Herdenking Willem van Oranje.
Buitenland
In het Groot-Auditorium der Leid-
sche Hoogeschool is Vrijdagmiddag, in
tegenwoordigheid van de Koninklijke
Familie, van zeer vele hoogwaardig-
heidsbekleeders en andere genoodigden
de „Vader des Vaderlands", Prins Wil
lem van Oranje, plechtig herdacht.
Zoodra het Koninklijke Gezelschap
gezeten was, besteeg de rector de ka
theder, opende de vergadering en sprak:
Majesteiten, Koninklijke Hooghe
den, aanzienlijk gehoor.
Voor de derde maal binnen acht ja
ren valt aan de Leidsche Univer iteit
het hooge voorrecht te beurt, Uwe
Majesteit en de andere leden van het
Koninklijke Huis, binnen haar muren
tezien, teneinde deel te nemen aan een
plechtige academische handeling, waar
in steeds opnieuw de nauwe band tus-
DE EERSTE AANSLAG OP DEN PRINS.
schen het Huis van Oranje en 's Lands
oudste hoogeschool treffend tot ui'ing
komt.
De wording van een staat en een
volk is zelden of nooit zoo eng ver
bonden geweest aan het leven van één
groot man, als dit het geval is ten op
zichte van den Nederlandschen staat en
Prins Willem van Oranje. Die samen
hang wordt nog merkwaardiger door
het feit, dat op het meest bewogen ipunt^
in de worsteling van dat volk en het
streven van dien man ook de grond
slagen zijn gelegd voor de opkomst
van een nationale studie en wetenschap.
Indien de Academische Senaat voor
de plechtigheid, die ons heden bijeen
houdt, den dag koos, waarop de Prins
het octrooi tot stichting der Universiteit
uitgevaardigd heeft, dan is dit niet om
daarmee de Universiteit in het middel
punt van deze herdenking te plaatsen.
In dit eeuwjaar van 's Prinsen geboorte
geldt de viering van zijn gedachtenis
het gansche menschenleven, dat in 1553
begon, in al zijn onschatbare historische
beteekenis. Met de keuze van den 6en
Januari getuigen wij enkel van onze
onvergankelijke dankbaarheid voor de
bij uitstek wijze en ver vooruitziende
daad van den Vader des Vaderlands,
die vorm kreeg op dien dag.
Toen de rector had uitgesproken,
zong van de galerij een dubbelkwartet
van studenten, onder leiding van den
heer Richard Boer, vierstemmig het
eerste en het laatste couplet van het
bekend Geuzenlied: „Helpt nu U self,
soo helpt U Godt".
Daarop ving prof. Colenbrander,
hoogleeraar in de vaderlandsche ge
schiedenis, aan met het uitspreken van
de herdenkingsrede.
„Majesteiten, Koninklijke Hoogheden,
Excellentiën, dames en heeren, zeer aan
zienlijke vergadering", zoo ving de spre
ker aan.
De Leidsche hoogleeraar, die op de
zen dag U van Oranje spreekt, ver
vult daarmede, in naam zijner Universi
teit, een plicht der dankbaarheid. Maar
niet van stad en hoogeschool zal hij
U gewagen: het beeld, dat hij voor
U heeft op te roepen, is daartoe te
groot. Aan het begin der nationale
geschiedenis van Noord-Nederland ver
schijnt ons Oranje's figuur inderdaad
in reuzengestalte. Deze plek hier over
schaduwend, de ruimere historische om
geving: ons vaderland, geheel beheer-
schend, trekt hij tegelijk blikken tot
zich uit een groote verte: immers hij
behoort mede aan de overige Neder-
landen, ja bezet een eigen plaats in dat
groote geheel van haast onbegrensde
uitzetbaarheid protestantsch WesPEuro-
pa. Na Coligny en van nog algemeencr
beteekenis dan hij is Oranje martelaar
geweest eener vruchtbare gedachte,
waarin de Republiek der Vereenigde
Nederlanden, het Zwitsersche eedge
nootschap, Schotland, Noord-Amerika,
het Brandenburg van Louise Hemiëtte
en voor een deel dan toch Engeland
en Frankrijk hebben geleefd: de ge
dachte der Christelijke vrijheid, die in
de tweede helft der zestiende eeuw om
adem vecht, en door Oranje gekoesterd
is in zijn hart, bezonnen in zijn brein,
en met zijn bloed betaald.
