-o- üsi wm
Kantongerecht (lensden
INGEZONDEN
Het slachtoffer was in Amsterdam woon
achtig. De duoryder Bosman is ter
verpleging in het ziekenhuis opgenomen.
Zijn toestand is erustig, doch niet levens
gevaarlijk.
De bestuurder van het motorrijwiel,
komende uit de richting Utrecht, werd
licht gewond, evenals zijn echtgenoote
die op de duo was gezeten.
GRUWELIJKE VONDST.
Toen een landbouwer uit Peel (over de
grens op den weg Venlo— Crefeld) Dins
dagmiddag van het land naar huis terug
keerde, vond hy zijn vrouw niet in de
woning. Op zijn roepen ontving hy geen
antwoord, zoodat hij een onderzoek in
stelde. In den koestal ontdekte hy nog
versche, groote bloedplassen. Tot zyn
ontzetting zag hij in een klein voederhok
de afgehakte linkerhand van zijn vrouw
op een houtblok liggen, waarlangs een
bebloede bijl lag.
Een bloedspoor voerde hem naar een
gierput, waarin het lyk van de vrouw
gevonden werd.
De onmiddellijk gewaarschuwde recher
che stelde aanstonds een uitgebreid onder
zoek in. Zij stelde vast, dat hier van
misdaad geen sprake kon zijn, doch dat
zelfmoord vaststond. De vrouw heeft
•blijkbaar in een vlaag van waanzin zich
van het leven beroofd. Zij was 38 jaar
en moeder van drie kinderen.
O
INBRAAK TE SLIKKERVEER.
Zondagnacht is ingebroken in de nieuwe
Wilhelminakerk te Slikkerveer. De kast
in de consistorie is opengebroken, ter
wijl verschillende nieuwe deuren ernstig
zyn beschadigd. Doordat er geen geld
aanwezig was, is er niets ontvreemd. De
dieven hebben waarschijnlijk het oog ge
had op de j 1. Zaterdag ontvangen plaats
gelden, doch deze waren niet meer aan
wezig.
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN,
van Vrijdag 1 Juli 1932.
Kantonrechter: Mr. C. W. van Om
meren.
Ambten, v. h. Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. E. Verheijen.
Griffier: Mr. G. H. Bleeker.
Een 40-tal zaken staan er op de rol,
waaronder 2 strafzaken.
A. G. v. d B., handelsreiziger te
Bergen op Zoom, had met zijn auto
aan den Nieuwendijk met eene uur-
snelheid van 60 K.M. gereden. Deze
zaak is op d'e vorige zitting reeds be
handeld, maar toen door den Kanton
rechter uitgesteld om te informeeren
of het gerucht juist was, dat verdachte
het zoo arm had. Aan den rijksveld
wachter Hoogeboom te Almkerk had
de Kantonrechter toen opgedragen naar
een en ander te informeeren. Uit in-
formatie's is gebleken, dat verdachte
er behoorlijk goed bij zit.
Kantonrechter: Er is voor mij geen
énkele reden om verdachte niet eene
normale straf te geven. Hij krijgt f20.00
of 10 dagen.
- G. T. v. d. W. en W. V., beiden vis-
schers te Woudrichem, hadden op de
Maas een 10-tal natte wargarens met
te kleine mazen vervoerd.
W. V. is persoonlijk verschenen en
G. T. v. d1. W. bij gemachtigde.
Kantonrechter: Je wist toch wel, dat
de mazen te klein waren?
Verdachte W. V.: Ja, dat wisten we
wel, maar we deden het omdat we ook
moeten eten en we met de voorge
schreven maaswijdte minder visch van
gen.
Kantonrechter: Je zegt ten minste de
waarheid. En ben je hier van je leven
al eens meer geweest?
Verdachte W. V.: Ja allebei, ieder
één keer, voor rijden zonder licht.
Kantonrechter: En wat wilden jullie
nou eigenlijk wel?
Verdachte W. V.: We zouden graag
het raam en de kurken terug hebben.
Kantonrechter: Voor ditmaal zal ik
dat dan nog eens doen, omdat ik van
jullie nooit last heb en jullie arm zijn,
cnaar een volgende keer doe ik het
niet meer, weet dat wel. Dan geef
ik je nu ieder f3.00 of 2 dagen, en
verklaar de wargarens verbeurd, maar
je mag hier ojr> de griffie gaan zitten
én onder toezicht de netten uitsnijden
én dan kun je het raam en de kurken
meenemen.
