Tweede Blad
No. 5296 Vrijdag 13 Jan.
Zietesmart.
BEZOE
Eerste Hu
PUROL
engëlscde spitsciioppe
f 1.35 f2.00
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
lulp
voor de verbruikers van de Letters-Artikelen
BELANGRIJK
BERICHT
Kinderrubriek
FEUILLETON.
HEUSDENSCHE
MAAN
Donderdag 19 Jan.
N.V. vh M. RAVENSWAAY ZONEN TE GORINCHEM.
Het Beste van het Beste Z1
IjzerhandelGORINCHEM
P
Onder Garantie
BEHOORENDE BIJ HET
Wederom Rugpijn!
Voortdurende pijn in de lendenen,
of scherpe steken als gij n bukt of
opricht, wijzen op verzwakking der
organen in den rug. I)es te meer,
als gii tevens blazen onder de oo-
gen, duizeligheid, hoofdpijn of uri-
nestoornissen kunt opmerken.
Verwaarloozing dezer verschijnse
len kan aanleiding/geven tot ernstige
kwalen. Er bestaat1 gevaar voor maan
denlange pijn of werkeloosheid door
rheumatiek, isphias, spit, blaaszwak-
te, waterzucht,/enz.
Laat Foster's Rugpijn Pillen de
organen weder tot "gezonde werking
brengen, zoodat het urinezuur en de
andere schadelijke stoffen weder uit
het bloed gefiltreerd worden. Reeds
jaren verwierf dit speciale middel
naam /door tallooze mannen en vrou
wen/van eiken leeftijd hun gezond
heid en kracht te hergeven.
Bij alle drogisten enz. a f i .7 5 per
flacon.
Beste meisjes en jongens.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Neem een boom en doe daarbij
één eldan krijg je een riviertje
in Gelderland. Ra, ra, wat is dat?
2. Ik ken een school... die nooit
vacantie krijgt. Maar ze hebben dan
ook geen onderwijzers of onderwijze
ressen. Toch blijven ze steeds ordelijk
en netjes bij elkaar. Wat is dat nu voor
een school
3. Wie heeft een hals en toch geen
hoofd? En wie een voet en toch geen
been?
OOM KAREL.
HET DAPPERE KLEERMAKERTJE.
Er was eens een jonge kleermaker.
Op een mooien zomermorgen zat hij
op zijn tafel voor het venster en zat
ijverig aan een nieuwe jas te naaien.
Toen kwam er een vrouwtje voorbij,
die aan een juk een paar groote potten
met honing droeg en die riep: „Lekkere
honing! Wie koopt er lekkere honing?
Het kleermakertje, dat veel van honing
hield, stak zijn hoofd' buiten het ven
ster en riep: „Kom maar eens boven,
vrouwtje, hier raak je je koopwaar
wel kwijt!"
Het vrouwtje klauterde de drie trap
pen naar het kamertje van den kleer
maker op met haar zware potten met
honing en moest voor het kleermakertje
alle potten open maken. Hij bekeek ze
allemaal stuk voor stuk, rook er met
zijn neus aan en zei dan eindelijk: „Die
<r
Naar het Fransch.
sss s;
2m
136.
Dien avond 'liet hij Denise en Su
zanne alleen uitgaan.
Daarna bestrooide hij het laantje, dat
naar de tuindeur liep, met zand.
Toen begaf hij zich naar zijn doch
ter en huiswaarts keerend, zorgde hij
er voor, dat zij langs een anderen weg
de villa bereikten, opdat het zand tot
aan den nacht onaangeroerd bleef.
Den volgenden morgen vroeg, voor
dat iemand rontwaakt was, stónd Col-
livet reeds op en bekeek den grond
in het laantje.
Dit keer was zijn list nog niet ge
lukt. Er was niemand over het zand
geloopen. Misschien had Suzanne de
list van haa,r vader doorzien.
Maar Collivet was er de man niet
naar, om zich dadelijk gewonnen te
geven.
lederen avond hervatte hij dit werk
op hetzelfde uur en met dezelfde voor
zichtigheid. En den derden morgen
ontdekte hij op het zand de voetstap
pen zijner dochter.
Deze voetstappen richtten zich naai
de tuindeur. Suzanne bedroog hem
dus en verliet 's nachts haar woning.
Toen hij haar eenige oogenblikken
honing lijkt me wel lekker! Weeg voor
mij maar een half ons af!" Het vrouw
tje, dat gehoopt had flink wat te ver-
koopen, gaf hem wat hij verlangde,
doch ging boos en knorrend weer heen.
Zonder zelfs goeden dag te zeggen!
