ONZE GÖEDKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 4250 a 58 ets.) kunnen per giro (125025), per postwis sel of per brief met bijgesloten post zegels worden besteld bij de Redactrice Damesrubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gewenschte model s.v.p. duidelijk vermelden. De gevraagde patronen worden binnen drie a zes dagen aan de lanvraagsters toegezonden. VOOB DE KOUDE MO£N. Just zoo des morgens in bus, als wij druit bezig zijn met het hoaaöouden en daardoor vanzelf sprekend de ramen wcruau opengezet, vaak scans tegen elkaar, is het de tijd, dat wij bet meest kou opdoen. En. wij weten he# allen, als uan zoo vroeg in den herfs» een ver koudheid «p doet, raakt men. deze bijna «Seri geheölea winter door niet meer tapijt. En hoe gaat het, men is bezig met de slaapkamers, de ramen staan wijd open, er wordt gebeld en daar is de tocht al, en wij hebben het te pakken voordat wij hetzelf weten. Om dit nu te voorkomen doet u het best een kleinen wollen kraag te dragen. Het is eigenlijk niets anders dan een breede das, die echter zoo lang is, dat als wij de uiteinden samen breien of ha ken als een manchet, dat wij de das dan over den rug heen kunnen dragen, zon der te hinderen of zonder dat hij trekt. Als u dezen kraag maakt van heele dun ne wol en met grove houten pennen breidt of met een beenen haaknaald haakt, dan hebt u van voren ruimte ge noeg om de das over de schouders heen te trekken en van voren met een broche vast te maken. U kunt desgewenscht in het midden een kleinen opstaanden rand haken of breien en dezen ais kraagje dienst laten doen of wel den rand van de das zelf dubbel slaan, dan bereikt u on?ev?pr faptroif^o EEN WOLLEN BLOUSE. De herfsttijd is een ware wispelturige tijd. Den eenen dag is het guur en koud, den volgenden dag zouden wij het liefst weer een van onze dunne zomerjaponnen aantrekken en dat is dan ook het moei lijke van den herst om kleeding te vin den, die zoowel bij de warme als de koude dagen voldoet. Nu is een dunne wollen blouse op een eenvoudigen spor tleven rok gedragen wel zeer dankbaar. Is het een gure dag, welnu dan kan men over deze blouse een korten mantel of zomermantel dragen, is het een warme dag, dat het zonnetje nog zoo zijn best doet, de aarde heerlijk te verwarmen, dan is de blouse alleen al ruim voldoende om ons te beschermen. Men ziet in de verschillende modehui zen, mode-paleizen zouden wij ze eigen lijk beter kunnen noemen, allerlei wol len blouses, gebreid, gehaakt, geweven of van wollen stof vervaardigd. Onze teekening No. 621 is een gebrei de blouse van heel dunne wol, die zeer gekleed is en zooals U duidelijk kunt zien, ook zeer ruim en gemakkelijk valt. Dit soort blouses ziet men in de mooiste kleurensamenstellingen en in allerlei soorten wol uitgevoerd. Dit model is zeer gekleed en kan uitstekend worden ge bruikt om ben warm weer zonder man tel te worden gedragen. Denkt U er aan, bij het maken van een dergelijke blouse, dat het meerendeel van de a.s. winter- kleeding hoog aan den hals wordt ge sloten, zelfs de gekleede japonnen hebben dit zeer sterk. De hier afgebeelde blouse is van ver schillende kleuren bruine wol vervaar digd. De blouse zelf is van een tusschen- tint, die warm aandoet. De geblokte band is van lichtere kleur, terwijl de blokken van donkerbruine wol zijn gemaakt; deze kan men op den band met kruisteeken aanbrengen of met de donkerder tint twee recht, twee averecht is afgewerkt, waardoor de blouse mooi op den rok aansluit. Patroon van deze blouse verkrijgbaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). EEN SIERLIJK MANTELPAKJE. Een mooi mantelpakje is No. 620. De stof is donkerrood wollen laine, maar van een zeer bijzondere kleur, naar het don kere toe. De mantel is wel iets getail leerd, maar toch niet zoo, dat wij van