Tweede Blad No. 5302 Vrijdag 3 Febr. Eislssmarf. SPOOR/GESTAMPTE MUISJES l Wasschen met lucht. 2 WllLEM DE BRUIN I voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Ijzerhandel Gorinchem. VRAAGT Bij Qriep De nieuwe WASCHCOMPRESSORS I van zwaar roodkoper vervaardigd. I Prijs f 3.90. I Idem veerend f 8.75. I Kinderrubriek FEUILLETON. Men staat werkelijk verrast zóó schoon deze wasschen Telef. Int. 220. BEHOORENDE BIJ HET De eerste waarschuwing. Wordt niet van kwaad tot erger! Die pijn in de lendenen dierheu- matische pijnen, duizeligheid, hoofd pijn en die nare urinestoornissen waarschuwen u, dat de organen, welke het bloed dienen te filtreeren, verzwakt zijn.Zij toonen aan, dat urinezuur en andere onzuiverheden in den bloedsomloop blijven in plaats van met de urine uit het lichaam te worden verwijderd. Uitstel is gevaarlijk. Verwaarloo- zing leidt dikwijls tot rheumatiek, ischias, spit, blaaszwakte, waterzucht en andere ernstige kwalen. De ondervinding van duizenden dankbare menschen bewijst, dat de veiligste wijze tot versterking en op wekking der verzwakte organen be staat in het gebruik van Foster's Rugpijn Pillen. Dit speciale middel zal spoedig uw gezondheid en kracht herstellen. Bij alle drogisten enz. a f i, f 1,75 en 3'Per doos. Beste jongens en meisjes. De antwoorden op de raadsels van verleden week zijn: 1. sn(or) -j- eeuw sneeuw. 2. bot -J- er(wt) ham boter ham. 3. De Letter A. Nieuwe raadsels: 1. Wie kan, door in elk der vol gende woorden slechts één letter te veranderen, een spreekwoord ma ken Pet log vat dek heester maart hek waard vel. 2. Ik ken drie soorten muisjes, die nooit piepen of knagen, waarvan ie dereen houdt en die niemand ooit in een val zou willen vangen? Welke zijn dat? 3. Welk hout... wordt door men schen gegeten, terwijl ze het nog lekker vinden ook? OOM KAREL. HET DAPPERE KLEERMAKERTJE. om te kijken, wat er van waar was. En daar vonden ze inderdaad de ver slagen reuzen, terwijl de ontwortelde boomen in het rond lagen. Nu verlangde het kleermakertje van den koning natuurlijk zijn belooning. Maar de koning had er eigenlijk een beetje spijt van en hij dacht diep na hoe hij opnieuw zich van den held kon ontdoen. Daarom sprak hij: „Voordat je mijn dochter tot vrouw j krijgt en de helft van mijn koninkrijk moet je eerst nog een andere helden daad volbrengen. In het bosch loopt ook nog een wilde neushoorn rond, die heel veel schade aanricht en die moet je eerst vangen!" „Nu, voor die neushoorn ben ik nog veel minder bang, als voor die twee reuzen! Zeven in één klap,dat is mijn leus!" pochte het kleerma kertje. Hij nam een stevig touw en een bijl mee en ging het bosch in. De mannen, die hem moesten helpen, liet hij aan den rand van het bosch wachten. Het duurde niet lang of de neushoorn kwam op hem af. Hij kwam met woeste sprongen op het kleermakertje toegerend, alsof hij hem zonder veel praatjes meteen aan zijn neushoorn wilde rijgen. „Zacht wat, zacht wat!" zei het kleermakertje", zoo gemakkelijk gaat dat niet!" Hij bleef staan en wacht te tot het dier vlak bij hem was en dan sprong hij behendig achter een dikke boom. De neushoorn rende met alle kracht tegen den boom aan en boorde zijn neushoorn zoo vast in den boomstam, dat hij geen kracht genoeg had om hem er weer uit te trekken. En zoo was hij dus gevan gen. „Het vogeltje is geknipt!" zei het kleermakertje vroolijk en kwam ach ter den boom te voorschijn. Hij legde een struk van het dikke touw om den hals van den neushoorn, hakte met zijn bijl den hoorn uit den boom los en toen alles in orde was, leidde hij het gevangen dier weg en bracht het naarxden koning. En nog wilde de koning het kleer makertje het beloofde loon niet ge ven en stelde nog een derde eisch. Het kleermakertje moest voor de brui loft eerst een wild zwijn vangen, dat in het bosch ook al groote schade aanrichtte. De jagers van den ko ning moesten het kleermakertje daar bij helpen. „O, dat is een dingetje van niets", zei het kleermakertje, „dat is voor mij kinderspel!" De jagers namen hem mee naar het bascli en ze waren wel erg blij, dat ze zoo'n groote held bij zich hadden, omdat het wilde