Tweede Blad No. 5256 Vrijdag 26 Aug. Eielesmarf. LETTERS ARTIKELEN voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Transpireerende Voeten, FEUILLETON. RAVEN SWAAY - s Kinderrubriek BEHOORENDE BIJ HET Beste meisjes en jongens. De oplossingen van de raadsels van verleden week luiden als volgt 1. Olifant. 2. Bloemen d aal is Bloemendaal. 3. Als het kalf verdronken is, dempt men den put. De nieuwe raadsels zijn 1. Neem een kruipend gedierte, een halve erwt en een deel van een vogel, dan krijg jeden naam van een plaatsje in de Zaanstreek. 2. Wie heeft een halsen toch geen hoofd? 3. Hoe kan men 100 met vier gelijke cijfers schrijven? 4. Wie heeft vier pooten en zal toch nooit een poot uit zich zelf ver zetten? OOM ICAREL. EEN VREEMDE NACHT. III. Er ging een smalend gelach onder de aanwezige honden en katten op, want het domme keffertje begreep niet eens, dat het iets heel geks had gezegd. De rechter, de groote wijze hond met de lange flapooren en het treurige gezicht, sloeg luid met zijn poot op de bank en riep: Stilte! En dan zich tot Poes Janetje wendende, sprak hij streng: „Poes Janet, vertel de recht bank, wat er gebeurd is!" De kleine zwarte poes sloeg de oo- gen neer, streek echt verwaand haar witte snorren nog eens op en begon toen, met een heel bedeesd poesenge luidje: „Zooals U wel aan me kunt zien, Edelachtbare, ben ik een heel net en zachtzinnig poesje, dat nooit krabt en altijd met heele kleine hapjes eet. Die daar en hierbij wees poes Janet naar Felix den Hond is echter een reuze schrokkebrok, die heele stuk ken naar binnen slikt. En als hij even de kans schoon ziet, mijn heele poesen bakje met eten of melk leeg schrokt. Verleden week is dat weer gebeurd. Ik had een half schoteltje melk laten staan, omdat ik 's avonds altijd zoo'n dorst heb en wat heeft die leelijke Fe lix toen gedaan, Edelachtbare?! Eerst had hij met veel gekwispel van dat ongelukkige stompje staart van hem allerlei heerlijke brokken van den baas losgebedeld en toen hij bijna niet meer loopen kon van het vele eten, had hij natuurlijk dorst gekregen van al zijn malle gespring en toen ik mij even om draaide om mijn gezicht te wasschen Naar het Fransch. Vtt fff WW f A 95. Ik zal je niet weerhouden, manne tje. Maar als je denkt, dat je mij kunt foppen, dan heb je het misJe ver laat het huis, maar gaat denkelijk niet ver uit de buurtIk zal je in het oog houden En terwijl ze met een provisiemand aan den arm het huis verliet, alsof zij boodschappen ging doen, 'tgeen zij al tijd deed, wanneer haar man van het magazijn du Louvre terugkeerde, meen de zij Loiseau te zien, die een restau ratie binnentrad, gelegen in de straat, waarin zij gewoonlijk de andere agen ten ontmoette. Kijk! Kijk! Ik vergistte mfj dus niet! Misschien was er, buiten de poging, die Gerard beproefde waarvan zij hoegenaamd geen bijzonderheden ken de nog wel een onverwachte gele genheid, om Haudecoeur te dtoen ont snappen. De straatdeur was gesloten. Zij berekende, dat alle bewoners reeds thuis waren en dus gedurende dezen avond niemand haar hulp meer noodig zou hebben. omdat ik zoo'n erge nette poes ben is Felix achter me geslopen en heeft met een paar likken van zijn ruwe tong al mijn heerlijke melk opgeschrokt. U kunt wel begrijpen, Edelachtbare, hoe verschrikkelijk boos ik werd. Toen wist ik mijn boosheid te bedwingen en aaide Felix met mijn zachte pootje over zijn neus en zei heel vriendelijk: Dat mag je niet doen, Feli! En wat deed die slechte hond toen? Hij hap te naar mijn pootje en als ik dat niet gauw weggetrokken had, zou die schrokop ook nog mijn halve poot heb ben opgeslokt en nu vraag ik U, Edel achtbare, wat moet een poes met 3y* poot