Tweede Blad
No. 5284 Vrijdag 2 Dec.
Hisïssrrrarf.
Een gescM van blijvende
waarde is en blijft steeds
LETTERS ARTIKELEN
KARNMACHINES
voor het klein Boerenbedrijf.
ÜSTo. 8
4
5
O
WILLEM DE BRUIN,
Tel. Int. 220. QORINCHEM.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Firma L. J. VEERMAN
Kinderrubriek
Dat is fijn, zoo'n
mooie BRIL als
En een pracht-
sorteering, bij
Gediplomeerd Opticien.
FEUILLETON.
Prachtige uitvoering, fabrikant ADAM SCHMIDT.
Fl. 23 00
26 00
28 50
32 50
HET BESTE VAN HET BESTE.
RAVEN SWA AY'S
BEHOORENDE BIJ HET
Zoo kan het niet langer!
Verban die dagen, waarop gij door
pijn in uw rug en spieren, door
urinestoornissen, hoofdpijn en dui
zeligheid, door afgematheid, terneer
geslagenheid en uitputting uw werk
niet doen kunt. Deze verschijnselen
zijn dikwijls de eerste waarschuwin
gen van verzwakking der afschei
dingsorganen.
Van de gezondheid en kracht de
zer organen hangt uw welzijn af.
Zijn zij verzwakt, dan hoopen urine
zuur en andere schadelijke stoffen
zich op, welke rugpijn, spit, water
zucht, graveel en blaasstoornissen
veroorzaken.
Herstel uw gezondheid door van
af heden Foster's Rugpijn Pillen te
gebruiken. Dit speciale middel werkt
rechtstreeks op de betreffende orga
nen, neemt de oorzaak weg van uw
lijden, waardoor gij u weder spoe
dig flink en gezond zult voelen.
Bij alle drogisten enz. a f 1,75 per
flacon.
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen van de raadsels
van verleden week luiden als volgt:
1. Pot /lood is potlood.
2. Strijkstok van een viool.
7 3. Ossetong.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Ik ben een groot viervoetig beest.
Zet mijn zuster achter mij en doe ver
volgens nog mijn kop er bijdan
word ik een vogeltje! Ra, ra, wat is dat?
2. Ik ken een paar kleine venster
luikjes, die eiken avond zonder het
minste geraas van zelf dichtvallen. Wat
zijn dat?
3. Wanneer en waar kun je een
halven varkenskop met twee oogen
zien?
OOM KAREL.
DE SINTERKLAASVERRASSING
VAN KONING SLAPPEWAS.
Je zult het misschien bijna niet kun
nen gelooven, maar op den dag van
Sinterklaas was koning Slappewas ver
schrikkelijk uit zijn humeur. En toch
werd deze koning doog" zijn volk be
mind en was iedereen er steeds op
uit, den koning plezier te doen. Ko
ning Slappewas liep met bewolkt voor
hoofd door de groote zalen van het
paleis, stampte af en toe van boosheid
op den grond, schopte den prullemand
onderste boven, en weigerde zijn bo
terham van het ontbijt op te eten, niet
tegenstaande er gebakken bloedworst
op het brood was, waar de koning
anders dol op was. Iedereen in het
paleis liep doodsbenauwd op zijn tee-
nen en de hofmaarschalk stond te tril
len op zijn beenen, omdat de koning
hem aldoor zoo verwijtend aankeek,
net of de koning dacht, dat de hofmaar
schalk iets leelijks gedaan had, iets
van den koning had weggenomen of
zooiets.
Wat was er toch gebeurd? Dat zal
ik je vertellen. Vanaf den tijd dat ko
ning Slappewas nog maar een klein
prinsje was, had hij ieder jaar, gedu
rende de week vóór Sinterklaas, el-
ken morgen iets lekkers van Sinter
klaas in zijn schoen gevonden. Toen
de koning eenmaal groot was gewor
den, zette hij eiken dag zijn grootste
kaplaars onder den schoorsteen, omdat
daar het meeste in ging. Den eenen
dag vond de koning er 's morgens dan
een groote echte taaivrijer in, den ande
ren dag een reusachtige groote bloed
worst van marsepein, weer een an
deren dag een mooie koningskroon van
melkchocolade in echt goudpapier en
zc^o ging het de heele week door.
En inu dit jaar? Dit jaar was \het
verschrikkelijk geweest. Den eersten
dag vond de koning in zijn schoen
een oudbakken korsje spikkeltjeskaas!
Den tweeden dag... een stukje paar-
denroggebrood met paardeboonen erin!
Den 'derden dageen oud puntje le
verworst! Den vierden dag... het laat
ste puntje van een zak bruine suiker!
