvers hebben tevens
talloos vele malen geprobeerd zich te
verschuilen achter een ander. De vraag
werd mij gesteld, als die lui C. H. zijn,
hoe zit het dan met dat Raadslid die
bij dien brand döor W. en K. op zoo
onaangename wijze werd bejegend. Op
dit punt, evenals bij de pluimstrijkerij
van het A.R. raadslid en ook bij die
lekkere visch, op de werkverschaffing
bij het slootgraven gevangen, begint
telkens de schijn weiger van de hee-
ren te werken. En let eens op, welk
verband er bestaat tusschen de eige
naar van de schutting en een raadslid
dat met „opzet is gepasseerd'^
door de schrijvers.
Wat kwam de vriendschappelijke ver
houding tusschen W. en K. met den
eigenaar der schutting in het zonnetje.
De schijnwerper van W. en K. ontwik
kelde op dat hooggespanne-a' punt zoo
veel energie, dat hij niet bestand bleek
voor zijn taak. Hij raakte juist defect,
toen hij de aandacht van het publiek
moest vestigen op de in de nabijheid
van de schutting geplaatste industrie.
Het moest den schijn hebben, alsof
daar de plaats is, waar krantenschrij
vers huisvesten. Zulke momenten zijn
er meer te noemen. Tot later hierover.
Verstoppertje spelen doen W. en K.
ook vooral weer in hun laatste stukje
als ze spreken over den Werkmansbond
van hun partij. Een volgende keer hoop
ik verder te gaan. In hoofdzaak wensch
ik dan te handelen over den man die
de hoofdrol speelt in de schrijverij van
W. P. en K. K. Verder over de luitjes
die er meer van weten. Buiten dat,
moet ik ook nog heel wat plaats be-
steden aan een reeks van vergissingen
die in het laatste stukje van de heeren
door hen zijn gemaakt. We zetten de
tocht dan verder voort, tot we de eigen
lijke „brouwerij" hebben bereikt. Ik
verzoek daarbij de 5 procent van onze
bevolking mij te willen volgen, om het
terrein verder te bespieden. Dat heft
tochtje niet te vergeefs is, zal later
blijken. Zooals ik reeds heb gezegd,
ga ik recht op mijn doel af en laat me
dloor niemand beinvloeden. Doch kalm
aan.
EEN INWONER.
o—
's Gravenmoer, 22 Juni 1932.
Geachte Redactie,
Vergun mij v|oor onderstaand schrij
ven een bescheiden plaatsje in uw
veel gelezen blad, waarvoor bij voor
baat dank.
Vorige week Donderdagavond gaf
«ons muziekgezelschap „Euterpe" in sa
menwerking met de Capelsche muziek-
veereeniging „Kunst na Arbeid" een
concert op de muziektent. Het blijkt
mij steeds, dat dergelijke concerten zeer
op prijs worden gesteld.
Jammer is het evenwel, dat velen
en vooral de jeugd, tijdens de uitvoe
ring der nummers niet even stil kun
nen zijn, doch doorgaan met spelen
en lawaai maken, waardoor zij het ge
not van muziekliefhebbers totaal be
derven, terwijl het voor de muzikanten
erg hinderlijk is.
Mij dunkt, dat met eenige medewer
king van hoogerhand aan dit euvel
gauw een einde was te maken. Wan
neer onze burgemeester, die zelf een
groot voorstander van muziek is, bij een
volgend concert den veldwachter op
dracht gaf eens een oogje in het zeil
te houden,;, dan zou Z.Edelachtbare
daarmee, zoowel de muziekliefhebbers als
de muzikanten, een onschatbaren dienst
bewijzen, die door hen zeker op prijs
zou worden gesteld.
Een muziekliefhebber.
WAT KAN NU NOG MET SUC-
CES WORDEN GEZAAID
't Is al vrii laat in 't jaar voor 't
zaaien van groenten in den tuin. Ik
bedoel hier natuurlijk niet die groen
te, die men geregeld door zaait voor
versch goed gedurende den gehee-
len zomer, zooals kropsla, andijvie,
worteltjes, enz. Maar wel de groente,
die men 't laatst zaait.
En daartoe behooren kroten, roo-
de bieten en augurken.
De eerste zaait men niet vroeger
voor wintergebruik omdat er anders
teveel schieters in komen en de laat
ste in een groot deel van 't land
niet eerder omdat het anders nog
te koud is.
HOEVEEL JONGEN BI J DE
VOEDSTER LATEN'?
Het kan voorkomen, "dat men een
zeer groote worp jonge konijnen
krijgt en dan is het de vraag hoe
veel men daarvan bij de voedster
laten moet. Men doet over 't alge
meen verstandig met dadelijk de
zwakke minderwaardige diertjes op
te ruimen. Dat wordt toch nooit wat
en ze belemmeren de flinke in hun
groei.
