Tweede Blad No. 5362 Vrjjdag 1 Sepi. VARINKA OPENING- NAJAAR- en WINTERSEIZOEN! WILLEM DE BRUIN, Ijzerhandel - GORINCHEM. voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. HERTOG FRANS", 6 cents Sigaar Uit het dagelyksch leven. Kinderrubriek Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. De grootste en fraaiste Collectie VINDT BIJ ONS Vergelijkt Model, Kwaliteit en Prijs. Nergens koopt U beter Alles onder langdurige garantie. BEHOORENDE BIJ HET DE PLICHT. HARRY POLL. Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raad sels waren 1. Een ruiter te paard 2. De oogappel. 3. Er kunnen nooit meer dan 26 verschillende letters in gevonden fsvor den, n.l. de 26 letters van het al- Iphabet. De nieuwe raadsels zijn: 1Welke penningen worden nooit gebruikt om iets te koopen of er iets mee te betalen 2. Wat vindt men aan het eind van elk mes 3- Op welke zee is nog nooit door een schip gevaren 4. Welke vinken kunnen niet vlie gen OOM KAKEL. AL TE GOED IS BUUR- MANSGEK. III. De schrik sloeg Hans .om het hart. „Lieve deugd," riep hii uit. dat is een mooie geschiedenis. Ik weet wat, neem jii mijn varken en geef mii dan je gans." „Het is erg gevaarlijk!" antwoord de de jongen, „als ik dat doe. maar ik wil toch niet, dat het mijn schuld zou zijn, 'dat jii in moeilijkheden kwam." Hii nam dus het touw van Hans over en dreef het varkentje snel een zijweg in. Hans, erg opge lucht, trok verder naar zijn geboorte plaats toe met de gans onder zijn arm. „Als ik het goed bekijk, „sprak hii bii zich zelf," heb ik nog voordeel bij deze ruil. In de eerste plaats krijg ik een heerlijke ganzen bout, jdan nog een heeleboel ganzenvet, waarvan ik nog wel drie maanden lang op mijn brood kan etenen dan die mooie witte veeren, daar laat ik een hoofd kussen van maken. Wat zal mijn moe der blij zijn!" Toen Hans nu aan het laatste dorp voor zijn geboorteplaats kwam, izag hij een scharensliep staan met zijn karretje, waarvan het wiel lustig ronddraaide, terwijl de vonken van een mes, dat hii op de steen sleep, afvlogen. Daar de scharensliep vroo- Jijk zong bii zijn Werk, bleef Hans staan en zei: „Nu je schijnt ooki plezier in je werk te hebben!" „Ja," antwoordde de scharensliep, „het is een mooi vak. Een goede scharensliep is een man, die, wan neer hii zijn hand in zijn zak steekt, daar ook geld vindt. Maar vertel me eens, waar heb je die moojb gans gekocht „Die heb ik niet gekocht, die heb ik ingeruild voor mijn varken!" - En het varken Dat heb ik voor een koe gekregen! En die koe Die heb ik voor een paard gekre gen! En dat paard Daarvoor heb ik een klomp goud, zoo groot als mijn hoofd gegeven En dat goud O, dat was mijn loon voor zeven jaar arbeid! „Nu, antwoordde de scharensliep," jij weet ook goed te behelpen, hoor! Maar het mooiste zou nog zijn, als je nu ook nog (geld in je zak had. Je moest eigenlijk scharensliep (wor den, zooals ik. Je hebt er niets an ders voor noodïg dan |een slijpsteen, de rest vind je vanzelf wel. Kijk, hier heb ik een steen, hij is wel een, beetje gebarsten, maar daarom 'hoef je er mij ook (niets anders voor te geven dan die gans. Wil je dat „Hoe kun je dat jnu vragen." ant woordde Hans, „ik word (de gelukkig ste mcnsch op de igebeele wereld, want als ik geld Ik rijg, zoo dikwijls als ik mijn hand jn mijn zak steek, wat heb ik dan (nog meer noodig?" Hans gaf hem de (gans en nam de slijpsteen aan. „En nu." (zei de scha rensliep, terwijl hij een [heele groote kei, die op straat lag, opraapte, „hier