Den 'vijfden dag... een gekookte biet!
Den zesden dag... een kauwgombal!
En 'vanmorgen, op den zevenden dag
had ;de koning... een witte muis in
zijn 'schoen gevonden!
[ZUSTERHUIS 6.
Naar het Fransch.
<n
z>
123. I
Haar bekentenis is mij niet voldoen
de. Zij heeft een schot gelost op een
oogenblik, dat zij in dien ontoereken-
baren toestand was, die in krankzinnig
heid eindigt. Weet zij zelfs of zij een
schot gelost heeft? Zij twijfelt immers.
Wat betreft de verklaring van Haude
coeur omtrent die twee kogels, die is
gjeheel juist. Als de politie destijds
bekend was geweest met de poging
tot moord, die mevrouw de Beaupreault
beproefde, dan zou die ongelukkige
Haudecoeur wellicht niet gearresteerd
zijn.
Wat denkt ge te doen?
Twee mijner agenten sporen Hau
decoeur op en tevens Collivet. 't Bevel
hiertoe heb ik eerst eenige dagen ge
leden gegeven; ge ziet dus, dat deze
geschiedenis, waarvan ik slechts eenige
hoofdstukken ken, mij niet werkeloos
Iaat. Mijn agenten moeten Haudecoeur
ondervragen naar de rol, die Collivet
gespeeld heeft, daarna kunnen zij hem
arresteeren of in vrijheid laten.
Waar zijn ze? 'tZal noodig wezen,
hen te waarschuwen. Daardoor voor
komen wij wellicht een ongelukdat
misschien plaats zou hebben, indien zij
uwe bevelen niet opvolgden.
Sedert twee dagen hebben mijn
agenten mij zonder eenig bericht ge
laten. Ik kan u echter mededeelen, dat
zij mij in hun laatste bericht mededeel
den, dat zij meenden, Haudecoeur op
het spoor te zijn.
Demarr onderdrukte een glimlach.
Maar de chef zeide tot hem:
Zie hier, en lees dit eens.
Demarr las:
„Onze man is in Normandië.
Hij gaat naar Rolleboise!"
En toen de advokaat een verbaasd
gezicht zette, vervolgde hij.
Gij ziet, dat gij niet te veel moet
spotten. 'tZijn geen domooren. En't
zou mij niets verwonderen of op het
oogenblik zijnj ze in den omtrek van
Expilly, waar hun hondenneus hen
heengevoerd heeftGij vroegt mij
zooeven wat ik dacht te doen, zoolang
ik niet weet wat Chaumont en Loiseau
Dus geduld! Ik ben er zeker van, dat
gevonden hebben, kan ik niets doen.
er reeds morgen of overmorgen nieuws
zal wezen... Tot dien tijd moeten wij
dus wachten.
Kan ik er op rekenen, dat gij mij
zult waarschuwen?
Natuurlijk en zelfs zonder één mi
nuut te verliezen.
De beide mannen namen afscheid.
Op den drempel keerde Jean Demarr
zich om en ondervroeg met een stil-
zwijgenden blik den chef van den vei
ligheidsdienst die hem uitliet.
„Het is wat moois", mopperde de
koning hardop. „Het is wat moois!
Een oud-bakken stuk spikkeltjeskaas
voor een koning! Een witte muis! En
een puntje bruine suiker! Heb ik daar
voor iederen avond Sinterklaasliedjes
onder den schoorsteen gezongen en
een bos van het fijnste klaverhooi voor
het paard van Sinterklaas neergelegd?
Heb ik soms niet het heele jaar braaf
opgepast en druk geregeerd? Sapper-
demallemosterdpot-met-krentenWaar
om 'krijg ik dan niets in mijn schoen
van den Sint?"
„Mmmmajesteit", stotterde de Hof
maarschalk, ,-Mmmmajesteit,, mmmmis-
schien heeft de Sint er toch wel iets
in gedaan?! Maar heeft iemand anders
het gestolen en er die vieze dingetje9i
voor in de plaats gelegd. Ik wil na
tuurlijk niemand beschuldigen, Majes
teit, maar hiernaast woont een ver
schrikkelijk arm klein jongetje in een
hutje, misschien heeft die wel
EEN VULPENHOUDER
EEN VULPOTLOOD
EEN PORTEFEUILLE
EEN SIGARENKOKER
EEN PORTEMONNAIE
Al deze artikelen vindt U in ruime
sorteering in den Boekhandel van
TE HEUSDEN.
