Tweede Blad Ui. 5356 Irijtaj II ln|. BEZOEKT Eef goed adres e-Mi goede Bril NT NORT - GORINCHEM (ediplomeerd Opticien. voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. HEÜSDENSCHE MAANDMARKT Donderdag 17 Aug Kinderrubriek FEUILLETON. voor ZUSTERHUIS 6 I II EiEl IIII Vlil?llllkverwonderlij|. korten fijd kre'eg hij het Binnenland. BEHOORENDE BIJ HET DE OP DE ADVERTENTIE. Een zieke was door verwaarloozing tot een ongeneeselijke kwaal verval len. Men greep in, maar te Iaat. Men bracht medicijnen en verfrisschingen en lekkernijen, te laat. Men sprak hartelijke woorden van troost en be moediging, te laat. De zieke klaag de, wijs geworden door zijn harde er varingen: „Had ik toch eerder inge grepen; voorkomen is immers beter dan genezen." Hij kwijnde weg en sleet zijn laat ste levensdagen in hulpeloosheid en vergetelheid. Een hard voorbeeld voor zakenlui. Het is mogelijk dat uw winkel, uw zaak, of bedrijf minder goed gaan dan eenige jaren terug. De crisisgeesel striemt overal; niemand ontkomt aan hare roede. Maar niet alle achteruitgang van zaken en niet alle inzinking in uw .bedrijf is te wijten aan malaise en maatschappelijke depressie. Stelt een goede dyagnose! Is de slapte waarover gii klaagt niet het gevolg van minder activiteit uwer zijds, van minder bekendheid uwer zaak, van overvleugeling voor ande ren, die moediger zijn dan gii en meer durven wagen Weersta in den beginne! Roert de groote 'trom, ad verteert! Als uw bedrijf eenmaal ligt te kwijnen en er een angstige stilte komt in uw zaak, clan kan alle hulp wel eens te laat komen. Dan is een advertentie zooveel als een injectie, die den dood verzacht. Nee, blijft ad verteeren ook al gaat alles nog vrii goed; houdt bekend heid, al kunt nog (weinig van achter uitgang^ bemerken. Weest wijzer dan die ongelukkige ziekeadverteert Voorkomen is beter dan genezen. Beste jongens en meisjes. Be oplossingen van de vorige raad sels waren 1. Beschuiten. 2. De letter E. 3. Omdat de maand Februari maar 28 dagen heeft. 4. Karei de Groote kon nog geen boek met kleine drukletters lezen, om dat de boekdrukkunst nog niet was uit- 15e eeuw. De nieuwe raadsels zijn: 1. Door in elk der volgende woor den slechts één letter te veranderen, kun je er een spreekwoord van ma ken: Aio pet half verdrongen in demrt mes dun nut. 2. Wie weet of een huis eerder op gebouwd of afgebroken wordt? 3. Wie heeft een heeleboel tanden doch kan niet bijten. OOM KAREL. O— HET GEHEIM VAN DE ZEEMANS KIST. Net, zooals in andere landen is het ook in Amerika de gewoonte, wanneer de tijden niet zoo best Ziijn, dat de meis jes, als ze van school komen, wanneer ze dus een jaar of veertien zijn, een betrekking zoeken, bijv. als hulp in de huishouding. Zoo'n meisje nu was Peg gy. Om de waarheid te zeggen vond Peggy het heelemaal niet prettig, dat ze bij vreemde menschen moest hel pen afstoffen en koper poetsen. Vooral omdat ze het thuis vroeger veel beter had gehad. Op zekeren dag, het was prachtig heerlijk zomerweer en een hee leboel menschen gingen voor hun ple zier naar buiten in auto's en autobus sen, had Peggy dan ook verschrikkelijk medelijden met zichzelf. Alles ging dien morgen verkeerd. En juist toen ze van huis wegging om naar haar betrek king te gaan, had moeder nog gezegd: „Van de week moet je mij al je geld geven, dat je verdient, Peggy, want we moeten de huur betalen en bovendien ook nog kolen koopen voor als het straks winter wordt." Peggy was woedend! Het was erg vervelend om op zoo'n mooien dag als vandaag te moeten afstoffen en wrijven en als die mevrouw Johnson nu ten minste maar niet zooveel meubelen had gehad en zooveel koperwerk! Doch toen ze aan het huis van vrouw Johnson kwam, zonk haarie* hart heelemaal in de schoenen,<vant voor de deur stond een vrac3'^0, waaruit