0^9939
f De japonnen van wollen stof vervan-
gen nu zachtjes aan weer de zijden ja-
I ponnen en terecht, want vooral met het
natte weer kunnen wij ons eigenlijk niet
warm genoeg kleeden.
ONZE GOTSDKOOFE FATKONEN.
Patronen (in de maten 4250 a 59
t«4s.) kunnen worden besteld bij de Re-
'"ëactrice Damesrubriek, Laan van Meer
dervoort 45a, Den Haag. Maat en num-
aaer van het gewenschte model s.v.p.
duidelijk vermelden!
De gevraagde patronen worden binnen
drie a zes dagen aan de aanvraagsters
toegezonden.
EEN GEKLEEDE JAPON.
N. 632 is een wollen japon van tomaat-
rood en heeft als eenige kleurnuance
een geknoopt of gehaakt ceintuurtje van
goï\ddraad.
De rok, die om de heupen bijna strak
moet zitten, heeft even boven de knie in
gezette klokken, doch deze zijn maar
klein, zoodat de rok van onderen voor
al niet te wijd mag worden. Het .lijfje
zelf is glad aansluitend, zoowel voor al§,
achter doch heeft een bijzonder soort
schouderklep. De hals is afgewerkt met
een breede schuine bies, terwijl het ge
deelte vlak langs den hals van de schou
derklep daar glad is aangezet. Daaraan
komt evenwel een geklokte strook, ter
wijl op den schouder een klein stukje
smockwerk is aangebracht, waar de
schouder en de klok aaneen zijn ge
knipt. U ziet, de schouderklep is tamelijk
ingewikkeld. De mouw is echter weer
zeer eenvoudig, gewoon glad, naar den
pols iets nauwer toeloopend en wordt
afgewerkt met een kleine schuine bies.
De opvallende ceintuur geeft aan deze
japon iets bijzonders en iets persoonlijks.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meer dervoort 45a, den Haag).
•EN JAPON VOOR ZWARE
FIGUREN.
Het is voor een zware dame niet ge
makkelijk een gekleede japon te kiezen,
die werkelijk zoo goed van model is, dat
het niet opvalt, dat zij dikker is. Wij
laten u hier een japon zien, welke in dit
geval zeer goede diensten zal verrichten.
No. 633 is een japon van soepele stof, of
van zijde gemaakt, terwijl een der nieu
we tinten velours chiffon ook kan wor
den gebruikt. Fluweel maakt echter al
tijd op zichzelf al weer een zwaren in
druk, het beste is dus soepele zijde te
gebruiken of dunne wollen stof, welke
mooi neerhangt. De japon bestaat uit
j:= J
;/(l Fr -=1=
i! «Si V igjjjei==ir-—
t-ni.'
een tot op den grond reikenden rok, die
in vele kleine klokken neerhangt, doch
die over de heup glad moet zitten. Op
de linkerheup, waar het rechtervoor-
pand sluit, is een sierlijke strik aange
bracht, bestaande uit twee lussen en
een lang eind.
Dit is de eenige versiering, welke de
japon heeft en daarom mag deze gerust
worden aangebracht. Het lijfje bestaat
uit een glad rugpand en twee voorpan
den, welke heel ver over elkaar heen
sluiten. De voorpanden vallen tamelijk
laag en daarom is er een hoogvestje in
aangebracht, dat, zogals hier op de tee-
kening van dezelfde stof van de japon
kan worden gemaakt, of van lichte zijde
of kantstof, al naar gelang waarvoor u
de japon wenscht te dragen. De voorpan
den vallen tamelijk laag op het middel,
ja zelfs een paar centimeters over het
middel heen. Dit is daarom gedaan, om
dat de japon dan het idee heeft van een
langer bovenlijfje, waardoor het heele
figuur slanker schijnt.
Om het middel mag de japon vooral
niet nauw aangetrokken zijn, maar zij
moet het idee geven van zeer behagelijk
en gemakkelijk te zitten.
