Tweede Blad
lo. 5330 Vrijdag 12
BEZOEfCT
Overspannen
voor hot Land
van Neusden en Aitena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
IJZERHANDEL TEL. INT. 220.
Kinderrubriek
FEUILLETON.
HROSWITHA
HEÜSDENSCHE
MAANDMARKT
Donderdag 18 Mei.
MIJNHARDT's
BEHOORENDE BIJ HET
Onnoodig Lijden!
'Als iedere beweging u pijn doet,
als pijn in de lendenen, urinestoor-
nissen, hoofdpijn, duizeligheid, en
rheumatische pijnen uw leven tot
een last maken en gij uw werk
moet laten liggen, wordt gij gewaar
schuwd, dat de organen van uw
rug niet behoorlijk werken.
Waarom wilt gij noodeloos lijden
aan rheumatiek, spit, waterzucht of
blaaszwakte
Gebruik Foster's Rugpijn Pillen
bij het eerste waarschuwende tee-
ken der organen, welke de urine af
scheiden en zoodoende de onzuiver
heden uit het bloed filtreeren. Fos-
ster's Pillen heelen en versterken
deze verzwakte organen, zoodat de
onzuiverheden, welke zich anders
ophoopen en afzetten, en zoodoende
eindelooze pijn en ongemak veroor
zaken, afgevoerd worden.
In alle deelen van Holland hebben
dankbare personen hun levenslust
herwonnen, dank zij Foster's Pillen.
Bij alle drogisten enz. a f i,
f 1,75 en Per doos.
Beste meisjes en jongens.
De antwoorden op de vorige raad
sels zijn:
1Zeepbel.
2. Lelie, roos, aster, anier. sering.
3. Bot '-j- er fwt'i -E ham
boterham.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Ja, sprak een boer. als ze ko
men. dan komen ze niet. En
komen ze niet. dan komen ze!
Wat bedoelde die boer
ADNOORZTV.
3. Mijn geheel bestaat uit 8 let
ters en noemt een vreemde vo
gel.
245 is een boom,
125 is zwart,
673 is een visch zonder schub
ben.
568 vindt men in de keuken!
OOM KAREL.
JDE WONDERLIJKE AVONTU
REN VAN HEINTJE PUTTERS
AAN HET HOF VAN KONING
BOKO."
IV.
De koning werd wel een beetje
Verhaal uit de 10de eeuw na Chr.
Naar 't Hoogduitsch.
12.
Fra Anselmus diende de aanklacht
tegen Eckard in.
Een eigenaardige trek zweefde om
den mond van den priester, toen zijn
oog dat van den monnik ontmoette.
Maar slechts een oogenblik.
Toen boog hij zwijgend het bleeke
hoofd.
„Gemeenschap met de heks
Vergiftiging van Koenraad
Weigering der sacramenten
Verbinding met Helena von Ros
sow."
Toen vonkelde menig oog van toorn.
En het meest dat van een man, die
den zwarten kap diep over het donker
gelaat had getrokken en aan wiens arm
evenals hij met verborgen gelaat
een bevende vrouw of een meisje zich
vastklemde. Maar vele waren er, ge
dreven door nieuwsgierigheid en door
vreugd.
'tls een genot voor lage naturen,
steenen te mogen werpen op een, die
steeds zoo rein was ofschoon, dat men
hem niet kon treffen. Nu is hij omver
geworpen in het slijk van hun eigen
atmosfeer ook niet beter dan wij.
Dat i s de gelijkheid en broederschap.
zenuwachtig, omdat de hofmaar
schalk zoo bedenkelijk keek en hii
zei heel vriendelijk: „Wat is er. hof
maarschalk Waarom kucht U zoo
,.Hm. hm, Majesteit, „antwoordde
de hofmaarschalk streng." Er schij
nen hier vreemde dingen te gebeu
ren, sedert dit jongetje tot konink
lijk raadsman van de koffietafel is
benoemd, want ik weet zeker, dat
de generaal, die belast is om met
zijn eeresabel het brood voor Uwe
Majesteit te snijden, daarstraks veer
tien witte boterhammen heeft ge
sneden en drie bruine! En het is
niet te gelooven. Majesteit, maar ik
zie nu nog maar drie dunne snee
tjes en een kapje liggen! Ik wil na
tuurlijk niet nieuwsgierig zijn Ma
jesteit, maar ik zou wel eens willen
weten, waar die elf koninklijke wit
te boterhammen gebleven zijn en die
drie bruine Als U het mij vraagt.