een paar mannen er groote zwarte kist, met koper beslr^'11' tilden. Toen Peggy op het toone verscheen, stond de kist al in den en nievr- Johnson dribbelde er O' 'ieen <ds ee" bij om een bloem. „Is dat geen prac meubelstuk?! gevonden. Dat gebeurde pas door Jan ervan ga poetsen," dacht ze bij zich Laurensz Coster in het begin van de zelf. Het was een groot onhandig ding en ze begreep niet wat mevrouw John son daar nu voor moois aan vond. Tot overmaat van ramp moest Peggy me vrouw Johnson nog helpen om die ake lige, zware kist in de keuken te trekken, totdat ze er een beter plaatsje voor gevonden zo»u hebben. Na veel sjor ren en rukken hadden ze het ding ein delijk in de keuken en mevrouw John son ging naar binnen, terwijl Peggy aileen achter bleef met koperen krui ken en kandelaars en ander koper werk, dat ze dien dag allemaal in de keuken moest poetsen. Door het keukenvenster viel een zon nestraaltje naar binnen op de tafel en speelde op haar handen. Doch naar mate de zon hooger kwam te staan, viel het zonnestraaltje al verder en ver der en eindelijk viel het op die akelige kist. Onwillekeurig moest Peggy er naar kijken. Nu ze de kist goed bekeek, zag ze toch wel, dat het koperen beslag en de koperen scharnieren heel erg mooi waren. Alleen waren ze nog al vuil. Ze bedacht, dat ze er toch heel wat mooier uit zouden zien, als ze mooi zouden glimmen. Hier en daar gaf ze er eens een veeg over met haar poetsdoek en dan nog eens en nq eens, tot tenslotte het koperen besig al mooier en mooier begon te glimien. Peggy vergat heelemaal, dat e het eerst zoo'n akelige kist ha gevon den'en ze ging op haar kieën liggen en poetste al het kopere beslag uit alle macht. Wat zou m^rouw John son blij zijn, als ze dat Taks zou zien! En toen opeens gebeu*e er iets heel vreemds. Terwijl ze en van de kope ren rozetten wreef.-afcwoog deze een klein stukje en w«J iets opzij oescho- ven. Toen ze - rozet weer pp z'n plaats wilde «niwen, zag ze, dat er een klein pdje onder zat. Voorzichtig probeerd^e de rozet wat verder weg te duw' en k'jkonder de rozet zat er vierkant gat. Een geheime 'btrg- pla-o! Voorzichtig stak Peggy haar vgers in het gaatje en tot haar verba- lig voelde ze, dat er iets in zat. Met eel moeite slaagde ze er in een klein langwerpig doosje te voorschijn te bren gen. Het was erg stoffig en ze kon liet haast niet open krijgen. Maar toen ze het dekseltje er eindelijk af had ge kregen zag ze daar in de watten een heele hoop schitterende steenën liggen! „Mevrouw Johnson, mevrouw Johnson! Kijk eens wat ik gevonden heb!" riep Peggy, terwijl ze met haar schat de huiskamer binnen stormde. Mevrouw Johnson bekeek de steenen en liet ze in haar hand rollen. „Wel heb ik van mijn leven," stamelde ze, „eindelijk zijn dan toch de juweelen van oom Henry terecht! Wie had dat ooit kunnen denken!" Een week later toen de steenen on derzocht waren en van waarde bevon- ze ize. „Het is kist, die aan m'n o1 heeft toebehoord, toen 'hij nog op f s cn de heele wereld rondzwal1 h*eggy trok haar neus op en zei cds' »^'s ze maa' "iet denkt, dat ik 'k van m'n leven dic akelige kist wrijven of het koper ,1 over al wat hij zag. Vooral de da- .s en de winkelkasten bleven gedurig ,n aandacht boeien. Het duurde niet lang, of hij ging zich UK ft ÏÜftfi Ir Saar de laatste mode kleeden, en in een 5. Het is gemakkelijk hem dit te wijten; maair een leven zonder <j ge afwisseling, in voortdurende^ peloosheid, en de gewoonte om aan te nemen, zonder ooit iets te geven, hadden Pauls karakt^ vormd zooals het was, en hij ren te oud, om het geheel te vera^a[.' Hierdoor kwam het ook, dg ves ziekte weinig indruk op hei a te. Hij beschouwde het als ,orjr geluk, maar dacht er niet aan, er ook maar eenigszins verantY e" lijk voor te achten. Het schr, em soms zelfs een geluk toe, vu°7 hij meer in aanraking kon ko "'e Ida- 1-7 Toen zijn broeder weer aa^ tere hand was, werd Paul diiA UI.