heb je nog een flinke steen van mij, daarop kun je kromme (spijkers recht slaan Hans nam ook deze zware steen aan en ging vroolijk verder. Na een poos werd hii moe. Ook kreeg hij honger, daar hij geruimen tijd ge leden in zijn vreugde over zijn koe, die hij had geruild, al zijn eten had opgegeten. Eindelijk kon hii zich nog slechts met de grootste moeite voort- sleepen en moest elk oogenblik rus ten. De steenen wogen hem als lood. Na heel veel moeite kwam hii aan een bron, waar hij zich met een frissche dronk wilde laven. Opdat hij de steenen niet zou beschadigen, leg de hij ze bedachtzaam naast zich op den rand van den put. Daarna ging hij zitten en bukte zich om te drinken. Per ongeluk stootte hii te gen de steenen en plomp!... daar vielen ze in het water. Hans zag ze voor zijn oogen in de diepte verdwij nen. Doch in plaats van bedroefd te zijn sprong hij op van vreugde, dat hij op deze manier vap de zware stee nen bevrijd was. „Zoo gelukkig als ik," riep hii uit, „is er toch geen mensch op de wereld!" Met een blij gemoed ging hii verder en kwam in het dorp, waar zijn moeder woonde. Toen zijn moe der zijn wedervaren hoorde, was ze erg teleurgesteld. Ze gaf Hans een standje, zooals hii zijn heele leven nog niet had gehad, terwijl ze eindig de: „Onthoud dit nu eens en voor goed, jongen al te goed is buurmans- gek!" En hoe het pu met dien dam men Hans verder ging, dat vertel ik je later misschien nog wel eens! EINDE. 9» Deze Sigaar is voorzien van licht Sumatra Zandblad dek en munt uit door haar heerlijke smaak en krijtwitte brand. door Dr. W. JORDAN. 5) „Wat zijt gij nu voornemens te doen?" vroeg Varinka ap ijskouden toon. „Gij, Varinka, kunt mij dat vragen? Wat wilt gij, dat ik doe, en wat blijft mij over, als Petersburg te ontvluch ten en in den eersten den besten oor log den dood te zoeken „Gij zijt een gek," sprak Varinka met een glimlach, die een zonderlin ge mengeling van triumph en ver achting uitdrukte, want van af dit ■oogenblik besefte zij haar overmacht en zag in, dat zij zijn leven lang als een koningin over hem gebieden zou. „Welnu," riep de jonge officier, „toon mij een uitweg; beveel, ik ben immers uw slaaf!" „Gij moet blijven!" „Blijven!" „Ja! Slechts de lafaard, de feme laar acht zich reeds na den eersten slag overwonnen; een man, zoo hij dien naam zich waardig wil maken, worstelt!" „Worstelen? En tegen wien? Te gen uw vader? Nu en nooit!" „Wie spreekt daarvan? Het nood lot moet men trotseeren! Slechts de nietsbeduidende bezwijkt; de edele man vat het roer en strijdt met wind en baren, tot hij de haven bereikt heeft of te gronde gaat. Doe u aan mijn vader voor, alsof gij uw liefde beheerschtet, tot hij gelooft, gij hebt ze overwonnen. Ik zal twee jaren uil- stel vragen, welk verzoek men mij niet van de hand zal wijzen. Wie weel wat in twee jaren gebeuren kanDe keizer kan sterven, een gelijk lot lean den mij toebedeelden man treffen; ja, ook mijn vader, wien God in Zijn hoede moge nemen, ook mijn vader kan sterven." „Maar, wanneer men u dwingt.." „Mij dwingen!" antwoordde Varin ka en een donkere blos flikkerde, ijlings weer verdwijnend, op haar ge laat; „wie zal mij tot iets dwingen? Mijn vader? Daartoe heeft hij mij te onuitsprekelijk lief! De Keizer? In zijn eigen familie heeft hij reden te over, bezorgd te zijn, dan dat hij nog de rust van anderen zou ver storen! En wat ook gebeuren mocht, wanneer alle middelen zijn uitgeput, dan blijft mij nog altijd een laatste toevlucht. Driehonderd