Tweede Blad k 5352 Vrijdag 28 Juli TWEE BROEDERS Waarschuwing M. NORT Gorinchem voor het Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard. Zusterhuis 6. Gediplomeerd Opticien Kinderrubriek FEUILLETON. INGEZOSDE* BEH00RENDE BIJ HET Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raad sels waren 1. Taart en s is staart. 2. Melkweg (emmers, laars, kers, wit, el, g). In dit laatste raadsel was een klein foutje geslopen. We hadden namelijk geschreven, dat op den tweeden regel „een ding" staat, dat glazenwasschers gebruiken, terwijl we eigenlijk hadden moeten schrijven: „het meervoud van een ding, dat glazenwasschers gebrui ken" enz. Je ziet dus we!, dat zelfs een raadseloom zich wel eens kan ver gissen! De nieuwe raadsels zijn: 1. Neem de eerste helft van een hand, het achterste deel van een etage en het voorste deel van een distel. Dan krijg je een aardig vlug diertje, waar jongens we! eens op uit gaan om ze te vangen. Rara, wat is dat? 2. Wie kan van een kleur een ver siersel maken, door slechts één letter te veranderen? Hoeveel kleuren kun je zoo veranderen? 3. Wanneer doen een haas de tan den pijn? OOM KAREL. o— HET GEHEIMZINNIGE BOSCH. IV. Niet lang daarna brak er oorlog uit. De koning verzamelde zijn legerscharen en wist niet, of hij den vijand die heel machtig was en een heel groot leger had, wel weerstand zou kunnen bieden. Toen sprak het tuinmansknechtje (dat eigenlijk een prinsje met gouden haren was, zooals wij natuurlijk wel weten: „Ik ben nu groot en volwassen en ik wil mee t en strijde trekken, als men mq maar een paard geeft." Al de menschen lachten hem uit en zeiden: „Als wij weg zijn, dan mag je voor jezelf een paard uitzoeken, we zullen er eentje voor je in den stal achterlaten." Toen nu alle soldaten van den koning wegge trokken waren, ging de jonge prins naar den stal en haalde het paard eruit. Het was echter mank aan één poöt en hinkte hinkeldepink-hinkeldepink! Toch besteeg hij het dier en reed er mee, zoo goed en zoo kwaad als het ging, naar het donkere bosch. Toen hij aan den rand van het bosch geko men was, riep hij drie keer achtereen: De stad Vardoë.in Noorwegen ligt op een eilandje binnen den poolcirkel, waar het gedurende negen maanden winter en het weer het overige ge- deeltje van het jaar guur en naar is. Jetmund Tangen beklaagde zich evenwel niet, omdat het lot hem in zulk een woest en afgelegen land had doen geboren worden. Het oogenblik, dat hij ter wereld kwam, blies de koude noordewind hem vlak in het gelaat, en zijn geheele leven lang, moest hij tegen dien wind inwerken, zonder dat hem dit evenwel scheen te deren. Hij had zich ten strij de gerust en stond vast als een rots. De natuur had hem zonder twijfel tot een vriendelijk man bestemd, maar de koude scheen hem stil te maken, en zoo werd hij stug en in zichzelven gekeerd. Alleen zijn zoon Paul toonde hij zijn zachtere natuur. Want Paul was een arme, kleine zwakkeling, wiens teer leven flikkerde als een vlam, die op het punt stond van uit te gaan. Hij zat in ,z-ijn bed, door kussens ge steund, las soms, pf wel staarde droo- merig op prentjes ,van sigarenkistjes of van kruidenierszakjes. „Wildeman!" Nauwelijks was het geluid van zijn stem weggestorven, of daar stond de wildeman voor hem en sprak: „Wat wensch je?" „Ik wensch een sterk paard, om ten strijde te trekken." was het ant woord. „Het zal gebeuren", antwoord de de wildeman en verdween weer spoorloos in het donkere bosch. Een oogenblik later kwam er een stalknecht uit het bosch te voorschijn, die een fier, wild snuivend, prachtig paard bij den teugel voerde, dat hij haast niet in