~ genoodigd, met de Tulstrups euit rijden te gaan langs de AJe door het Park, en hoewel h r§e(-'ts uitzag naar de palmbossche3? "'J genoeg wonderen, om hem v j Se" mis schadeloos te stellen. ^eg°n iangzamerhand te voet in dad rond te wandelen, en verheugde als een uiterlijk en de manieren van een echte dandy. Narve sloeg deze verandering gade met het inelankolieke genoegen, waarmede, een vader de onschuldige dwaasheden van zijn zoon beschouwt. Pauls toekomst baarde hem groote zorg, nu hij inzag, dat zijn eigen krach ten ook haar grens hadden. Hij bood hem aan, hem onderwijs te geven in het schrijven, rekenen en boekhouden (Paul kon 'tot nog toe niets anders dan lezen); maar hij kreeg altijd ten antwoord, dat er volstrekt geen haast bij was. De winter Was reeds half voorbij, eer dat Narve in staat was, zijn plaats op het kantoor weer in te nemen. Maar hij was nog zoo zwak, dat hij zich eerst moest bepalen tot een paar uur werken per dag. Door zijn nauwkeuri ge kennis van alle handelsartikelen van het hooge Noorden, had hij den heer Tulstrup onschatbare diensten bewe zen en hem in staat gesteld zijn vermo gen aanzienlijk te vermeerderen. De koopman wilde zich daarom zeer mild jegens hem betoonen; maar Narves onverzettelijk gevoel van eigenwaarde wees vooruif ieder plan van de hand, en een hal fbijgeloovig gevoel, dat hét- dat zijn patroon bedacht, om hem een weldaad te bewijzen. Paul, die door Ida hoorde van Narves „onvriendelijk ge drag", wist niet wat hij er van den ken moest. Maar hij begreep hem nog miner, ndadat hij er hem rekenschap van had gevraagd. De winter was buitengewoon streng, twee maanden achtereen sneeuwde en vroor het, en Narve, die zich ver heugde in die scherpe koude, voelde zijn krachten en gezondheid terugkee- ren. Het duiveltje, dat zich schuilhield in een geheim hoekje zijner ziel, was rustig en toonde slechts van tijd tot tijd zijn afschuwelijk gelaat. Maar met de eerste warme lentedagen begon zijn bloed weer onrustiger door zijn aderen te stroomen. Hij werd weer gekweld door de gedachte aan den ijsbeer, en hoe angstig hij er ook voor was, ge voelde hij een onweerstaanbaren drang, öm hem te gaan opzoeken. Het was een warme Zondag in Mei, toen hij al zijn moed verzamelde, om dit plan ten uitvoer te brengen. Hij hield met opzet zijn hoofd afgewend, totdat hij vlak voor het hok stond. Toen keerde hij zich plotseling om. Het hok was leeg. Hij was te moede, als iemand die een vriend komt bezoeken, en het geheele huis in diepen rouw vindt. Een geheimzinnige band scheen hem tot dit dier aangetrokken te hebben, den waren, riep mevrouw Johnson Peg gy in de kamer en zei: „Peggy ik zal je vijf van die edelsteenen geven, want als je die kist niet gewreven had, zou den we ze nooit gevonden hebben. Neem ze maar mee naatr den goud smid, die weet er alles van en hij zal ze voor jou en je moeder verkooepn! En nu geloof ik, dat je zeker wel «iel langer bij mij zal ölijven om in de huis houding te helpfn?!" Peggy knikte natuurlijk heftig van neen. Ze brach gauw de steenen naar den goudsmid en 's avonds kwam die aan haar moder een heeleboel geld brengen. Doch den volgenden morgen stond Peggy weer vroolijk en blij voor de verbaasde m vrouw Johnson en toen die haar wee alleen in de keuken liet ging ze zingtnd aan het werk en poet ste en wreef alles wat maar los en vast was! EINDE. KINF DOOR AUTO GEDOOD. Te Vroomshoop is Dinsdagmiddag het 3j-irig meisje B. bij het oversteken van den weg door een motorrijwiel aangereden en aan de bekomen verwondingen over leden. De motorrijder, die uit Vriezenveen kwam, is zonder zich met het ongeval be moeid te