„Zou je denken?", bastte de koning
los, ,,laat dadelijk dat jongetje gevan
gen nemen!" De hofmaarschalk snelde
heen en even later kwam de hoogste
generaal van het hof de zaal binnen
met in hun midden een klein jongetje,
dat verschrikt keek.
„Ha", riep de koning, „ben jij die
schavuit?! Zoo, nu zullen we eens kij
ken wie mijn lekkers uit mijn schoen
steelt. Kijk eens hier jongetje, hoe vind
je dit „lekkers" wel: Een hompje kaas,
een stuk paardenroggebrood, een kauw
gombal, een gekookte biet, een puntje
bruine suiker, een vies stukje lever
worst en... een witte muis!"
Het jongetje, dat erg geschrokken
was, keek met groote oogen naar al
dit moois en riep uit: „O Majesteit,'
wat een heerlijke dingen! Dat is nu
precies wat ik eiken dag in mijn schoen
gewenscht had. Maar ik heb geen en
kele keer wat in mijn schoen gevon
den. Misschien is het er wel doorge-
vallen, want mijn schoen is erg stuk,
ziet U."
De koning zette oogen op zoo groot
als theeschoteltjes en vergat van ver
bazing zijn mond dicht te^doen. „Ik
zal een bruine boon worden, als ik
er iets van snap," riep hij eindelijk
uit, „wou je zeggen, dat je het lekkers
uit mijn schoen niet verruild hebt met
dat in jouw schoen?"
„O, nee,, meneer de koning, dat heb
ik heusch niet gedaan. Ik zOjU die din
gen van LJ, die U daar heeft, juist erg
lekker gevonden hebben als ik ze ge
kregen had. En bovendien ben ik geen
De chef begreep hem.
Wees gerust, mijnheer, 't Is lan
gen tijd geleden, dat ik zulk een belang
wekkend geval voor oogen heb. 't Be
kend te maken zou een lage daad te
genover u wezen.
En bovendien zou het een dwaasheid
wezen, daar het succes van een welbe-
waard geheim afhangt. Ik ben tevens
niet in staat tot een lage daad, noch
tot een dwaasheid.
Jean Demarr dankte hem hartelijk.
Niet alleen was hij nu minder ongerust,
maar het buitengewone belang, dat de
chef aan de zaak hechtte, was een
waarborg, dat het geheim spoedig op
gelost zou worden.
Hij liet zich naar de boulevard Males-
herbes brengen.
Daar bleef hij den geheelen avond
wachten.
Maar er kwam geen bericht van den
prefekt.
Den volgenden morgen evenmin. Een
gedeelte van den namidddag verliep
eveneens. Daar hij zich niet langer be
dwingen kon, wilde hij naar de prefec
tuur gaan, toen de telefoonschel klonk.
Hij snelde er heen.
Hij kon zich niet bedwingen te sid
deren, toen hij de stem van den chef
vernam, t
Zijt gij het mijnheer Demarr?
Ik ben het.
Ik ben de chef van den veilig
heidsdienst. ;Er is nieuws. Kunt gij
even komen?
Ik ben vrij, en ben ter uwer be-
BRENGEN U GELUK
Sedert onze laatste publicatie werd aan onderstaande personen een
EXTRA-CADEAU uitgereikt
No. 4139 G. den Hartog, Langerak.
No. 4140 A. Vonk. Hoog-Blokland.
(Dit is reeds het 2e Extra-Cadeau
dat aan dezen verbruiker werd
uitgereikt.)
No. 4441 W. R. v. d. Pijl v. d. Stelt,
Nieuwendijk.
No. 4142 W. den Hartog,
Giessen-Nieuwkerk.
No. 1143 A. Sterk, Spijk.
(Dit is reeds het 4e Extra-Cadeau
dat aan dezen verbruiker werd
uitgereikt).
No. 1144 A. Mens, Arkel.
No. 1145 M. v.d.Giessen,Gorinchem.
No. 1146 W. Stek,
Giessen-Nieuwkerk.
No. 1147 W. v. Gameren Wz.,
Drongelen.
No. 1148 A. v. Drunen, Almkerk.
(Als Extra-Cadeau voor winkeliers).
No. 1149 T. van Es, Gorinchem.
No. 1150 T. Berger, Lekkerkerk.
No. 1151 M. v. d. Stelt, Schelluinen.
No. 1452 P. A. v. d. Boogerd,
Zuilichem.
No. 1153 Jac. de Jong, Kaatsheuvel.
(Dit is reeds het 2e Extra-Cadeau
dat aan dezen verbruiker werd
uitgereikt).