M. S., te Woudrichem is gedag
vaard terzake dat hij een overzetdienst
tusschen Woudrichem en Gorinchem
uitoefent met een niet-goedgekeuirde
motorboot.
Verdachte: Ik oefen geen veerdienst
uit, want ik vaar overal heen waar
heen men mij aanneemt.
Kantonrechter: Ik beweer, dat jewel
én daarom vraag ik je of je je boot
Alsnog wilt laten keuren.
Verdachte: Ik meen, dat ik dat niet
hoef te doen, daar ik geen veer heb.
Kantonrechter: 'tls natuurlijk je be
doeling om vrij te zijn en een veer
dienst te varen op dagen, welke het
jou goeddunkt, dus niet onderworpen
te zijn aan de bepalingen van de Veer-
wet en 't Noord-BrabantschZuid-Hol-
landsch verenreglement. Dit is natuur
lijk eene minder fraaie concurrentie
met Jan van Straaten, die alles in or
de heeft. Een dergelijk onordelijk ge
doe als van jou, valt bij mij heusch
niet Jn den smaak. Ik zie hier in het
proces-verbaal het volgende: „S. heeft
geen geregelden veerdienst, doch vaart
alleen op Zondagen en op andere da
gen, waarop drukte verwacht wordt.
Hij regelt dan zijn eigen diensten zoo
danig, dat hij steeds vlak vóór den
gereglden veerdienst vertrekt en aan
komt, zoodat hij den geregelden dienst
zeer benadeelt." Verder heb ik hier
een op je boot afgegeven gedrukt kaar
tje waarop staat ,,Motordienst ,,Ma-
chiel", GorinchemWoudrichemLoe-
vestein, Ondernemer Smits Wou
drichem. Heenreis f0.25" en daaron
der met potlood geschreven „terug
rijs". Jirken je dit kaartje te hebben
afgegeven?
Verdachte (aarzelend): Ja dat heb ik.
Kantonrechter: Als dit kaartje dan
geen bewijs van een veerdienst is, dan
weet ik het niet meer. „Wat is een
dienst anders dan een heen en trrug
varen op gezette tijden"? En waar je
op Zaterdagmiddag en op Zondag ge
regeld op gezette tijden vaart, heb je
een veerdienst, ook al vaar je de andere
dagen in het geheel niet. Maar op
andere dagen vaar je ook steeds wan
neer personen zich voor overvaart naar
Gorinchem aanmelden. Daarbij komt
nog, dat je kaartje zelf aangeeft, dat
je een motordienst hebt tusschen
GorinchemWoudrichem' en Loeve-
stein, dus tusschen bepaald door je
zelf aangegeven plaatsen.
En dan staat ook nog op het kaartje
„Ondernemer Smits Woudrichem"
en nu zul je me toch wel toe moeten
stemmen, dat men niet van ^onderne
mer" b.v. van een parlevinkersdienst
spreekt. Het woord „ondernemer" duidt
met inachtneming van hetgeen op de
door jezelf afgegeven kaartjes staat
gedrukt, op het uitoefenen door jezelf
van een motordienst voor passagiers!
tusschien GorinchemWoudrichem
Lotevestein dus op het uitoefenen van
een veerdienst.
De Heer Ambtenaar van het openbaar
Ministerie: Ik vraag f25.00 of 20 dagen.
Kantonrechter: Met dien eisch kan
ik mij zeer wel vereenigen. Wilde ver
dachte zijn motorboot alsnog direct
laten keuren, dan zou ik met een lichte
straf willen volstaan, maar nu hij dat
niet wil moet hij maar voelen. Ik geef
hem f25,00 of 10 dagen.
T. A. d. D., arbeider te de Werken,
had te Werkendam op den polder de
Zalm een vuur aangelegd in een keet
vlak bij rietbossen, zoodlat de rietbos-
sen in brand vlogen en de geheele keet
afbrandde.
Verdachte bekent.
Kantonrechter: Maar je bent toch
dom om zoo vlak bij rietbos
sen een vuurtje te stoken, terwijl het,
zooals uit het proces-verbaal blijkt,
hard stormde.
Verdachte: 't Stormde niet, maar het
woei wel een beetje.
Kantronrechter: Dat is een verschil
van appreciatie. Wat een ander „storm"
noemt, noem jij misschien een zacht
„ruischend windje". Maar wat deed
je in de keet? Je mocht er toch niet
inkomen is het wel.?