bedwang kon houden. En achter het prachtige paardwat kwam daar aan?Een heele schaar krijgsvolk, van top tot teen in ijzeren harnas gehuld, terwijl hun paarden woest brieschten en hun zwaarden schitterden in de zon. De Prins gaf den stalknecht het arme, manke paard over en besteeg het nieuwe, prachtige paard, waarna hij aan het hoofd van de moedige schare geheimzinnige ridders naar het slagveld reed. Toen hij daar aankwam, was het grootste deel van de manschappen des konings reeds verslagen en het scheelde niet veel, of de rest was op de vlucht geslagen. Daar stormde opeens de jongeling met zijn schare moedige, geheimzinnige rid ders het slagveld op en rende als een stormwind op den vijand in. En hij 6 Oei QOct rustte niet, voordat de vijand geheel en al verslagen en verstrooid was. Hij keerde toen evenwel niet naar den koning terug, doch bracht zijn schare krijgers langs een omweg weer naar het donkere bosch terug en riep weer drie keer achtereen: „Wildeman!" „Wat wenscht ge nog meer?" vroeg deze. „Neem Uw paard en Uw krijgers terug, en geef mij mijn hinkende paard terug." Zoo gebeurde het en de prins reed op zijn manke paard, hinkelde pink-hinkeldepink naar het slot van den 'koning terug. Toen de koning van het slagveld thuis kwam, wenschte de koningsdochter haar vader geluk met zijn overwinning, doch deze sprak: „Ik ihebj de .overwinning niet behaald, doch een geheimzinnige ridder, die mij met zijn krijgers te hulp is gesneld. Hij heeft de vijanden verstrooid en ik heb hem niet weergezien." De konings dochter moest onwillekeurig aan den zonderlingen tuinmansjongen met zijn gouden lokken denken en zij vroeg naar hem bij den tuinman, die ant woordde: „Haha, ja, die is ook daar net thuisgekomen, op zijn paard met drie pooten, hinkeldepink-hinkeldepink! De menschen lachten hem allemaal hartelijk^ uit en vroegen: Waar heb jtij liggen slapen? Maar hij zei alleen maar: Ik heb mijn best gedaan, zonder mij zou het niet goed zijn afgeloopen. Nu, Hoogheid, toen lachten ze hem nog meer uit!" (Wordt vervolgd). (Buiten verantwoording der Red.), i Mijnheer de Redacteur! Gelieve onderstaand op te nemen in Uw veel gelezen blad, bij voorbaat mijn dank. Goeijen avond Peer. Wat hadde gtij 't druk tegen oeuwen hond. Ja Dirk ik zei um nog op motte rui men, want hij rs gevaarlijk, der kom men zooveul klachten dek'er teleste nog aan mot. Dirk. 't Is metr slap weer veur den hooibouw werre, 't is inie gewaagd om binnen te doen, Jk doei het tenminste nïe, want jonge jonge estis gaat bruje, meei zo'n vraagd hooi in de taas, da was te gek (es het ook is in brand breude, net es veurige week, gelukkig veul werklooze, en de stoombrandspuit, dè is fog nier gelukkig dè we die iiebbe. Peer. Alles gaat teugenwordig meei stoom, stoomfitsen veur mienschen die het druk hebben en wijt motte rijen. Outemebielen veur mienschen die het druk hebben, of veur plezier gaan reijen, die dingen zijn heel gemekkelijk. Dirk. Nie zo deur slaan Peer, ze betalen het tog zelf is 'tnie? en anders is tog een gemeentebelang en daarom motte daar ook nie teugen zijn. Peer. Hoe zot afloopen meei dieën vrouwenhater, die onderlest geschrapt is veur de steun, vurt misbruiken van zun klompen? de komt wél Dirk, het mer geduld, d:'ie krijge ze wel, net zo goed es toen tLe in de meer iemand in de zak ha gedouwd. Dirk. Wa heurde van de neije mees ter, wie zot worde? Peer. Wel jonge jonge, begrepte de nog nie? ik heb heure zegge de mees ter van Almsteijn goeije kans makt! Nou ge'tidaar over het dink ik net over 't stemmen van onderlest,, de was me wa toen! Dirk. Nou vertel op dan... Peer. Wel dieën