Tweede Blad
No. 5312 Vrijdag 10 Maarl
U KUNT BEZUINIGEN
DE GROENE SLUIER
BEZOEKT
Onze prijzen
zijn goedkoop
WILLEM DE BRUIN
voor het Land
van Neusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard,
Tpor PUNT-, VLECHT-
enJHEININGDRAAD.
Ijzerhandel Gorinchem.
Bezoekt de
JUnsd«BS<h« JVlaaedtnark!.
FEUILLETON.
Kinderrubriek
HEUSDENSCHE
MAANDMARKT
Donderdag 16 Maart
Telef. Int. 220.
BEHOORENDE BIJ HET
Verdraag geen Rugpijn!
Blijf flink en gezond! Verdraag
geen rugpijn, aanvallen van duizelig
heid, onnatuurlijke vermoeidheid,
rheumatiek, ischias, spit. urine-stoor-
nissen, blaaszwakte, bezinksel in de
urine! Deze verschijnselen wijzen er
op, dat het bloed niet behoorlijk ge
filtreerd wordt en dat gii dringend
Foster's Rugpijn Pillen noodig hebt,
Verwaarloozing maakt de zaak er
ger, urinezuur en andere schadelijke
onzuiverheden kunnen zich dan in
het bloed ophoopen en schade aan
richten in alle kwetsbare deelen van
het lichaam.
Gij kunt niet gezond worden, al
vorens de verzwakte organen in den
rug, welke zorg dragen voor de zui
vering van het bloed, weder gezond
en sterk zijn. En het beste middel
daartoe zijn Foster's Pillen.
Dit speciale middel heeft duizen
den hun gezondheid hergeven. Waar
om zoudt git hun voorbeeld niet vol
gen
Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr.
bii alle drogisten enz. a f i.f 1.7;
en f3.-per doos.
GEILL. ZONDAGSBLAD
De Stem des Bloeds.
Een Turksche Geschiedenis.
o—
2.)
Sinan deed het zonder verdriet en
de arbeid beschouwde hij ook niet
als een onwaardige, want hij had nooit
lessen van hoogmoed gehoord; maar
de eenzaamheid van zijn leven drukte
hem en hij was er ernstig op be
dacht een levensgezellin te vinden.
Daarom legde hij iederen para dien hij
verdiende weg, totdat hij zich na drie
jaren van harde ontbering rijk genoeg
waande een vrouw te kunnen onder
houden. Hij had intusschen onder zijn
talrijke bekenden eenige gekregen, en
toen zij hoorden, dat hij een huishou
den wilde oprichten, kwamen zij na
langdurige besprekingen .overeen, den
beminnelijken jongeling een voor hem
geschikte vrouw te geven.
De uitverkorene heette Naëmeh en
was de dochter van een armen, eer
lijken handwerker. Zij, die haar als
kind op straat spelend gekend hadden,
zeiden, dat zij zeker tot een zeer mooi
meisje zou zijn opgegroeid, en haar
vader bevestigde dat. „Zij is wel wat
stijfhoofdig, voegde hij er bij, ,,maar
Sinan is de zoon van een sterken vader
en zal een vrouw weten te bedwingen."
Beste meisjes en jongens.
De antwoorden op de vorige raad
sels zijn:
1. In een eierschaal.
2. Zeehond.
3. Gasmeter, muntmeter of elec-
triciteitsmeter.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Mijn eerste is een visch, mijn
tweede is een water, en mijn geheel
een stroom in Zuid-Holland. Rara,
wat is dat?
2. Mijn eerste is een dier en
kruipt, mijn tweede is een boom en
groeit recht omhoog, mijn derde heeft
vier pooten en kan toch niet loopen,
mijn geheel is een plant. Ra, ra, wat
is dat nu wel?
3. Als het loopt, komt het toch
niet van zijn plaats; als het slaat doet
het niemand pijn; als het slaat wordt
het niet moe. Wie weet, wat dit is
OOM KAREL.
o
HET VREEMDE AVONTUUR.
Het had den geheelen dag gevro
ren, zoodat de sneeuw, die den vo-
rigen dag gevallen was, als een dik,
schitterend wit kleed was blijven lig
gen. Nu, bij het ondergaan van de
zon, was het net alsof alles met een
dikke laag witte suiker bedekt was.
