I
TERUGBLIK.
Nu het jaar ten eind' gaat ioopen,
En het Nieuwe spoedig warht,
Memoreer ik steeds zoo'n beetje.
Waf "dat jaar me heeft gebracht.
Dat 's nu eenmaal een gewoonte,
Iets, dat ieder jaar geschiedt,
Iedereen die doet het,immerr
Nouen waarom ik dan niet?
In 't begin van drie en dertig.
Dus nog in den wintertijd,
Was ik leelijkjes verkouden.
Maardat ben ik nu weer kwijt.
Verder was 'k in Januari
Net acht maanden lang verloofd;
En heb thuis in onzen kamer
Een begin van brand gedoofd.
In April, toen 't al zoo zacht wc',
Kocht ik lekker een demi,
Die 's in Juni weer gestolen
En ik weet nog niet door wie.
In September was ik jarig,
O, ahjuist, ik dank U wel,
En de fiscus stuurde (leuk hè?)
Net dien dag een dwangbevel.
Verder gapten ze m'n „plaatje",
Op zichzelf een reuzenlast.
En...... 't zou nóg erger wezen,
Maarm'n fiets zat er aan vast.
In October ging 'k verhuizen,
Dat was voor de achtste keer,
Maar, nü heb ik het getroffen,
Na een maand verdwijn ik weer.
Nou,en dan, dan is er ook nog
Hier en daar wel wat gebeur.1..
Maar, dat is de moeite haast niet
Dat men er lang over zeurt,
Tram-trcin-auto-ongel ukken,
Overstrooming moord en brand,
Maardat heb je ieder jaar toch
En 's dus matig int'ressant!
5*
OUDEJ AARS-GEBRUIKEN IN EUROPA.
In Londen worden reusachtige hoeveel
heden Nieuwsjaarsgebak gemaakt en in
■een bijzondere feestelijke verpakking aan
de klanten afgeleverd. In Annam wordt op
Nieuwjaarsdag een heele serie groote
drakenfiguren in processie rondgedragen.
In Japan hangt men op Nieuwsjaarsdag
gevlochten slingers om de vensters. In
Appenzell gaan mannen met maskers, die
het oude en het nieuwe jaar voorstellen,
van huis tot huis.
Zoo zijn er in verschillende landen zoo
genaamde „Sylvesterorakels" in gebruik.
Onder anderen noemen wij het .ooge-
naamde „loodgieten", dat veel in de
Duitsch-sprekende landen wordt beoefend.
Een lepel met gesmolten lood wordt in
■ee.. teil water geledigd. Het lood neemt
door de onmiddellijk afkoeling de meest
eigenaardige vormen aan. Daaru.t tracht
men dan voor het volgend jaar den toe
komst te voorspellen. De een ziet een
paardekop erin en meent, dat zijn geluk
het volgend jaar in de rennen is gelegen,
de ander ziet er een ring in en zoekt zijn
heil het volgend jaar in een verloGng;
weer een ander meent een soldatenhelm
te zien en denkt aan oorlog, terwijl een
vie.ue in het lood een geldstuk meent te
zien en liefkoozend zijn brandkast streelt.
Ook de appel is bekend als een goed
Sylvesterorakel. Het jonge meisje legt dan
in de nacht voor Nieuwjaar zooveel appels
onder haar hoofdkussen, als zij meent aan
bidders te hebben. In iedere appel wordt
<ie eerste letter van hun namen gesneden.
Dan grijpt het meisje in het donker naar
«e- der appels er. hij, wiens naam in de
appel is gesneden, zal het volgend jaar met
haar trouwen. In Zuid-Europa is het ge
bruikelijk een appel door te snijden en de
pitten te tellen. Heeft de doorgesneden ap
pel een oneven aantal pitten, dan kan zij
voorloopig het denkbeeld van een huwe
lijk wel uit het hoofd stellen, terwijl zij
zeer spoedig huwt bij een even aantal
pitten. Heeft zij bij het doorsnijden van
<de appel het ongeluk tevens een of meer
pitten door te snijden, dan huwt zij spoe
dig, doch haar echtgenoot zal haar dan
bedriegen. Ook wel wordt een appel ge
schild, waarbij men trach' de schil zoolang
mogelijk heel te laten, d.w.z., een lange
reep schil af te snijden. Deze schil wordt
over de schouder weggeworpen en uit de
slinger, die zij vormt, leest men de begin
letter af van den aanbidder, die met het
meisje zal trouwen. In vele streken is ook
het Silvesterpotje in gebruik. Achtereen
volgens worden de familieleden naar drie
potjes gebracht. Hun oogen zijn geblind
doekt en nu moeten zij uitkiezen. De drie
potjes zijn respectievelijk gevuld met melk.
water en zand. Melk
beteekent welvaart,
water een spoedig hu
welijk of, voor ge
trouwde menschen,
een voorspoedig hu
welijksjaar, en zand
beteekent ongeluk.