Verdachte: Willem Holster en Her
man Spiering gingen hout halen toeyi
ik met een lucifer wat papier in de
keet aanstak. Ik mocht niet in de keet
komen.
Getuige Willem Holster: Toen ik
in de keet kwam, zag ik, dat een bos
riet onder den schoorsteen brandde
en dat het dak ook al in brand stond.
Het stormde uit het Zuidwésten.
Kantonrechter: De keet van het
Kroondomein was voor f 900 verze
kerd. Was het nog een flinke keet?
Getuige Holster: 'tWas niet veel
zaaks.
Kantonrechter: Gelukkig dat het
Kroondomein dan geen schade lijdt.
En jij verdachte, voor jou is het een
geluk, dat je hij mij niet slecht bekend
staat. Maar voorzichtigheid moet ik
je leeren, want je bent wel heel er!g
roekeloos geweest. Ik geef je f 10.00
of 5 dagen. i
A. T., chauffeur te Genderen, had
met zijn auto „snordiensten" gereden.
Verdachte is niet verschenen.
Getuige S. van Gorkum, landbouwer
te Genderen verklaart als volgt:
Ik rijd af en toe met verdachte mee.
Déze keer had ik niet afgesproken
ien de auto ook niet besteld. Ik heb
mijn arbeider laten uitkijken en toen
verdachte met zijn auto kwam ben ik
ingestapt.
Kantonrechter: En hoeveel heb je
betaald?
Getuige van Gorkum: Op de terug
reis heb ik voor heen en terug f 1.20
Obetaald.
Kantonrechter: En verdachte schrijft
mij een brief, waarin staat, dat je hem
in den Bosch voor die reis (heenreis)
niet hebt betaald.
Getuige van Gorkum: Ik weet zeker
dat ik f 1.20 heb betaald voor de heen-
en terugreis. i
Kantonrechter: Dus wil verd. mij mis
leiden. Enfin, 'tis hem toch niet ge
lukt. Ik geef hem f 10.of 5 dagen.
A. T., chauffeur te Genderen, had
nog eene dagvaarding voor het rijden
van snordiensten met zijn auto.
Als getuigen worden nu gehoord A.
Timmermans en M. Spoor.
Getuige Timmermans, landbouwer te
Eethen, verklaart: Ik had verdachte van
te voren niet besteld. Ik heb hem 60
cent betaald voor de reis van Gende
ren naar 's Bosch. Soms bestel ik ver
dachte wel.
M. Spoor, veekoopman te Eethen,
verklaart: Ik had verdachte niet be
steld. Ik heb 65 cent betaald voor
eene reis van Eethen naar 's Bosch.
Kantonrechter: Meerdere menschen
in Genderen en Eethen schijnen zich
bijzondér voor snordiensten te intres-
sieeren. Ik begrijp niet, dat ver
standige menschen het gesnor in de
hand willen werken, waar zij weten, dat
de geconcessioneerde A.L.A.D. heusch
geen weelderig bestaan heeft en bij
vervoer van nog minder passagiers ze
ker den dienst zal staken. En dan is
Leiden natuurlijk in last. Verdachte
krijgt f 15.00 of 10 dagen.
J. v. B., mandenmaker te H&dik-
huizen had Mej. Maria Verhoeven aan
gereden in de Herptsche straat te Heus-
den. Verdachte kwam op zijn rijwiel
uit de richting Herpt en bereed het
voor hem linksche gedeelte van de
straat, terwijl Mej. Verhoeven uit de
richting Heusden kwam en het voor
haar rechtergedeelte van de straat be
reed. Gevolg was eene botsing, waar
bij Juffrouw Verhoeven een tand ver
loor en haar rijwiel eenigszins geha
vend was.
Kantonrechter: Waarom reed je aan
den linkerkant.
Verdachte: Ik dacht dat ik op een
rijwielpad reed.
Getuige Maria Verhoeven: Ik reed
rechts en verdachte reed geheel ver
keerd aan de voor hem linkerzijde der
straat. Ik viel op mijn gezicht en had
veel pijn aan mijne tanden. Eén snij
tand moet ik missen. Mijn rijwiel its
eenigszins beschadigd. Ik stel eene vor
dering tegen gedaagde in van in to
taal f53.95.
Kantonrechter: Verminder die vorde
ring nu tot f 50, anders mag ik er bij
een strafzaak geen kennis van nemen.