een aangesloten mantel zouden kunnen spreken. De mantel bestaat uit een ge heel recht rugpand en twee voorpan den, welke van boven met twee knoop jes en in het middel met een enkelen knoop sluiten. De voorpanden sluiten ver over elkaar heen, vandaar dat het noodig is, dat het linkervoorpand weer een binnensluiting krijgt, om goed op zijn plaats te blijven. De voorpanden zijn verder geheel recht en worden niet door een zak onderbroken. De halsafwerking bestaat uit een opstaand kraagje, dat vooral smal moet zijn en uitloopt in twee breeder wordende slippen, die kruise lings over elkaar worden geslagen en waarvan het rechter uiteinde met twee knoopen sluit, dezelfde twee knoopen, waarmede ook de voorpanden worden ge sloten. De mantel heeft geen revers. De mouw is tamelijk wijd en loopt naar den pols wel nauwer toe, maar blijft toch wijd genoeg, om de wollen mouw van onze japon er gemakkelijk in te doen glij den. Een mooie rand bont wordt aan het voorpand gehecht, loopt boven den elle boog over de mouw heen en vervolgt zoo zijn weg ever den rug, waarna hij bij de andere mouw weer te voorschijn komt met oen halve vaste woedt vastgemaakt. De aerate toer bestaat nu mt zeven vasten in den ring. Tweede toer twee vasten ki iedere steek van den vorig®n toer. Een mooi gelijkmatig geribbeld effect verkrijgt men door de steken te haken in de achterste lus van de steken der vorige toeren. Derde toer: twee vasten in den eersten steek; één in den volgen de en zoo verder de heele toer. Voeg verder bij de verschillende toeren zoo veel vaste bij als noodig is om een mooi rond en plat gedeelte te verkrijgen. Als de rondje ongeveer 17 1/2 c.M. middel lijn is, dus ongeveer de breedte van het hoofd, voeg er dan geen vasten meer bij, maar maak een vaste op iederen vorigen steek, waardoor dus het mutsmodel ont staat, doe dit tot de rand ongeveer 7 1/2 c.M. opstaat. Maar nu verder een aparte band. Maak eerst een stuk van 95 c.M. alleen lossen en maak in iedere losse een vaste en verder een band, die ongeveer 5 c.M. breed is. Zet nu de muts op en be vestig den later gehaakten band er met spelden op, eerst langs den voorkant en dan van achteren naar boven, zooals de teekening duidelijk weergeeft, terwijl van de slippen een strik kan worden ge- 5 maakt, of als men dat aardiger vindt, een strik van lint kan worden genomen, of geheel kan weg blijven. Op die manier heeft men al drie verschillende mutsen! BOE WLI VAN 'N TON 'N ARMSTOEL KUNNEN VERVAARDIGEN. AARDIGE HALSKETTINGEN. Wat een aller-gezelligste kettingen ziet men den laatsten tijd overal uitgestald en in prijzen, welke het mogelijk maken, dat men zelfs meer dan één ketting kan bezitten. De "kettingen met schakels of tusschenstukken van verchroomd metaal zijn dadelijk zeer in den smaak gevallen en doordat het chroom zoo mooi blijft, kunnen de kettingen ook lang worden ge dragen. Onze teekening laat U een drietal aar dige kettingen zien, waarvan de eerste en derde bestaan uit chroom-schakels met daartusschen gevoegde kralen van celluloid of de steenen kralen, welke men ook wel ziet,, of kralen van door schijnend gekleurd glas, vindt men nu letterlijk in 'iedere gewenschte kleur, zoodat het mogelijk is bij een japon een ketting te vinden, welke juist in de tint der stof is, en dat kan zelfs zonder al te veel moeite. De middelste ketting is niet van pa rels gemaakt, ook niet van Japansche of glazen parels, maar eenvoudig van kra len van chroom. Het eenig nadeel van een der gelijken ketting is, dat hij nogal zwaar wordt door het vele metaal, wat er aan zit, maar dames, die reeds kettin gen met groote schakels hebben gedra gen, kunnen zeer gemakkelijk aan deze kettingen wennen. Niet alleen chroom- kettingen, doch ook zijden gevlochten koorden, met een aardige sluiting en een nanger van chroom met