Majesteit, ik vind het heel verdacht!"
De koning kreeg een kleur en wist
niet goed, wat hij daarop antwoorden
moest. Daarbij kwam. dat hii op
eens vreeselijk de hik kreeg, vanwege
het snelle eten. dat hij daarstraks
had gedaan. En de hofmaarschalk
sprak geen woord en keek hoe langer
hoe strenger.
Toen opeens zei Heintje Putters:
„Mag ik iets zeggen. Majesteit
„Natuurlijk hik mag jij hik iets
zeggen hik!" zei de koning, blii dat
er wat afleiding kwam.
DE
OP
„Nu. Majesteit, het is natuurlijk
heel erg brutaal van mii geweest,
maar ik had daarstraks zoo'n ver-
schrikkelijken honger, dat ik die bo
terhammen heb opgegeten!"
„Zoo, nu dat is me wat moois!"
mopperde de hofmaarschalk." Als ik
Zijne Majesteit was. zou ik zoo'n
raadsman voor de koffietafel, die (de
boterhammen van den koning opeet,
levenslang in de gevangenis zetten."
„Kom, kom," suste de koning. „,ik
geloof, dat Heintje Putters het piet
zoo erg had bedoeld en hii zal ze
ker morgen een heerlijk nieuw versch
'broodje voor mij meebrengen, is het
niet Heintje."
Heintje Putters schudde heftig van
ja. Hierop legde de hofmaarschalk
een boterhammetje op het gouden
bord van den koning en terwijl hii
zijn hoofd afwendde met een vies
gezicht, legde hii daarnaast nog fle
eenige overgebleven plak gebakken
bloedworst. Vervolgens maakte hij
achter elkaar drie diepe buigingen
en verliet daarna statig het vertrek,
nadat hii nog een vernietigende 'blik
op den armen Heintje Putters had
geworpen.
Zoodra de deur achter den hof
maarschalk gesloten was. stond de
koning op en schudde Heintje Put
ters de hand. met tranen in de oogen,
en sprak toen diep geroerd: „Plein
tje, mijn jongen, hoe kan ik ie ooit
genoeg bedanken, dat jii de schuld
opje genomen hebt. Als de hof
maarschalk gemerkt had, dat ik uit
me zelf die boterhammen had op
gegeten jdan had er wat gezwaaid.
Want zooiets mag een koning ^iet
doen begrijp „je wel.? Dat is tegen de
regels van het hof.
vOch Majesteit," antwoordde Hein-
Geen ander op de hoogte, dan be
hoeven wij er ook niet naar te streven,
hen te bereiken een trek die de
de menschheid stellig eindelijk naar het
ideaal zal leiden!
De bisschop wenkte.
„Verdedig u Eckardus!"
Hij bleef nog zwijgen, 't hoofd ge
bogen in zwaren strijd een poos.
„Welnu," herhaalde Benedictus, „of
wilt gij herroepen?"
Toen krom Eckard ineen.
'tWas of er vuur door zijn aderen
gloeide. 1
„Neen!"
En toen hij het oog opsloeg zoo
machtig, zoo groot, scheen hij groo-
ter te worden. 1
„Mijn leer zal ik prediken, zoolang
nog een ademtocht in mij leeft.
Die arme vrouw heb ik beschermd,
en zoolang het in mijn macht ligt,
zal ik haar beschermen tegen het bij
geloof, dat haar aangrijpt."
„Zoo'n lasteraar!"
Toorn en vrees kleurde bijna ieder
gelaat, en de bisschop verhief ,zich van
zijn zetel. 1
,,'t Bijgeloof priester, is gegrond op
een dogma, dat de kerk leert."
Kalm en vastberaden verhief Eckard
den blik.
„Dan heeft het bijgeloof de kerk
verblind en het dogma in het leven
geroepen. Er zijn geen heksen!"
„Anathema sit!'"
„Heft de vergadering op'!"
Een woest rumoer barstte los.
tie ylk ben blij, dat ik U op deze
manier niet kon helpen. Alleen heb ik
nu werkelijk erge üonger .gekregen
enne..." „Dat begrijp ik heel goed.
mijn jongen, „antwoordde de ko
ning. „Hier. ga maar op mijn troon
zitten en neem het gouden bord en
de overgebleven boterhammetjes en
die heerlijke plak gebakken bloed
worst en laat het je maar heel goed
smaken."