En nu zorgen, dat U vóór 31 Januari 1933 een inzending Letters-
zakken aan ons kantoor kunt inzenden. U doet dan geheel gratis
mee aan de groote gratis Sweep-Stake. V ij f t i g geldprijzen
Hoofdprijs HONDERD GULDEN Leest de reclame-biljeften bij de
winkeliers
N V. v.h. M. RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM.
dief. En hoe zou ik in het paleis heb
ben kunnen "komen? Alle deuren zijn
's nachts op slot."
„Door het venster", fluisterde de hof
maarschalk.
„Best mogelijk", mompelde de ko
ning. „O, nee,, majesteit, heusch, ik
heb het niet gedaan," riep het jongetje
en huilde dikke tranen.
Op dat oogenblik werd er luid aan
het paleis gebeld en een oogenblik la
ter hoorde men zware stappen en het
gerinkel van kettingen in de gang. De
deur ging openen daar kwam Sin
terklaas binnen gestapt, terwijl hij Pie
termanknecht stevig aan een oor vast
hield.
„Meneer de Koning," sprak Sinter
klaas, „er is iets erg naars gebeurd. Pie
termanknecht, die zooals U weet, des
avonds aan de schoorsteenen luistert
naar de liedjes en die alle wenschen
van de kinderen en de grooten op
schrijft in een groot boek, heeft een
domme streek uitgehaald. Hij heeft aan
den verkeerden schoorsteen geluisterd
en heeft U het lekkers gebracht voor
in Uw schoen, dat eigenlijk bestemd
was voor een arm klein jongetje, dat
naast U woont. Ik geloof, dat ik daar
dat jongetje zie staan. Ja, dat is 'm.
Nu, en dat is nog niet het ergste.
Maar hij kwam hier 's avonds altijd
het laatste en dan hield hij altijd' de
m
schikking.
Kom dan, zonder tijd te verliezen.
Een half uur daarna waren de ad
vokaat en de chef bijeen.
Ziehier. Wat er te Expilly geschied
is, ;sedert het vertrek van Jean Demarr,
d.w.z. ,den vorigen morgen.
VII.
Chaumont en Loiseau verwachtten,
zooals men zich nog wel zal herinneren
een flinke berisping van hun chef, om
dat zij hun man in de rue du Marché
St. Honoré gemist hadden.
Zij hadden heel wat angst uitgestaan.
Toen zij vrijheid van handelen had
den gekregen, nadat Loiseau bij den
chef was geweest, waren zij een oogen
blik zeer verlegen geweest. Als zij met
een gewoon misdadiger te doen had
den, die als gewone dieven of moor- j
denaars te werk ging, zouden zij zijn
spoor spoedig ontdekt hebben; de Pa-
rijsche dieven zijn werkelijk goed bij de
prefectuur bekend; men kent al hun
gewoonten, hunne deugden en allen
met wien zij in betrekking staan, men
begeeft zich regelrecht naar de plaatsen,
die zij bezoeken en waar zij hunne
misdaden beramen.
Een goed agent van den prefectuur,
hoe weinig ervaring hij ook bezit, kent
spoedig alle misdadigers op zijn duim
pje. Maar met Haudecoeur was dit
niet het geval.
Haudecoeur was, zooals reeds uit het
proces gebleken was, geen gewoon
misdadiger en had niets gemeen met de
anderen. 'tWas een gelegenheidsmoor
denaar en geen beroepsdooder, in po-
litiestijl genoemd heette hij een ama
teur.
'tHuis in de rue du Marehé St. Ho
noré werd schier platgeloopen door
de politie. i
Een ieder, die maar eenigszins ver
dacht voorkwam, werd ondervraagd.
Ten slotte werd de waakzaamheid
opgeheven.
Bij een wijnhandelaar in de Boule
vard du Palais beraadslaagdden Loiseau
en Chaumont geruimen tijd.
Zij wisten werkelijk niet, wat zij
moesten doen.
Op het goed geluk vertrouwen was
in dit geval wel wat veel gewaagd,
hoewel het geluk anders in politiezaken
een groote rol speelt.
Dat kon de uitslag hunner onderzoe
kingen tot maanden, ja tot jaren ver
lengen.
Zij zagen elkander stilzwijgend1 aan
en tuurden op een leege flesch, die voor
hen stond, wachtende, zooals Loiseau
dit noemde, op een plotselinge inge
ving.
Je plotselinge ingeving wil maar
niet komen hé? zeide Chaumont.
Maar vanzelf komt die ook niet. Je
moet haar helpen.
Laten wij haar helpen. Niets liever
dan dat.
Laten wij kalm te werk gaan.
Ik luister.
(Wordt vervolgd).
)(icnw$btad
St. NICOLAAS-CADEAU.