beginnen? Welke poes kan met 3V2 poot de muizen achterna zitten?" „Hm", sprak de rechter, en wendde zich tot Felix den Hond met de woor den: „En nu, Felix, vertel jij eens, wat er gebeurd is!" Felix probeerde met zijn kleine stompje te kwiispel, keek erg onschuldig, Waarbij hij het wit van zijn oogen liet ziien, zoodat de Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bij Apoth. en Drogisten. wijze katers aan weerszijden van den rechter er naar van werden, en ver telde: „Er is geen woord van waar, ik heb de poot van poes Janet niet op gegeten, kijkt U zelf maar! Ik heb al leen maar een slokje van de melk geno men en die was bovendien nog zuur. Ik deed het alleen maar, omdat fk zoo'n droge keel had en dus niet kon blaf fen om het huis van mijn baas te be waken. En wat deed die valsche poes? Die sloeg haar klauwen iin mijn neus! En U weet zelf wel, Edelachtbare, dat onz eneus het kostbaarste is, wat wij bezitten, want daarmede moeten wij alles ruiken. Poes Janet had bijna mijn neus verscheurd en toen heb ik heel beleefd gezegd: Lieve Poes Janet, dat mag je toch heusch niet doen! En ik kon toch niet helpen, dat ze haar poot in mijn mond stak, toen iik die op'en deed om tegen haa,r te spreken?" „Het is mooi!" sprak de rechter, „en daarna zijn jullie aan het bakkeleien geslagen en hebben de porseleinen melkkan in de keuken stuk gegooid. Het is mooi! Maar ik weet er nu alles van. Jullie hebt beide evenveel schuld! Felix de Hond, omdat hij een schrokop is en de melk van de poes heeft op willen slokken en Poes Janet, omdat ze op een valsche manier haar nagels heeft uitgeslagen. Het gevolg is ge weest, dat de melkkan werd stuk ge gooid, waardocfr de huiisvrouw van Poes Janet en Felix den Hond heel boos is geworden, zoodat wij deze zaak hier voor de dierenrechtbank hebben moeten bespreken en nu veroordeel ik jullie tot het volgende: Poes Janet moet een heele week de helft van haar melk aan Felix afstaan. Dat zal haar ver draagzaamheid leeren. Bovendien moet ze dan een vroolijk poezenlied spinnen, luid op, zoodat iedereen het kan hoo- ren. !En Felix de Hond, aldus sprak de rechter tot Felix, diie met een verge noegd, verwaand gezicht zat rond te kijken en zijn lippen reeds aflikte, „jij moet eiken dag drie van de lekkerste stukjes 'vleesch, die je krijgt, bewaren en aan Poes Janet geven. En je moogt er fgeen kruimeltje van snoepen!" En 'na deze wijze uitspraak mochten alle poezen en honden weer naar huis gaan. Voordat de dag aangebroken was, waren alle dieren weer thuis en nie- Haar man had zij niet in het ver trouwen genomen. Hij was reeds lang thuis en te bed gegaan. Zij vulde haar mand met alles, wat Izij maar kon vinden, met koud vleesch, brood, noten, en een halve flesch wijn en met dit alles ging zij naar boven en ontsloot het kamertje van Haudecoeur. De arme gevangene lag uitgestrekt op den vloer en sliep koortsachtig, ter wijl hij onophoudelijk doo*r de nacht merrie geplaagd werd. Zij wekte hem, verschrikt door zijn rust. Mijnheer Haudecoeur! Mijnheer Haudecoeur! Hij bewoog zich, richtte zich op en zag haar aan. Wel? Wat is er? vroeg hij, zonder haar te begrijpen. Ik ben het. Juffrouw Leon Her kent gij mij niet?Zijt gij kwaad op mij, omdat ik u van honger laat omkomen? Nu begon hij haar te begrijpen en vroeg: En de agenten? Is er geen gevaar meer? Tenminste op het oogenblik niet. En mijn vrouw en dochter? Die zijn van uw toestand op de hoogte en deelen uw angstHi'er, dit is voor uGa het bij uw vrouw en dochter opetenWees niet bang, !als u het een of ander gevaar bedreigt, zal ik u waarschuwen... Ik zal de wacht houden mand kon zien, dat ze iin dien nacht weg waren gewest om recht te hoo- ren spreken