Tweede Blad
So. 5360 Vrijdag 25 Aug.
VARINKA
Een goed adres
een goede Bril
M. NORT - GORINCHEM
Gediplomeerd Opticien.
voor hot Land
van Heusdon en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
FEUILLETON.
Uit het dagelyksch leven,
Kinderrubriek
voor
ZUSTERHUIS 6
BEH00RENDE BIJ HET
HET RADIOTOESTEL.
Wie zijn radio het zuiverst heeft
afgestemd, verkrijgt ook de zuiver
ste muziek. Dat regelen en draaien
van de knoppen om een .goede ont
vangst te kunnen beluisteren, eischt
oefening en kennis. Alle bii geluid
moet worden geweerd, elke storing
vermeden worden. Het mag niet te
hard, het mag niet te zacht klinken.
We moeten fouten in spoelen, con
densatoren, draden kunnen ontdek
ken; de selectiviteit moet tot het ui
terste worden gebracht, ten einde
vreemde stations uit te sluiten. Is
het inwendige van ons toestel goed
en deugdelijk van gehalte, is de af
stemming perfect dan ook mogen we
op een zuivere ontvangst rekenen van
de uitzendstations.
Ons hart is een radio-toestel.
God-zelf de onuitputtelijke Uit
zender. Hij zendt Zijn woorden van
goedheid en troost naar ons uit, Zijn
muziek van liefde en genade. We
hooren Zijn stem goed of minder
goed naargelang de regeling',
de afstemming van ons hart goecl
of minder goed is. Eigen driften en
lagere verlangens verzwakken de ont
vangst van de Goddelijke Uitzending;
verwarrende bijklanken in eigen ge-
gen gemoed overstemmen vaak de
zuiverste en heerlijkste muziek. La-
ten we daarom alle wanklanken we
ren uit ons hart, opdat we zuiverder
beluisteren mogen wat God uitzendt
in ons leven. Laten we goed afstem
men, al kost het moeite en inspan
ning
Harry Poll.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels waren
1. Een vliegende kraai heeft altijd
wat.
2. Je schaduw.
3i Weet jelui:, wat hier het ant
woord van was? 28 eieren! Let maar
eens op:
11/2 kip legen 11/2 ei in li/3 dag;
U/2 kip leggen 3 eieren in 3 dagen;
3 kippen leggen 6 eieren in 2 dagen;
3 kippen leggen 2 eieren in 1 dag;
6 kippen. leggen 4 eieren in 1 dag;
6 kippen legen 28 eieren in 7 dagen.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Twee hoofden, twee armen, vier
oogen, zes voeten. Ra,ra, wat is dat?
2. Welke appel wordt nooit gege
ten?
door
Dr, W. JORDAN.
Haar gelaatstrekken waren geheel in
overeenstemming met haar karakter.
Varinka was schoon, maar die schoon
heid had iets eigenaardigs, een zeker
cachet. Haar- groot, zwart oog, haar
rechten neus, haar aan de mondhoeken
steedsverachtelijk saamgeperste lippen,
maakten aanstonds op ieder, die haar
naderde, een onaangenamen indruk, die
slechts verdween voor hem, die haar
in rang gelijk stond, want voor dezen
was zij een vrouw als alle vrouwen,
terwijl zij voor haar ondergeschikten
trotsch en ontoegankelijk bleef als een
godin.
Met zeventien jaar was Varinka's
opvoeding voltooid, en haar onderwij
zeres, wier gezondheid onder het ruw
klimaat van Petersburg bereids gele
den had, verzocht om haar ontslag.
Nu was zij alleen en had zich om
niets ter wereld te bekommeren als
om de blinde liefde haars vaders, die
haar voor het ideaal aller deugden
hield.
Zoo stonden de zaken, toen de ge
neraal een brief van een vriend zij-
3. Ik heb een boek van 600 blad
zijden. Hoeveel verschillende letters kun
Je daarin vinden.?
OOM KAREL.
i
AL TE GOED IS BUUR-
MANSGEK.
II.
Hans dreef de koe rustig voor zich
uit en dacht verheugd over zijn prach-
tigen handel na. Als ik ruu maar een
stuk brood heb, en daaraan zal het
m:ij toch nooit ontbreken, dan kan ik
daar boter en kaas op eten, zooveel
als ik maar lust? Heb ik dorst, dan
melk ik mijn koe en drink melk. Mijn
hartje, wat wil je nog meer? Toen
hij nfu bij een herberg kwam, hield
hij halt en at in zijn groote blijdschap
alles op ,wat hij b»ij zich had, zijn
brood voor twaalf uur en ook zijn
brood voor zijn avondmaal en voor
zijn laatste duiten liet hij zich een half
glas bier inschenken. Daarna dreef hij
zijn koe weer verder, in de richting
van het dorp, waar zijn moeder woon
de. De hitte werd al drukkender en
drukkender naar mate het middag werd.