Ook het „geluks-
grijpen" is een der
vele Nieuwsjaarsge-
'oruiken. Een aantal
van ueeg of van pa
pier gemaakte voor
werpen, als ringen,
geldstukken, poppe
tjes, enz. worden op
een schaal gelegd en
toegedekt, met een
doek. Wie het geld
stuk grijpt, wordt rijk, wie de ring grijpt,
huwt spoedig.
Ook vele vogels, vooral de haan. gelden
als Nieuwjaarsorakel. Komen raven of
kraaien op Oude- of Nieuwjaarsdag te
dicht bij het huis, dan moet men rekenen
op een sterfgeval in de familie. Op veel
oudejaarsavonden ziet men ook het zoo
genaamde „schoenwerpen in het donker".
De dochter des huizes werpt een schoen
over haar schouder. Wijst de punt van de
schoen in haar richting, dan blijft zij het
volgend jaar nog thuis. In alle andere ge
vallen beteekent het een spoedig huwelijk.
Bij het „briefjeswenschen" schrijft men
drie wenschen op drie briefjes, die men
op oudejaarsnacht onder het hoofdkussen
legt. Uit den inhoud van het briefje, dat
men 's morgens bij het ontwaken het eerst
grijpt, ziet men welke wensch vervuld zal
worden.
a
EIGENAARDIG GEBRUIK.
Een eigenaardig oudejaarsgebruik be
staat in de Spaansche stad Alauzunares.
Deze betaalt de begrafeniskosten voor hem
of haar die de laatste is, die in het afge-
loopen jaar, dus op oudejaarsdag sterft. De
doopkosten voor het eerstgeboren kind in
het nieuwe jaar worden eveneens uit de
gemeentekas bestreden.
3s
NIEUWJAAR ALS KERKELIJK FEEST.
Eigenlijk is Nieuwjaarsdag geen belang
rijk kerkelijk feest. De gewoonte, om dien
datum als het begin van het jaar te reke
nen, werd ingevoerd door Julius Caesar,
die daarmee brak met het oude gebruik
der Romeinen, om het begin van de lente
als het begin van het geheele jaar te re
kenen Januari was
de laatste dag der
Saturnalia, d.z. de
feesten, die begon
nen na den winterzon-
nestilstand. De Romei
nen vierden dien dag
met drinkgelagen en
verkleedpartijen. Het la
tere opkomend Chris
tendom vierde dien dag
slechts om de Naam
geving van Jezus en
eischte van zijn aan
hangers, dat zij niet
zouden deelnemen aan
de Saturnalia; daarom
was 1 Januari ook eer
strenge vastenda-. Ho
kerkelijk jaar begor
evenals nu nog het ge
val is, op den eersten
Adventszondag.
In de Middel euwen werd 1 Januari
practisch in het geheel niet kerkelijk ge
vierd; eerst in de 15e eeuw zien wij ook
op dien dag bijzondere kerkelijke plechtig
heden. Luther vierde Kerstmis en Nieuw
jaar tegelijkertijd op 25 December; de
eerste, die in zijn preeken 1 Januari als
Nieuwsjaarsdag behandelde, was Me-
lanchton.
DE EERSTE MAAND.
De maand Januari dankt zijn naam aan
den Romeinschen God „Janus" en deze
weer aan het woord „Janua", dat deur
beteekent.
Deze god Janus wordt voorgesteld als
een mensch met twee gezichten, zoodat
hij in de straatdeur staande eenerzijas vóór
zich uit kijkt en anderzijds achter zich
kijkt, zoodat dit symbolisch duidt op het
afgeloopen jaar en het vooruitzier in het
nieuwe jaar.
EEN KOSTBARE NIEUWJAARS-
WENSCH.
Aan het einde der vorige eeuw gaf een
der rijkste Indische vorsten opdracht tot
het maken van een zeer kostbare kaart, die
bestemd was als Nieuwjaarswensch voor
den koning van Engeland.
Niet minder dan 40 olifanten moesten er
gedood worden vóór men de beschikking
had over nagenoeg volmaakt ivoor, waar-
var. de kaart vervaardigd zou worden.
Vier menschen werkten er meer dan een
half jaar aan om er talrijke tafereelen uit
het leven van Boeddha in te graveeren en
buitendien werden er nog 44 diamanter
van buitengewone schoonheid op aange
bracht.