De mouw is, als tegenstelling van den
strik, welke bij het middel afhangt, ge
heel glad, omdat juist een pofmouw of
een al te bewerkelijke andere mouw
weer dik maakt. De mouw moet goed op
haar plaats zitten, de schouder mag voor
al niet te laag vallen, eerder moet de
schouder iets korter worden genomen
en de kap van de mouw iets hooger ko
men, want daardoor schijnt het alsof u
niet zoo breed in de schouders bent, als
in werkelijkheid het geval is.
De mouw is niet te nauw aansluitend,
doch heel gewoon en wordt bij den pols
met een kleine schuine bies afgezet.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45a, den Haag).
-TV!
EEN KEURIGE MANTEL
Niet alleen voor japonnen is het lastig
een zwaar figuur te hebben, ook voor
een gekleeden mantel kan men veel ge
makkelijker slank zijn. Doch het is juist
de moeite waard om bij een niet gemak
kelijk figuur dergelijke kleeren te dra
gen, dat de dikte niet opvallend is. Dat
bereikt men zeker bij den mantel No.
634. De jas is eigenlijk heel eenvoudig.
Het rugpand is geheel glad, terwijl de
knoop, als versiering op de mouw zijn
aangebracht.
De mouw wordt afgewerkt door de
stof naar binnen te slaan, waar deze ver
der met de voeringmouw wordt vastge
zet.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45a, den Haag).
EEN DAAGSCHE JAPONNETJE.
De wollen stofjes ziet men in allerlei
kleuren en patronen en weefsels. Vooral
geruite stoffen ziet men zeer veel dra
gen en de kleurencombinaties daarvan
beide voorpanden, ruim klossend ge
knipt zijn en de mantel tamelijk lang
neervalt. De twee voorpanden sluiten
flink over elkaar heen, terwijl het lin
kervoorpand een binnensluiting bezit
aan den rechterzijnaad. Het rechtervoor-
pand sluit met een mooien grooten fan-
tasieknoop.
De garneering bestaat uit een kraag,
welke in lange slippen eindigt, welke
om den hals worden gestrikt en die met
stikwerk zijn versierd. Dan ziet u bree
de, ruim klokkende revers, waar de ein
den van de das opvallen, wat iets sier
lijks aan het geheel geeft.
Tenslotte zijn over den arm schouder-
kleppen aangebracht, die ook hier weer
een paar centimeters hooger opgezet zijn
als mouwinzet, waardoor u dus weer
minder breed in de schouders lijkt. Deze
schouderkleppen hebben van onderen
dezelfde stikversiering als de onderein
den van de das.
De mouw is van boven tamelijk wijd
en loopt naar den pols toe nauwer uit,
terwijl een drietal knoopjes, een ver
kleind? uitvoering van den grooten sluit
zoodra er niet de minste kans bestaat,
dat het dier zien kan bezeeren,. terwijl
de koffer groot genoeg moet zijn om tij
dens onze logeerpartij als mondje te''
dienen. Gaat u op een kouden winter
dag op reis, dan kan het wezen, dat het
diertje door het zijraampje te veel kou
opdoet, daar hij natuurlijk gedurende
de reis stil meet blijven zitten. Daarom,
heeft een dergelijke koffer een leeren
overslag, waarmede men het venstertje
kan sluiten. Zoo kan poes of Joujou be
hagelijk op den bodem ineen rollen of
een dutje doen.
DE HOEDENMODE.
Onder de uitgestalde hoeden zien wij
dit seizoen alle denkbare modellen. De
„kleine" hoed hóeft wel een „groote"
plaats weten te veroveren en terecht,
want bij de winterstormen, welke wij in
ons landje maar al te dikwijls hebben,
is een hoed met een grooten rand erg
lastig. Ik raad u daarom aan, als een
groove hoed u bijzonder goed staat en
u schaft u er een aan, houdt dan toch al
tijd een kleinen diep in het hoofd zak-
kenden hoed bij de hand, desnoods een
hoed van het vorig seizoen, die u dan bij
slecht weer kunt dragen.
De eerste hoed, welke wij zien afge
beeld, is een gemakkelijk zittend hoedje'
van angoravilt, heelemaal met stiksel
versierd. De rand, welke op een flat
teuze manier rechts naar beneden is ge
bogen, heeft van achteren aan den bui
tenkant er tegen aan een strikgarnee-
ring, terwijl de bol geheel zonder gar
neering blijft.