zwijn ze al meerdere malen zóó in het nauw had gedreven, dat ze er bijna het le ven bij hadden ingeschoten. Zoodra het wilde zwijn het kleermakertje zag, liep het schuimbekkend en knarse tandend van woede op hem toe en wilde hem ter aarde werpen. (Slot volgt). IV. „Maar", zeiden de ruiters, „ben je dan heelemaal niet gewond?" „Natuurlijk niet", antwoordde het kleermakertje, „ze hebben de kans niet gekregen om mij ook maar één haar op mijn hoofd te krenken!" De ruiters wilden het maar niet gelooven en ze reden het bosch in Naar het Fransch. •<2 142 Gij doet mii schrikken. Sedert lang mevrouw, houden wii ons met. u bezig, zonder dat gij het vermoedde. Dat vermoedde ik werkelijk niet. Wii kennen uw leven, uw gehee- le leven, tot aan uwe echtscheiding en tevens kennen wii de redenen, die deze echtscheiding veroorzaakten. Vanwaar zulk een belangstel ling Dat zult gii vernemen. Maar eerst willen wij u mededeelen, dat uw leven ons bekend is, en dat wij u, wat uw fouten ook wezen mogen, diep beklagen, maar een ander draagt er de verantwoordelijkheid van en wij ver liezen den eerbied niet uit het oog, die wij aan een vrouw verschuldigd zijn, die ongelukkiger dan schuldig is. Marie verbleekte en knikte met haar hoofd. Mijn ongeregeld leven heeft slechts kort geduurd en ik koester tegenwoor dig slechts één droom, namelijk om geheel uit de wereld te verdwijnen, mij nuttig te maken, zonder dat men het weet, voor het een of ander barm Vervolg Raadsverslag SLEEUWIJK. De Voorz. wil, nu toch over een leening wordt gesproken, hieraan vast koppelen om tevens een leening te sluiten groot f 600 voor het stukje grond dat de gemeente heeft gekocht van Mevr. v. 't Sant, benevens f 400 voor het stukje grond nabij den Tol, tot welks aankoop in een vorige ver gadering door den raad is besloten. Verder is een bedrag uitgegeven van f 5000 voor werkverschaffing, die op den kapitaaldienst kunnen worden gebracht, omdat door de verkregen uitbreiding de eigendommen der ge meente zijn verminderd in waarde en Ged. St. een leening hiervoor wil len goedkeuren. B. en W. stellen voor, ook voor deze bedragen een leening te sluiten, welke bedragen tijdelijk reeds uit. de gewone midde len van de gemeente zijn betaald. Dan zijn er nog enkele bedragen, waar voor de gemeente zou kunnen leenen n.l. f 226,84 voor den bouw der veldwachterswoning, f1411 voor ver betering van het Heuveltje f 700 voor de woning van het Burgerl. Armbest. f 2426, voor de leermiddelen van de U.L.O.-school, die eveneens uit den gewonen dienst zijn betaald. Worden deze bedragen echter alle geleend, dan is men ook aan het einde. Het komt B. en W. echter gewenscht voor hiertoe voorloopig niet over te gaan er moet een aansporing blijven om zuinig te zijn. Als men zeker wist, dat men thans het laatste crisis jaar beleefde, dan was het iets anders, doch niemand weet wat het worden kan, daaromzouden B. en W. de ze laatste bedragen er nog af willen laten. De raad gaat ook met dit voorstel accoord en besluit alleen voor de eerstgenoemde bedragen te leenen. De Voorzitter zegt, dat thans nog de kwestie overblijft, waar de nieuwe school zal komen, in de stukken wordt er over gesproken, de school op een meer geschikte plaats te bouwen. In verband daarmede kan spr. mede deelen dat het Hoofd der school er meer voor voelt, dat de nieuwe school komt op de plaats waar de tegen woordige staat, er zou dan een stukje van den moestuin genomen kunnen worden. Voor dit idee voelt ook spr. veel, doch de wethouders zijn van ander gevoelen. Spr. zelf voelt er voor omdat de woning van het Hoofd der school daar staat en de kinde ren, die tusschen schooltijd op school blijven dan meer onder toezicht zijn. Er komen nu slechts 8 kinderen van het Kerkeneind, en men komt niet boven de 4 K.M. De Wethouders voelen er echter meer voor, de oude school te verkoopen en de nieuwe hier aan de uitbreiding te bouwen. Spr. vernam gaarne het gevoelen van den raad. De heer de Boon zou de school niet gaarne op de oude plaats zien verrijzen, hier aan de uitbreiding lijkt spr. veel meer geschikt. De heer v. Rosmalen deelt dit ge voelen, de acht kinderen van het Kerkeind, kunnen beter naar hier ko men, dan de 50 van hier, die nu naar het Kerkeind moeten. Spr. acht den dijk ook niet de geschikste plaats voor een school. De heer v. 