De waarde van deze buitengewoon kost
bare kaart werd op 600.000 gulden ge
schat.
OUDE GEBRUIKEN BIJ DE JAARS.
WISSELING.
Hoezeer de jaarswisseling ons ook de
vergankelijkheid van al het aardsche voor
oogen stelt, toch blijkt daarbij telkens, dat
gebruiken uit overoude tijden zich soms
vele eeuwen achtereen weten te handha
ven. Vreugde en smart gaan over de
menschheid, zij heeft geheel anders leeren
denken dan de oude volkeren, waarbij die
gebruiken allereerst zijn ontstaan, doch het
gebruik zelf blijft en heeft een taaier lever»
dan algemeene levensgewoonten en ideeën.
De jaarwisseling is en blijft natuurlijk
0} zichzelf altijd iets, wat men wil ge
denken. Ernstig, omdat het oude jaar af
scheid van ons neemi en ons dringt tot
terugzien, maar ook feestelijk, want met
gelukwenschen wordt het nieuwe jaar
begroet.
In het oude Rome sprak het oudste lid
van de magistratuur de gelukwenschen
namens het volk uit eri offerde op het Ka-
pitool aan de goden. De senatoren over
handigden den keizer een geschenk; later
werd dit een soort belasting.
Het gebruik, om aan vrienden en beken
den geschenken te geven, bleef langen tijd
bestaan. In Italië, Frankrijk en België be
staat het nog; in ons land en elders wordt
aan ondergeschikten en kinderen bij het
uitspreken van hun gelukwenschen geld
gegeven.
Het gelukwenschen als zoodanig is een
internationaal gebruik, dat in alle tijden
wordt aangetroffen. Met de uitvinding der
boekdrukkunst kwamen al spoedig de ge
drukte felicitaties in zwang. De eerste ver
toonden uitsluitend godsdienstige voorstel
lingen. In de zeventiende eeuw zag men
ook andere afbeeldingen; in de achttiende
eeuw werden de kleuren zeer bont en voor
onze begrippen smakeloos. De negentiende
eeuw zette plotseling met zeer eenvoudige
kaarten in; het was toen een arme tijd.
Later werden zij weer meer versierd en
toen kwamen al spoedig ook prentbrief
kaarten in de mode.
De uitgebreide maaltijden op Oudejaars
avond zijn, hoewel wij er ons niet meer
van bewust zijn, eigenlijk niets anders dam
een overblijfsel van de offermaaitijden voor
de heidensche goden. De korrel gold als
teeken van vruchtbaarheid; daarom at men
gaarne iets korreligs, al was het maar
kuit (kaviaar!), en de zon, die nu weer
langer scheen, werd vereerd door ronde
koeken, bv. pannekoeken.
NIEUWJAARSWENSCH
door
GUUS BETLEM Jr.
Wel, Pieternel, wat
zeg je weei
Van 't afgeloopen jaar?
D'r is weer aardig wat gebeurd.
Pieternel: Da's krek zoo, Thomasvaer.
T. In Duitschland zoo bijvoorbeeld al.
P. Maar man, wat een idéé,
Een Néderlandsche Nieuwjaarswensch
Begin je daar niet mee!
Je moest je schamen, Thomasvaer,
Ja, heusch, wat valt je in?
Vergeet je soms het jubilé
Van Onze Koningin?
T. Welnee, geen sprake van,
en 'k wensch
Dan ook Haar' Majesteit
Nog vele lange jarenèn
Wat minder zwaar beleid.
P. Ja, zeg dat wel, hoor, Thomasvaer,
De zorgen zijn niét klein,
En 't lijkt me heusch geen pretje, om
NüKoningin te zijn!
T. Maar óók de and're leden van
Het Koninklijk Gezin,
De Kon'ngin-Moeder.Prins
Prinses,
Zij deelen ook hierin!
P. Geen mensch, die weet,
wat ons het jaar
Zoo aanstonds brengen -gaat....
T. Maar handen in elkander, en
Vertrouwen in den Staat!
Dan komt, al duurt het wel eens lang.
De zaak wel voor elkaar
P. Dat zie je nou tenminste met
Den afsluitdijk toch maar!
T. Ja, ja, dat was een héél karwei,
Èen kranig stukje werk,
P. Maar.onze Pander, Thomasvaer?
Zeg, noem je dat niet sterk?
In vièr dagen naar Indië?
Man, stel je toch eens voor....
T. Ja, Pieternel, je hebt gelijk,
't Is meer dan kranig, hoor!
Er zit in 't hedendaagsch geslacht,
Toch waarlijk nog wel pit.
