J. ELEKAN 'S-HERTOGENBOSCH, Crisisprijzen. F*. L. J. VEERMAN VRAAÜT TI1AIS zijn toedoen. Drongelen. O— Alom verkrijgbaar Vergadering van den raad der ge- meent NEDERHEMERT, op Maan dag 19 Juni, des n.m. half vier. Voorzitter: Edelachtb. 'Heer C. van Ommeren, tevens secretaris. Afwezig de heer v. Ooijen. De Voorzitter opent de vergadering met het formuliergebed en leest daarna de notulen der vorige vergadering, die onveranderd worden goedgekeurd. Ingekomen stukken: Schrijven van Qed. St., waarin een paar aanmerkingen worden gemaakt, op de door den raad vastgestelde bouw verordening. Het college acht een hoogte van 2.60 te laag en wil die veranderd zien in 2.70 M. voor een trap acht men een breedte van 65 c.M. en een aantrede van 12 c.M. te klein, het college zou dit gebracht willen zien op 70 en 15 c.M. De 'kwestie van de rooilijn is voor 5 jaar verleend. De Voorzitter stelt voor, aan de ge maakte bezwaren te voldoen, waartoe met algemcene stemmen besloten wordt. Vaststelling vergoeding bijzonder on derwijs 1932. Volgens de rekening heeft het onderwijs aan de openbare school f 12.27 per leerling bedragen. Het aan tal leerlingen aan de bijzondere school bedraagt 12ly2, zoodat aanspraak ge maakt kan worden op fl49180'/2. Ont vangen is reeds f966.69, zoodat nog uitgekeerd moet worden het bedrag van f524.11. Wordt goed gevonden. Voor de begifooling moeten een paar af- en overschrijvingen plaats vinden en wel tot een totaal bedrag van f212.50. Wijziging begrooting 1933. Voor on dersteuning aan werkeloozen was een post uitgetrokken van f3000.Dit be drag is niet voldoende gebleken, zoodat B. en W. voorstellen dit te \erhoogen met f750.waartegenover een ont vangst van Ï750 als subsidie in steun- uitkeering geraamd kan worden. De heer v. d. Werken vraagt hoe zeel steun in totaal reeds is uitgegeven, waarop de Voorzitter antwoordt dit op het oogenblik niet te kunnen zeggen, hij heeft dit vroeger al eens opgegeven. De heer v. d. Werken vraagt of het ook bekend is, hoeveel het rijk zal bijdragen, waarop de Voorzitter zegt, dit niet te weten, het vorig jaar was het 30 pCt. f Benoeming opzichter voor het bouw toezicht. Voor deze betrekking hebben zich de navolgende sollicitanten aange meld: v. Rhenen te Haaften, W. v. Wijk, M. v. Diggelen, E. Wolfers en Jac. Hobo, allen te Nederhemert. De heer Wolfers verklaart buiten stemming te zullen blijven, omdat on der de sollicitanten 3 neven van hem zijn. De Voorzitter merkt op, dat de heer Wolfers gerust kan meestemmen. Bij de hierop gehouden stemming verkreeg de heer W. v. Wijk 3, M. v. Diggelen 1 en J. Hobo 1, terwijl 1 stem in blanco was uitgebracht, zoo- dat de heer W. v. Wijk is benoemd. De heer v. d. Werken vraagt of de benoemde ook toezicht heeft te hou den op woningen, die 'niet van de gemeente zijn, waarop de Voorzitter toestemmend antwoordt. De heer v. d. Werken vraagt hierop, wie dab wel het toezicht heeft uitge oefend in het tijdvak, dat er geen op zichter was. De Voorzitter antwoordt, dat het toe zicht toen is uitgeoefend door B. en W., deze zijn ook aangewezen voor het houden van toezicht. Aanwijzing plaats voor woonwagens. De Voorzitter zegt, dat B. en W. achter in de gemeente zijn gaan kijken, naar de gemeenteweide. Het lijkt hen echter niet geschikt om die aan te wijzen als woonwagenterrein. 