Oranje de wegbereider der Christe
lijke vrijheid, grondvester der Christe
lijke verdraagzaamheid; zoo hij, als het
moet, tooneelmatig weet te zijn (want
hij is zich zijn beteekenis bewust) h.ij
is tegelijk een aantrekkelijk, een nobel
mensch geweest, toonbeeld van kiesche
humaniteit in een tijd die grimt van
wreedheid. Waarmede begint zijn hoo-
ger leven: met dien kreet in 's lands
Raadsvertrek, dat hij niet aanzien kan
dat vorsten heerschen willen over de
zielen der menschen; dat het zijn ziel
verbijstert een mensch te zien verbran
den om wat hij beleed uit zijn gemoed.
Waarin bestijgt het zijn top: in die
tweede unie van Brussel, waarbij hij
de onderteekenaars zich verbinden doet,
noch hen die de katholieke kerk ver
laten hebben, noch hen die haar trouw
LOUISE DE COLLIGNY.
zijn gebleven, geweld aan te doen, te
beleedigen of te benadeelen.
Spreker riep vervolgens de vijf ge
stalten in de herinnering, waarin de
prins ons achtereenvolgens verschijnt:
van den Brusselschen edelman, den
vorst-bevrijder, den rebel, den ruwaard
van Brabant, den martelaar.
Oranje heeft de kracht niet vermoed,
aldus besloot spr., waarmede het Noor
den, met afstooting zelfs van verdach
te buitenlandsche hulp, zich tegen Par
ma zou kunnen handhaven. De Unie
bleef behouden. Het was nooit Oran
je's wensch geweest. De geünieerde
provinciën als groote mogenheid, h.j
heeft ze in den droom niet gezien. En
toch is hij de vader van dit ons kleine
vaderland, dat groot bleek te zijn in wat
Oranje's generaliteit ontbrak; burger-
tucht en Christelijke verdraagzaamheid,
i Wij hebben zijn les niet versmaad.
Ons volksleven heeft deel aan een ge
dachte, die grooter was dan het Hol
land, grooter dan de Neder.anden van
zijn tijd, die Europa veroverd heeft,
die wij nog ten huidige dage niet kun
nen missen. Wat in ons waarde heeft,
het is in vrijheid gegroeid, en in de
sfeer der vrijheid alleen zal Nederland
leven. Wat hij in zijn volk, in z.ijn
huis heeft ontvonkt, het is ons kracht
geworden zonder wederga, ons beider
kostbaarste goed nog heden. Ons ont
roert nog zijn gedachtenis als geen
andere het vermag; onder haar be
schuttend lommer zweren wij Neder
landers van thans onze veeten af, en
reiken elkander de hand.
Na de rede van Prof. Colenbrander
zong het koor, eveneens vierstemmig,
het eerste lied uit den Gedenkklank
van Valerius: „Hoe groot, o Heer!
en hoe vervaarlic"
Vervolgens sprak de rector het slot
woord.
Hierop zette het koor, terwijl allen
zich van hun zitplaatsen verhieven, het
laatste couplet van het „Wilhelmus"
in vierstemmig gezongen: „VoorGodt
wil ich belijden enz. Daarna volgde
het eerste couplet, dat door allen werd
meegezongen.
DE MOORD DOOR BALTHASAR GERARDS.
ZIJN VADER DOOGESCHOTEN.
WILLEM DE ZWIJGER
-o
DROEVIG EINDE VAN EEN UIT
STAPJE.
Een schoolklasse had per tram van
Boedapest uit een uitstapje in de bergen
ondernomen. Juist terwijl de meisjes weer
instapten, weigerden de remmen en zette
de tram zich in beweging en reed de
helling af. Met een snelheid van 60 K.M.
sprong de tram uit de rails en sloeg tegen
een mast. Hierbij werden de bestuurder
en 10 meisjes levensgevaarlijk gewond.
—O—
ERNSTIGE VULCANISCHE UITBARS
TINGEN IN CHILL
Uit het Andes-gebied worden opnieuw
hevige vulkanische uitbarstingen gemeld.
De vulkanen Lonquimay, Calbuco en
Llaima (Chili) zijn in werking. Groote
asch- en rookwolken worden bij de wer
king ontwikkeld. Vuurzui'en schieten hoog
in de lucht op, zoodat zij van verre zicht
baar zijn. De in de omgeving liggende
prairiën lijden groote schade tengevolge
van den hevigen aschregen Er zyn te
gelijkertijd krachtige aardschokken waar
genomen, terwijl de uitbarstingen vergezeld
gaan van heftige electiische stormen.