Henk en Miep, die een eind buiten
het dorp woonden, kwamen rennend
en stoeiend van school, terwijl ze
elkaar al loopend met sneeuwballen
bekogelden. Het was zoo heerlijk bui
ten, dat ze niets geen zin hadden
om al naar binnen te gaan.
„Laten we nog wat buiten blijven",
zei Henk. „Ik heb groote lust om
eens een heel geheimzinnig avontuur
te beleven!"
„Ik ook", zei Miep opgewonden,
„wat zullen we nu eens gaan doen
„Onzin!" riep Henk uit, „avontu
ren kun, je niet gaan doen. Een
avontuur, dat gebeurt plotseling, zon
der dat je het zelf weet! Een avon
tuur dat krijg je!"
„Goed, laten we dan zien, dat we
zoo'n avontuur krijgen!" stelde Miep
voor. Henk dacht een oogenblik na.
„Als we nu eens," begon hij, „het
hek uitgingen en net deden of we
het niet merkten en dan het stille
zijpad opgingen en dan maar net zoo
lang doorliepen, totdat het avontuur
zou beginnen. Zou dat niet reuze
zijn
„Ja," vond Miep, „laten we het
eens probeeren!"
De twee kinderen liepen het hek
van den tuin, die bij hun woning
,hoorde, weer uit en liepen om een
boschje heen het stille zijpad op.
„Kijk daar eens!" riep Henk uit,
„daar staat een paard met een wa
gentje, vlak bij ons hek. Er is zeker
iemand bij ons op bezoek!"
Inderdaad, vlak achter het boschje
verborgen stond een paard aan een
paaltje vast gebonden. Het was voor
een bijna splinternieuw wagentje ge
spannen. Het stond zoo achter het
boschje verborgen, dat ze het niet
hadden kunnen zien, toen ze uit
school kwamen.
„Wat een lief paardje!" zei Miep,
„het is zeker een ponny. Het wagen
tje is ook zoq klein en zoo nieuw!"
Ze gingen naar het paardje toe en
klopten het op den nek. Daarna klom
Miep in het wagentje, nam de teu
gels en zei: „Henk, laten we nu net
Weldra werd de bruiloft gevierd.
Sinan's begunstigers hadden voor hun
nen beschermeling een vriendelijk huis
je gehuurd, dat midden in een kleinen
tuin lag en daar bracht het jonge paar
hij .was toen twintig en zij zeventien
jaren oud vier jaren door; hun ge
luk werd door niets gestoord, ofschoon
hun huwelijk kinderloos bleef.
Eens toen Sinan in 't koffiehuis zat,
waarin hij somtijds met z<ijn vrienden
en bekenden bijeen kwam, viel het ge
sprek op een vrouw in de buurt, die
haren man, die bij alle aanwezigen
goed bekend was, bedrogen had en
toen door hem verslagen was. De man
was wegens zijn overijlde daad tot lang
durige gevangenisstraf veroordeeld en
smachtte nu in den kerker. Dat vond
men algemeen hard en onrechtvaardig,
slechts een .oude vreemde Derwisch,
die onverschillig pan het onderhoud
deelnam, meende, ,dat een moord al
tijd moest bestraft worden, ook als de
moordenaar door zware beleediging tot
de misdaad was aangespoord; daaren
boven zouden wildheid en wreedheid
in de wereld voortwoekeren als on
kruid in een tuin, die nooit geharkt
werd. Dat sprak Sinan tegen; de Der
wisch antwoordde gelaten met het over
wicht in woord en gebaren, dat hem
zijn hoogen ouderdom gaf.
Sinan liet zich echter door de woor
den van jden eerwaardigen man over
tuigen en ,deze eindigde het onder
houd, terwijl) hij zeide: ,,Uwe woor
den zijn ware woorden, want zij ge
doen, of het van ons is!"
Ze zag niet, dat, doordat het
paardje even met zijn kop schudde,
het touw waarmede het losjes aan de
paal was gebonden, losschoot. Henk
klom naast haar in het wagentje, nam
haar de teugels af en zei: „Je houdt
de teugels niet goed vast, zoo moet
je het doen! Voort paard!"
