Tweede Blad No. 5322 Vrijdag 14 April BEZOEKT Jan Geertzen, 's-BOSCH, Crisisprijzen. J. ELEKAN, Een Trouwe Vriend voor Uw Zomergenoegens voor het Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. H ROS WIT HA F». L J. VEERMAN I Kinderrubriek 's-HERTOGENBOSCH, in alle mogelijke modellen voorradig. LAGE PRIJZEN!! FEUILLETON. Hötel Café Billard Restaurant Uitspanning Ruime Autogarages. HAVENSTRAAT 5 m BEHOORENDE BIJ HET II. van ouds bekend ST. JANSSTRAAT 10—12 TELEF. INTERC. 436. Reclamewagens speciaal tarief. Voor BIND- en CARTON- NAGEWERKEN berekenen wij Een bijzonder geschikte gele genheid om thans uw boeken, tijdschriften en vakbladen te laten binden. Electrische Binderij Rechtskundig Adviseur (Nabij het Station) belast zich met het opmaken van aktèn betreffende den verkoop van roeremie- en onroerende goederen (zooals: inboedels, huizen, enz.). Billijke Conditiën. i ••daar ben ik weer Mei Vader Paajchtiaas samen Tel. Int. SSO. Nfenwjblad Help bijtijds Wacht niet, tot gii te bed moet blijven door scherpe of voortdurende pijnen in den rug, waterzuchtige zwel lingen der ledematen of onder de oogen, rheumatische pijnen, onna tuurlijk uitzicht der urine, pijnlijke loozing of voortdurende aandrang tot loozing. Begin onmiddellijk bij de eerste kenteekenen met het gebruik van Foster's Rugpijn Pillen. Want zoo lang de in ae lendenen gelegen or ganen door verzwakking niet de ver giftige onzuiverheden uit het bloed filtreeren en verder uit het lichaam verwijderen, kunt gij niet gezond worden. Foster's Rugpijn Pillen werken rechtstreeks op deze verzwakte or ganen, heelen en versterken deze, en verschaffen zoodoende behoorlijk ge zuiverd, rijk en gezond bloed aan alle deelen van het lichaam. En dan bestaat geen verder gevaar voor rheu- matiek, waterzucht, .ischias, rugpijn en spit. Bii alle drogisten enz. a f i fi.75 en f3.per doos. Beste meisjes en jongens. De antwoorden op de vorige raad sels zijn 1. Generaal. (Enschede, Noordwijk, everzwijn, Roermond, arsenaal, asch- lade, luipaard). i 2. Reiger. De nieuwe raadsels zijn: 1. Neem eèn woord van 5 letters; neem er nu 2 letters af, dan blijft ereen over. Hoe kan dat nu? 2. Had je dit wel eens gehoord: Zaandam begint met een Z en eindigt met een E. Hoe verklaar je dit vreemde geval i 3. Wie kan van het volgend woord een visch maken? TEILHOB. OOM KAREL. DE WONDERBLOEM. Teneinde raad trok Jorinjgel het bosch in en kwam na vele dagen in een vreemd dorp aan. Omdat hij na tuurlijk op een of andere wijze in zijn onderhoud moest voorzien, ver huurde hij zich bij een boer en hoedde voor hem de schapen. Zooals de ge woonte is, bleef hij soms dagen lang met zijn kudde onderweg op zoek naar nieuwe weidegronden. Zoo kwam hij ook wel eens in de buurt van het kasteel, doch niet al te dichtbij, ten einde niet onder de betoovering van de booze heks te komen. Op een den nacht, toen hij weer: onder den Verhaal uit de 10de eeuw na Chr. Naar 't Hoogduitsch. 