Nu. dat liet Heintje Putters zich
geen twee maal zeggen en voor het
eerst in de geschiedenis van dat land
zat er een jongetje op den troon
van Koning Boko en at gebakken
bloedworst van een gouden schaal.
(Wordt vervolgd).
Vergadering van den dubbelen Raad
der gemeente HEDIKHUIZEN.
Vrijdagmiddag om half zes hield de
dubbele raad, welke is benoemd, in
verband met de door het gemeente
bestuur van Hedikhuizen voorgestane
wijzigingen van de gemeentegrenzen,
een vergadering ter bespreking van
deze aangelegenheid.
Burgemeester van Heereveld, die als
Voorzitter fungeerde, dankte na de
opening de leden voor hun bereidwil
ligheid in dezen raad zitting te willen
nemen.
Vervolgens gaf de Voorzitter een uit
eenzetting van het verloop, die de on
derhandelingen over het plan tot grens
wijziging, naar aanleiding van een plan
van Ged. Staten tot samenvoeging van
de gemeenten Nieuwkuijk en Vlijmen,
hebben gehad.
De gemeentesecretaris de heer Cou-
wenberg, deed voorlezing van de tus"
schen het gemeentebestuur en Gede
puteerden over de aangelegenheid ge
voerde correspondentie.
Op het eerste schrijven ontving het
gemeentebestuur van Ged. Staten ten
antwoord, dat zij aan het plan van He
dikhuizen gaarne aandacht zou willen
schenken, nadat de grenswijziging tus-
schen Nieuwkuijk en Vlijmen had plaats
gehad.
Het bestuur van Hedikhuizen was
door dit antwoord niet bevredigend
en verzocht het college vare Ged. Sta
ten niet te willen wachten tot later,,
doch onmiddellijk in te grijpen.
Ged. Staten lieten hierop echter we
ten, dat zij geen termen aanwezig acht
ten van standpunt te veranderen.
Naar aanleiding hiervan heeft de ge
meenteraad van, Hedikhuizen zich ge
wend tot de Kroon.
De burgemeester betreurde het, dat
het voorstel door de betrokken ge
meenten niet met instemming is ont
vangen.
Hij vroeg vervolgens de meening
van den dubbelen raad' omtrent het
volgend praeadvies van B. en W.
Aangezien het te behandelen voorstel
tot grenswijziging uitgaat van den Raad
van Hedikhuizen en wij daartoe inder
tijd het initiatief namen, ligt het voor
de hand, dat wij bij het opstellen van
een nieuw praeadvies slechts in her
haling zou treden. Door u allen een
afschrift te doen geworden van den
brief van heeren Ged. Staten met grens-
beschrijving, waarin tevens de motie
ven tot grenswijziging zijn neergelegd,
hebben wij gemeend de behandeling
der zaak zelve te vergemakkelijken.
Alleen voor zoover wij in eerste in
stantie iets hebben verzuimd te 'ver
melden maken wij van deze gelegen
heid nog gebruik onze motiveering aan
te vullen.
Bovendien geeft de behandeling van
onze voorstellen in de betrokken ge-
„Waartoe die andere punten van .aan
klacht, dit eene woord is voldoende.
Hij heeft zich zelf geoordeeld."
„Ja, 'tis voldoende, als de kerk der
liefde, als de moeder gezworen heeft
den zoon te dooden," knarsetandde
de man in den donkeren kap.
„Redt hem dan!"' smeekte het meis
je. i
„Te laat!"' antwoordde hij, niet mijn
woord, alleen geweld had hier kunnen
helpen. En meent gij, dat Eckard zich
door geweld aan den arm der kerk
had kunnen onttrekken? Hij is toch
een priester, dat zult ge spoedig
zien arm, arm kind!"
Zij klonk zeer droevig de doffe stem
't gelaat zag men niet.
Maar steeds meer klemde het .meis
je zich aan hem vast beefde hij
de krachtige man?
Vergiftiging van Koenraad weige
ring der sacramenten aan een ster
vende steeds luider werd het ru
moer, steeds woedender de menigte,
en steeds trotscher, steeds vrijer en
krachtiger de woorden, die hij bij het
bed van den stervende had gesproken.