'In den zomer kan het nog iets, doch in den winter is het onmogelijk om er af te rijden. Waar bovendien, als dat gedeelte wordt aangewezen er toch geen gebruik van gemaakt zal worden, acht het college het overbodig kosten te gaan maken. De heer v. d. Werken meent, dat het met geringe kosten wel in orde was te brengen, met wat steenen was de afrit wel in orde te maken, maar als het niet geschikt geacht wordt, was dan den bol aan de Noordzijde of de jKade niet een betere plaats? De heer de Gaaij merkt op, dat ze daar vroeger al eens gestaan hebben, doch ze zijn er toen verwijderd. v. d. Werken. Dan hadden ze er bij jullie zeker wel last van en wij hier niet? de Gaaij. Hier niet zooveel als bij ons aan de andere zijde, hier komen er niet zooveel. v. d. Werken. Dat is zoo, maar ko men doen er hier ook, na de laatste vergadering zijn er zeker driemaal ge weest. T r De heer de Gaaij vraagt, of het niet mogelijk is, dat een terrein hier iets meer terug wordt aangewezen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de heer Roseboom daar nogal bezwaren tegen heeft. De heer v. d. Werken acht de andere zijde de plaats waar de woonwagens hooren, als er totaal geen gelegen heid was dan was het iets anders, maar die is er wel. De heer de Gaaij zegt, dat ze aan de andere zijde riet en gras stelen, waartegen de heer v. d. Werken in brengt, en aan deze zijde gras en haver. De heer de Gaaij meent, dat men het daarom de woonwagen-bewoners niet te gezellig moet maken. De hee'r v. Vliet merkt op, dat de veldwachter aan de Zuidzijde slecht schijnt toe te zien, als er zelfs haver wordt weggehaald. De Voorzitter stelt de vraag of men de woonwagens niet een plaatsje hier langs den dijk zou kunnen aanwijzen. De heer v. d. Werken zegt, dat daar toe van het rijk geen toestemming wordt verkregen. De heer Peereboom meent als het terrein aan de gemeenteweide in orde werd 'gemaakt, dit wel 4 a 500 gulden zou kosten. Besloten 'wordt te informeeren bij het rijk of een plaats langs den dijk aangewezen 'mag worden en tevens zullen 'inlichtingen worden ingewon nen 'over een plaats op den bol aan de 'Noordzijde. Bij de rondvraag stelt de heer v. d. Werken de vraag of het niet gewenscht is 'om er nog 2 brandputten bij te laten 'leggen. De menschen zijn er niet over 'tevreden en waar de aannemer bereid 'is ze nu te leggen onder con ditie, dat de kosten het volgend jaar pas 'betaald behoeven te worden, acht spr. fhet verkeerd het uit te stellen. Aanvankelijk Ivvas er gezegd, dat er dit jaar geen geld meer voor was, toen heeft 'hij er zich bij neergelegd, doch ïiiu v.c op creuiet geleverd worden, zou hij er toe besluiten. De 'Voorzitte|r meent, dat eerst de vraag 'gesteld moet worden of het noo- dig 'is. De 'heer Wolfers woont ook in de „straat", 'doch 'heeft de menschen er nog 'nooit over hooren klagen en van ruggepraat 'houdt hij niet De 'lieer v. d. Werken zegt, dat het best 'mogelijk is, dat de menschen er tegen 'de heer Wolfers niet over spre ken, 'doch tegen spr. hebben zeker 10 personen 'dat wel gedaan. Maar als iets van 'hem uitgaat, noemt men het rug- gepraat, 'de woorden van den heer Wolfers 'zijn dan zeker buikpraat. De 'heer de Gaaij acht het van die 10 'personen dan verstandiger, als zij zich 'met een adres tot den raad wen den. De 'heer v. d. Werken zegt, dat ze dit niet durven doen, de een is bang hier 'voor en de ander daar voor. Men heeft 'het gezien met het aansluiten bij 'een bond, toen ze dachten op de fabriek 'weer werk te kunnen krijgen, lieten 'ze 'zich direct schrappen. De menschen 'zijn vol angst voor deze of gene. 