4- De oude schudde 't hoofd. „Zeker, heer Eckard, zeker. In 't huis der heks waagt zich geen chris- tenmensch, en gij zijt aan den dui vel overgeleverd, als ik uw huis be treed. Neen, antwoordt piet. Gij zijt zeer goed. Ik weet wat gii zeggen wilt, maar ik ga niet meer van hier, waar ik oud ben geworden en ge lukkig ben geweest. „Zii heeft gelijk, heer Eckard," klonk 't zacht aan de deur, taaar gij zijt goed, zeer goed. En toen beide zich omkeerden, stond Flelena in de deur bekoorlijk en licht als een lentedag, 't fonkelend oog vol gloeiende bewondering op den bleeken man gericht. Hij werd verlegen. En daar ihii niet wist wat hem overkwam, klonk zijn stem bijna barsch- „Wat zoekt gij hier, jonkvrouw ivon Rossow Gii zult er bii uwen vader voor moeten boeten. Zij kromp ineen bii den ruwen klank. Maar slechts een oogenblik, toen hief zii 't hoofd op. Iets van schalkschheid speelde om den roo- den mond, toen zij ernstig (ant woordde „Ik handel naar plicht en waar heid den afloop laat ik' aan God blooten hemel sliep, gehuld in zijn herdersmantel, had hij een vreemde droom!. Hij droom die, dat hij een bloed- roode bloem: vomd. In het midden van die bloem: zat een groote, schoone pa rel. Hij plukte de bloem: af en ging er mee naar het kasteel. En alle^ wat hij m'etj de bloem aanraakte, werd meteen van de betoovering bevrijd. Ook droomde hij, dat hij; daardoor zijn Jorinde terug had gekregen. Toen hij den volgenden morgen ont waakte, dacht hij eerst een poos over deze wonderlijken droom na en ging dan op weg langs berg en dal om zoo'ra bloem te zoeken. Negen dagen lang zocht hij en op den ndgendan dag 's morgens vroeg vond1 hij de bloed rood© bloem. In het midden lag een groote dauwdruppel, zoo, groot als die schoonste parel. Dagen en nachten droeg hij nu deze' bloem bij zich, totdat hij aan het kasteel kwam. Toen hij nu op honderd pas afstand van het kasteel genaderd was, werd hij niet door de betoovering bevangen en kon gewoon doo^loopen tot aan de groote poort van het kasteel. "Daar raakte Joringel met zijn bloem de poort aan en zie... de zware deuren gingen van zelf open. Hij! ging door de poort naar binnen en stak de binnenplaats over. Daar bleef hij staan om: goed te luis teren óf hij ook kon hooren, waar al de vogels gevangen zaten. En jawel, hij kon nu duidelijk het gèsjilp hooren van de zevenduizend gevangen vogels, die in den toren van het kasteel op gesloten waren. Hij raakte met zijn bloiem deuren en grendels aan en tel kens openden zich alle deuren en slo ten. Hij liep door zalen en gangen en wenteltrappen op wel driehonderd zes en dertig treden en kwam ein delijk in de torenkamer. Het was een heel groot vertrek, want de toren was reusachtig groot. De oude toovenares was juist binnen en voederde al de vogels in hun kooien. Toen zij zich omkeerde zag ze Joringel staan en werd verschrikkelijk boos. En ze wilde hem slaan e!n hem te lijf gaan en hem van alles naar het hoofd gooien, maar het wonderlijke was, dat ze niet bij hem kon komen. En alles wat ze hem naar het hoofd gooide, werd' door een onzichtbare, geheimzinnige macht op twee pas afstand van hem terug ge worpen naar de booze heks zelf toe. Joringel lette dus heelemaal niet meer op haar enl bekeek op zijn gemak de kooien met de vogels. Daaronder wa ren vele honderden nachtegalen en hoe zou hij nu daaruit zijn Jorinde kunnen terugvinden? Maar terwijl hij zoo in gedachten verzonken naar de kooien der nachtegalen stond te kijken, be merkte hij opeens, dat de oude heks stilletjes een vogelkooitje wegnam en daarmede naar de deur wilde gaan. Snel draaide hij zich om, raakte hel kooitje met zijn bloem aan en beroer de eveneens de oude, leelijke vrouw er mee: en, zie, plotseling