stappen van hier stroomt de Newa en zijn bo dem is diep." Feodor slaakte een gil; want uit het geplooid voorhoofd en desaam- geperste lippen van het jonge meisje sprak een vastberadenheid, waaruit hem duidelijk bleek, dat men haar wil wel breken, nooit echter buigen kon. Zijn hart was te zeer met dit plan ingenomen, dan dat hij nog andere tegenkantingen had kunnen maken. Bovendien beloofde immers Varinka hem voor zijn vrees voor 's werelds oog schadeloos te stellen. Zij had zulk een onweerstaanbaren invloed op geheel haar omgeving, zelfs op den generaal, dat haar ie ANDEL. De werkman van Vugt, werk zaam bii de firma Schouten uit Gies- sen in de malerii aan de Rib al hier, had het ongeluk met een zak erwten te vallen, waardoor hii zoo ongelukkig terecht kwam, dat hii een zijner beenen brak. Zaterdag j.I. bad alhier de uit reiking plaats van de op het groot Nationaal concours op den 2den Pinksterdag j.I. alhier, behaalde prij zen. Nadat door de muziekvereen. „Andel's Fanfarecorps", onder leiding van den heer B. Roza uit Wijk en kele nummers zeer verdienstelijk wa ren uitgevoerd had de uitreiking- plaats door den Voorzitter van het Uitvoerend Comité, den heer Mart. van Rijswijk. Deze sprak de Vereen, ongeveer als volgt toe: .„Mijne heeren, het groot Natio naal concours georganiseerd door .„Andels Fanfarecorps" ligt weder en kele maanden achter ons. Ongeveer een vierendeeljaars scheidt ons weer van dit grootsche evenement in An- delsch geschiedenis en in de geschie denis van Andelsch Fanfare. De tijd van groote activiteit en werkzaamheid is weer verstreken en thans is het voor ons Comité en mogelijk ook voor U na gedanen arbeid zoet rus ten. Want ongetwijfeld zal aan het Concours ook voor Uwe vereenigin- gen een tijd van intensieve studie zijn voorafgegaan aangezien ge zult hebben getracht een zoo goed mo gelijk figuur te slaan en kon het zijn met een eersten prijs huiswaarts te keeren. In eerlijken en edelen kamp hebt ge Uw krachten geme ten en menige vereeniging zag door het behalen van een eersten prijs de kroon op haar werk geplaatst. De groote moeite en inspanning wer den daardoor dus ruimschoots be loond. Uw lofwaardig werk is door een jury, bestaande uit vooraanstaande toonkunstenaars in den lande beoor deeld en hun namen zijn er borg voor, dat de a oor U behaalde prij zen werkelijk zijn verdiend en dat alleen ernstige studie U weder een trede hooger heeft geplaatst op cle muzikale ladder. Wii bewonderen en waardeeren het werk en de groote muzikale talen ten. welke op dit concours zijn ten toon gespreid. Dank zij Uw aller me dewerking heeft dit concours op buitengewoon hoog peil gestaan en de duizenden muziek- en zangliefheb bers, welke van heinde en ver wa ren toegestroomd, zullen zich den gang naar het concoursterrein niet hebben betreurd en hebben met vol le teugen kunnen genieten van dat gene, wat gij hen hebt geboden, 't Was een dag van waar kunstge not. Ik memoreer, mijne heeren, dat de prijzen te Andel zijn verdiend-? en als Voorzitter van het Uitvoerend Co- mité rust op' mij den aangenamen plicht deze aan U te overhandigen. Irrimers na den arbeid volgt het loon. En het werkelijk verdiende loon is dubbel zoet. Ziehier dan mijne heeren, het edel metaal, het symbool der door U be haalde overwinningen. Deze lauwe ren getuigen van een tijd van groote studie en werkzaamheid voor Uwe vereenigingen, doch ze vertolken te vens, dat ge niet tevergeefs de zang- of muziekkunst hebt beoefend. Ontvangt