'Als er nu in het midden van de 'straat 'brand komt, dan kan het gebeuren, dat er geen water is om te blusschen 'en men de spuit door den modder bederft. Spr. maakt er een voorstel 'van, om een paar putten te doen 'leggen. Dit voorstel wordt ver worpen, 'de voorsteller s'emde voor, de 'andere heeren tegen. Rechtskundig Adviseur, Havenstraat 5 Behandeling van PROCEDURES bij RECHT- BANK enKANTONGERECHT, ERFENIS- en HUURaange- legenheden. CONTRACTEN, REQUESTEN enz. enz. Hilljjke Conditiën. Voor BIND- en CARTON- NAGEWERKEN berekenen wij Een bijzonder geschikte gele genheid om thans uw boeken, tijdschriften en vakbladen te laten binden. Electrische Binderij - HEUSDEN. - En dan heeft Steven het ook nog over liefdadigheidspostzegelswat hii daarmee voor heeft, weet ik niet goed. Ik meen dat hij daarmee be doelt, dat ik postzegels heb gerekend, die niet verzonden zijn, doch ik denk maar: zoo de waard is, vertrouwt hii zijn gasten. Ais men een klein beetje opvoe ding genoten heeft en daarbij een weinig verstand, het hoeft niet veel te zijn, dienst men toch te weten, dat, wanneer men een firma aan schrijft iets af te staan voor een bazar van een muziekvereeniging. bij dat schrijven ook in postzegel inge sloten wordt, te meer daar een bazar als bovenstaande geen bazar is van een liefdadigheidsinstelling. Tot zoo ver het antwoord op dat stukje wat mij persoonlijk aangaat, terwijl ik op den verderen inhoud, nu ik toch aan 't schrijven ben, even zal ingaan. Millenaar schrijft dat hii geen lid meer is en dat hij zich met nog 3 andere leden uit Genderen met hand en tand verzet heeft om aldaar te gaan repeteeren. 1 t Wat het eerste betreft, dat zal nog wel niet zoo lang geleden zijn, dat hii lid was en wat het andere aangaat, dat is wel de reinsten onzin, diu hii ooit meer heeft kunnen laten schrijven. Wat heeft „Excelsior" daar toch voor belang bij gehad, toen zij toch eenmaal naar Eethen verhuisd was; toen was de vereeniging toch naar de maan; hij had er zich met hand en tand tegen moeten verzetten uit Drongelen te gaan, maar hii vvas het er volkomen mee eens en daarom is er m.i. in 't eerste ingezonden stuk niets te veel gezegd, dat hii zijn vol le medewerking verleende. Alles bij elkaar genomen is er in 'tgeheele stuk van Millenaar niets te vinden is ,dat op waarheid en feiten berust en ik kan dan ook niet an ders zeggen, dan dat het zeer stum perig in elkaar gezet is. Over waarheid spreken en spreek woorden gebruiken waar ze thuis hoo ren, zal ik maar niets schrijven, dat kan ik' beter aan Millenaar overlaten. Dit meen ik nog te moeten op merken: Het inleidend ingezonden stuk lijkt me wel naar waarheid te zijn opgesteld, daar er, uitgezonderd S. G. Millenaar, niemand tegen op is gekomen. Met feiten, waarheid spreken en niets voor laten kauwen komt men het verst, Millenaar. U, Mijnheer de Redacteur, dan kend voor de plaatsruimte. JAN VAN GAMMEREN. Mijnheer de Redacteur! Beleefd verzoek ik opname van het volgende, waarvoor beleefd dank. Wanneer er iets is in het rijk der sporten dat eene snelle ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat op dit 00- genblik wel een hoogtepunt heeft be reikt, dan is het zeker wel het zwem men van de vrouwen. Wij hebben dien tijd nog zoo geheel anders ge kend. 