O—
GRIEPEPIDEMIE IN AMERIKA EN IN
ENGELAND.
De griep-epidemie, die New Yo k teis
tert, neemt nog steeds in omvang toe
en gaat vergezeld van ernstige gevallen
van longontsteking, tengevolge waarvan
reeds verscheidene personen om het le
ven zijn gekomen. Sedert het begin van
deze week zijn 85 personen gestorven
aan longontsteking en 19 aan griep. lede
ren dag worden honderden nieuwe ge
vallen gemeld en het is te vreezen, dat
het aantal slachtoffers nog toenemen zal.
In de groote bevolkingscentra van En
geland en Wales heeft de griup ook tal
van slachtoffers geëischt. Volgens offici-
eele gegevens zijn in de laatste week 300
personen aan de griep overleden.
O—
VISSCHERSVAARTLTG VERGAAN.
Een in Huil thuisbehoorende treiter, de
„Endon", is in de Noordzee gezonken na
een aanvaring met een onbekend schip.
Men vreest dat de bemanning van 12
koppen is omgekomen. Het eerste nieuws
van de ramp bereikte Huil, toen een
andere treiler daar met de vlag halfstok
binnenkwam. Deze treiler, die een nood
signaal van de „Endon" had ontvangen,
j had het lijk van een van de leden van
de bemanning aan boord Het was uit
zee opgevischt Van de andere opvarenden
had men geen spoor kunnen ontdekken.
De thuiskomende treiler had een poging
gedaan, de „Endon naar de kust te
sleepen, maar men had de poging moeten
opgeven en de „Endon" was daarna ge
zonken.
—O
VIER PERSONEN VERMOORD.
Naar uit Zolkief (Oost Galicië) wordt
gemeld, zijn in den nacht van Zaterdag
op Zondag in de omgeving van Klodno
eenige tot nu toe onbekend gebleven per
sonen het huis van den koopman Feld
binnengedrongen. Zij vermoorden de ge-
heele uit vier personen bestaande familie
plunderden de woning, staken het huis
in brand en ontkwamen met een rijken
buit in onbekende richting. De verkoolde
lijken van de vier slachtoffers van den over
val vond men nadat de brand was gebiuscht.
Fritz Mennicke te Halle, een jager,
wilde ook zijn zoon tot jager opvoeden.
Hij was gewoon den jongen zijn geweer
te laten schoonmaken. Zaterdag was hij
laat 's nachts teruggekomen van de jacht
en naar gewoonte had hij zijn geweer
aan zijn zoon gegeven, teneinde het schoon
te maken. Plotseling ging het schot af,
dat den vader trof. Het bleek dat Men
nicke bij vergissing nog een schot in het
geweer had laten laten zitten. Hij werd
zoo zwaar gewond, dat hij kort daarop
overleed.
O—
COMMUNISTISCHE OMWENTELINGS
POGING TE BARCELONA
Volgens berichten uit Barcelona hebben
Zondagavond laat syndicalisten tezamen
met communisten wederom een omwente
lingspoging gedaan. Tot dusver staat
vast, dat een infanteriekazerne en het
gebouw van ue politiednectie zijn be
stormd Bovendien is het Centraal station
van Barcelona in handen van de opstan
delingen gevallen, die op ruime schaal
gebruik hebben gemaakt van bommen en
handgranaten. In de geheele stad weer
klonk krachtig machinegeweervuur. Reeds
zouden tal van dooden en gewonden ge-
rallen zijn.
O
IN SNEEUWSTORM OMGEKOMEN.
Op den Schotschen berg Cairngorn zijn
twee bergbeklimmers tijdens een sneeuw
storm omgekomen.
O
EEN RUSSISCH LUCHTSCHIP
VERONGELUKT
Bdjkens een bericht uit Helsingsfors
aan „Berlingske Tidende" is de Russische
luchtvloot door een ernstig ongeluk ge
troffen. Bij een tocht van 't met 3
motoren uitgeruste luchtschip W 2 zijn
op weg van Krasnorgordeis naar Le
ningrad de motoren onklaar geraakt,
zoodat het sch.p door den wind in de
nabijheid van Nowgorod in een bosch is
gedreven Het is de bemanning gelukt
zich te redden
Het luchtschip was eenige dagen voor
Kerstmis naar Moskou gestevend, waar
het aan oefeningen zou deelnemen en er
later gestationeerd zou worden.
O