celluloid, gala- lith of glas zijn zeer in de mode en geven weer een heel ander cachet, dan een ge heel metalen ketting. Behalve kettingen zijn er natuurlijk ook ringen, armbanden, broches en dan de nieuwe clips in de mode, ja soms kan men een heel ensemble koopen, dat ge heel eender is uitgevoerd. Zoo'n stel kan echter niet iedere dame dragen, want men krijgt gauw het idee van een teveel dus let U er vooral op bij het koopen van dergelijke, tamelijk in het oog vallende sieraden, dat het geheel altijd chique blijft en geen overdaad wordt aange wend. ~- ROK MET JUMPER. f" No. 618 geeft U een aardige jumper te zien van lichtblauwe angorawol, met kraag en manchetten in donkerder blauw met witte gewone wol, terwijl eveneens de onderrand op dezelfde manier is ver vaardigd. Om een dergelijke jumper te breien, gaan wij als volgt te werk. Eerst breien wij een paar toeren om te zien, hoeveel steken er gemiddeld in 3 c.M. gaan. Nu nemen wij het patroon voor ons en meten uit, met hoeveel steken wij moe ten beginnen om de vereischte breedte te krijgen. Wij breien nu eenvoudig echt en den volgenden toer averecht, zoodat de voorkant weer recht wordt, waar de patroon breeder wordt, daar meerdert men aan den kant en waar het smaller wordt, daar mindert men even eens aan den kant, zoodat het breiwerk zelf altijd zonder minderingen of meer deringen blijft. f Zoo breien wij eerst het voorste deel der blouse, dan het achterste deel en beginnen natuurlijk bij het boord, dus met de andere wol, terwijl dit boord twee recht twee averecht wordt gebreid, waar door men het rekbare in den band krijgt en het aansluitend. Zijn deze twee stuk ken klaar, dan worden de zijnaden en de schoudernaden aan elkaar gehecht, het kraagje gehaakt en verder aangezet, zoodat nu nog slechts de mouwen over schieten, die wij op precies dezelfde wijze maken. Dus ook hier beginnen we met de manchet en werken zoo de mouwen naar boven toe af, daardoor komen de steken, zoowel van de blouse als van de mouwen in dezelfde richting te loopen. Patroon voor jumper verkrijgbaar a 58 ets. (Laan v. Meerdervoort 45a, Den Haag). Bij deze jumper behoort een aardige donkerblauwe wollen rok. De afgebeel de rok heeft, zooals men duidelijk kan zien rechts die boogvormig loopende smalle banen, terwijl de derde en laat ste zij baan iets klokkend is geknipt. Deze banen loopen van achteren precies een der weer naar beneden als van voren. Het middenvoorpand heeft tegelijker tijd het mooi sluitend vallend heupstuk, terwijl de linker voor- en zij baan van boven glad en naar beneden toe iets klokkend uitloopen. De zij baan vormt meteen de aangesloten achterbaan. De vjjl knoopen met gefingeerde knoops gaten zijn eenvoudig voor garneering aangebracht, doch de rok is geheel ge sloten. De sluiting brj het middel wordt een band gezet in het verlengde van den zijnaad van het voorpand. Een aar dige rok, zooals U ziet. Patroon van den rok verkrijgbaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). eenvoudig ia den band breien, bij het maken daarvan. Het vest, dat tevens doorloopt als schouderpas, een eigenaar digheid, welke men niet veel ziet toege past, is geheel van licht gekleurde wol gemaakt, terwijl het alleen de manier van breien of haken is, da* de teetening van het binnenste vestje rangeeft. Eventueel kan men be.de vesten ook m zijn gehe^i breien of haxen, doel deze afgebeelde manier geeft nog iets meer teekening. De gladde, maar vooral niet nauwe mouw loopt naar de:i pols nauwer uit en heeft een manchet var, twee recht, twee ave recht afgezet met den geblokten band, welke met een aardige hoeK naar den pols toeloopt. De blouse zelf is goed wijd, U ziet het op de teekening heel duidelijk, dat hij ruim overbloest, terwijl de onder kant weer met een breed boord, van en aan het het linkervoorpand