En hij bevond zich nu op een uitge
strekte heide, waarover hij nog wel
een paar uur moest voorttrekken. Hij
kreeg het zoo heet, dat zijn tong hem
aan het verhemelte kleefde.
„Dat zullen we gauw verhelpen,"
dacht Hans, „nu zal ik mijn koe mel
ken en mij aan de melk laven." Hij
bond de koe aan een struik en daar
hij geen emmer bij zich had, zette hij
zijn hoed onder de koe, doch hoe hij
cok probeerde, de koe gaf geen drup
pel melk. Dat kwam natuurlijk ook,
omdat Hans van melken heelemaal
niets afwist. Hij ging bovendien zoo
onhandig te werk, dat de koe er on
geduldig van werd en hem per onge
luk met een van zijn achterpooten zoo'n
trap gaf, dat Hans achterover tuimel
de en zo-o beduusd was, dat hij een
heelen tijd lang niet meer wist, waar
hij was. Toevallig kwam er een slager
langs^ die in zijn karretje een jong
varkentje vervoerde.
„Wat is hier gebeurd?" riep de sla
ger. Hans vertelde hem wat er ge
beurd was. Toen reikte de slager hem
een flesch drinkwater toe en zei; „Hier
drink daar maar eens van, daar knap
je van op. Die koe van je zal wel hee
lemaal geen melk meer geven, want het
is een oud beest, dat hoogstens nog
goed is om geslacht te worden."
„Zoo, zoo,', sprak Hans, terwijl hij
zijn haar glad streek, „wie had dat ge
dacht! Het is nu wel erg aardig, wan
neer men zoo'n koe kan slachten, want
er zit nogal wat vleesch aan. Maar
ik hou niet zoo erg van rundvleesch,
het is me niet sappig genoegt Ja, als
ik n;u zoo'n varkentje had, dat smaakt
heel anders. En dan de lekkere wor
sten, die je er van krijgt!"
„Hoer' eens, Hans", sprak de sla
ger toen, „om jou een plezier te doen
wil ik wel ruilen en je dit varken
voor je koe geven!"
„Dank U wel, dat is heel vriende
lijk: van U!" antwoordde Hans, gaf hem
doe koe, waarna de slager het varken
tje van zijn kar losmaakte en Hans het
touw gaf, waaraan het varkentje vast
gebonden zat.
Hans ging welgemoed weer verder
en bedacht hoe alles tenslotte toch
ner jeugd bekwam, dien deze op het
sterfbed geschreven had. Graaf Ro-
mayleff had onaangenaamheden met
Potemkin gehad en was daarom naar
zijn bezittingen verbannen. Vruchteloos
was zijn poging de verloren gunst te
hernemen, en zoo moest hij op twee
honderd mijlen afstands van Petersburg
ieven, hetgeen hem niet zoozeer zijnen
twege, als wel wegens zijn zoon Feo-
dor bedroefde, wiens geheele toekomst
door deze verbanning bedreigd scheen.
Toen hij z-ijn einde nabij dacht, beval
hij hem in de gunst van zijn ouden
vriend, den generaal, die hem ook wel
dra door zijn voorspraak bij Paul I
'een luitenants-aanstelling in het regi
ment Semonowski verschafte.
Ofschoon de jonkman om het zoo
te noemen door het huis des gene
raals in zijn kazerne gegaan was, had
hij toch lang genoeg daarin getoefd,
om VarinkaMe zien en een diepen in
druk mee te nemen.
Varinka daarentegen had ternauwer
nood acht op hem geslagen. Wat was
in haar oogen een luitenant zonder
groot vermogen en zonder toekomst?
Zij droomde van een vorstelijk echt,
die haar tot een der eerste vrouwen
van Rusland zou maken! Een schitte
rend lot naar het voorbeeld der hel
dinnen uit de 1001 nacht moest het
hare worden, en Feodor was niet bij
machte, haar zulk een toekomst te
verzekeren.
Eenige dagen na de ontmoeting
kwam Feodor om van den generaal
naar wensch ging; al had hij ook tel
kens tegenslag, het werd toch dadelijk
weer goedgemaakt vond hij.
Na een poosje kwam van een zij
pad een jongen aangewa«deld, die een
mooie, witte gans onder z.jn arm droeg.