Getuige Maria Verhoeven: Dat wil
ik wel doen. j
Kantonrechter tegen gedaagde: Jij
bent de schuldige en nu vraag ik je
wil je de f50 schadevergoeding beta
len?
Verdachte: Ik wil ze wel betalen,,
maar ik kan ze niet betalen.
Kantonrechter: Dan zal ik vandaag
geen vonnis geven, maar op 5 Augustus
a.s. zal ik het doen. Als je dan do
geheele schadevergoeding hebt betaald
of een regeling met Mejuffrouw Ver
hoeven hebt getroffen, dan krijg je
van mij geen zware straf. Zorg dus;,
dat vóór 5 Augustus a.s. alles in or
de is.
Vergadering van den Raad der ge
meente ALMKERK, op Donderdag
30 Juni 1932, des n.m. 5 uur.
Voorzitter: EdelAchtb. Heer H. Blok.
Secretaris: WelEd, Heer C. J. v. d.
Wiel.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met gebed en verzoekt hierna den Se
cretaris, de notulen der vorige ver
gadering voor te lezen, welke onver
anderd worden goedgekeurd.
Nadat een 4-tal minder belangrijke
ingekomen stukken voor kennisgeving
zijn aangenomen, komt een schrijven
ter tafel van den Proeftuin te Gorin
chem, waarin wordt verzocht, evenals
het vorig jaar een subsidie te mogen,
ontvangen,.
B. en W. stellen voor een subsidie
van f 50 te verleenen.
De beer Nieuwenhuizen acht het be
drag In dezen tijd wel wat hoog, spr.
vindt bet luxe en vraagt of het niet
met 'wat minder -kan.
De Voorzitter brengt naar vorefri,
dat het voor den Proeftuin ook e|en
moeilijke tijd is en zegt, dat het de
bedoeling is, dat het bedrijf zich op den
duur 'zal bedruipen, waar we nu nog
ver van af zijn. Spr. vindt het geen
luxe, want als men hulp of raad noo-
dig heeft, kan men zich vervoegen naar
genoemden Proeftuin en vindt het een
groot belang voor de menschen uit
deze streek.
De heer Koekkoek heeft verschillende
menschen gesproken, die er toch geen
belang 'bij hadden.
De heer Verschoor vindt, evenals de
heer Nieuwenhuizen, f50.wel wat
veel in dezen tijd. Spr. gelooft, dat er
weinig zijn, die het intresseert. Voorts
maken er weinigen gebruik van het
aankoopen vart planten, zelfs zijn er
planten mislukt.
De Voorzitter zegt, dat het hier een 1
voorbeeldbedrijf geldt, verkoop van
planten komt pas in de tweede plaats,
een proefbedrijf is voor onze tuinders,
die op lateren leeftijd zijn begonnen,
zeer noodig, dat men er weinig ge
bruik van maakt is jammer, en vindt
wellicht zijn oorzaak, dat de cost gaat
voor de baat."
De heer Burghout vindt het niet
flink, nu men denkt ze niet meer noo
dig te hebben, om dan geen subsidie
meer te geven. Spr. zegt, wij moeten
niet afbreken, maar mee helpen op
bouwen, hij is voor subsidie van f 50.
De Voorzitter brengt naar vor^n,
dat als men wil, daar toch kennis!
verkregen kan worden in de tuinbouw-
aangelegenheden.
De heer Verschoor zegt, dat het
zijn bedoeling niet is, de zaak af te bre
ken, als de gemeente eens f25 gaf in
tiezen crisistijd.
De heer de Jong zegt, dat B. en W.
gemeend hebben, dat zij evenals vorige
jaren met dit voorstel moesten ko
men; ook de proeftuin maakt een zeer
moeilijke tijd door, daarbij is het geld
niet weggegooid en ook is het een
belang voor deze streek.
Na nog eenige discussie, wordt het
voorstel van B. en W. met 7 stemmen
voor en 4 tegen, aangenomen.
Voorstel van B. en W. tot opheffing
steunverleening.
De Voorzitter bespreekt in het kort
den loop van zaken sinds de vorige
vergadering en zegt o.a., dat er 15 men
schen bij de werkverschaffing op den
polder Pauluszand kunnen worden ge
plaatst, op het oogenblik zijn er 13 bij,
zoodat er nog 2 personen geplaatst kun-
rien worden, waarvoor zich nog nie
mand beeft aangemeld; daaruit is, vol
gens spreker, af te leiden, dat er thans
geen steuntrekkers meer zijn en in
verband hiermede meenen B. en W.,
dat bet nu tijd is, de steunregeling
stop te petten. Doch mocht de werk
loosheid zich onverhoopt weder uit
breiden, dan kunnen weer andere maat
regelen worden getroffen.