stond daar zijn Jorinde voor hem, nog schooner en liefelijker dan ooit te voren, terwijl de oude heks van al haar toovermacht voor goed beroofd was en heelemaal niet meer tooveren kon. Ze kon nu zelfs niet eens meer een vogeltje in een muis omtooveren! Toen raakte Joringel alle andere vo gels met zijn wonderbloem aan, zoo dat ze allemaal weer in jonkvrouwen veranderden en vol vreugde naar hun ne huizen konden terugkeeren. En Joringel trouwde met zijn Jorinde en ze leefde nog heel lang en geluk kig samen. EINDE. over. Een dankbare blos kleurde 't voor hoofd van den priester. Zii lette er niet op. Zii wendde zich nu tot Gertrudis met een ein deloos Üeftalligen glimlach. „Goed maken, kan ik wel is waar niet slechts afsmeeken en u aan menschen leeren gelooven." Zii sprak niet, zii bewoog zich niet, de oude. Als uit een andere wereld, rust te haar gloeiende blikken op de jeugdige gestalte lang lang, totdat eindeliik een paar tranen i de eerste weder over 1de ver welkte wangen rolden. Friedemann, fluisterde zii „ge ziet er uit als waart gii de dochter van Friedemann zoo bekoorlik (zoo moo." En nu zonk zii ineen en een vloed van tranen stroomde uit de sidde rende borst. En Helena knielde aan hare zii de, en zacht liefkozend sloeg Zr hare armen om den hals der oude, en dan zag zii weer met radeloozen, om hulp smeekenden blik den jongen priester aan. „Wat moet ik doen fluisterde Zi\. Maar hii antwoordde niet. Hij boog zich neer tot de oude, en zwijgend rustte zijn overweldigen de, raadselachtige blik op 't gelaat van 'tmeisie, zoo doordringend, dat zii verlegen de oogen neersloeg. iToen kwam hii tot zich zelf. 'Hii keerde zich haastig om en ging naar 't ven ster. ,,'t Is een toovermacht," fluisterde Gertrudis en zag Flelena aan, jdie HEUSDEN. - Vi Ik brand van verlangen U iet* te aanlokkelijke reclameTot over een poosje hoort wemelt ik U echt prcUioe Paaschdrtjen toe zeggen over de nieuwe, voor iedere huisvrouw mijn spijt mag ik nog niets vertellen, maar U er wel meer van ALMKERK. Over de maand Maart 11933. Geboren: Jacobus JA.z. van A. van den Oord en A. M. J/. van der Pluijm; Comelis, z. van A- Nieu- wenhuizen en M. v. d. iStelt; Cor nellsd. van G. T. Boterblom1 ien, C. van Maastricht; Antonie J.. iz. van N. van de Koppel en rT. D. van Wijnen. Overleden: Frans van Vugt, 76 j, echtgenoot van D. van Gils; Willem van Vark, 79 j., weduwnaar van E. van Kooten; Johannis Nieu- wenhuizen, weduwnaar van W. J. (Middelkoop. 's-GRAVENMOER. Over de maand Maart 1933. Geboren: Antonie z. van C. van Eersel en J. M. 'Dekkers; Ger- ritje, d. van D. Nederveen en ÏMi M. van Eijk; Margaretha, d. van J. C. van der Dussen en M. J. Verbeek Johanna C., d. van J. ;C. van der Dussen en M, J. Verbeek; Adrianus, z. van F. van der Bie en T. Ei.' van den Berg. S Getrouwd: G. Faro, 33 j. met PI. Th. Blom, 28 j. Overleden^ Hendrika v. Gooi 51 j.; Frans Hendrik Verduin. 3 j. in die mooie oogen woont. Kind, kind, ge laat de dooden opstaan. Ja, de opstanding huist in dien blik en toch de dood. Kind, als ge aan geestelijken gelooft, laat uwe oogen dan den .zegen geven, van heer Ec kard!" Zii1 sprong op en zag beurtelings het radelooze kind en den sidderen den man aan. „Maar neen, heer Eckard is geen geestelijke, die is een mensch ten als hii ze zegenen zal, uwe ;oogen, dan zal hii zich verbranden." „Gertrudis!" 