Maar daar had de eerbied voor den
dood de woede verbannen, hier dreig
de zij bandeloos te worden.
„Anathema sit!"
Weer werd hij vervloekt.
En 't was als werd hij bij elk woord
der verschrikking een hoofd grooter.
„Jammer van den blonden knaap,"
fluisterde een oud krijgsman zijn ka
meraad toe.
meenteraden en commissiën ons nog
aanleiding tot de volgende bemerkin
gen.
Om dan den algemeenen gevestig-
den indruk, die evenwel absoluut ver
keerd is, als zou Hedikhuizen begon
nen zijn met de idee van grenswijzi
ging en daarbij niets anders dan eigen
belang op het oog hebben, weg te
nemen, meenen wij speciaal uwe aan
dacht te moeten vestigen op het na
volgende:
Zoodra heeren Ged. Staten het vo
rig jaar omstreeks dezen tijd voorstel
len indienden om Nieuwkuijk bij de
gemeente Vlijmen te voegen, ergo van
de zijde van Ged. Staten en buiten on
zen wil, het plan bestond om Nieuw
kuijk als zelfstandige gemeente op te
heffen, hebben wij ons bij brief van
18 April 1932 gewend tot Ged. Staten,
om, wanneer de gemeente Nieuwkuijk
toch werd opgeheven en bij Vlijmen ge
voegd, tegelijk dan een nieuwe, meer
juiste geografische grens te maken tus-
schen eventueel nieuw Groot Vlijmen
of Onzenoort en deze gemeente.
Nerveus, Onrustig en Slapeloos.
Gebruik hiertegen de Zenuw-
s till en deen Zenuwsterkende
ZENUWTABLETTEN
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
Zulks was niet alleen ons goed recht
maar wel degelijk onze plicht, die
eischte, dat bij eventueele annexatie
van deze twee gemeenten op de reeds
zoolang verbeide en door de omstan
digheden noodzakelijk geworden grens
wijziging werd aangedrongen. 1
Het duldt geen tegenspraak en een
ieder, die ter plaatse (Kom Haarsteeg)
de ligging der verschillende bebouw
de deelen der betrokken gemeenten
objectief komt bekijken en de kerke
lijke, sociale en economische toestan
den nauwkeurig onderzoekt, zal moe
ten erkennen en toegeven, dat feitelijk
de door ons bedoelde buurtschappen
t.w. wijk E van Vlijmen, wijk A van
Nieuwkuijk en wijk D van Herpt wer
kelijk en niet anders dan tot onze ge
meente moest behooren. Daarom en in
verband met het bovenstaande merken
wij opzichtens de praeadviezen van R.
en W. van Vlijmen en Nieuwkuijk be
leefd op, dat ons ten onrechte van die
zijde expansie-politiek en eigenbelang
in de schoenen wordt geschoven. Im
mers, en hier ligt de cardinale fout
van de beide gemeentebesturen, wa
ren Ged. Staten niet begonnen met
voor te stellen Nieuwkuijk op te hef
fen, onzerzijds zou er niet aan gedaoht;
zijn om eenige grenswijziging te vra
gen, temeer waar alleen met betrekking
tot wijle E van Vlijmen, vanwege een
brief van Ged. Staten van 3 Aug.
1920, G. nr. 644, dus ruim 12 jaren
geleden, een dusdanige grenswijziging
reeds aanleiding had gegeven tot on-
verkwikkelijkheden tusschen de twee
betrokken gemeentebesturen.
In dit licht bezien en in dit stadium
de zaak bekeken, zullen Vlijmen en
Nieuwkuijk moeten toegeven, dat niet
uitsluitend eigenbelang, maar een juis
tere en betere geografische indeeling
onder de genoemde omstandigheden
gewenscht en noodzakelijk was. En
het gemeentebestuur van Nieuwkuijk
had verstandiger gedaan geen oordeel
te vellen over de financieele politiek
van andere gemeenten, i.e. dezer ge
meente, omdat het steeds zeer moeilijk
blijft een anders huishouding te be-
oordeelen.
