Vergelijkt U maar eens prijs,
kwaliteit en pasvorm-
Zoekt U iets
Keukenfornuizen - Gasfornuizen
- Grasraiaciies
Tui
i Et
1
VULPENHOUDERS
U slaagt zeker.
's-Hertogenbosch.
L. J. VEERMAN te HEUSDEN
en dan zult U wel tot de overtuiging ko^en,
wat een verschil er nog in Heerenkleeding
bestaat en hoe gunstig Bischoff's K!eedin9 af
steekt. De 3 prijzen f 19.-, f 25.- en f 32." zijn
zeker het toppunt van
prijswaardigheid.
OPGERICHT 1826.
fi
verkrijgbaar bij de firma
-r ."'O 9
--v^
BISCHOFF IS ER IN GESLAAGD
voor het jaar 1933 het hoogte
punt te brengen in de moderne
cofbert-costuums voor f 19.-,
1 25.' en f 32.-, welke in ieder
opzicht den toets der scherpste
kritiek kunnen doorstaan.
U moet ook zoo'n prachtig
costuum koopen. U zult vol
komen tevreden zijn niet alleen
over den lagen prijs, maar ook
over de prima stof en afwerking
r
JJ
De beteekenis van de Graanprijzen
voor het ontstaan en het voort
duren der crisis
DOOR DR. F. G. WALLER.
r i.
In een buitengewoon belangwek
kend opstel in de „Ec. St. Berichten"
behandelt de nestor van onze natio
nale industrie onder den bovenstaan-
'den titel een onderwerp, dat door
zijn nauwen samenhang met de hui
dige crisis van de allergrootste be
teekenis is voor onze gansche sa,-t
menievin g.
In zijn opstel behandelt Dr. Wal
ler achtereenvolgens
ie. den loop der productie en der
prijzen van de granen voor en na
den oorlog, en de invloeden, die
daarop hebben ingewerkt;
2e. de economische gevolgen van
de opbrengst der graanoogsten en
de beteekenis daarvan voor de we
reld-crisis
3e. de vooruitzichten voor den
landbouw en de voorwaarden voor
een oplossing der crisis.
Van alle industrieën in de wereld,
zegt de deskundige schrijver, is de
landbouw-industrie verreweg de
grootste, en van deze industrie is de
■graanproductie, waaronder ook rijst
is te rekenen, weder de eigenlijke
kern. Dat inderdaad de graanoogsten
een groote rol in het economische
leven moeten spelen, blijkt o.a. uit
de opbrengsten. Deze waren in de
vijf vóóroorlogsche jaren van de or
de van f30.milliard per jaar, in
de „boom"-jaren van de orde van
f 50 milliard en op heden van f 20
milliard, indien men de prijzen in
de exporthavens der verschillende
landen als basis neemt. Dr. Waller
berekent dat het nadeelige verschil
tusschen de gemiddelde landbouwop-
brengsten (tarwe, mais, gerst, rog
ge, haver en rijst van de jaren 1923
1929 en die van het jaar 1932
heeft bedragen f29.390 miilioen, een
verbijsterend cijfer, grooter dan de
gezamenlijke jaarlijksche staatsuitga
ven van Engeland, Frankrijk,
Duitschland, Italië en de Vereenig-
de Staten!
In de eerste plaats wijdt Dr. Wal
ler een beschouwing aan de tarwe.
Wat de prijzen betreft, („tarwe is
het leidende graan in dien zin, dat
de prijzen der andere granen slechts
in zeer zeldzame gevallen boven den
tarweprijs stijgen, maar in den re
gel zeer belangrijk daar beneden blij- j
ven"), blijkt, dat, wanneer men den
gemiddelden Rotterdamschen loco-
prijs van 19091913 gelijk 100
stelt, deze prijs in de jaren 1919
en 1920 tot 283 is gestegen. Van
deze beide laatst genoemde jaren ont
breken de productie-statistieken. Ter
verklaring dezer exorbitante prijzen
kan gewezen worden op den toestand
van November 1918, toen in groote
deelen van Europa feitelijk honge-r
snood beerschte en de graanvoorra
den overal tot een minimum waren
gereduceerd. Bovendien was de pro
ductie op de eigenlijke gevechtster
reinen in het Westen en in het Oos
ten voorloopig onmogelijk, en was
de voor den oorlog zoo belangrijke
Russische export tot volkomen stil
stand gekomen. Er kwam echter een
sterke prijsval, zoodra in de eerste
dringende behoeften was voorzien en
gelijktijdig de graanbouw zoowel als
het vervoer zich weder eenigszins in
de vroegere banen ging bewegen.