'Een dertig, veertig jaren ge leden was het zwemmen onder de vrouwen heel weinig verbreid. Een vrouw die zwom was betrekkelijk ee ne zeldzaamheid en ik meen me te herinneren dat eene zwemmende vrouw in die dagen als buitengewoon vooruitstrevend en zelfs ook wel als een weinig onfatsoenlijk werd be schouwd. Er was destijds natuurlijk nog geen sprake van gemengde ba den en strikt afzonderlijk streng be waakt namen de vrouwen, die den moed hadden gehad het zwemmen te leeren, haar zwembad. En een vrouw uit het volk zwom als regel nooit, daar dit al te dwaas zou zijn ge weest. Van zwemsport was voor de vrouw heelemaal geen sprake. Toen de man nen al lang wedstrijden hielden en daardoor hun voortbewegings-me- thode aanmerkelijk verbeterden, scharrelden de meeste vrouwen nog onbeholpen rond in de kleine bas sins, die haar hier en daar in de igroote steden waren toegewezen. De dames droegen toen badpak ken van zware stof, heel wijd aan den hals dicht en iets boven de en kels gesloten. Wil herinneren ons nog de sensa tie, toen er op een nationaal zwem feest een nummer was ingeruimd voor dames. Ademloos keken de menschen toe, hoe dat vrouwelijk we zen zich met moeite een weg door de golven baande. Hoe is dat alles veranderd! Het is alsof de vrouw revanche heeft genomen voor den achterstand in vroegere jaren. De zwemkunst is een van hare meest geliefde ontspanningen en li chaamsoefeningen geworden. In breede scharen trekken de meis jes en de vrouwen naar de zwemge- legenheden, die overal zijn verrezen en die somtijds den toeloop niet ver werken kunnen. Plet zwemmen wordt, ook voor de vrouw, beschouwd als nuttig en noo- dig en er is geen medicus meer te vinden, die de groote hygiënische waarde van het zwemmen meer durft te ontkennen. Het zwemmen is dus mooi en goed, maar jammer is het dat de ontwikkeling der zwemsport exces sen in het leven heeft geroepen, die ook in hooge mate afkeuring vinden in de oogen van waarlijk niet preut- sche of conservatieve menschen. En om die excessen waar te ne men behoeven wij niet ver de wereld in te gaan. Ik heb het oog op de zwemgelegenheden in de rivier de Waal bij Loevesteijn en in de rivier de Merwede nabij Woudrichem. Over de wijze, waarop van die zwemgelegenheden gebruik wordt ge maakt, wordt door talloos velen met de grootste afkeuring gesproken en 't is me dan ook een raadsel dat de bevoegde overheden nog niet heb ben ingegrepen en paal en perk heb ben gesteld aan hetgeen in genoemde zwemgelegenheden plaats vindt. Op Loevesteijn en Woudrichem va ren vanaf Gorinchem geregeld pas sagiersbooten, die, vooral des Zon dags tal van Gorinchemmers naar Gelderland en Noordbrabant ver voeren om aldaar te gaan baden, 't Zijn jongens en meisjes door elkaar, bijna uitsluitend behoorend tot de mindere klassen der bevolking, die in de meest verschillende en fan tastische zoogenaamde zwempakjes gehuld, het natte element opzoeken. Zij vormen gemengde baden in de meest letterlijke beteekenis zonder ee- nige leiding of toezicht of bewaking. Alles gaat er geheel vrij en op de meest ongegeneerde wijze zijn gang. De taal, die er geuit wordt, is in den regel zoo plat mogelijk en zoo genaamde geestigheden, welke men er hoort, zijn van clen meest bedenke- lijken aard. Ontkleedcn en aanklee- den geschiedt zonder eenig schaam tegevoel en zonder scheiding van sexen tusschen wilgentronken, die in de onmiddellijken nabijheid worden aangetroffen en het behoort ook niet tot de zeldzaamheden dat een jon gen en