'f Sant zegt dat hij in de vergadering van B. en W. ook heeft verklaard, dat hij de tegen woordige j plaats ongeschikt acht. Wordt adn de Uitbreiding gebouwd, dan wordt het bouwen daar ook aan lokkelijker gemaakt. Spr. heeft ge meend te moeten adviseeren hier te bouwen en de oude school te ver^ koopen. De heer Sigmond voelt er meer voor de school te bouwen op de plaats waar de school nu staat. Spr. vreest dat een school juist niet zal uitlokken om daar te bouwen, het is geen pretje naast een school te wonen. De heer v. 'tSant acht het met het oog op den nieuwen verbindingsweg naar het Kerkeind, die er komt, de plaats voor een school, hier aan de uitbreiding. De heer v. Straaten is van hetzelf de gevoelen. Het bezwaar van den heer Sigmond deelt spr. niet, er komt bij de school een behoorlijke speel- hartig of liefdadig werk. Mevrouw, vóór alles kunt gij ons behulpzaam wezen, bij een werk van herstel van eer. Spreek, mijnheer. iWij moeten u echter aan een bijzonderheid van uw leven herinneren dat u misschien pijnlijk zal aandoen. Als het moet. Ja, opdat wij slagen. Wij willen u over mijnheer1 de Beaupreault spre ken. Is het waar, dat gij hem ge kend hebt Dat is zoo! zeide zij. Wat denkt gij van zijn dood? Wat kan ik er anders van denken, dan datgene, wat allen weten? Wij hebben reden te gelooven, dat de justitie betreffende die zaak niet goed is ingelicht. Er is toch iemand veroordeeld geworden Ja, maar die wordt voor onschul dig gehouden! En de schuldige? Mevrouw, komt er u geen naam op uwe lippen? Ik begrijp niet, wat gij bedoelt. Zij aarzelde eenigszins bij dit ant woord, want plotseling verscheen het beeld voor haar oogen van Collivet, niet van Collivet, die haar zoo vurig beweerde lief te hebben, maar van een anderen Collivet, dien zij helaas maar al te goed kende, van Collivet met het gelaat van een moordenaar. Mevrouw, hebt gij Collivet na uwe echtscheiding nog teruggezien? Eenige keeren. Te 'Parijs? Bij u? Ja. Wat kwam hij doen? Waarom hebt gij hemi ontvangen? Hij kwam dikwijls binnen, zonder dat ik of een mijner dienstboden het wist. Ik zou hem nooit ontvangen heb ben! Wat hij kwam doen? Hij ver zocht mij, om weer tot hem terug te keeren. Hetgeen onmogelijk is, want dan zou geen echtscheiding meer toege staan worden. En mijn geheele leven zou één foltering zijn. Waar is Collevet op het oogen- blik? Weet gij dat ook? Sedert enkele oogenblikken, sinds zij had begrepen, dat de agenten den oud-bediende verdachten, had zij zich op deze vraag voorbereid. Ter wille van Suzanne mocht zij de schuilplaats van Collivet niet ver raden. Ter wille van Suzanne moest zij integendeel alles in het werk stel len om te beletten, dat de man, dien zij zoo verachtte en haatte, eenig leed overkwam. Ik weet het niet mijnheer. Alleen weet ik, dat hij, dien gij zoekt, sedert lang Frankrijk heeft verlaten. Om mijnheer Gerard de Beau preault te vergezellen naar Nieuw-Ca- ledonië. Maar hij is teruggekeerd en was eenige maanden geleden nog in Parijs. En daarna heeft hij Frankrijk voor en Influenza, Rheumatische pijnen, gevatte Koude, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn en vastzittende Hoest, zullen Mijohardt's Poeders U spoedig helpen, Prys per poeder 8 ct. Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist. plaats, zoodat de kinderen niet op straat behoeven te spelen, zooals dat indertijd te de Werken gebeurde. Spr. is van meening, dat men even goed een nieuwe school kan bouwen op een andere plaats, dan de bestaan de afbreken en op dezelfde plaats er een te bouwen. Spr. kan het be zwaar van het Hoofd begrijpen doch dit behoeft geen motief te zijn om de school niet op een andere plaats te bouwen. De heer Kramer vraagt of het de bedoeling is publiek aan te besteden of dit alleen onder ingezetenen te doen. De Voorzitter antwoordt dat B. en W. willen trachten het onder de in gezetenen te doen, wordt geen rijks subsidie verkregen, waarvoor niet veel kans bestaat, dan