Het tweede model is een groote hoed
zijn soms buitengewoon mooi en vol
doen alleraardigst.
Een leuk daagsch japonnetje is No.
635, dat zeer gemakkelijk te maken is.
Het lijfje bestaat uit een glad rug
pand en twee aansluitende voorpanden,
welke middenvoor gedeeltelijk open zijn
en met een rij knoopjes sluiten. Deze
knoopjes reiken wel tot aan 't middel,
doch er kunnen er toch slechts een drie
tal open, de overige hebben een fantasie
knoopsgat.
De hals wordt afgewerkt door een
smalle schuine bies, terwijl bij de punt
van de V een aardige strik is aange
bracht.
Over den schouder heen valt een klok
kende schouderklep, terwijl de daaron
der aangebrachte mouw nauwsluitend is
en bij- den pols met een kleine schuine
bies wordt afgewerkt. De rok is vanaf
het middel tot aan de knie nauwsluitend
en loopt dan iets klokkend naar bene
den. De japon mag vooral niet te kort
zijn, wat bij een nauwen rok, zooals
deze, leelijk zou staan.
Om het middel wordt een smalle cein
tuur gedragen, die met een aardige gesp
kan worden gesloten.
Hoe de schouderklepjes en de onder
kant van den rok worden afgewerkt,
weten wij natuurlijk wel, n.l. door eerst
de stof smal om te slaan, precies langs
den kant te stikken, de rafel af te knip
pen, den stiknaad opnieuw om te slaan
en weer op den kant te stikken, waar
door de klok mooi blijft vallen. Een een
voudige manier, vooral daar het geoor
loofd is, dat men aan den bovenkant den
stiksteek kan zien.
Ook als gekleed japonnetje van zijde
of van velours chiffon is dit model zeer
goed te vervaardigen, u kunt dan het
beste den strik van een mooie tegenge
stelde kleur nemen als eenige garnee
ring en de knoopjes in de kleur van den
strik.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45a, den Haag).
MET ONZE HUISDIEREN OP REIS.
Heel vaak gebeurt het, dat wij onver
wachts een prettige uitnoodiging krijgen,
die wij gaarne zouden willen aannemen,
doch deze vreugde wordt dan getemperd
als men aan het lieve hondje of de mooie
poes denkt, want als er aan de reis te
vens een logeerpartijtje verbonden is,
zou men zelfs poes mee kunnen nemen.
Het luxe hondje, meestal een zeer kost
baar diertje, laten de dames niet graag
aan vreemden over tijdens haar afwezig
heid. Om zoo'n hondje gedurende de
heele reis op den arm te dragen of dit
met onze poes te doen, zou niet erg aan
genaam wezen. Vandaar dat er koffers
in den handel zijp gebracht met gevloch
ten zijraampjes, waarin onze poes of
hond een zacht gewatteerd bedje vkvdt.
van fluweel met een heel klein patroon
tje bedrukt, in een iets lichtere tint als
de grondkleur. De hoed is van een vorm
gemaakt en daarna met fluweel over
trokken. De rand is eenigszins klokkend,
hoewel hij toch schuin op wordt gezet.
De bol is tamelijk hoog en de hoed zit
zeer gemakkelijk en stevig.
Als garneering is er een serélint om
aangebracht, dat met een siergesp bij
elkaar wordt gehouden. De gesp is van
chroom-metaal en dus onroestbaar.
EEN MEISJESMANTEL.
Ook voor onze schoolgaande dochters
moeten wij weer aan den slag voor het
maken van een nieuwen wintermantel.
No. 637 is een goed model en is tame
lijk ruim gemaakt, zoodat als u ook de
lengte niet te krap neemt, u ook nog het
volgend jaar plezier van den mantel
kunt beleven.