deze prijzen dan uit mijn handen en ik spreek daarbii den wensch uit, dat ze vele iaren Uw vaandel zullen mogen sieren. Wat ge te Andel hebt ten gehoore gebracht kon den toets der critiek glansrijk! doorstaan en ik durf dan ook de overtuiging uit te spreken, dat ge voortbordurende op dit stramien nog menig succes zult weten te beha len, hetgeen U „Andel's Fanfare corps" en het Uitvoerend Comité van' harte toewenschen." Daarna had de uitreiking der prij zen aan de verschillende afgevaardig den plaats. Na beëindiging werd door „An del's Fanfarecorps" het programma verder afgewerkt, hetgeen een zeer vlot verloop had. Geconstateerd kon worden, dat de vereeniging onder de bekwame leiding van den heer Ro za weder bergopwaarts gaat, terwijl ook het ledental is toegenomen. Het concert werd ook iditmaal we der buitengewoon druk bezocht en! honderden belangstellenden uit deze en de omliggende gemeenten waren aanwezig om van de (muziek te ge nieten op dezen lieflijken 'zomera vond. Gedurende het concert werd een bloempjesverkoop gehouden ten bate van het Sanatoriumfonds van het Ne- derlanelsch Verbond van Ziekenkas sen, welke collecte naar We vernemen uitnemend is geslaagd en waarvoor, de heer Hoesen, Voorzitter van de Afd. Andel, woorden van hartelijken dank sprak tot de muziekvereenjgi'ng. CAPELLE. De postduivenvereniging „De dereen volgde, zonder juist te we ten waarom. Zoo onderwierp zich dan ook Feodor blindelings aan haar ver langen. Eenige dagen na dit nachtelijk be sluit werd Gregor op aanklacht van Varinka voor een onbeduidend ver grijp op de biervoor beschreven wij ze getuchtigd. .Drie dagen lang bleef hij in de ziekenkamer en liet zich door Iwan, die nu de rol van heelmeester vervulde en de wonden, welke hij zelf had toegebracht, genas, water- en zoutomslagen maken, opdat de gene zing zich schielijk zou bewerkstelli gen. Middelerwijl peinsde hij op wraak. Ware hij een echte Rus ge weest, hij had deze straf, voor Rus land's krachtige zonen iets alle- daagsch, dra vergeten; maar in zijn aderen stroomde Grieksch bloedhij vergat niets en huichelde. Hoewel hij een lijfeigene was, ver oorloofde zijn ambt hem toch een grootere vertrouwelijkheid tegen den gebieder dan den anderen dienaren. Dat de barbier bijna overal bij hen, welke hij scheert, groote voorrech ten geniet, ligt wellicht daaraan, dat hij het leven zijner klanten zoo vaak in de hand heeft. Zoo geraakte c>ok Gregor bijna dagelijks, in de uitoefe ning van zijn bedrijf, met den gene raal in een onderhoud, waartoe hij alleen de stof pleegde te leveren. Op zekeren dag kwam het gesprek op Feodor. De generaal dacht aan de tuchtiging, die deze den barbier ha.d doen ondergaan, en vroeg den laatste, of hij niet het een en ander op zijn lieveling had aan te merken. Gregor antwoordde, dat hij Feodor voor ontegenzeggelijk onberispelijk hield, wanneer men zijn aanmati- gingszucht buiten spel liet. „Aanmatiging?" vroeg de generaal verbaasd; „juist van die fout dacht ik hem volkomen vrij." „Ja, ik had van eerzucht moeten spreken," antwoordde Gregor. „Hoe, eerzucht vervolgde de ge neraal, „mij dunkt, het getuigt niet voor eerzucht, dat hij in mijn dienst is getreden; want na zijn zoo roem rijken veldtocht kon hij zelfs naar de eer streven, bij het huis des kei zers zich te laten inlijven." „Ja, eerzucht en eerzucht zijn twee," lachte Gregor: „de een heeft de eerzucht, naar een hoog ambt te streven, de andere streeft naar een schitterende partijde een wil