Toch bleef de prijs te Rotterdam
in de periode 1921 1924 gemid
deld op 139 pCt. van die der basis
jaren 19091913. Dit is begrijpe
lijk als men ziet, dat Europa in dat
tijdperk niet minder dan 23 pCt. on
der de vooroorlogsche productie
bleef, waarin voorzien is door een
meerdere productie buiten Europa.
Omgekeerd had deze buiten-Europee-
sche productie de stimulans van I100-
gere prijzen noodig, omdat nieuwe,
minder gunstig gelegen gronden in
cultuur moesten worden genomen,
terwijl bovendien de productiekosten
waren gestegen. Het waren zoowel de
U.S.A. als Argentinië, Canada en Au
stralië, die door opvoering van hun
tarwe-productie de wereld-tarwe-pro-
ductie op bijna geheel hetzelfde peil
hielden als in de jaren 49091913.
In het volgende tijdvak 1923—1929
neemt de productie in Europa voort
durend toe, en is in 1920 nog
slechts 11 pCt. beneden 19091913,
terwijl gelijktijdig in alle exportlan
den, uitgezonderd de U.S.A., de pro
ductie blijft stijgen, met het gevolg,
dat de wereldproductie in dat (tijd
vak gemiddeld 963 min. quintaïen
bedraagt, tegen 872 min. quintaïen
in het tijdvak 1921 1924, dus 10
pCt. meer.
Nu is het merkwaardig, vervolgt
Dr. Waller, dat, terwijl deze hoogere
productie een prijsdaling zou doen
verwachten, juist het omgekeerde
plaats vond. De prijzen stegen zeer
aanmerkelijk te Rotterdam, van
f 12,90 in de vorige periode tot
f 14,71, of anders uitgedrukt, van
139 pCt. tot op 139 pCt. van het
vooroorlogsche peil.
De verklaring van deze anomalie
is te zoeken in het kunstmatig hoog
houden der prijzen door de Wheat-
pool in Canada, en de Farm Board
in de U.S.A., beide instituten, die
op reusachtige schaal tarwe inkoch
ten. Reeds in 1927 1929 had een
prijsdaling verwacht kunnen worden,
omdat de zoogenaamde zichtbare
voorraad tarwe in de U.S.A. en Ca
nada van 211 miilioen quintaïen vol
gens de officieele statistiek op 1 Au
gustus 1927, (1 Aug. is liet tijdstip,
dat de nieuwe oogst onmiddellijk
voor de deur staatwas gestegen
tot 31 miilioen quintaïen op 1 Au
gustus 1928. Aangezien deze stijging
zich in de volgende jaren heeft voort
gezet, op 1 Aug. 1931 het bedrag
van 100.1 miilioen bereikende, moe
sten zoowel de Canadeesche Wheat-
pool als de U.S.A. Farm Board, om
prijsval te voorkómen, groote voorra
den opnemen.
Deze toestand werd natuurlijk op
den duur onhoudbaar, en, evenals bii
tal van andere artikelen (koffie, ko
per, enz.kwam het tenslotte tot
een uitbarsting. Tot Sept. 1930 heeft
de Farm Board nog getracht eeni-
gen steun aan de prijzen te verlee-
nen, maar toen bleek, dat 1930 een
nog veel grooteren wereldoogst zou
brengen dan het gemiddelde der vo
rige jaren, heeft men de prijzen hun
vrijen loop moeten laten, zonder dat
evenwel de Farm Board voorraden
geheel werden geliquideerd. Er is
toen een prijsdaling ingetreden, waar
van de geschiedenis der laatste 130
jaren de weergade niet kent. iVan
f 14.71 in 192 31929 daalde de Oprijs
in 1931 op f 3.33; in 4932 op f3.22
en was in Febr. 1933 f4-77-
Het is aan geen twijfel onderhe
vig, verklaart Dr. Waller, dat deze
geweldige prijsval een gevolg is ivan
een productie grooter dan het ge
bruik, en het voorhanden zijn van
groote voorraden.