over Felix den Hond en Poes Janet. Ik moet er nog bij vertel len, dat die twee hun straf eerlijk heb ben volbracht en dat, ze steeds goede vrienden zijn gebleven sedert dien tijd, zoodat ze ;iooit meer in de keuken heb ben gevochten. EINDE. Afscheid van den heer J. W. Gulden van de Brabantsche Arbeidersbeweging. Zaterdag 20 Augustus namen de Afd. van S. D. A. P. en Moderne Vakbewe ging in een tropische hitte afscheid van hun leider de heer J. W. Gulden. Om 7 uur betreedt de voorzitter van dezen avond, de heer D v. Zuidam het podium en spreekt als volgt Nu we dezen avond bijeen zijn voor de vergadering waarin onze vriend de heer Gulden voor het laatst in ons midden zal zijn, zijn wij eenerzijds met vreugde, anderzijds met weemoed ver vuld. Met vreugde omdat uit de opkomst uit alle plaatsen van het Land van Heusden en Altena blijkt dat het zaad het socialistische zaad dat de heer Gulden hier heeft gestrooid tot ontkieming ie gekomen. Toen de heer Gulden in 1921 van uit Roozendaal naar Werkendam kwam als monteur der Rijkstelegraaf waren er in het Land v. Heusden en Altena slechte twee afdeelingen der partij, namelijk in Werkendam en Woudrichem en drie afdeelingen van de vakbeweging even eens te Werkendam en Woudrichem. Elf jaar ruim is de heer Gulden in deze streek geweest en 11 jaar lang heeft de heer Gulden gewerkt aan de uitbouw der arbeidersbeweging op politiek en economisch terrein. Thans treft men in het Land van Heusden en Altena aan 9 afdeelingen van de partij der S D A P. en 17 afdeelingen van de vakbeweging. Dit resultaat vergadering is het werk van den heer Gulden, die nooit tijd en lichaam ontzien heeft, er op uit te trek ken om propaganda te maken, wat niet altijd even gemakkelijk was. Spr. memo reert vervolgens op welk een zware wijze meestal de propaganda moest worden gevoerd in dezen hoek van Brabant. De heer Gulden trok er op een keer op uit om te debatteeren in Rijswijk (N.-Br.), waar tot dien tijd nog niets was gehoord van het socialisme. Dit stond den tegenstanders niet aan en na afloop werd hem de vraag gesteld, of hij spreektijd genoeg had gehad, anders zou men hem wel eens in de sloot duwen. Op andere plaatsen werd hij ontvangen met het Wilhelmus enz. Het was dan altijd aan het wijs en tactisch beleid van de heer Gulden te danken dat er na korter of laDger tijd een afdeeling van partij of vakbond verrees. Zoo zou ik zegt spr. nog heel wat kunnen vertellen van de successen door den heer Gulden bereikt, maar ik wil ook den gasten de [gelegenheid geven. Spr brengt den heer Gulden voor al zijn werk dank en zegt dezen dank niet alleen te brengen in woorden, maar dat het de wenseh van alle kameraden was, dat de heer Gulden een blijvende herinnering zou meegegeven worden Het eerste geschenk is het portret van onzen helaas te vroeg overleden leider Pieter Jelles Troelstra waarvan spr. hoopt dat het een plaats in zijn nieuwe woning zal krijgen, en dat het den heer Gulden steeds zal bezielen met ijver en lust voor het socialisme te werken Het tweede geschenk is een fraai rooksttl met kistje sigaren. Dan richt spr. zich tot de echtgenoote, mejufirouw Gulden, die niet minder als haar man den dank en achting heeft Hij ging naar beneden, terwijl hij in- tusschen een .stuk brood nuttigde. De honger begon hem zoo te kwel len, dat ,hij dien avond echter herhaal delijk flauw viel. Met een goedigen glimlach zag moe der Leon hem na. Die zullen in hun schik zijn, mom pelde zij, terwijl ziij aan de deur van juffrouw Haudecoeur klopte. Na dit gezegd te hebben, verliet zij hem. "Louise lag reeds te bed. Toen zij gerucht hoorde, ontwaakte zij. Juffrouw Haudecoeur, die hare oo gen afmartelde, om bij het