heeft het gemeen tebestuur iets meer te zeggen, anders is het echter de vraag of dit zal wor den goedgekeurd. De heer v. Rosmalen acht, als het niet onder de ingezetenen kan wor den aanbesteed, het dan toch ge wenscht, dat de bepaling wordt gemaakt, dat arbeiders uit de ge meente worden genomen. Met algem. stemmen wordt beslo ten de school niet op de oude plaats te doen bouwen, doch op een nieuwe en wel aan de uitbreiding, terwijl het oude gebouw zal worden ver kocht. Verzoek van den heer Paans om ontheffing van een bepaling der bouwverordening voor den bouw ee- ner woning. Naar het gevoelen van B. en W. is hier geen ontheffing noodig, doch de Gezondheidscommis sie is van ander gevoelen. B. en W. stellen daarom voor, de gevraagde ontheffing te verleenen. Met alge- meene stemmen wordt aldus beslo ten. De bespreking over de aanvrage voor Werkverschaffing Sleeuwijksche en Werkendamsche polder zal in be sloten vergadering plaats vinden. Bij de rondvraag informeert dhr. v. Driel, hoe het staat met een voor stel van B. en W. om het aantal ver lof szaken in de .gemeente op 3 te bepalen. De Voorzitter merkt op, dat deze vaststelling slechts om de 5 jaar kan plaats vinden, B. en W. hopen er in 1934 mede bij den raad te komen. De heer v. Rosmalen informeert naar klachten, die zouden worden geuit over de bondsuitkeeringen. De Voorzitter zegt, dat als de bondsuitkeeringen zijn afgeloopen, dat dan van deze kassen opgaven worden verstrekt. De heer v. Rosmalen zegt, dat er een adres is ingekomen van den Be- stuurdersbond in het Land van Altena over stempelen bij den Pen ningmeester, wordt dit niet behan deld? De Voorzitter antwoordt, dat dit adres is gericht aan B. en W. Stem pelen bij den penningmeester is niet mogelijk. De plaats daarvoor is in overleg met den Minister vastgesteld, het ligt niet aan het gemeentebestuur A •AK'Ag:- V v-.-y de tweede keer verlaten. Gij hebt hem dus onlangs nog gezien. Dat is zoo. Waar? Als ik dat zeide, zoudt gij te weten kunnen komen, waar hij zich bevindt. De beide agenten dachten na. Mevrouw, zeide Loiseau, 't valt ons niet moeilijk, te vermoeden, waar gij Collivet de laatste maal hebt ont moet. Gij hebt op de lijst van het hotel als uw- laatste domicilie San-Remo op gegeven. Collivet vertoeft dus te San- Remo? Zij antwoordde, nadat zij zich her steld had: Heeren, wat uw vermoedens ook mogen wezen en welke bewijzen gij ook moogt hebben, gij begrijpt de re den van mijn zwijgen. Mijnheer Col livet heeft zeer slecht tegenover mij gehandeld, dat is waar. Maar baat het, dat ik u help, zooals gij mij gevraagd hebt, voor een werk, waarmede ik hoe genaamd niets heb te maken? Al ver dacht ik hem van den moord, waar van gij hem schijnt te beschuldigen, al bezat ik er toevalliger wijze de be wijzen van, wat moest ik dan doen? Ik magmiet anders doen dan zwijgen. Het is een noodzakelijkheid voor mij. Ik kan u niets meer antwoorden, hee ren. Wij hebben u toch niet beleedigd, mevrouw Volstrekt niet. En gij bezweert ons, dat dit ge sprek een geheim zal blijven? Dat zweer ik u. Daar zij niets meer konden vragen, vertrokken zij. Den volgenden morgen gaven zij den chef verslag van hunne ontdekking. Wij hebben de maitresse van de Beaupreault teruggevonden. 'tFeit was te gewichtig, dan dat het den chef geen vreugde veroor zaakte. Zoo! zoo! zeide hij. En zijt gij iets nieuws te weten gekomen? Hun gelaat betrok. Wij zijn niets te weten gekomen, chef, maar duivels, 'twas moeilijk om haar te ondervragen. Niets? Zelfs geen enkel inlichting? De chef nam hem eenige oogenblik ken scherp op. Daarna zeide hij op ironischen toon, hetgeen zij meer vreesden, dan een een berisping: Mijn compliment, vrienden. 'tGaat uitstekend. Jullie zullen wel een grati ficatie willen hebben, hé? Zij bogen het hoofd en zwegen. XII. Den volgenden morgen kwam Colli vet te Parijs aan; hij nam aan 't station een rijtuig en liet zich onmiddellijk naar de rue Lord Byron brengen. Aldus doorkruiste hij geheel Parijs. In de rue Lord Byron zeide men, dat Marie op de derde verdieping Jtienwsblad h'Xtifc-r' -t.-ï' 'T;

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5