De rug is geheel glad, maar vooral niet
nauwsluitend, de'mantel valt eerder wat
wijd. De voorpanden bestaan uit twee
deelen, wat duidelijk op de teekening te
zien is, terwijl zij ver over elkaar heen
sluiten en het linkervoorpand ook een
binnensluiting heeft. Daardoor blijven
de beide panden goed op hun plaats zit
ten. Het rechtervoorpand sluit met twee
knoopen, terwijl een tweede paar als
versiering is aangebracht.
Een smalle ceintuur, welke met een
dubbelen rand rondom is gestikt, sluit
met een gesp en wordt in de zijnaden
door een lusje gehaald, waardoor zij niet
kan afzakken.
Let u er wel op, dat uw dochtertje de
ceintuur niet te strak aanhaalt, daardoor
wordt vaak veel van het model van den
mantel bedorven.
De kraag heeft een breede rij stiksels
als garneering, terwijl de rechterrever
een knoopsgat heeft en onder de linker -
rever een knoop is aangebracht voor het
geval het erg koud is en uw dochtertje
haar mantel hooggesloten wil dragen.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45a, den Haag).
BETERE TIJDEN IN HET
VOORUITZICHT.
Wij leven wel is een moeilijken t!j<ï
en het is van het hoogste belang, dat
juist nu wij huisvrouwen, onze hoofden
koel houden en trachten van het leven
zooveel mogelijk te maken. Met een
nuchteren blik op de werkelijkheid moe
ten wij ons leven bezien. Wij moeten
niet overdrijven in onze overbodige uit
gaven en uitgangen, hoewel het aan den
anderen kant evenmin economisch is en
wij meehelpen aan de ontwrichting der
maatschappij, als wij krampachtig ons
geld vasthouden en eigenlijk zelf de:
allernoodigste uitgaven toch uitstellen.
De gulden middenweg bewandelen is
een specifiek noordelijke eigenschap ea
ook hierin zal onze nuchtere geest zelf
de beste leider zijn. Dat wil dus zeggen,,
dat wij eenvoudig en sober leven, mis
schien nog wel eens nadenken voordat
we wat uitgeven, maar toch in ieder ge
val ons geld laten rollen. Want ach, per
slot van rekening hangt iedereen in de
maatschappij van een ander af en wij,
allen van elkaar. Koopen wij plotseling
niets meer, en dit geldt natuurlijk niet
voor een vrouw, maar voor een heele
categorie, dan benadeelen -wij daarbij
den handel en dupeeren op deze manier
de geheele middenstandsklasse. Het be
zuinigen in een huishouding is een punt
op zich zelf. Het is daarom gewenscht,
dat wij huisvrouwen terdege nagaan,
waarop kan worden bezuinigd zonder
aan de kleine geriefelijkheden van het
dagelijksch leven direct te tornen. Wij
kunnen tenslotte beter bij 't aanschaffen
van onze nieuwe garderobe inplaats van
drie, twee japonnen koopen en een goe
de van het vorige jaar weer in orde
brengen, dan dat wij drie japonnen
hebben, maar bijvoorbeeld moeten be
zuinigen op onze odeur of op de ver
zorging van ons haar of, wat de meeste
onzer heel erg zullen vinden, op ons
goed stukje zeep en ons badzout. Zon
zijn er nog verschillende andere dingen
in een huishouding, die de huisvrouw
van zelfsprekend al heeft toegepast,
b.v. door het verlengen van kinderklee
ding en al dergelijke dingen. Niet alleen
de vrouw, doch ook de man zal zich aan
de nieuwe tijdsomstandigheden hebben
aan te passen, door het rooken van een
goedkoopere sigaar en dergelijke kleine
opofferingen, die men als men het zon
noteeren een verrassend resultaat zou
den opleveren. Een ander ding, waar wij
niet zuinig op mogen zijn is ons goed
humeur, want bezuinigingen in een huis
houding op een aardige manier verteld,
met een lachend gezicht toegepast, hoe
wel ons dien lach misschien moeite zal
kosten, doet wonderen bij onze overige
huisgenooten en als een van de leden
van het huisgezin klaagt omdat er voor
dti of dat geen geld is, laat dan de huis
vrouw vol tact wijzen op de velen, die
het nog zooveel minder hebben. Laat
dus ook hier weer van de huisvrouw de
groote dragende kracht uitgaan.
i