De jongen vergezelde Hans een eind
weegs en Hans begon van z ja ge'uk
te vertellen en hoe hij steeds zoo vo r
deelig geruild had. De jongen ver
telde, dat hij de gans naar een feest
maal moest brengen.
„Til hem eens op", ging hij voort-
„en voel eens, hoe zwaar die gans
is! Ja, ze is 'dan ook acht weken 'ang
gemest geworden. Als je in een boutje
van deze gans bijt, loopt je het vet
langs je kin!"
„Ja", sprak Hans. die de gans met
één hand woog, „die heeft een aardig
gewicht. Maar mijn varkentje mag er
ook wezen!"
Intusschen keek de jongen met on
geruste blikken in het rond, schudde
een paar maal zijn hoofd en zei dan:
„Hoor eens Hans, ik geloof, dat het
met dat varkentje van jou niet heele
maal in orde is. Ik ben daarstraks door
een dorp gekomen waar zoo pas bij
een boer precies zoo'n varkentje ge
stolen werd. Ik weet het niet, maar ik
ben bang, dat het varkentje, dat jij
daar hebt, dat gestolen varken is. Er
zijn naar alle kanten mannen uitge
stuurd om het gestolen varken op te
sporen en het zou er Ieelijk voor je
uitzien, als ze jou met dat varken
vonden. Ze zouden je op zijn minst
in de gevangenis werpen!"
(Wordt vervolgd.)
Vervolg Raadsverslag
LUSSEN.
Opheffing der Openb. Lagere school
wijk A nio. 49.
De Voorzitter deelt mede, dat hier
over verschillende brieven zijn inge
komen, n.l. een schrijven van den
Minister van onderwijs, waarin wordt
gezegd, dat de school behoort te wor
den "opgeheven. Verder een schrijven
van Ged. Staten, waarin eveneens tot
opheffing wordt aangedrongen en ver
zocht wordt om voor 20 Augustus
het besluit van den raad in deze te
megen ontvangen. Bovendien is van
Ged. Staten nog een schriiven per
c Augustus ontvangen, waarin er op
wordt gewezen dat het aanbeveling"
verdient een overeenkomst aan te
gaan met de gem. Eethen, om de kin
deren de op te heffen school in Meeu
wen op de O.L. school onder te bren
gen, bovendien is een schrijven bii-
gevoegd van den Inspecteur voor het
L. O. te 's Bosch, die eveneens ad
viseert de school op te heffen. Waar
de school te Meeuwen slechts voor
60 leerlingen plaats biedt, zal waar
schijnlijk een lokaal moeten worden
bijgebouwd, schrijft de Inspecteur.
Aangedrongen wordt de school met
ingang van 1 Mei 1934 op te hef
fen.
B. en W. stellen voor dit advies op te
volgen. Deze kwestie is hier reeds meer
malen ter sprake geweest en thans
doet de regeering een beroep op de
gemeenteraden, om mee te helpen
aan de bezuiniging dier op alle ter
rein noodig is. Wij weten allen al
dus spreker, dat er offers gebracht
moeten worden.
De lieer Jongbloets verklaart zich
tegen opheffing, het aantal leerlin
gen is vooruitgaande het is 22 ge
weest en nu gestegen tot 41.
L>e heer v. d. Zcuwen is van het-
afscheid te nemen, want zijn regiment
was opgedragen, den Italiaanschen
veldtocht onder Suwarow mee te ma
ken.
De prachtige uniform verhoogde zijn
natuurlijke schoonheid en de van geest
drift getuigende hoop, waarmede hij
zich naar het veld van eer begaf, ver
kende zijn edele trekken een dichter
lijke heiligheid, zoodat Varnika, geheel
verbaasd over de wonderbaarlijke ver
andering, welke met den jongeling
scheen te hebben plaats gegrepen, dit
maal zoo genadig was, op den wensch
haars vaders, den scheidende de hand
te reiken.
Dat was meer, dan hij gewaagd had
te hopen. Hij boog zich voor haar,
als voor een koningin, de knie, vatte
met bevende hand die der schoone en
bracht ze in zachte aanraking met zijn
lippen. Deze nauwelijks tastbare kus
voelde Varinka als een gloeiend ijzer,
en een hoogroode blos overtoog haar
gelaat. Zij trok de hand zoo ijlings
terug, dat Feodor bijna vreesde haar
gekwetst te hebben. Hij bleef op de
knieën, vouwde de handen en sloeg
de oogen met een zoo sprekende uit
drukking van bezorgheid tot haar op,
dat Varinka haar eerzucht vergat en
hem door een glimlach geruststelde.