't Meisje sprong op. Zii sidderde voor de oude vrouw, en toch wist zii geen anderen weg dan tot hem. „Zii is waanzinnig," fluisterde zij, en als om hulp smeekend klemde zii zich aan heer Eckard. Een oogenblik beefde de hand, die de hare geruststellend vatte, maar (de stem klonk kalm, toen hii antwoord de: „Heb geen vrees, 't Is slechts |de gelijkenis 'tis de lang verdragen kwelling van een geheel leven, (dat zich thans baan breekt." En zoo was 't. In een stroom van verlichtende tra nen bedaarde de opgewondenheid en willoos duldde de afgematte vrouw 't, dat Helena haar op {haar bed leg de. En 't was of er een glimlach zweef de om 't verwelkt gelaat, toen t't meisje zich zorgzaam als een (lief hebbende dochter met haar bezig hield, en 'thaar zoo gezellig maak te, als de armoedige kamer 't toeliet. Zwijgend volgde zii elke beweging, slechts nu en dan wendde zii haar blik op den priester; maar hii leun de met den rug tegen 't venster, zoo dat men zijn gezicht niet kon zien. jMaar toen 'tstil in de kamer werd, hoorde men, dat zijn adem snel en zwaar ging. o 't Was donker geworden, en hij moest Helena naar huis geleiden. Flelena's hart klopte hevig, en toch beving haar een ongekende vrees. Men zal boos op u zijn, als men u bij mii ziet, zeide zii schier fluiste rend. jMaar Eckard schudde 'thoofd; zijn stem klonk eenigszins scherp: „Waarom herinnert gij mii aan den priester Ik geloof, dat het zijn plicht is, evenals die van lederen man, de zwakken te beschermen.'' Heiena's oog verhelderde; maar de mond sprak anders: De kerk zegt„de priester is geen man." Zii kromp van schrik ineen, izoo bitter lachte hij. Een vernietigende blik trof haar uit het donkere oog. „Waarom1 weert gij dan mijn be geleiding af? Waart gii ook nog duizendmaal schooner, toch zou ik •u overal mogen volgen. Haastig stapte hii voort. „Vergeef mii," zeide zii innig ver schrikt, „ik meende slechts „Genoeg ging hii op meer vriendelijken toon voort, ik weet reeds, hoe gij 't bedoelt." „Dat het priesterkleed u van den ridderplicht ontslaat" eindigde zii aar zelend. Doch hii schudde 't hoofd. „En ik loochen 'dat! Ik beschouw het niet als de plicht van den pries ter vooroordeelen aan te kweeken, te steunen. Hij moet den moed heb ben ze te vernietigen. Slechts naar de hoogste menschelijkheid te stre ven, dat is een heilig ambt." Weer trof hem een fonkelende blik uit het blauwe oog. De borst van 't meisje golfde op en neer. Maar zii zweeg. En ook Eckard bleef zwijgen. De maan gluurde door de takken en verwonderde er zich over, hoe haastig beide liepen, zoo nabii en toch zoo ver. De bosch beek ruischte en legde zich vleiend aan de donzige borst van den mosachtigen oever en 'hup pelde toen lachend en honend voort. 'Maar in 't dichte struikgewas klaag de de nachtegaal zoo zoet en zoo verlangend weemoedig. Dan wordt het zoo gloeiend in jonge [harten. |Men zou de armen wel willen (uitbreiden en 1 Steeds haastiger stapten beide voort. Helena beefde. Hare wangen gloeiden. 't Schemerde haar voor de oogen. Zoo dicht bij hem. En zoo laat. En zoo alleen Gloeiende zaligheid beving haar. En toch zij1 beefde voor hem en als een angstig ree ijlde zii voor waarts. En bijna nog meer verhaast te Eckard zijn schreden. De lucht was zoo bloesem zwaar. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5