De heer v. d. Meijden vraagt als er
nu nog zijn die geen werk hebben,
of die menschen zich dan bij het Bur
gerlijk Armbestuur kunnen vervoegen,
waarop de Voorzitter bevestigend ant
woordt.
De heer Burghout vraagt, hoeveel
werkeloozen er nu nog zijn ingeschre
ven.
De Voorzitter antwoordt, dat dit j.l.
Zaterdag totaal 20 bedroeg, doch alle
geen steuntrekkenden.
De heer Burghout vindt het gevaar
lijk, het contact met den minister te
verbreken, nu kunnen de werkloozen
di<e er nog over schieten wel naar
het Burgerlijk Armbestuur, maar dit
vindt spreker niet goed.
De Voorzitter zegt, dat de steunver
leening is goedgekeurd tot 2 Juli, zoo-
dat opnieuw weer verlenging moet
worden aangevraagd. Echter doet zich
volgens spreker, thans de moeilijkheid
voor, dat B. en W. nu geen steuntrek
kers kunnen opgeven, waarvoor subsi
die moet worden gevraagd.
De heer v. d. Stelt zegt, wel gehoord
te hebben hoe de steunlijst j.l. Zaterdag
er uit zag, doch zou graag vernemen,
hoe dit op dezen dag er uit ziet, want
volgens spreker zijn er aan den Nieu
wendijk bijgekomen, die er vorige week
nog niet waren.
De Voorzitter zegt, dat zooals hij
reeds heeft opgemerkt, er nu geen
steuntrekkers meer zijn, want onder de
ingeschrevenen van Zaterdag, zijn vele
gezinsleden die niet voor steun in aan
merking komen.
De heer v. d. Stelt is het volkomen
met de heer Burghout eens, temeer
daar spreker vernomen heeft, dat er
eerstdaags weer menschen klaar ko
men en wel te Gouda en bij Mons-
houwer.
De Voorzitten* merkt op, dat voor
deze menschen weer een andere cate
gorie van steunregeling bestaat.
De heer Koekkoek zegt, werkloozen
te kennen, die zoo maar voortsukkelen
en niet durven komen om steun, spr.
vraagt of voor deze menschen ook
niet wat gedaan kan worden, waarop
de Voorzitter antwoordt, dat als zij
naar die menschen toe zouden gaan,
de rollen dan omdraaien, daar kan het
gemeentebestuur niets aan doen. Ook
zouden wij ons, aldus spr., op een ge
vaarlijk terrein begeven.
De heer Burghout geeft in overwe
ging de steunregeling weer voor 3
weken te verlengen, hij is van mee
ning, dat zoolang er werkloozen zijn,
hiervoor steun aangevraagd moet wor
den.
Ook de heeren Koekkoek en v. d.
Stelt zijn deze meening toegedaan.
De Voorzittejr zegt, dat dit onder
werp nu voldoende is besproken, hij
zou in verband met de stemmen die
hij thans in den raad verneemt, het
beste vinden, dat de steunregeling
thans voor onbepaalden tijd wordt ge
schorst.
De heer v. d. Stelt vraagt of den
Voorzitter dienaangaande met een voor
stel wil komen, waarop de Voorzitter
antwoordt, even met de Wethouders
te zullen spreken.
Nadat dit is geschied stelt de Voor
zitter namens B. en W. voor, de steun
regeling voor onbepaalden tijd te schor
sen en tevens B. en W. te machtigen,
om bij een door den raad te bepalen
aantal, weer subsidie aan te vragen.
Na nog eenige discussie tusschen
den Voorzitter en de heeren Koekkoek,
Burghout en v. ,d. Stelt, wobdlt bet
nadér voorstel van B. en W. m*et 7
stemmen voor en 4 tegen aangenomen.
Tegen schorsing der .steun stemden
d,e heeren Koekkoek, v. d. Stelt, Burg
hout ,en de Bok.
Hierna wordt de verordening op den
dienst der arbeidsbemiddeling en de
instructie voor den agent vastgesteld,
waarna tot agent der arbeidsbemidde
ling wordt benoemd, de heer A. J.