Nauwelijks had hij deze woorden
gesproken, of het paard zette zich
in beweging en liep in een sukkel
drafje het stille zijpad af, dat even
later op den straatweg uitmondde.
Het paard scheen den weg goed te
kennen, want het maakte een keurige
bocht en draafde nu lustig den straat
weg op.
„Ho, ho!" riep Miep, een beetje
angstig, „laat hem toch stil houden,
Henk!"
„Ho," riep Henk, maar het paard
verstond het zeker niet, want inplaats
van stil te houden, draafde het nog
sneller voort over den stillen straat
weg, voorbij de groote boerderij,
voorbij de verlaten school, zelfs voor
bij het kleine station, een anderen
weg op, dien Henk noch Miep nog
ooit betreden hadden. En doordat het
paardje zoo netjes uit eigen bewe
ging den rechterkant van den weg
hield en ze bovendien bijna niemand
tegen kwamen, was er ook niemand,
die ook maar eenige argwaan kreeg,
dat er iets met het paard en het wa
gentje niet in orde was. Henk hield
nog steeds de teugels vast. Maar hij
had al spoedig ontdekt, dat hoe meer
hij er aan trok, hoe harder het paard
begon te loopen. Hij liet de teugels
dus losjes liangen en bemerkte al
spoedig, dat het paard een beetje
langzamer begon te draven. Miep
hield zich aan den kant van het wa
gentje met één hand vast en hield
met de andere hand tiaar hoed vast.
Het paard werd warm van het dra
ven en de kinderen vroegen zich af
of het na een poosje niet van zelf
zou stoppen. Voorloopig draafde het
paardje echter lustig voort. Onder-
tusschen begon de avond al sneller
en sneller te vallen. De zon was nu
geheel verdwenen en er stak een
koude wind op, die hun ooren deden
tintelen. En dan opeens ging het
paard stapvoets loopen om even la
ter aan den kant van den weg stil
te houden. In de vallende duisternis
zagen de kinderen hoe ze vlak bij
een groot hek waren gekomen, dat
toegang gaf tot een erf, waarop een
een aantal gebouwen stond. Dade
lijk sprong Henk van den bok en
maakte de teugels van het paard
stevig aan het hek vast.
(Wordt vervolgd).
Kantongerecht 1 lensden
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN,
van Vrijdag 3 Maart 1933.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Om
meren.
Ambten, v. h. Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. E. Verheijen.
Griffier: Mr. G. H. Bleeker.
De zaal is vol met verdachten, ge
tuigen en toeschouwend publiek. Op
de rol staan 43 zaken, waaronder 5
die personen beneden de 18 jaren be
treffen en dus met gesloten deuren
worden behandeld.
C. v. R., arbeider te Veen, werd op
20 Januari bij verstek veroordeeld we
gens het niet laten merken van varkens
hoorzamen aan uw hart; maar uw hart
is jong en onervaren en niet in staat
de waarheid te erkennen.
De jongen zullen altijd spreken, zoo
als gij spreekt, en de ouden, zooals ik
spreek.
Beiden zeggen de waarheid volgens
hunne overtuiging, en geen van beide
mag iets verweten worden. Maar oor
deelt gij als een oud man, zooals gij
thans doet, dan waart gij een roeke-
looze."
Daarop kwam naar aanleiding van
de misdaad en de straf der trouwelooze
vrouw, 't gesprek op het leven der vrou
wen. Een landman die zich eerst voor
korten tijd te stamboel gevestigd had,
vertelde, dat de vrouwen en meisjes
zich in zijn dorp ongesluierd vertoon
den, maar dat zij daarom niet schaam
teloos waren te noemen, en dat de ze
den zijner woonplaats eer beter dan
slechter waren dan die in Konstantino-
pel. Ware reinheid komt uit het hart,
zeide hij, een sluier waarborgt niet
voor onreinheid.
Sinan sprak den landman tegen, zoo
als hij kort tevoren den Derwisch had
tegengesproken, maar op welwillenden,
vriendelijken toon, want hij had geen
prikkelbare natuur en het geluk een
mooie, deugdzame vrouw te bezitten,
had zijn goedhartigheid nog meer ont
wikkeld en hem gemaakt tot een
mensch, die van eiken strijd afkeerig
was.