hebben, doorgereden. O MOTORRIJDER VERONGELUKT. Dinsdagmiddag reed te 's-Hertogenbosch de motorrijder van Dreessen uit Veghel op den Zuidwal. Het wegdek is daar opgebroken en toen van D. moest uitwij ken voor een groepje kinderen, sloeg hij over den kop. Met een ernstige hersen schudding en andere zware verwondingen is hij naar het ziekenhuis St. Joannes de Deo vervoerd. Zijn toestand is zorgwek kend. o SLACHTOFFER VAN HET VERKEER Dinsdagavond is het driejarig dochtertje van den heer M. Smetser te Berkel-En schot, dat by het spelen den Rijksweg naar Tilburg op liep, door een juist in snelle vaart passeerende Daitsche auto aangereden en op slag gedood. Ofschoon de chauffeur de aanrijding bemerkt had, is hij snel doorgereden. Het is de politie niet gelukt de auto te achterhalen. O— DE BRAND TE VLAARDINGEN. De verzekering. De opstallen en machinerieën van de N.V. Vereenigde Touwfabrieken te Vlaar- dingen, zijn voor f 800.000 op de Rotter- damsche Beurs verzekerd, gedekt door de makelaars D. Hudig en Co. te Rotterdam. De goederenvoorraad is bij Lloyds ver- verzekerd Naar men ons mededeelt, zal de fabriek weder worden opgebouwd. Voorts zal een gedeelte van het personeel (een 30 man) te werk'worden gesteld te Maassluis en een gedeelte is thans bezig met de opruimingswerkzaamheden. o PAST OP DE KINDEREN. In een onbewaakt oogenblik dronk een twee-jarig zoontje van den heer v. d. B. te Beverwijk uit een kopje met lysol. De kleine is later aan de gevolgen overleden. o ONGELUK MET BENZINELAMP. De schilder J. M. van Zaltbommel te Poortvliet was bezig met een benzinelamp de deuren der L. O. school schoon te branden. Toen hij eenigen tijd de lamp niet noodig had, legde hij deze naast zich en waarschuwde eenige spelende kinderen zelfde lot hen beide zou treffen, maak te zich van hem meester. Hij behoef de den oppasser niet te vragen, wat er van den beer geworden was. Hij wist, dat de beer dood was. Gip den weg naar huis scheen het hem, alsof de dood zijn arm door den zijne had gestoken en naast hem voort- wandelde. Hij huiverde weder voor de afschuwelijke 'beelden, die uit de diepte zijner ziel oprezen en hem ver volgden met bleeke, grijnzende aange zichten. Zijn duiveltje was weer in aantocht en 'had een aantal andere geesten opgeroepen, om hem gezel schap te houden. Narve wist, dat die wilde spookverschijningen de voorbo den waren 'van een naderende ziekte; en hij wist ook, dat -die verwarring zijner hersenen veroorzaakt werd, door dat h(ij niet tegen het klimaat kon. Als hij z-ijn broeder maar kon achter laten, zoju Tiet geneesmiddel eenvou dig zijn. Maar Paul was, hoewel nu gezond, onwetend en hulpeloos en ge heel ongeschikt voor den moeielijken strijd om het bestaan. Er was slechts één uitweg; en dit was een voorstel aan te nemen, dat de heer Tulstrup Narve vroeger reeds gedaan had, om hem tot agent te maken en tot hoofd van een afdeeling zijner zaak, die hij in Londen wilde oprichten. Het voch tige en gelijkmatige klimaat der Brit- sche eilanden, zonder overdreven wsrm- niet bij de lamp te komen. De kinderen voldeden niet aan het verzoek en toen het vijfjarig zoontje van den heer C. Dekker kwam te vallen werd hij geraakt door de vlam van de benzinelarap. Het kind bekwam ernstige brandwonden aan het gelaat en achtei hoofd. O POLDERDISTRICTEN EN POL DERS IN GELDERLAND. Gedeputeerde Staten van Gelder land hebben aan de besturen der pol derdistricten en polders in die pro vincie de volgende aanschrijving ge richt. De aanhoudende daling der op brengst van verschillende bronnen van inkomsten uit landbouw en nij verheid en de ook overigens vermin derde welvaart behooren naar onae meening allerwegen te leiden tot be zuiniging, ook op de uitgaven der overheid, met name op bestuurskos- ten. Wii denken hier meer in