Pouli.
Voorstel vaststelling verordening, re
gelende de eischen van benoembaarheid
en de bezoldiging der gemeente-veld
wachters, welke verordening wordt vast
gesteld. I
De af- en overschrijving begrooting
1931 wordt hierna goedgekeurd.
Voor het nazien der rekening dienst
jaar 1931 wordt door den Voorzitter
een commissie aangewezen, bestaande
uit de heeren A. Burghout, B. Koek
koek en A. de Bok.
De Voorzitter deelt hierna mede, dat
de kasopname bij den gemeente-ontvan
ger en bij het G.E.B. heeft plaats ge
had en alles in orde is bevonden.
Bij dé rondvraag verzoekt de heer
v. d. Wal, den bliksemafleider nabij
zijn woning te willen herstellen.
De Voorzitter zegt dit toe.
De heer Burghout vraagt of bij wia-
dér-uitkeering .van steun weer eert
wachttijd wordt gesteld.
De Voorzitter antwoordt hierop ont
kennend.
Daar niemand meer het woord ver
langt, sluit de Voorzitter deze open
bare vergadering, waarna de raad over
gaat in geheime zitting.
Buiten verantwoordelijkheid der
Redactie.
Hoogeachte Redactie 1
Vergun mij ook een klein plaatsje in
Uw veel gelezen blad, naar aanleiding
van het schrijven van den „Inwoner".
Ik zou langs dezen weg „Inwoner" willen
vragen hoe komt het toch, dat gij zoo
geheimzinnig zijt in Uw schrijven U zoudt
toch Kees en Wim ontmaskeren niet waar?
Hoe meer ik U geschrijf na ga, hoe meer
ik tot de overtuiging kom dat U evenmin
als ik weet, wie de personen zijn. Ik
zou U willen aanraden, maak Uw naam
bekend en werk niet langer achter de
schermen. U noemt het geschrijf van
Kees en Wim in Uw eerste stuk een
banaal schrijven, maar ik zou dit eerder
van Uw schrijven moeten denken.
Kees en Wim hebben goed gewerkt,
de boeren hebben hun steun al te pakken
„Inwoner". Veel zou ik hier nog over
kunnen schrijven, maar misschien komt
hier nog wel een betere gelegenheid voor.
U, mijnheer de Redacteur, dankend
voor de verleende plaatsruimte.
Almkerk, Juli 1932.
A. v. d K.
Eenige zinsneden bekort en geschrapt.
Redactie.
ALMKERK, 30 Juni 1932.
Mijnheer de Redacteur,
Als abonné van uw blad, verzoek ik
U beleefd mij een plaatsje af te staan
in uw blad, voor het volgende.
In uw nummer van 29 Juni j.l. komt voor
een schrijven van een inwoner. Deze inwo
ner heeft in een vorig schrijven bekend ge
maakt, dat hij Kees Komkommer en Willem
Por, aan het publiek bekend zal maken,
wil hij dat doen en kan hij dat, mij
goed, maar laat hij er dan de C.-H. partij
en de afdeeling Almkerk van den Chr.
Nat. Arbeidersbond buiten laten.
Want als inwoner zegt, K. K. en W.
P. zijn van de C.-H., zonder nadere aan
duiding, dan kan men er ieder lid van
de C.-H. wel op aan kijken, en er zijn nog
C.-H. mannen genoeg die van al dat
courantengeschrijf niets moeten hebben.
Ook schrijft inwoner, dat het Kees en
Wim in hoofdzaak te doen is, om pro
paganda te maken voor de afd. Almkerk
van de Chr. Nat. Arbeidersbond, doch
dan wil ik er inwoner opmerkzaam op
maken, dat die afdeeling er geen speciale
propagandisten op na houdt, maar dat
ieder lid propagandist moet zijn, niet op
bedekte wijze, doch openbaar.
En dan, Mijnheer den inwoner (het is
treurig maar toch waar), dat juist deze
abnormale tijdsomstandigheden voor de
arbeidersorganisatie's de grootste propa
gandist is. Doch wanner de inwoner de
personen van Kees en Wim kent
zooals hij voorgeeft laat hij ze dan
met naam en voornaam vin de courant
zetten, er zal dan zeker een einde komen
t
^^«gHi>iawKaM»awaaB^i%ii m»mh*r in m ilium in .i—jf i'ii immii1 m nu
—O—