meisje, beide in zwemcostuum gehuld, zich achter een wilgenboschje afzonderen. Ook Wijk heeft kort geleden zijn zwemplaats gekregen. Hoe het daar toegaat is mij nog niet bekend, maar zeker is dat, indien het noodige toe zicht en de gewenschte leiding en bewaking ook daar ontbreken, het er denzelfden weg opgaat als te Loe vesteijn en te Woudrichem. Waar evenwel de voorzitter der water sport te Wijk een hoogstaand man is, daar heb ik alle reden om aan te nemen dat de Wijksche zwemgele- genheid voor alle verkeerde excessen zal worden behoed. Zooals ik reeds zei ben ik groot voorstander der zwemkunst zoowel voor vrouwen als voor mannen, mits zij niet leidt tot allerlei verkeerdheden vooral op zedelijk terrein. Van ge mengde baden ben ik geen bewonde raar, zelfs niet al staan ze onder nog zulk degelijk toezicht, maar ge mengde baden in het wild keur ik sterk af. Zwemgelegenheden op het platteland vind ik prachtig, indien ze voldoen aan bepaald gestelde ei- schen betreffende hare inrichting in den ruimsten zin. Zoo zorge men voor behoorlijke kleedgelegenheden, voor voldoende leiding en toezicht, voor niet-aanstoot gevende zwemklee- ding enz. en last not least dat voor mannen en vrouwen ieder aparte uren worden gesteld. Wanneer we onze gemeentelijke strafverordeningen over het algemeen eens naslaan, dan zien we er niet zelden punten in geregeld, die al heel weinig te beteekenen hebben. Maar zeker' zouden bepalingen betreffende het zwemmen en zwemgelegenheden in openbare wateren niet onder die punten thuis behooren. Integendeel zouden de raden der gemeenten Poe- deroijen en Woudrichem stellig uit nemend en belangrijk verrichten, in dien ze aan het minderwaardig ge- doente op hare rivierstranden voor altijd een eind maakten door het op nemen van eenige verbodsbepalingen in de politie-verordening hunner ge meenten. Zij kunnen er van overtuigd zijn, dat zij door dit te doen den lof van tal van weldenkende men schen zouden oogsten en er de be langen hunner gemeenten in hooge mate mede zouden dienen. X. 1 De heer v. d. Werken vraagt hoe het mogelijk is, dat een lid van den raad zitting heeft in een stembureau zonder dat hij daartoe ooit door den raad is aangewezen. De Voorzitter vraagt welk raadslid dit is geweest, waarop de heer v. de Werken de heer Wolfers noemt. De Voorzitter merkt op, dat in dertijd door den raad de heeren de Gaaij en Smits zijn aangewezen tot leden van het stembureau, de overige leden als plaatsvervangers, deze be hoefden dus niet afzonderlijk te wor den aangewezen. De heer v. d. Werken vraagt of er geen stappen gedaan kunnen wor den om de gemeente aangesloten te krijgen voor electrisch licht. De Voorzitter zegt, dat hier naar al dikwijls geïnformeerd is, Idoch de gemeente hoort er niets van. De heer v. d. Werken zou willen voorstellen, met het oog op de hooge belastingen in de gemeente, voor ele steenfabriek een bedrijfsbelasting in te voeren. De belasting is ongeveer verdubbeld, een gevolg van werke loosheid en de uitkeeringen aan de arbeiders der steenfabriek. De be lasting betalers moeten daarvoor nu belasting opbrengen terwijl het naar sprekers meening toch veel billijker was, als men daarvoor in de eerste plaats de aandeelhouders, die 'bijna allen buiten de gemeente wonen aan sprak, zoodat de ingezetenen ontlast worden. Is het in verband hiermede ook geen tijd vraagt spreker, dat' de gemeente aansluit bij het