Het kleermakertje lette er echter niet
op en zei: „Die honing zal me heer
lijk smaken!" Hij ging naar de kast en
sneed een snee brood af en smeerde
daarop de honing. „Heerlijk", sprak hij
bij zich zelf, „dat zal me lekker smaken!
Maar eerst wil ik die jas afmaken!" Hij
legde het brood naast zich neer en
ging door met naaien, terwijl hij van
vreugde steeds grootere steken maakte.
Intusschen kwamen de vliegen op de
honing af en gingen allemaal op de
lekkere boterham zitten.
„Sapperloot", riep het kleermakertje,
„wie heeft jullie uitgenoodigd En hij
joeg de vliegen weg. De vliegen ver
stonden (echter geen menschentaal en
kwamen dadelijk terug terug, in steeds
grooteren getale. Toen liep het kleer
makertje den gal over, hij pakte een
doek en sloeg daarmede onbarmhartig
naar de vliegen. Toen hij zijn woede
gekoeld had, lagen er zeven doode
vliegen voor hem.
^Sapperloot!" riep het kleermakertje
uit, „wat ben ik toch een reuze ke
rel!" Het kleermakertje was vol be
wondering voor zijn eigen dapperheid
en dacht bij zich zelf, dat moet de heele
stad weten! Haastig maakte hij zich
zelf een gordel en borduurde daarop
met groote letters de woorden: „Ze
ven in één klap!" „Och wat,'" sprak
hij verder, „de heele stad? De heele
wereld moet het weten!"
Hij deed de gordel om en wilde
de wijde wereld in, omdat hij meende,
dat zijn kamertje veel te klein was voor
zoo'n dappere kerel als hij. Voor hij
wegging zocht hij het heele huis af
om te .zien of hij niets mee ;kon nemen.
Hij vond echteir niets anders dan een
oud stuk kaas en stopte dat in zijn zak.
In den tuin zag hij een vogel, die in
het struikgewas verward was geraakt.
Deze nam hij ook mee. Welgemoed
ging hij op weg. De weg voerde hem
over oen berg en toen hij de hoogste
top bereikt had, zat daar een geweldige
reus, die op zijn gemak om zich heen
zat te kijken. Het kleermakertje ging
moedig op hem af, sprak hem aan en
zei: „Goeden dag kameraad, zeg eens,
jij zit daar ook! maar op je gemak en
kijkt de wijde wereld in! Ik ben juist
op weg daarheen en wil eens zien, wat
er te koop is. Heb je lust om met me
7
a/groot en klein,
Om in het gezin aan
dadelijk hulp te kunnen verleenen bij
Brandwonden en Snrjwonden en alle andere
Huidverwondingeft, is het zoo veilig thuis al
tijd bij de hand te hebben een doos of tube
daarna in huis aantrof, kon hij zijn
toorn nauwelijks bedwingen. Maar toch
moest hij zich goed houden. Vanaf
dien dag bespiedde hij haar meer. Twee
avonden wachtte hij vruchteloos. Den
derden avond stond hij tegen elf uur
achter eenige boomen vóór zijn villa
zoodanig verscholen, dat hij niet gezien
kon worden, maar toch zelf alles kon
zien. Vooral de huisdeur hield hij in
het oog. Eensklaps bemerkte hij, hoe
donker het ook was, een vrouw, wier
gelaat gesluierd was en die herhaal
delijk om de villa liep, alsof zij er zich
van wilde overtuigen, dat er geen ge
vaar dreigde.
Collivet kon die vrouw niet herken
nen. En toch was het alsof hij zich
die gestalte herinnerde. Hij herinnerde
zich nu, dat hij haar reeds eenmaal ge
zien had, toen hfj fzijn dochter voor
de eerste keer bespiedde.
Maar dat was nog niet alles.
Die sierlijke gestalte kwam hem zoo
bekend voor!
Er kwam een naam op zijn lippen.
En die naam deed zijn hart luider
kloppen.
Marinette! Marie! Zijn Marie!
Zoover hij kon nagaan, was het de
zelfde stap, dezelfde gestalte.
Maar was zij het werkelijk?
Wat al dwaze gedachten kwamen er
nu bij hem op!
Zou zij berouw hebben?
Zou zij, wetende dat Collivet daar
was, zich niet aan hem durven vertoo-
nen, des nachts sidderend om de villa
dwalen in de hoop, dat hij haar ont-
mee te gaan?"
De reus keek het kleine ksleerma-
kertje verachtelijk aan en sprak: „Wat
wil jij, akelige kleine vlieg!"