Hij stond op, het hart vol van on
uitsprekelijke vreugde, en moest be
kennen, dat hij zich nog nimmer zoo
gelukkig gevoeld had als nu, ofschoon
hij voor geruimen tijd, wellicht voor
altoos, Varinka verliet.
zelfde gevoelen en staat nog op het
standpunt, waarop hij altijd heeft ge
staan. Een school met 16 leerlin
gen wordt niet opgeheven, spreker
acht zich daarom niet verantwoord hier
mede te werken aan de opheffing
en de menschen te dwingen de kin
deren elders school te sturen.
De heer Koekkoek vraagt wat er
gebeurt als de school wordt opgehe
ven en er komt een verzoek voor de
stichting van een Bijzondere school.
De Voorzitter merkt op, dat daar
voor in de toekomst 60 leerlingen
noodig zijn, zoo gemakkelijk gaat dat
niet meer.
De heer v. Daal vraagt, als de
school te Meeuwen moet uitbreiden,
of er dan voor deze gemeente geen
kosten uit voort zullen vloeien.
De Voorzitter antwoordt ontken
nend, de gemeenteraad van Eethen
heeft besloten de kinderen toe te la
ten tegen een jaarlijksche vergoeding
van f 15,— per leerling, hetzelfde be
drag, dat Eethen voor de kinderen
van Heesbeen en Doeveren aan de
gemeente Heusden zal moeten be
talen.
De heer v. Daal kan als er voor de
giemeente geen strop uit voortvloeit
niet tegen het voorstel zijn.
De heer Leegganger verklaart, de
woorden van den heer v. d. Zouwen
te onderschrijven.
De Voorzitter zegt, dat deze ge
meente f 26000 voor het onderwijs
moet uitgeven, ongeacht de gebou
wen, voor een gemeente met 3700
inwoners is dit toch wel een groot
bedrag. Als de regeering een beroep
doet op het Gemeentebestuur en dit
heeft er zelfs voordeel bij, dan lijkt
het hem toch wel een eigenaardig
standpunt, zonder goede motieven te
gen opheffing te zijn. Men kan al
leen zeggen het is een oude bestaande
school en men kan het voor het
onderwijzend personeel betreuren !ook
spreker doet zulks, maar als er te
bezuinigen valt moet men daarover
heen stappen. Men zegt wel de school
gaat vooruit, doch onder die meer
dere leerlingen zijn eenige katholie
ken, die met de eigen school
overhoop liggen. Er zijn altijd zoo
om de 30 leerlingen geweest, waar
voor 2 onderwijzers zijn aangesteld.
De heer v. d. Zouwen merkt op,
dat zijn bezwaren niet gelden, dat het
een oude school is, maar dat hii
de ouders moet verplichten, de kin
deren over een grooten afstand naai
school te zenden.
De Voorzitter zegt, dat de we
reld niet is blijven stilstaan, de ver
voermiddelen zijn de laatste jaren
zeer vooruit gegaan. Llii heeft het
betrekken hoofd ook om advies ge
vraagd, doch ook dit kon geen en
kel steekhoudend motief aanvoeren.
Het is niet de bedoeling de menschen
onaangenaam te zijn, maar de nood
der tijden dwingt er toe. Spreker zal
evenwel het voorstel van B. en W.
Hij trok te velde, met duizend ver
wachtingen in de toekomst starend,
en zijn lot kwam hem benijdenswaardig
voor, wat ook de naaste toekomst hein
baren mocht; was het einde een bloe
dig graf, dan vermeende hij in Va
rinka's oogen gelezen te hebben, dat
zijn dood zoiu betreurd worden; open
den zich voor hem de poorten tot den
tempel des roems, dan bracht hem de
roem in triumph naar St. Petersburg
terug, en de roem is immers een ko
ning, die voor zijn gunstelingen won
deren laat geschieden.
Als kapitein en de borst met orde-
teekenen overladen, keerde hij terug.
In Petersburg aangekomen, liet hij zich
onverwijld naar de Newski-Perspektive
rijden, waarin het huis des generaals
lag. Dieze zat met zijn dochter juist
aan den disch.
Hoe meer Feodor de deur naderde,
hoe wankelender zijn hart werd en
zijn spanning was zoo groot, dat hem
de ledematen bijna den dienst weiger
den en hij tegen den muur moest leu
nen, om niet in het oogenblik van
het weerzien neer te storten. In dit
oogenblik opende zich de deur der
spijskamer; Varinka trad te voorschijn,
ontwaarde hem en slaakte een luiden
kreet.