licht van een kleine lamp te werken, snelde op haar man toe. Wij dachten, dat je ons weer ont nomen was. Duivels! Dat heeft niet veel ge scheeld. En terwijl hij zijn dochter omhelsd had, ging hij bjij het bed zitten en zette zijn maal voort. O! De tijd is mij zoo lang geval len! Zóó dicht bij de mijnen te wezen en hen dan niet te kunnen spreken dat is hard Wat moet je een honger gehad hebben, arme man! Terwijl hij lachte, zeide hij: O! Dat is nog het minste. Eensklaps vroeg hij: Zeg eens, wie heeft mij dit giste ren geschreven? En hij reikte Louise den brief van BRENGEN U GELUK I Een zeer geurige en krachtige koffie met alle groote voordeelen van ons bekende Letterssysteem I Vraagt Uw winkelier naar onze nieuwe uitgebreide Letterscirculaire, waarin alle bijzonderheden vermeld staan. Reeds werden 1140 extra-cadeaux uitgereikt. N V v.h. M. RAVENS WA AY ZONEN, GORINCHEM. verdient van de arbeiders uit deze streek, want ook zij werd gedragen door het ideaal gerechtigheid voor de menschheid, zij was het die het haar man mogelijk had gemaakt dit werk te doen zooals hij het heeft gedaan. Ook zij kreeg een fiaai geschenk een kapstok met kleed en vele bloemstukken. Ook u mejuffrouw Gulden hartelijk dank voor uw opofferend werk en wij hopen van harte dat het U goed gaat in Uwe nieuwe standplaats. Wij zien U met leede oogen gaan. Spr. deelt nog mede dat een telegram is ingekomen van B. B. en Gewestelijk Bestuur van verhindering wegens Vredes demonstratie te Maastricht. Het woord is dan aan Wethouder Viveen uit Woudrichem, welke in een kort, doch krachtig woord den heer Gulden dank brengt voor al hetgeen deze ge daan heeft voor de Woudrichem sche arbeiders en dankt voorts voor de harte lijke samenwerking in de 11-jarige periode die hij met dhr. Gulden mocht samen werken. Spr. hoopt dat het den heer Gulden met zijn gezin goed moge gaan. Het woord is dan aan de heer Hei doorn, Voorzitter Fed. var) Bestuurders bonden in Noord-Brabant, die den heer Gulden dank brengt voor het werk be steed aan de uitbreiding der vakbewe ging, dat de bestuurdersbond Land v. Heusden en Altena tot stand kwam is hoofdzakelijk te darken aan het initiatief van den heer Gulden. Spr. overhandigde den heer Gulden als dank een boekwerk de wetenschap van het leven van Wels. Dan is het woord aan den heer v. d. Stelt, voor HardinxveldGiessendam, die den heer Gulden dank brengt voor de aangename en leerzame vergaderingen welke zij met de beweging met de heer gulden mochten hebben, spr. overhan digde een kistje sigaren. Het woord is dan aan de heer Sterk, Gorcumsche Bestuurdersbond, die dank brengt voor het vele werk aan de Gorcumsche beweging gedaan en over handigd een fraaie Ets, voorstellende Oud-Gorcum. De heer Dekker uit Gorcum spreekt een woord van persoonlijken dank, mede namens zijn vrouw en kinderen. De heer T. v. d. Berg brengt dank namens Metaalbewerkers „Gorcum" en de Arbeidersmuziekvereeniging „V olhar- ding" welks oprichting mede door ini- Gerard. Louise bloosde: Mijnheer de Beaupreault, ant woordde zij. Opnieuw trof het Haudecoeur, op welken teederen toon zij dien naam uitsprak. Louise, zeide hij, terwijl zijn ge laat plotseling een ernstige uitdrukking aannam, je kunt dien jongen man niet liefhebben. Vader! Je kunt het niet, herhaalde Haude coeur toornig, en ik zal je zeggen waar om. Daarna kun je zelf oordeelen. Te Bourail hebben mijnheer de Beaupreault en Collivet, dien bediende van zijn ver moorden vader, m ijbezochf, zij hebben mij beiden verklaard, dat zij gekomen waren om mij te redden en Gerard be kende mij, dat hij je liefhad, dat hij aan mijn onschuld geloofde en dat hij jou gezworen had, mij van de galeien te bevrijden, om