„Wat zeg je daar?!" antwoordde het
kleermakertje, maakte zijn jas los en
toonde den reus zijn gordel: „Kijk maar
eens, daar kun je lezen, wat voor een
man ik ben!" De reus las: „Zeven in
één klap!" De reus dacht, dat het ze
ven menschen waren geweest, die het
kleermakertje allemaal tegelijk versla
gen had en hij kreeg dus al een beetje
respect voor het kleine mannetje. Toch
wilde hij hem eerst op de proef stel
len. Hij nam een steen in zijn hand
en drukte die plat, tot het water eruit
druppelde. „Doe me dat maar eens
na," sprak hij, „als je zoo sterk bent!"
„Als het anders niet is!" antwoord
de het kleermakertje, „dat is voor mij
een dingetje van niets!" Hij greep in
zijn zak, haalde het stukje kaas te voor
schijn, drukte dat zoo hard, tot het
vet «er uit liep en riep: „Nou, dat is
wat anders, hé
De reus wist niet wat hij zeggen
zou en kon maar niet van het kleine
mannetje gelooven, dat die een steen
had fijngeknepen. Toen nam de reus
weer een steen op en wierp die zóó
oog in de lucht, dat je hem' met het
bloote oog nauwelijks meer kon zien.
„Zie zoo, kabouter, doei mij dat maar
eens na!"
„Niet kwaad", antwoordde het kleer
makertje, „maar die steen van jou is
toch maar weer op den grond terug
gevallen. Maar ik zal er eentje op
gooien, zoo hoog, dat hij niet meer
terug komt.
Wordt vervolgd).
Vragen op rechtskundig gebied
(Abonné's kunnen in deze rubriek
GRATIS vragen stellen).
Ik huurde eene boerderij in 1926 voor
zes jaren, eindigende 1 Mei 1932. Op 1
Mei jl. moest er nog een klein gedeelte
van het laatste huurjaar betaald worden,
doch ik had nog eene grootere vordering
volgens hetzelfde contract van verhuurder
te vorderen. Aangezien ik geen afschrift
van bedoeld contract had, vervoegde ik
mij dezer dagen bij verhuurder om inzage
van het contract. Verhuurder antwoordde
dat bedoeld contract er niet meer was,
als zijnde verloopen. Ik heb hem toen
verzocht mij binnen enkele dagen een
afschrift te willen sturen van het origi-
neele contract.
Zoo de verhuurder dat niet doen wil,
hoe kan ik dan mijn rechten het ge
makkelijkst verkrijgen
E. B.
U kunt uw tegenpartij niet noodzaken
het contract aan u over te leggen of te
laten zien. Daarom worden dergelijke
contracten gewoonlijk in duplo gemaakt
en aan ieder der partijen een exemplaar
afgegeven. Is het contract notarieel ge
maakt, dan kunt u bij den notaris een
afschrift bekomen.
Is er van iemand, die wegens ver
kwisting onder curateele staat en goederen
op rekening koopt, en niet betalen wil,
nooits iets te halen De curator, in dit
geval de vader, wenscht niet te betalen.
W V.
Daarvan is niets te halen, daar de
nietigheid van deze overeenkomst met den
onder curateele gestelde kan worden in
geroepen.
Een vriend van mij wil ik een zeker
moeten zou.
En hardop zeide hij plotseling:
Marie! Beste Marie!
Herhaalde malen liep zij hem voorbij
en zóó dicht, dat hij de parfum her
kende, die zij steeds gewoon was te
gebruiken.
'tWas Marinette, daaraan behoefde
hij nu niet meer te twijfelen.
Maar wat kwam zij hier doen?
Was het werkelijk voor hem, zooals
hij op het eerste oogenblik in de dwaas
heid zijner hartstocht gemeend had?
Langzaam liep zij de palmenlaan in.
Onder het venster van Suzanne bleef
zij nu plotseling staan.
Niettegenstaande de duisternis kon
Collivet haar bewegingen onderschei
den.
Zij raapte een handvol zand op en
wierp dat tegen het venster van Suzan
ne's kamer.
'tjonge meisje verwachtte dit tee-
ken zeker, want onmiddellijk werd het
venster geopend.
Suzanne stak haar hoofd uit het ven
ster.
Eenige woorden werden er gewisseld,
maar op zulk een zachten toon, dat
Collivet ze niet kon verstaan.
Daarna werd het venster weer ge
sloten.
Eenige minuten later werd de tuin
deur geopend en Suzanne wierp zich
in de armen van Marie, uitroepende:
Moedertje! Moedertje! Wat is
het laat! Ik dacht, dat u niet meer
kwam.
De verbazing van Collivet was zóó
Iedereen, die geheel gratis in het bezit wil komen van
HONDERD GULDEN in contanten of één der overige 50
geldprijzen, wijzen wij hiermede nog eens nadrukkelijk op
het volgende
Iedereen, die ons vóór 31 Januari a.s., een inzending
van 30 Letterszakken doet toekomen, ontvangt geheel gratis
een deelname voor onze groote gratis Sweep-Stake
Behalve de kans op een Extra-Cadeau dus bovendien nog
kans op HONDERD GULDEN in contanten
U hebt evenveel kans als ieder ander Zorgt er dus voor,
dat wij vóór 31 Januari 1933 een inzending Letterszakken
van U in ons bezit hebben.