wer- keloosheidsbesluit. Was dit indertijd gebeurd, dan zou men niet zoo'n zware belasting behoeven op te bren gen, ja dan zou men geen cent be lasting daarvoor méér hebben behoe ven te betalen. De heer Peereboom zegt, dat dit absoluut onjuist is. De heer v. d. Werken verklaart. dat hij reeds 3 maal voor heeft ge>- slagen om aan te sluiten, doch tel kens werd zijn voorstel verworpen. Voor 60 arbeiders heeft de gemeente nu f3000 aan steun uit moeten kee- ren, was ze indertijd aangesloten, zou het slechts f360 hebben gekost, zou den de werkeloozen bovendien uit hun kas f11,40 per week hebben getrokken, terwijl ze nu van de ge meente slechts f7.'— kregen. Ze zou den dan in de belasting hebben blij ven bijdragen. Zoo kijkt spreker er tegen aan. De heer de Gaaij meent, dat de heer v. d. Werken er zijn inziens dan verkeerd tegen aankijkt, hij moet maar eens in Ammerzoden 'gaan kij ken. De heer v. d. Werken meent, dat die vergelijking niet opgaat daar heeft men een anderen bond en geen bond voor steenfabriekarbeiders. De belasting van het vorige jaar is met dwang binnengehaald moeten wor den, hoe zal. het nu gaan nu ze ver dubbeld is. Het voorstel van den heer v. d. Werken om een bedrijfsbelasting in te voeren wordt hierop met 4 te gen 1 stem verworpen, alleen de lieer v. d. Werken stemde voor, ter wijl de heer Peereboom buiten stem ming bleef. De heer v. d. Werken stelt verder voor de huishuur voor de ambtswo ningen der hoofden van scholen op f 5.per week te brengen en anders als de raad daarmede niet accoord mocht gaan, de woningen dan aan lien gratis af te staan, maar ze dan zelf voor het onderhoud doen zorgen. Ze kosten nu meer aan onderhoud als de huur opbrengt. De Voorzitter acht het nu geen tijd om de huren te gaan verhoogen. De heer v. d. Werken stemt dit toe, maar het geldt hier een ander geval. Ook dit voorstel wordt verworpen met alleen de stem van den heer v. d. Werken voor. De heer v. d. Werken stelt hier op voor de woning van den ge meenteveldwachter telefonisch met doorverbinding voor dag en nacht aan te sluiten, dit is bijna overal zoo en ook hier acht spreker dit noodig. Ook dit voorstel wordt met 3 te gen 1 stem verworpen. De heer v. d. Werken zegt. dat de ingezetenen, wonende vanaf het veer tot de Rietschoof buitengewoon slecht drinkwater hebben, spreker zou daarom minstens één pomp 'doen slaan. De Voorzitter antwoordt, dat kort geleden in Zaltbommel een vergade ring is gehouden, om een drinkwa terleiding zien te krijgen voor den geheelen Bommelerwaard. Spreker zou willen afwachten, wat deze plan nen uitwerken. De heer v. d. Werken kan zich daarmede vereenigen. Verder betoogt de heer v. d. Wer ken de wenschelijkheid van de plaat sing van een schutskooi aan de Zuid zijde. In een polder vergadering is be sloten om de opgevangen runderen bil spreker te stallen, doch de onbe zoldigd rijksveldwachter heeft daar van nooit geen bericht gekregen zoo dat men het vee nu maar laat loo- pen. De Voorzitter antwoordt, dat een schutskooi plaatsen tot de taak van het polderbestuur behoort. Het ge meentebestuur heeft indertijd wel be sloten, dat iemand die een rund op vangt en het stalt op de plaats daar voor aangewezen 30 cent ontvangt, de onbezoldigd rijksveldwachter zal hiermede in kennis worden gesteld. Waar geen der heeren verder iets voor de rondvraag heeft, sluit de Voorzitter de vergadering.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 7