meester makte her rie om desse niet op hem gewacht han, mee het opendoen van de bus. Dirk. O, de begrijp ik al, daar zei de ook niks van heure ook, want daags te veure hebben ze samen de blomme- kes nog buitte gezet, mee de groot feest toen de schooljong zo mooi heb- be gezongen in durp, nee jonge alles kits. Peer. Hoe laat is het? Dirk. 6 uur ouwe tijd'. Peer. Nou dan mot ik weer opschie ten, eerat na de scheerbaas en dan na de bankenverhuring. Nou welteruste Dirk es ge na bed gaat en tot ziiens hoor. PEER en DIRK. Almkerk, 22 Juli 1933. Den laatsten tijd bereiken ons verschillende klachten dat menschen een Bril aan de deur gekocht hebben, terwijl de verkooper zegt te reizen voor een of ander Oogarts of z.g. Ooghuis, ook wel dat hij die brillen verkoopt voor NORT, Gorinchem. Wij waarschuwen ieder zóó nimmer een bril te koopen, want Gij komt bedrogen uit. Wij verkoopen alléén Brillen in onzen winkel en wel bij Vergadering van den raad der ge meente 's-GRAVENMOER op 19 Juli 1933. j Nadat de vergadering door den Voorzitter Burgemeester Smits, op de gebruikelijke wijze was geopend, her- dacht deze den overleden wethouder P. A. Verhagen, dien hij schilderde als een goed burger, een actief ge meenteraadslid en als een wethou der met helder inzicht. Hij eindigde met de woorden van medeleven te genover het achterblijvende zwaar beproefde gezin. Deze woorden werden door de ver gadering staande aangehoord. Ingekomen stukken: Verzoek van A. N. W. B. om toe lage voor de herdenking van het 50- jarig bestaan. Verzoek van Joh. v. Dalen om 50 pCt. reductie van havengeld. Mededeeling van Ged. St. inzake wijziging der politieverordening. Schrijven van Ged. St. inzake de bouwverordening volgens de nieuwe woningwet. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Op verzoeken van W. Timmer mans, E. Rutters en C. v.an Beek om vrijstelling van schoolgeld werd afwijzend beschikt. Een mededeeling dat het kind van C. v. Loon, bij vonnis van de Recht bank te Zwolle krankzinnig is ver klaard. In verband met de moei lijke financiëele toestand der gemeen te, zal de regeling dezer zaak nader onder de oogen worden gezien. Daarna volgt nog een bespreking over de werkverschaffing in verband met de tewerkstelling van werkloozen bij het door het Waterschap „Beoos ten de 's-Gravenmoersche Vaart" uit te voeren werk. Als commissie van onderzoek voor de gemeente- en armenbegrooting en rekeningen werden benoemd de hee- ren W. Begeer, C. de Jong, A. Borst lap en J. Versteeg, met de heeren W. Begeer en C. de Jong als rap porteurs. Een punt van bespreking vormen voorts nog de waterleiding tarieven. Algemeen wordt de wenschelijkheid van verlaging uitgesproken. Ten slotte werden de geloofsbrie- van van het nieuwbenoemde raadslid, den heer D. v. Beek onderzocht en accoord bevonden. Daarna volgt sluiting der vergade ring op de gebruikelijke manier. ZALTBOMMELS NIEUWE BRUG. Men schrijft uit Zaltbommel aan de „Tel." Begin Febr. 1931 is de eerste paal voor de nieuwe ver- keersbrug te Zaltbommel in den grond geheid, thans, bijna 21/2 jaar later, nadert het toen begonnen reus achtige werk snel zijn voltooiing. De vorsten van Jiuropa, die met een uitdrukking van stil genot op hun ge laat een zekelr merk van chocolade dronken, of de zwartoogige senoras met haar lieve glimlachjes en haar aanbidders deden voor zijn verbeelding visioenen oprijzen van prachji: en schoonheid. Hij wandelde door palm- bosschen in zoet gesprek met zulke betooverende dames en Rustte naast haar op groene heuvels, vanwaar men de zacht murmelende ^ee kon over zien. Nu eens was de dansende La Ta rantella bij