)edrag leenen. Hij wil hiervoor zijn inven
taris als zekerheid ste'len. Is dit rechts
geldig Kan dit op schuldbekentenis ge
schieden, op welk zegel en is registratie
noodig
G.
J. F.
De vriend moet zijn meubels aan u
verkoopen voor het bedrag, dat hij van
u ontvangt. De meubels kunt u hem dan
in bruikleen afstaan. Van een en ander
moet door eene notarieele of onderhand-
sche acte blijken, die dan geregistreerd
moet worden.
Ik heb een knecht sedert drie jaren.
Het eerste jaar had hij een renteboekje.
Na dien is het opgestuurd en niet terug
komen. Nu krijgt hij een renteboekje
terug. Ben ik nu nog verplicht om de
achterstallige zegels te plakken
D. Z.
U zult eene vordering krijgen om de
zegels bij te plakken. Deze vordering mag
op twee afgeloopen jaren betrekking heb
ben. Uw knecht had een kaart moeten
vragen.
Eenige maanden geleden hebben wij
een accoord gemaakt met een boterleve-
rancier, van wien wij 80 pond boter zou
den betrekken van 48 cent per pond,
iedere maand 10 pond. We kregen hierop
een stoel cadeau, die wij direct hebben
ontvangen. Nu is de boter minder dan
VAN ELASTISCH STAAL VBRVAABDIGD
MET ESSCHEN HOUTEN STELEN.
TEL. INT. 220.
groot, dat hij de beide vroujwen^ die
hem gearmd voorbij liepen, niet volgde.
Dan kwam zij voor Suzanne!
Aanvankelijk kon hij niet denken.
Moest hij er zich over verheugen.
Daar Marie het jonge meisje zoo
lief had, zou zij niet lang aarzelen
om bij haar terug te komen, opdat zij
haar kon verzorgen en oppassen.
Geruimen tijd dacht hij na.
Er verliep een half uur.
De beide vrouwen waren naar het
meer gewandeld.
Hij had lust hen te volgen en een
verklaring van Marie te eischen. Maar
de vrees, afgewezen te zullen worden,
hield hem terug.
Hij verkoos de onzekerheid1 en den
verschrikkelijken angst boven een wei
gering.
Zijn tegenwoordigheid van geest ver
loor hij echter niet.
In Parijs had hij getracht Marinette
terug te zien en wel kort nadat zijn
poging tegen Haudecoeur op den zol
der van de rue du Marché St. Honoré
mislukt was.
Toen had hij vernomen, dat z|ij uit
Parijs vertrokken was!
Niemand kon hem zeggen waarheen
zij was gegaan.
En door een wonderlijk toeval vond
hij haar nu terug.
Hij wilde haar volgen en haar woon
plaats te weten komen.
Later, als hij tot kalmte was geko
men, zou hij nadenken.
Weldra zag hij vanuit zijn schuil
plaats achter de rotsblokken Suzanne
en Marinette terugkeeren.
De beide vrouwen namen afscheid
van elkander.
Dit geschiedde niet zonder talrijke
kussen en omhelzingen.
Herhaaldelijk keerde Suzanne, zelfs
wanneer zij reeds op den drempel stond,
tot Marie terug en omhelsde haar, alsof
zij haar nooit weer terug zou zien.
Collivet die weer door zijn jaloezie
beheerscht werd, riep uit:
Wat heeft zij haar lief!!
Eindelijk verdween Suzanne.
Marie bleef nog eenige oogenblikken
op dezelfde plek staan.
Waarop wachtte zij?
't Venster van Suzanne's kamer werd
geopend en opnieuw boog het meisje
haar hoofd naar buiten.
Zij bracht haar handen aan haar lip
pen en zond haar een kushand toe.
Zonder twijfel had1 Marie op dezen
laatsten groet gewacht, want onmid
dellijk werd het venster gesloten en
langzaam verliet de jonge vrouw, nog
onder den indruk der liefde van Su
zanne, den tuin.
Marie sloeg het pad in, dat naar de
hooger gelegen villa's van San-Remo
leidde.
Collivet volgde haar van verre en
regelde zijn pas naar den haren.
Lang behoefde hij haar niet te vol
gen, want reeds op een afstandi van
een kilometer van zijn villa moest Col
livet blijven staan.
(Wordt vervolgd.)
Jfieswslilad
Ravenswaay's Gratis Sweep-Stake
I