„Ik vereer den sluier", zeide hij, ,,zoo-
als een overoud gebruik hem hier te
DE
OP
tot twee geldboeten ieder groot f15.00
subsidiair 10 dagen hechtenis. De ver
oordeelde kwam van dat vonnis in ver
zet.
Als getuige wordt nu gehoord de
merker L. J. Vogelaar te Andel, die
mededeelde dat v. R. aanvankelijk het
merken weigerde, doch er later om
is komen vragen, zoodat de varkens
toen toch nog gemerkt zijn, nadat hier
toe door hoogerhand vergunning was
gegeven. De Kantonrechter zeide de
straf na het gehoorde te hoog te vinden
en met bevestiging overigens van het
verstekvonnis de straf te wijzigen in
2 maal f 5.00 of 2 maal 3 dagen.
W. F. C., metselaar te Veen, had in
het veld te Wijk zijn honden niet terug
geroepen toen deze een haas achter
volgden.
Verdachte: Ik neem het verbaal niet
aan, want het is Bouman gedicteerd
door een dochter van Dekker op den
Veenschen molen, dus heeft Bouman
zelf het verbaal niet opgemaakt.
Verbalisant onbezoldigd rijksveld
wachter J. Bouman: Verdachte was met
twee honden in het veld, die beiden ,een
haas achtervolgden en die hij niet terug
riep.
Kantonrechter: Heb je goed gezien,
dat de honden een haas achterna za
ten?
Getuige Bouman: Ja, Edelachtbare.
Kantonrechter: En weet je zeker dat
verdachte de honden niet terug heeft
geroepen?
Getuige: Ja, Edelachtbare.
Kantonrechter: Verdachte staat be
kend als een berucht strooper. Hij
schijnt het stroopen niet te kunnen la
ten en daartegen bestaat maar één mid
del n.l. streng straffen. Ik geef ver
dachte f 15.00 of 10 dagen en de haas
die verdachte bij zich had en niet in
beslag is genomen kost hem nu f 1.25
of 1 dag zitten. Het verbaal moet hij
ondanks zijne weigering dus toch wel
aannemen.
M. A. S., koopman te Giessen, staat
terecht voor overtreding der Arbeids
wet bij tweede herhaling. Verdachte
is niet verschenen, f 10.00 of 5 da
gen wordt zijn deel.
B. W. B., bakker te Almkerk, heeft
hetzelfde strafbaar feit begaan, maar
bij derde herhaling. Ook deze verdach
te is niet verschenen.
Kantonrechter: Feitelijk moest deze
verdachte principale hechtenis hebben,
maair de wet staat toe, dat ik eene
boete opleg en ditmaal wil ik zulks nog
doen. Nu geef ik verdachte f20.00 of
10 dagen, maar een volgende keer
geef ik hem alleen hechtenis en geen
geldboete meer, want verdachte schijnt
de Arbeidswet op erge wijze te sabo-
teeren en daartegen moet worden op
getreden.
G. K., visscher te Sliedrecht, had
gevischt zonder schriftelijke vergunning
met een wargaren in een vischwater
ondeT Werkendam, waarvan B. de Boon
te Hardinxveld rechthebbende is.
Verdachte is niet verschenen.
Kantonrechter: Verdachte geef ik f3
ct 2 dagen en voor zijn niet in beslag
genomen wargaren moet hij f25.00 be
talen of er 10 dagen hechtenis voor
ondergaan.
H. v. K., koopman te Hedikhuizen,
had zijn rijwiel bereden terwijl hij
dronken was.
Kantonrechter: Daardoor was je een
gevaar voor den weg.
Verdachte: Ik was niet dronken.
Kantonrechter: Zeker schoon water
gedronken?
Verdachte: Ik had wel wat op, maar
dronken was jk heelemaal niet.
Kantonrechter: En uit het proces
verbaal blijkt, dat je stevig dronken
was. Je krijgt f 10.00 of 5 dagen voor
het drinken van schoon water, 't Is
toch wat, hè?