„Vader, daar is Feodor!" riep zij
met een uitdrukking, omtrent welker
beteekenis hij, wie haar goLd, niet in
het onzekere kon blijven.
Eerst wierp hij zich den generaal
in de armen, daarna wendde hij zich
in omvraag brengen.
Tegen stemmen de heeren v. d.
Zcuwen, Koekkoek, Leeggangers, van
Balkom, Herman en Jongbloets, voor
de heeren v. Dijk, v. Daal en F. v.
d. Pluijm, zoodat het voorstel is ver
worpen.
Het voorstel van B. en W. om
een overeenkomst met de gemeente
Eethen aan te gaan, wordt op voor
stel van de heer Jongbloets aange
houden.
Daar geen der heeren iets voor
de rondvraag heeft, sluit de Voorzit
ter de openbare vergadering en gaat
de raad over in geheime zitting.
Vragen op rechtskundig gebied
(Abonné's kunnen in deze rubriek
GRATIS vragen stellen).
Ik ben in Februari 1933 getrouwd en
heb tot nu toe nog geen aanslagbiljet voor
personeele belasting ontvangen. Moet ik
dit jaar nog betalen of ontvaDg ik dit biljet
pas in 1934
N. N.
"Wie belastingplichtig wordt na 15 Jap.
wordt aangeslagen naar den toestand bij
den aanvang zijner belastingplichtigheid
over zooveel twaalfde gedeelten van het
1 jaar als er nog niet geheel verstreken
1 maanden overblijven. U behoeft niet bang
te zijn dat de fiscus u over 1933 vrij zal
laten.
Twee jaar geleden werd door mij voor
iemand ter dezer plaatse een woning ge
bouwd. Van het voorjaar echter is door
een ander eene stoep aangelegd vanaf dén
dijk en wel zoo, dat begonnen werd mét
het talud op de reede van den eigenaar
der woning af, welke hem waarschuwde
dat bij het zakken der stoep, wat niet uit
kon blijven, het talud zoo zoude zetten
dat de rede overschreden werd en de hei
ning, die daar door hem was geplaatst,
schade zoude lijden door het omdringen
van het gewicht der grond. Een en ander
is thans van dien aard, dat wat toen werd
voorzegd en voor werd gewaarschuwd, nu
werkelijkheid is geworden en zoodoende
de reede is overschreden en de heining
weggedrukt, terwijl al het van het talud
afkomende water op zijn erf terecht komt.
Nu vroeg hij mij wat hieraan te doen en
wist ik daarop geen bescheid te geven,
en dacht het mij goed daarover u te vra
gen, in de verwachting, dat u mij daarop
een antwoord zult geven of dit mag, en
wat hieraan zijnerzijds te doen is
S.
De eigenaar van het huis kan tegen
den eigenaar van het talud eene rechts
vordering instellen tot vergoeding van de
geleden schade door het wegzakken der
heining en door het overloopen van het
water. Er zal dus geprocedeerd moeten
worden.
1
om en boog, als i'.i net afscheidsuur
eene 'knie voor Varinka. Maar één.
oogenblik was voor het trotsche meisje
toereikend, haar gevoel tot op den
laatsten achtergrond harer ziel terug
te dringen. Die vluchtige blos, die zich
op haar gelaat gegrift had verdween,
j en zij stond daar weer als het koud„
marmeren standbeeld, hetwelk de na-
tuur begonnen en de opvoeding vol
tooid had. Feodor kuste haar hand;
zij beefde., maar was ijskoud. Hij hijg
de naar adem, zijn hart dreigde te
bersten.
„Maar Varinka", sprak de generaal,
„waarom zijt gij' zoo afgemeten je
gens een vriend, die ons evenveel angst
als vreugde baart? Feodor, omhels
mijn dochter."
Hij stond op, "blee fechter onbeweeg
lijk staan en wachtte, tot nog een an
dere toestemming die van den generaal
bevestigde.
„Welnu, hebt gij mijn vader niet ver
staan?" zeide Varinka glimlachend,
maar had toch geen genoegzame zelf-
beheersching, om de ontroering te ver
bergen d'iie 'haSr stem deed beven.
Feodor raakte haar wangen aan met
d(e lippen en het kwam hem voor, als
had daarbij haar hand, welke hij gevat
had, onwillekeurig de zijne zacht ge
drukt. Bijna was een geluid van vreug
de zijne borst ontglipt; maar hij zag
haar aan en ontstelde, want zij was
bleek als de sneeuw, en haar lippen
kleurloos geworden als die van 'nlijk.
(Wordt vervolgd.)
Jfienwsblad
3.)