Wij zijn voor niets geen kinderen
Van wijlen Jan de Wit!
P. Pff! Beste Thomas, denk nou niet
Dat dat een voorrecht is,
Dat enkel jullie mannen siert,
Want dan heb je het mis!
D'r zijn ook vrouwen in ons land....
Wat zeg je anders, Pieternel
Van deez' modernen tijd?
P. Wel, dat het menschdom roèkeloos
Maar langs de wegen rijdt!
En d'r geen overweg meer is
In bijna héél ons land,
T. Of er is minimum toch vast
Eén auto wel gestrand!
P. Ja, Thomas, dat is droevig, jong,
En 't was te wenschen....
T. Stóp!
Nu jij het over wenschen hebt,
Nou schiet me in m'n kop,
Die stèrrenregen, weet je wel?
Zoo voor een maand of wat....
P. Nou, Thomas, óf ik het nog weet.
Ja, wonderlijk was dat!
De ééne na de andere,
't Ging pijlsnel naar omlaag
T. En „waarvandaan?" of
„waarnaartoe?"
Zoo luidde élke vraag!
P. Zoo zie je, d'r gebeuren vaak
Nog rare dingen, man
T. Je meent de Zev'n Provinciën?
'Ja, 'k snap er alles van!
Of de Lutine-schat, misschien?
En 't ergerlijke feit,
Dat ik nog steeds oudbakken brood
Kauw, 's morgens aan 't ontbijt?
Ofhet Straperlo, ja.Vellicht?
Dat roekelooze spel?
Zóó slecht kan toch de tijd niet zijn,
Daar staat het heele land zoowat
Of zóóiets doét het wel!
Finaal van op z'n kop
Daar maakt men tot de laatste sou
Z'n inkomen voor op.".
P. Kom, Thomas, maak je niet
zoo kwaad,
En hou wat je fatsoen,
De lézers, hierdié kunnen er
Toch zeker niets aan doen?
T. Je heht gelijk, ja Pieternel,
En 'k £indig met een wensch,
Die écht en eerlijk is gemeend,
Voor ieder, iéder mensch!
Geluk en voorspoed in het jaar,
Dat weer gekomen is,
Geluk en voorspoed, maar ook.strijd.
Dat houdt het leven frisch.
P. En ik doe daar tot slot van al'
Twee wenschen dan nog bij:
Succes in zaken, en als 't kan,
Héél weinig.... averij!!
P. 't Is een schandaal....
T. Tja, Pieternel
Wat gééft het of je bromt?
Zoo zijn wij hier in Holland nou,
Dat is eenmaal niet anders,
Hiér is geen kunstenaar in tel
Die.... Pieters heet, of Sanders!
P. Nou, ja, maar goed.vergeet ook niei
De tijden, die zijn zwaar....
En alles ging maar stééds omhoog.
T. Nee, Piet, dat is niet waar!
De Nederlandsche Spoor,
Die gaf wel het bewijs,
En óndanks den malaisetijd
Verlaagde zij haar prijs!
P. Nou, Thomas, onder óns gezegd,
Het was precies op tijd.
Want heusch, ze raakten zoetjesaan
Hun klantjes leelijk kwijt!
Maar daad'lijk ging 't vervoer
omhoog.
T. Hetgeen dus wél bewijst,
Dat, als de Spoor maar billijk is
De Hollander wel reist!
T. Helaas, jaerg genoeg....
P. Ehzei je wat, zeg Thomasvaer?
T. Nee. 'k dacht dat je wat vroeg!
P. Enfin, 'k wou zeggen, ook al is
Ons landje dan maar klein,
D'r zijn ook vrouwen, waar we heusch
Héél trotsch op mogen zijn!
T. En één heet zeker.Pieternel?
P. Precies, ja.j'hebt gelijk.
Maar d'andere.die ik bedoel:
Mevrouw de Boer van Rijk!
T. Waarachtig Piet, m'n compliment,
P. zoo. nou sta je paf.
T. Ja, voor mevrouw de Boer van Rijk
Neem ik m'n petje af!
En 'k heb voor haar één wensch
maar, op
Haar Jubileum-tocht,
Voor élke zaal. waar ze nog speelt,
Het bordje: uitverkocht!
P. Bravo! Maar dat is anders iets,
Daar worden, beste vent,
De schouwburgen in Nederland
Niet bar meer mee verwend!
T. Behalve dan toch, Pieternel,
Als d'r zoo'n juffer kweelt.
Die ergens daar in Hollywood
Of voor de Ufa speelt!
Of als d'r es zoo'n Jazz-orkest
Van enkel. negers komt.