Met grooten ophef wordt dan mel
ding gemaakt van het feit, dat de ge
meente Hedikhuizen pl.m. f 100.000.
schuld heeft, om de betrokken wijkbe
woners den schrik om het hart te
doen slaan. Echter moet niet uit het
oog worden verloren, dat deze gemeen
te enkele jaren geleden voor ruim
f51.000 het beheer en onderhoud van
een ruim 7 K.M. langen kunstweg Vlij
menHerpt aan de provincie heeft
overgegeven. Dat Nieuwkuijk zoo ge
lukkig is door geheel haar dorp een
provincialen weg te hebben liggen
dus betrekkelijk alle wegenonderhoud
haar vreemd is, mag niet tot verwijt
dienen, dat een naburige gemeente
voor één weggedeelte slechts ruim een
halve ton heeft moeten uitgeven, om
het hoofd te bieden aan de eischen
van het moderne snelverkeer. Een ge
lukkiger besluit heeft de raad van He
dikhuizen nooit kunnen nemen. Daar
bij bezit deze gemeente nog haar elee-
Karnmachines, Teakhouten Melkkuipen,
Kaasvormen, Botervloten, Thermometers
met opschriftBoter-Kaas" (gecontroleerd),
Melkbussen voor in het land te gaan nielkeni
Transportkannen, Kraanbussen, Melk
emmers, Maatemmers, Melkmaten, Wat
tenschijven enz. enz. enz.
ALLÉÉN PRIMA KWALITEITEN
„Hoe flink staat hij daar, hoe moe
dig en groot als die met het zwaard
vecht, als met het woord.
Hij zou een veldheer geworden zijn;
hij dwingt met zijn blik."
„En zijn woord grijpt aan!"
„En achter "dat voorhoofd verbergt
hij een wereld van gedachten."
„Helena, jonkvrouw von Rossow,"
weerklonk het door de zaal. „Ook gij
zijt geroepen. Verdedigt u oog in oog."
Het meisje wilde zich losrukken;
maar vast drukte de man haar hoofd
aan zijn 'borst. Zij kon niet spreken,
niet roepen.
„Zwijg; gij redt hem toch niet meer,"
gebood hij bijna djreigend. „Gij stort
slechts u en mij in het vejrderf," voeg
de hij ejr bij en liett haar vrij.
„Ook u?" droeg zij sidderend.
„Ja!"
Toen zuchtte zij en boog zwijgend
het hoofd.
„Gero, de markgraaf der Elbelan-
den heeft ons het meisje ontrukt en is
met haar verdwenen sinds den on
weersnacht."
„Helena von Rossow is niet hier."
„Dus bekent zij haar schuld!"
„Vloek over haar! Vloek, vloek en
ban." 1
En vloek over den markgraaf, die
haar aan de straf onttrekt."
„Hij deelt den ban."
Het meisje zuchtte en zag naar hem
op; maar sterk en kalm trok de man
haar nog meer tot zich, als wilde hij i
haar tegen de geheele wereld bescher-1
men. 1
„Eckard! zoo verdedig u dan .alleen.'*
Maar opeens verstomde het rumoer,
want Éckard bleef zwijgen.
Nog stond hij onbewegelijk op zijn'
plaats, schijnbaar kalm als te vo-i
ren, maar hij had nu het hoofd ge
bogen een een vreemde uitdrukking;
zweefde over zijn gelaat.
„Jij, hij zwijgt, hij moet zwijgen."
„Zoo is hij schuldig," riep Anselmus,"
en hatelijke vreugd verwrong zijn ge
laat.
Eckard verroerde zich niet.
Groot en somber werd het ,oog van
het meisje en diepe, vlijmende smart
was er in 'te lezen.
„Hij zwijgt? God hèlpe ons. Dus
voor hem was het zonde dat oogen
blik? Ik was nooit zoo rein de)
dood had ons immers reeds aangegre
pen hadden wij dan dat vergeten!
kunnen?" s
„Arm kind," fluisterde de man, „hij
is priester." i
„Maar als hij te trotsch is, zichzelf
te verdedigen, dan klaagt hij mij toch
aan, als hij zwijgt. Dat is niet moget-
lijk. Dan zou hij niet de Eckard zijn,
dien ik geloofde en lief had."
„Gij waart een kind," zeide de man
nogmaals langzaam, „en 'hij is een
priester." 1
Zij zuchtte diep en sloot de oogen,
„Vaarwel dan, geloof, hoop en lief
de!"
(Wordt vervolgd).
Nieuwsblad
2. Wie kan van de volgende let
ters een plaats in Noord-Hol
land maken
sterk verminderde prijzen:
WILLEM DE 11 - -