hem ,in de gunst (want Paul twijfelde er niet aan, dat de namen authentiek waren); dan weder kwam de volgende week Donna Casilda, die de vorige verdrong; en een week later kende hij weder de kroon der lieftallig heid toe aan Flor de Habana. Zij had, zooals men zien kon aan haar zachte ernstige oogen, een ,edeler karakter dan de kokette Donna Casilda; en wat de La Tarantella betreft, Paul schaamde er zich over, dat hij ooit behagen had kunnen scheppen in haar ruwe en op pervlakkige bekoorlijkheden. Zoo gingen de dagen en nachten van den armen zieke voorbij. Want hij sliep of waakte zooals het uitviel en hield geen rekening met den tijd. Het kleine lampje brandde altijd op de tafel voor zijn bed; en buiten was het donker en stormachtig. Het huis knarste en kraakte als een schip op een woeste zee; of bij stil weder kraak ten en barstten de muren van de koude; maar Paul en zijn geliefde senoras baadden toch in heerlijken zonneschijn en speelden bal met gouden sinaas appelen, terwijl hun heldere lach weer klonk. Alleen als zijn vader of z-ijn broe der Narve uit den winkel kwamen, om de pit van de lamp wat af te knippen en hem een liefkozend tikje op zijn hoofd te geven ,werd hij herinnerd aan de ruwe werkelijkheid. Want Jetmund liet altijd een geur achter van geteerd touw, van tabak en zoutevisch, waar- voo rde senoras op de vlucht gingen. Het bezoek van Narve was minder on welkom, daar hij alleen maar naar visch rook en minstens eens of twee keer in de week een nieuw prentje meebracht. Soms stelde het een welgedaan heer voor, die in vervoering scheen over een stuk zeep (hoewel hij er niet zoo'n groote behoefte aan scheen te hebben), of een dame van middelbaren leeftijd, die ontdekt had, dat het ware geluk bestond! in leen flesch van de een of andere medicijn. Deze plaatjes waren als afwisseling zeer welkom, wanneer de senoras langzamerhand opraakten. Als de korte zomer gekomen en het geheele eiland met ontelbare bloemen bezaaid was, kwam er een verandering in Pauls leven. Dan werd hij iederen Zondag zorgvuldig ingepakt en in de krachtige armen zijns broeders naar het strand gedragen, waar een bootje hen wachtte. En den geheelen dag tot diep in den gouden nacht dreven zij dan langzaam rond op de glinsterende, spie gelgladde zee onder den wolkenloozen hemel van tal van schreewende zee vogels. De kolossale ijsbergen, die als tooverpaleizen schitterden in de roo- de stralen der middernachtszon, dre ven hen voorbij met hun walrussen en zeehonden en meestal ook een ijsbeer terwijl alle geheel onbewust waren van hunne bestemming of zelfs niet merk ten ,dat Zij in beweging waren. Paul, diie met half gesloten oogen achter in de boot lag, lette weinig op al die dingen; de wolken, die boven zijn hoofd dreven, en die in den gloed 'fler zon allerlei fantastische vormen aannamen, boezemden hem meer be langstelling in; want hij ^ag er ge zichten en vormen van wonderlijke schoonheid in, die vervolgd werden door "dreigende monsters, die afgrijze- lijk feeLijk waren.. De zuivere lucht en de zachte beweging deden hem goed. Hij verzette zich er tegen, wanneer Narve, lang na middernacht, de riemen inhaalde en aan land sprong, om de boot Vast te leggen. Hij had wel altijd Z0|0 willen blijven voortdrijven. De oudere broeder werd dan bij hun thuiskomst 'met harde verwijten over laden. Hij was gewoon aan harde woor den Van zijn vader, zoolang als hij zich kon herinneren. Hoewel hij een goedhartige jongen was, scheen zijn vader een diep gewortelden wrok tegen hem te hebben. Door de een of andere duistere re- De brug, met de nieuw aange legde toegangswegen