De prijsval mpest komen, toen Eu
ropa zijn proddctie weder tot het
vroegere peil opvoerde, en de bui
ten Europa gelegen landen hun pa
den oorlog reeds sterk uitgezette pro
ductie nog verder vergrootten, maar
het prijsverschil zou veel kleiner zijn
geweest, wanneer niet de Wheatpool
en Farm Board, hunne ominauze .po
litiek van prijsregeling hadden toege
past.
Men heeft de prijsdaling ook aan
andere oorzaken willen toeschrijven,
zooals daling der productiekosten
door mechanische inrichtingen, ver
andering van de waarde van het geld,
enz. maar deze invloeden zijn, 'zoo
ze al iets tot den prijsval hebben
bijgedragen, in ieder geval van ion-
dergschikte beteekenis.
Voorts wijst Dr. Waller er op, dat
de prijzen van mais, rogge en ha
ver in het algemeen den loop der
tarweprijzen op meer of minder ver
ren afstand gevolgd hebben. Voor
gerst trad op een zeker moment een
betrekkelijke schaarschte in, die ge
durende korten tijd den prijs zelfs
even boven den tarweprijs deed ko
men.
De productie, dier granen is even
als die van de tarwe, in EurQpa in
de jaren 1921 1924 met 20 a 30
pCt. afgenomen en dit tekort is door
een vermeerderde buiten Europee-
sche productie vrijwel aangevuld. De
opvoeding der productie in Europa
ging echter minder snel dan bii de
tarwe, en de totale wereldproductie
is slechts in enkele gevallen iets bo
ven de vóóroorlogsche gestegen.
Aan het slot van het eerste ar
tikel komt Dr. Waller dan tot de
volgende conclusie
„1. dat de graanproducenten over
de geheele wereld in 1932 een min
dere opbrengst hebben gehad van
circa f 29 m.illiard, vergeleken met
het gemiddelde der opbrengsten der
„boom "-jaren 19254929.
2. dat de hooge prijzen in de
.,boom"-periode niet door een nor
male werking van vraag en aanbod
zijn tot stand gekomen, maar «dat
de acties van de Wheatpool en de
Federal Board de prijzen hebben op
gezet en hoog gehouden, zooals ,o.i.
blijkt uit het feit, dat de tarwevoor-
raden reeds van 1927 op 1928 een
sterke toeneming vertoonden, welke
stijging in de volgende iaren in nog
sneller tempo voortging, zonder dat
een prijsverlaging intradj
Z- dat deze hooge opbrengst den
granen zeker een machtige factor ia
geweest in het totstandkomen dep
„hoom"-periode in het algemeen;
4. dat in ieder geval de lage!
graanprijzen, met als gevolg lage prij
zen van bijna alle andere landbouw
producten, de oorzaak zijn van den
langen duur der depressie;
3. dat dus voor een werkelijke!
opleving, een der hoofdvoorwaarden
zal zijn een verbetering in de graan
prijzen."
.y
op het gebied van
enz. enz.
BEZOEKT DAN EENS ONZE GROOTE
EN UITGEBREIDE MAGAZIJNEN
Hinthamerstraat No. 129-131-133
Voorbij de St. Janskerk.
-?. - - t
Heerericostuums in alle prijzen van f 6.75 tot f 44.-,
doch voor f 19.*, f 25.- en f 32.- krijgt U bij Bischoft
iets heel bijzonders.
Speciale afdeeling Heeren-modeartikelen
Vergelijkt U eens den machtigen
oceaanstoomer van dezen tijd
met het vroegere zeilschip.
Dit groote verschil met andere
tijden komt óók scherp uit in
de hedendaagsche Heeren-
confectie in modellen en in prijs.
BIJZONDER GROOTE KEUZE IN OVERHEMDEN, HOEDEN,
PETTEN, DASSEN, SOKKEN, ENZ. EN DIT ALLES TEGEN DEN
LAAGST MOGELIJKEN PRIJS.
n de Paradijsvogel" - Gorinchem
1 v' -*7r-y Sr iV-*. y-
'f (v-4 -■ d"