het bijzonder aan dergelijke kosten ten behoeve van polders en waterschap pen en wij zijn des te meer bedacht op bezuiniging op uitgaven voor be looningen van bestuursleden, ambte naren en beambten dier lichamen, omdat die bezoldigingen meestal zijn vastgesteld in een tijd, toen algemeen tot soms aanmerkelijke verhooging van wedden is overgegaan. Sedert dien is, wat ambtenaren en beambten betreft, krachtens, de bepalingen der Pensioenwet 1922 (St. 240), hier en daar wel verhaal toegepast voor ver schuldigde premiën voor eigen pen sioen en dat voor weduwen en wee- zeu, doch overigens werden be houdens een paar uitzonderingen geen kortingen afgetrokken. Het zql naar onze meening dan ook niet ern stig kunnen worden tegengesproken dat de bedragen, welke thans worden ontvangen uit ambt als bestuurslid cn uit betrekking in dienst van pol der of waterschap, in vergelijking met destijds en in verband met prijs dalingen op velerlei gebied, een groo- tere waarde vertegenwoordigen dan ten tijde der vaststelling van cle be looningen. Hierin is naar onze mee ning gelegen de rechtvaardiging van een matige korting, waarmede te vens eenige bezuiniging op bestuurs- kosten wordt bereikt. Op .grond van een en ander ligt het dan ook in ons voornemen te bevorderen, dat op de door de Provinciale Staten geregel de bezoldiging van bestuursleden en ambtenaren in dienst van polderdis» trict en waterschap enz. en op an dere belooningen en vergoedingen een korting van tien procent zal wor den toegepast en om zelf daartoe over te gaan met betrekking tot de dezer zijds vastgestelde wedden, beloonin gen en vergoedingen. In navolging van de van rijkswege getroffen maat regelen lijkt het ons wenschelijk om', deze korting voor een tijdsduur véfL drie jaar te bepalen en wel met in gang van 1 Juli 1933. Ten eindej latere verrekeningen of extra inhou ding te voorkomen, verdient het' 0.1. aanbeveling om, in afwachting van de definitieve totstandkoming van de vereischte besluiten, bii de uitbeta ling van salarissen en be loon in gen met de voorgenomen korting reeds direct rekening te houden. Voor wat betreft salarissen en uitkeeringen, welke, hetzij met of zonder hoogere goedkeuring door of vanwege de pol derbesturen zelf worden vastgesteld, ware gelijke vermindering te overwe gen, indien althans niet reeds eerder tot gelijkwaardige korting was be sloten. De aan onze goedkeuring on derworpen besluiten worden gaarne spoedig tegemoet gezien. o— HET HULDIGINGSDEFILÉ OP 9 SEPT. TE AMSTERDAM. Een burgemeester heeft, naar de „Tek's verneemt, het plan geopperd, dat bij de nationale huldiging, welke op Zaterdag 9 te of koude, zou voor beide broeders dienstig zijn, en de opoffering van een van beiden onnoodig maken. Met dit besluit keerde Narve huiswaarts en vond zijn broeder op een sofa liggen terwijl hij een roman las. „Paul," zeide hij, met een bevende stem, „dit klimaat is de dood voor mijV* Paul keek van zijn boek op en klopte de asch van zijn cigarette. „Het leven is voor mij", antwoord de hij, en ging voort met lezen. Narve begon met groote stappen de kamer op en neer te loopen. Het zweet liep langs zijn groot, bleek gelaat. Na een paar minuten bleef hij stilstaan voor de sofa, waarop Paul lag. „Wat zoudt ge doen, Paul", vroeg hij plechtig, „als ik dood was." „Och, lieve broeder," antwoordde Paul ongeduldig, (want zijn roman was zoo bijzonder interessant) „waarvoor dient het over zulke akelige dingen te spreken. Als gij dood zijt, is het nog tijd genoeg, daarover te praten." „Ik maak geen gekheid, Paul. Het is mij heilige ernst." „Wel, dat is juist uw fout, broeder. Gij kwelt u altijd met de een of andere onpleizierige gedachte. j (W.ordt vervolgd). Kicowsblad a oude zeemans

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5