zijn als drie groote stukken te beschouwen. Elk op verschillende tijden begonnen zul len zij thans vrijwel gelijktijdig ge reed zijn. Begonnen werd met het brugge- deelte over de uiterwaarden aan den Waardenburgschen rivieroever. De eerste steen voor de brug werd hier in Mei 1931 door den heer Br. van Randwijk, den toenmaligen burge meester van Waardenburg, gelegd. Aansluitend aan dit gedeelte werd voortgebouwd met de brug over de rivier. In 1932 kwamen hier de bei de buitenste bogen en dit jaar de middelste boog gereed. De brug is in het geheel ongeveer 960 M. lang. Het rijdek is 11 M. breed met aan beide zijden een wandelpad van 3,25 M. breedte. De betonlaag voor het wegdek is reeds gestort, het rijdek wordt van asphalttegels. Op het brugdeel over de uiterwaarden, ongeveer 400 M. lang, is dit dek reeds aangebracht, zoodat dit deel thans geheel klaar is. Aanvankelijk bestond vrees dat de toegangswegen niet tijdig gereed zou den zijn. Deze vrees is evenwel on gegrond gebleken. De verbinding met den Rijksstraatweg Den Bosch-Zalt- bommel is reeds op hoogte. Bij de brug heeft deze nieuwe weg een hoogte van 16 M„ terwijl de totales lengte bijna 4 KM. bedraagt. Voor, het ophoogen der wegen was 500 duizend kub. meter zand noodig. Maandenlang hebben hier de zand treintjes hun ladingen aangevoerd. Vrijdag is hier het laatste zandtreirn tje gelost. Het rijdek wordt 6 M. breed met aan weerszijden een rij wielpad van 2 M. breed. De afmetingen van het dijklichaam* laten toe zoo noodig later de breedte van den weg op te voeren tot 12 M. met eveneens nog 2 rijwielpaden elk! van 2 M. breed. Vrijdag is men begonnen met de verharding van dezen weg. Over het vlakke gedeelte wordt het eert betonlaag, terwijl de oprit, om slip pen of glijden tegen te gaan, uit koperslag keien bestaat. Gerekend wordt, dat deze weg vóór einde No vember gereed kan zijn. Het weggedeelte dat aansluiting) geeft met den Rijksstraatweg is on geveer in de richting Utrecht 700 M. lang. Ook hier schiet, het werk zeer snel op en men rekent er op, gelijktijdig mee klaar te zijn. Hoewel nog niet met zekerheid ge zegd kan worden wanneer het ge heele werk klaar zal zijn verwacht men algemeen dat de brug in dei deneernig 'scheen deze den oudsten brbeder aahsprakelijk te stellen voor, de zwakheid van den jongsten. Hif,: het eer&t gekomen, had zich meer kracht en sterkte toegeëigend dan hexni toekwam, 'en had niets .overgelaten vocij den armen zieke, die na hem versche nen was. Jetmund sprak dit 'gevoel nooit in woorjden uit, maar het was, hoe ongerijmd ook, de eenige reden! van zijn verhouding tot Narve; en tie jongen, die dit zwijgend, als iets on vermijdelijks had opgenomen, stortte, evenals zijn vadert, alLe liefde, waar voor zijn hart vatbaar was, over den zieken broeder uit. Hij rook nooit Jet- munds gemengde geuren van verre, of hij maakte dat hij wegkwam. Toen hij ouder werd evenwel, begon hij zich te schamen, over den afkeer, dien hij van zijns vader omgeving had en dwong) zichzelf, te blijven, wanneer hij liever was weggeloopen. Hij stemde er zelfs in toe, in den winkel achter de toon bank te gaan staan, en het geld uit te sparen vool* een klerk, dien Jetmund niet goed kon betalen. Maar dit scheen hem een ellendig leven toe; hij ging! er nder gebukt als een ijsbeer, die in een kooi opgesloten is; want Narve had een karakter, dat niet geschikt was? om in huis te zitten. Hij was gropfc: zwaar 'gebouwd en gehard tegen weer en wind als een echte walvsichvaar- der. 1 'li lil (Wordt vervofgd). JHenwsbtad Bij Apoth. en Drogisten i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5