wordt vastgehecht. Men kan ook een pellerine- kraag maken en onderaan dezen rand bont vastzetten. Dit is geheel naar ver kiezing. De rok mag natuurlijk in stijl niet afwijken van het manteltje en is daarom eveneens zeer strak van model. Tot boven de knie loopt de rok nauw aansluitend terwijl hij daarna iets wij der uitloopt, om voldoende ruimte te krij gen voor het loopen. De rok sluit met een rits-sluiting, die in den zijnaad is aangebracht. Patroon van het mantelpakje verkrijg baar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). HET HAKEN VAN EEN AARDIGE MUTS. Nu wij allerwege de eigengehaakte mutsen zien dragen, laten wij hieronder een patroon volgen, zoodat U zelf een mutsje kunt maken, volgens de hierbij gegeven afbeelding. Het ligt er natuur lijk heelemaal aan, hoeveel U moet be ginnen op te zetten, doch als men dikke wol neemt, waarvoor men haak naald no. 2 moet gebruiken, dan is het patroon als volgt: Eerst maken wij het beginringetje van drie losse steken, die Bij het nader envan den wintertijd vraagt men zich af wat men op de-lange winteravonden doen moet. Niet alleen gezelschapsspelletjes, maar ook aardige knutselwerkjes kunnen de lange winter avonden voorbij doen vliegen. Als voorbeeld van een eenvoudig werkje noemen wij de tonnen-armstoel. Daarvoor is in de eerste plaats benoo- digd een ledige ton, welke evenwel nog in goeden staat moet zijn. Op den boven- omtrek van den ton, welke recht over eind wordt gezet, teekent men met twee streepjes den afstand van één derde van den omtrek af. Men zaagt loodrecht van die streepjes naar beneden de ton door voor twee derden van de hoogte van de ton. Dan trekt men op de ton een hori zontale lijn van de beide uiteinden der gezaagde insnijdingen een lijn; het kort ste gedeelte van de lijn (dus één derde van den omtrek) zaagt men uit. Legt men nu onder in de ton een rond dik kussen tje (ter hoogte van één derde der hoogte van de ton) en bekleedt men de ton van binnen met aardige cretonne, dan kan een verfje aan den binnenkant de oude ton in een aardige armstoel doen ver anderen! EEN MOIREE-A VOND JAPON. Moiree is dezen winter een soort zijde, welke wij buitengewoon veel zullen zien toegepast, daarbij heeft moiree de eigen schap dat het niet erg kreukt en dat de zijde zeer sterk is, wat mede gewicht in de schaal legt. De afgebeelde japon No. 619 heeft een glad aangesloten lijfje, zoowel voor als achter met een eenigszins gedrapeerde halsafwerking. De mouw bestaat uit een aardig pofmouwtje, dat op een voering- mouwtje is gezet om te zorgen, dat de pof mooi op haar plaats blijft zitten, en naar keuze een losse of een vaste lange mouw. De losse lange mouw, die aan den boven kant een elastiek om den arm op zijn plaats wordt gehouden, vindt bij de mees te dames groote waardeering en men kan tevens een japon ook in twee manie ren dragen, al naar gelang waar men he engaat. De lange mouw is geheel glad en wordt met een kleine schuine bies aan den pols afgewerkt. De rok is bij deze japon wel het meest opvallend. Deze bestaat namelijk uit een zeer strak heup stuk en vier strooken, die naar beneden toe, steeds breeder worden en ook wijder en klokkend worden geknipt. Deze stroo ken worden eenvoudig op den rok zelf vastgestikt, doch het is wel een zorg vuldig werk, want niets staat zoo leelijk, dan dat de strooken niet geheel gelijk zitten. Onder aan de laatste strook is een kanten rand aangebracht; men kan ze ook laten uitslaan en zonder verdere afwerking aanbrengen, wat tevens zeer verzorgd staat. Men knipt den uitgeslagen rand middendoor, zoodat de onderkant den indruk geeft van kleine puntjes fes ton, wat heei aardig staat. Een breed lint dient als ceintuur. Patroon verkrijgbaar a 58 ct. (Laan v. Meerdervoort 45a, Den Haag).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 8