alles slechts aan zich zelve te danken heb ben, een ander zou het voetbankje ee- ner vrouw willen zijn, en ten slotte stemmen zij allen daarin overeen, dat zij een hoogere vlucht willen nemen, dan hunne vleugels reiken." „Wat wilt gij daarmee zeggen?" riep de generaal, die begon te be merken, waar Gregor eigenlijk heen wilde. „ik wilde alleen zeggen, Excellen tie, dat er heden bestaan, welke door de goedheid die men hun bewijst, slechts hunne positie vergeten en al tijd naar hooger streven, hoewel hun deze reeds het hoofd doet duizelen." „Gregor," sprak de generaal, „gij spreekt daar gevaarlijke taal; want hetgeen gij daar beweert, is een aan klacht, en indien ik haar als zooda nig aannam, dan zoudt gij uwe be weringen moeten bewijzen." „Excellentie, geen zaak is zoo ge vaarlijk, dat men er niet heelhuide uit te voorschijn kan treden, indien de waarheid ons slechts ter zijde staat." „Gij beweert, dus, dat Feodor mijn] dochter bemint „Dat heb ik niet gezegd," ant woordde hij met een veelbeteekenendi gebaar, „maar uw Excellentie zelve; ik heb juffrouw Varinka niet ge noemd." „Maar gij hebt het toch willen zeg gen, niet waar? Antwoord eens open hartig, ik wil zien, of gij uw gewoon te achterwege kunt laten." „Nu ja, Excellentie, ik heb het wil len zeggen." „En naar uw zienswijze beant woordt mijn dochter deze liefde?'" „Ik vrees het voor haar en voor uw Excellentie." „En wat doet u zulks gelooven „Ten eerste verzuimt mijnheer Fe odor geen gelegenheid, met mejuf frouw Varinka te spreken." „Hij woont met haar onder één; dak; meent gij, dat hij zou wegloo- pen, wanneer hij haar ziet aanko men?" „Wanneer freule Varinka laat naar huis komt en mijnheer Feodor u toe vallig niet vergezeld heeft, dan kan; het zoo laat zijn als het wil, mijnheer; Feodor is op zijn post, om haar uit; het rijtuig te helpen." „Feodor wacht op mij, dat is zijn' plicht," zeide de generaal en begon; reeds te gelooven, dat de argwaan van den lijfeigene slechts op zulke; schijngronden berustte; „hij verwacht mij, want ik kan immers misschien; ieder oogenblik een bevel voor hem I hebben." (Wordt vervolgd). Nieuwsblad De wereld stond in spanning omtrent het al of niet slagen van Baldo's stoute vlucht, 't Was een hachelijke onderneming. „Zou hij het zonder ongelukken halen", hebben zijn vaderlanders zich afgevraagd bij den start. „Zouden er behalve dat ééne jonge leven nog meer offers gevraagd worden, vóórdat de eindstreep bereikt is", heeft de wereld zich afgevraagd. De eindstreep is bereiktmet moeite en volharding. Baldo en zijn gezellen worden gevierd als de helden van den dag. Ze hebben een taak volbracht, waarvoor een ieder hun een spontaan „Bravo" toeroept. Maar als deze onderneming eens plicht ging worden, dagelijkscbe taak zooals onze Oost-Indië-vliegers, zooals wij allen onze moeilijke dagtaak hebben die alle oplettendheid en energie van ons afvraagt? Daar is voor het nauwgezet volbrengen onzer dagelijksche plicht, voor het stille, stage werken dag-in dag-uit een zeker zoo groote toewijding en volharding en opoffering noodig, als voor de stoutste bravourstukken, die slechts oogenblikke lijk zijn. De onbekende werker op fabriek, kantoor of werkplaats, de eerzame am bachtsman heeft vaak een ondankbaarder opgave dan de gevierde held. Niemand kent de onbekende werkers die een bedrijf doen marcheeren, niemand ziet hun arbeid en zorgen, behalve Eén, Die allen kent en allen ziet. -o-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5