D. N. C., timmerman te Genderen,
zijn ten laste gelegd 4 overtredingen
der Motor- en Rijwielwet en van het
Motor- en Rijwielreglement en wel:
le. letter en nummer achterop niet
verlicht;
lande heeft geheiligd, 'tls mij een zoet
gevoel, als ik in de nabijheid mijner
vrouw ben, te kunnen zeggen, dat geen
vreemde man ooit haar blank gelaat
heeft aanschouwd of zal aanschouwen
en 't verheugt mij, dat mijn vrouw in 1
dit opzicht denkt en gevoelt zooals ik.
Nooit zult gij haar op straat anders
zien dan dicht gesluierd en zelfs in
in den tuin, waarin behalve haar va-
der en ik nooit een man zijn voet heeft j
gezet, zelfs daar zijn hare trekken ach
ter een dichten groenen sluier ver
borgen.
Toen lachte de Derwisch.
„Waarom lacht gij, Derwisch Effen-
di?" vroeg Sinan.
„Ik moest lachen", antwoordde hij,
„wijl ik onwillekeurig dacht aan een
oude geschiedenis, die gij allen kent,
van de kuische vrouw, die hare be
koorlijkheid voor eiken mannelijken blik j
wilde verbergen, dat zij den sluier neer
sloeg, als zij naar het hoenderhok ging,
opdat de hanen haar niet met hunne
brutale ronde .oogen zouden kunnen
aanstaren." Hij wachtte een oogen
blik. Daarna vervolgde hij: „Gij kent
toch het einde der geschiedenis? de
gesluierde kuische vrouw ontmasker
de zich als een ontuchtige vrouw. En
daar zij voor honderd jaren leefde en
haar echtgenoot een madhtige pacha
was ,werd zij volgens de zeden van
dien tijd in een zak genaaid en in den
Bosphorus geworpen. De sluier waar
borgt niet altijd kuischheid, zooals on
ze vriend, de landman, zooeven zeide;
menigmaal verbergt hij leelijkheid en
slechtheid."
Daarna verwijderde zich de Derwisch.
Niemand had er aan gedacht, die woor
den op de vrouw van Sinan toe te
passen, maar zij hadden een zaad-
korren van twijfel en jaloezie in de
borst van den Albanees geworpen en,
nadenkender dan hij ooit te voren was,
ging hij den weg naar huis.
Twijfel en jaloezie namen steeds toe
in Sinans borst, en hij peinsde er dag
en nacht over, hoe hij zich zekerheid
over de onschuld van Naëmeh zou
kunnen verschaffen. Na langdurigover-
leg kwam hij op de gedachte, die
duizenden voor hem gehad hadden.
Hij zeide zijn vrouw, dat hij Constan-
tinopel voor tien dagen moest verlaten
en keerde reeds na drie dagen bij
nacht in zijn woning terug. Toen hij
zijn woning naderde, kromp zijn hart
ineen, want een matte lichtstraal, die
door de gordijnen van het vrouwen
vertrek drong, zeide hem ,dat Naëmeh,
ofschoon het reeds laat in den nacht
waS, nog piet ter ruste was. Hij sloop
het huis binnen en naderde stil een
deur, waarachter hij stemmen hoorde.
Hij draalde een seconde, toen opende
hij de deur en trad de kamer in. Op de
divan tegenover den ingang zat Naë
meh en naast haar een vreemden
man.
(Wordt vervolgd).
Jtienwsblad
zonder dat U het tijdschrift, waarvan
Uw geheele familie pleizier heeft, behoeft
te missen Bij de Uitgevers van deze
courant kunt U zich (bij vooruitbetaling)
abonneeren op het
in haar genre de GOEDKOOPSTE
ILLUSTRATIE VAN NEDERLAND,iedere
week afgehaald of door onze agenten
thuis bezorgd voor slechts 57l/2 cent,
franco per post 85 cent per 3 maanden.
Elke aflevering bevat 16 pagina's groot
formaat tal van interessante foto's,
compleet verhaal, een boeiend vervolg
verhaal en moppenrubriek.
Wie zich met ingang van 1 April a.s.
als abonné opgeeft, ontvangt gratis
een roman-overdruk
Naam
Straat
Plaats
verzoekt U hem, bij vooruitbetaling, te
abonneeren op bovenst, tijdschrift, alsmede
gratis toezending van de roman-overdruk
„DE STEM DES BLOEDS".
Z1