Bij de kleine rassen moet men,
om mooie dieren te kunnen kwee
ken, het aantal beperken tot een
stuk of 5 of 6. Bii grootere rassen en
ook wel bij het Hollandsche konijn,
kan men er wat meer houden.
ONKRUIDEN IN DE WEIDE.
Het droge weer van de laatste I
tijd maakt dat de weilanden sterk
verminderen, vooral ook doordat de
temperatuur laag blijft. Maar dat
maakt tevens, dat diep wortelende
onkruiden, die niet door 'tvee wor
den gegeten een grooten voorsprong
krijgen. Als men daarop thans geen
acht geeft, zal men er later dubbel
nadeel van ondervinden.
Het zijn vooral een tweetal weide-
onkruiden, die thans de aandacht
vragen, n.l. de distels en de boter
bloemen.
Wanneer de distels nog niet
te groot zijn is een behandeling met
stoffijn haïmit een probaat middel,
's Morgens vroeg als de dauw er nog
op ligt moeten de planten goed onder
de „poeder" gezet worden. Als de
distels reeds wat te groot zijn voor
deze behandeling kan men goed op
de volgende wijze handelen. Men
steekt ze af en gooit op het in den
grond blijvende deel een handjevol
fijne haïmit.
Boterbloemen zijn niet gemakkelijk
te bestrijden. [Men kan ze in hun
groei verzwakken en bovendien de
verdere uitbreiding tegengaan door
ze bijtijds af te maaien. Wanneer is
dat Natuurlijk voor dat ze kiem-
krachtig zaad hebben kunnen vor
men. Dan even met de maaimachine
erover om een groote opruiming te
houden.
Dat afmaaien van de weide heeft
bovendien nog het groote voordeel,
dat nu ook de grasbossen, die 'tvee
laat staan worden kortgehouden.
Hierdoor wordt verstikking van het
ondergras tegengegaan en de kwali-
leit van de zode verbeterd.
Geschiedenis van het Land van
Heusden en Altena en den
Boniuielerwaard.
49.)
In het jaar 1711 vinden we uitgaven
vermeld omtrent het maken van een
spits op den toren. i
„Nogh betaelt aan Ghijsbert Iter-
son Mr. timmerman, wegens het ma
ken van den spits op den toren f 650.—"
„Aan Jacob Schaer en Matheus van
Weert wegens het maken van hetleijen
dak op den toren f256.
„Aan Bastiaen van Scharluijnen voor
het maken van wijsers f42.—"
„Aen Simon Colthoff voor het schil
deren en vergulden der wijsers aen den
toren f 80.
„Aen Jan Straver en Andries Tim-
mers voort verhangen van de kloek
f 19.-17.-"
We laten thans nog enkele posten
volgen uit de kerkerekeningen tot 1820.
1715. „Betaelt voor tafelkleed voor
'tNachtmael f8.18."
1761. „Voor 8 bijbels voor de magi
straten in de kerk f64."
1768. „Den 10 Juny 1768 aanbesteed
4 ronde wijzerborden van 8 voet dia
meter van iy2 duim wageschot: aan
genomen met alles wat er toe behoort
voor f160 met 3 gulden wijnkoop en
3 gulden trekgeld, door Lourens van
Rijswijk to Heusdenj, doch slechts
f 112.-18.- ontvangen, omdat hij niet aen
'taccoord voldaen heeft."
1775. „Aen S. en J. Luchtmans te
Leyden voor leverantie van 7 bijbels
met de nieuwe Psalrrien de somma
van f35.
1783. „Aen Hercule Metmans voor
leveren van een tinne doopbekken
f 1.16.-"
1784. „Aen S. en J. Luchtmans te
Leyden voor 4 kwarto bijbels f20.—"
i802. „Aen Pr. Mansvelt en Zoon
betaalt voor het maken en leveren van
drie nieuwe kerkkroonen f377.7.-"
„Dezelfde, twee armluchters f 14.14.-"
1820. „Aen F. Strang te Gorinchem,
voor gedane vacatiën en gemeriteerd
loon tot het vernieuwen der Pastorij
huizinge, de somma van f62.33."
„Item aan Andries Doelij, Mr. Met
selaar te Wijk, in voldoening zijner
bedongene aanneempenningen, tot het
vernieuwen der Pastorij huizinge, vol
gens conditie van aanbesteding van den
4e Maart 1819 de somma van f2275.-"
„Dezelfde, voor extra ordinair buiten
werk f93.72i/2.
„Dezelfde, voor extra ordinair tim
merwerk f26.40.
„Aen Jacobus van Wijk, in voldoe
ning der aanneemspenningen tot re
paratie van een schuurtje, staande na
bij de Pastorij', de somma van f156.—"
„Aan Willem Heschman, mr. Verver
te Wijk, in voldoening der aannemings
penningen, van het verven der Pasto
rie, zoomede van het schoolhuis, de
som van f238."