je liefde te verdie nen en een daad van rechtvaardigheid te verrichten. Hij had het mij beloofd, vader, en al heeft hij het niet gedaan, hij heeft toch niets verzuimd om u te kunnen redden. Zwijg, Louise, je spreekt, zonder alles te weten. Beiden hebben mij een onmogelijke ontsnapping voorgesteld. Ik nam het voorstel aan. Endie ont snapping was niets anders dan een valstrik, een schandelijke valstrik, waar in ik moest vallen en waarin ik ,'den dood zo(U gevonden hebben. tiatief van den heer Gulden tot stand is gekomen en brengt als geschenk mede een zilveren potlood, waarvan gehoopt wordt, dat hij het nog veel in dienst van de beweging zal mogen gebruiken. De heer Mol declameert daar op rijm de wederwaardigheden, welke de heer Gulden alzoo mede heeft gemaakt op de propaganda-reizen, hetgeen nu en dan de lachspieren in beweging brengt en overhandigde, als dank van de partij afd „Gorcum", een fraai boekwerk. De heer Dijkstra, voorzitter Afd. Land van Altena „E.N.A B.", brengt daarna dank voor het werk van den heer Gulden en hij hoopt, dat al moeten wij de krachtige leiding van den heer Gulden ook missen het steeds voorwaarts zal gaan in het belang der arbeidersklasse. Hierna een krachtige „internationale", welke door alle staande wordt gezongen. Dan neemt de heer Gulden het woord om dank te brengen aan alle kameraden voor de wijze, waarop men thans af scheid neemt van hem. In een rede van een uur vertelt hij van zijn werk, wat hij gedaan heeft in deze streek en vooral vergeet hij daarby niet het pro pagandistische op den voorgrond te brengen, er uitdrukkelijk op wijzende dat allen mede zullen moeten werken om het beoogde doel n.l. het socia lisme te verwezelijken. Daarna volgden enkele voordrachten van de heeren Mol uit Gorinchem en v. d. Stelt uit Hardinxveld, welke tranen in de oogen deden komen van 't lachen. De heer Zuidam dankte nadat een collecte is gedaan voor een kameraad, die een ongeluk heeft gehad in Breda met de vredesbetooging alle kame raden voor hun medewerking voor dezen avond en roept de medewerking in voor de toekomst. Dankt nogmaals den heer Gulden voor zijn groot en opofferend werk in het Land van Altena en hoopt dat het hem en zijn gezin goed moge gaan in zijn nieuwe standplaats en dat hij ook daar weer zal werken tot op bouw van het socialisme. Met een „lang zullen ze leven" en de „internationale" wordt de avond gesloten. Vader, dat is onmogelijk... Een valstrik zeg ik je!Een leugen!Een misdaad! Gerard is niet in staat tot zulk een lage daad Ik heb er de bewijzen van! De bewijzen! Ja. Ik zelf hoor je mij, vrouw, hoor je 't Louise? ik heh gezienj, ho(e Collivet ,de medeplichtige van de Bieaupreault, met een bewaker mijn vlucht bespiedde, met een geladen ge- wyeer in de hand, gereed', om mij neer te schietenzij vermoedden mijn te genwoordigheid niet. Ik was eenige pass,en achter hen verscholen en hoor de hen toenik heb hunne woorden verstaan en ik heb hunne teleurstelling op het gelaat gelezen, toen zij mij niet zagen komen... Toen kon er geen twijfel meer voor mij bestaanHet was hen om mijn leven te doen. Louise verbleekte en wankelde. Geloof je mij nu, mijn ongelukkig kind? Neen, vader, neen zeide zij dat is zóó schandelijk, dat het onmoge lijk is. Gerard kan tot zulk een daad niet in staat zijn En toch is het zoo. Met welk doel zou hij het gedaan hebben?... Waarom uw dood? Denk eens na vaderGij hebt gedroomd' Gij hebt verraad meenen te zien, waar gij bewaakt werd Haudecoeur glimlachte bitter en haal de zijn schouders op. (Wordt vervolgd). Nieuwsblad i_- JU" - -». j LETTE11S-K0FFIE PAARS Ms SO Gent per ball pond, -O—

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 5