„Aan Daniël Duijser voor huishuur
voor Ds. Bisschop bij de verbouwing
der pastorie f 32.
In het jaar 1798 werd bepaald, dat
de torens, aan de kerkgebouwen ge
hecht met de klo'kken en derzelver hui
zingen aan de burgerlijke gemeenten
verblijven, en zullen voortaan blijven
onder hun beheer.
1799. „Hendrik Mans de klok gere
pareerd f 10.
1800. „Pieter Roeland een riem aan
den klepel van de klok gemaakt: f 0.18.-"
Op den staat van inventaris vati ker-
kegoederen van Juni 1827 komt o.a.
voor:
„Tot dusverre is het salaris van den
schoolmeester en voorzanger uit het
kerkefonds betaald, bedragende f124.
in het jaar."
„Ook het onderhoud van toren, klok
ken, en het uurwerk is tot dusverre uit
het kerkefonds gevonden ten bedrage
van f 15."
„Ook het onderhoud van het school
meestershuis en schoollokaal f40.
„Ook dat der pastorie."
Derhalve komt op den staat van In
ventaris van goederen en inkomsten,
alsook van schulden en papieren, voor,
onder „gebouwde eigendommen":
„le Parochiale kerkgebouw met het
kerkhof, ten Oosten grenzende aan San-
der van Mil, ten Westen de Straat, ten
Zuiden Korstiaan Blankers en ten Noor
den de Pastorie.
2e Pastorie-huizing.
3e School en schoolhuis."
Omstreeks het jaar 1600 werden de
j dorpen in het land van Heusden allengs
van eigen predikanten voorzien. Wij
laten hier in het kort de naamlijst vol
gen van de predikanten die in de Her
vormde of Gereformeerde Kerk van
Veen de bediening der Woords hebben
waargenomen.
1. Goseuïnus Johannes Monnick 1601
1603.
Vertrokken naar Hooge- en Lage
Zwaluwe.
2. Cornelius Sinapius. 16041611.
Overleden.
3. Cornelius Johannes van Dronge-
len 16111619.
Is in 1619 van zijnen dienst ontzet.
4. Abrahamus van der Velden 1619—
1647. Overleden.
5. Johannes Groen 1648—1651.
Vertrokken naar Heusden.
6. Johannes Slatius 1652—1657. Af
gezet.
7. Lambertus Groen 1658—1664.
Was een broeder van Johannes
Groen; vertrokken naar Maastricht.
8. Cornelius de Krankel 1664—1708.
Overleden.
9. Cornelius de Kokemoer 1709
1714. Overleden.
10. Cornelius van Leeuwen 1714
1750. Overleden.
11. Johannes Petrus van Leeuwen
1750—1800. Overleden.
Deze was een zoon van Cornelius
van Leeuwen geboren 25 Mei 1727
en op denzelfden dag zijnde Zondags
in de namiddaggodsdienstoefening ge
doopt. Daar de ringpredikanten voor
de weduwe van Ds. C. van Leeuwen
wegens annuus gratia moesten prediken
werd Ds. J. P. van Leeuwen ejerst
4 Juli 1751 bevestigd. Hij preekte het
laatst op 12 Januari 1800 over de twee
laatste vragen van den 21 sten Zondag
van den Heidelbergsche Catechismus,
De beide Ds. van Leeuwen hebben
de gemeente 86 jaren gediend.
12. Lambertus Augustus Meijer 1801
—1805.
Vertrokken naar Almkerk.
13. Johannes Willem Chatin 1806
1814. Overleden.
Onder dezen predikant werden in de
ze gemeente de Evangelische gezangen
ingevoerd.
14. Gerardus Wilhelmus Bisschop
1815—1820.
(Wordt vervolgd).
112. Een poosje pagaaiden ze in vol
slagen duisternis voort, toen zagen ze ver
voor zich uit een glimp van het daglicht.
Die glimp werd sterker en spoedig daar
op kwamen ze in het volle zonlicht. Hier
waren de oevers van de rivier weeldrig
begroeid, terwijl zich erachter een rij heu
vels verhief.
113. Ze hadden weer een mijl afgelegd,
toen het ruischen van een waterval hun
ooren bereikte en de kano sneller over
het water schoot. „Nu moeten we voor
zichtig zijn", zei Prof. Prewe. „We moe
ten niet over de waterval gedragen wor
den". Maar Rob was zich bewust van
dit gevaar. Hij roeide voorzichtig nog een
poosje voort en stuurde toen, gewaar
schuwd door het geraas van het water,
naar den oever.
114. Ze sprongen aan wal en trokken do
cano uit het water. Daarop nam Rob de
zware bagage, terwijl Prof. Prewe en Ou
we Daan het lichte vaartuig op hun schou
ders namen. Zoo liepen ze tot voorbij de
waterval langs de rivier.
jtienwslilad
TOT DE