IHIIUU
1 HERDENKING .AFSCHEIDING''
1834-1934.
Nu in heel ons land actie gevoerd
wordt met het oog op bovengenoemde
herdenking en deze ook staat gehou
den te worden in de Zuidelijke Pro
vinciën Brabant/Limburg, za'. het goed
zijn de zoonoodige inlichtingen te ver
strakken.
Voor deze herdenking van de Af
scheiding werd opgericht een Hoofd
comité bestaande uit verschillende le
den der Gereformeerde Kerken, welks
doel aldus werd omschreven: „de her
denking bevorderen van hetgeen God
in de Afscheiding van 1834 heeft ge
wrocht en de bevestiging van dien ar
beid, zooals deze sinds 1892 wordt
voortgezet in de Gereformeerde Ker
ken in Nederland."
Wanneer wij letten op de samen
stelling van dit comité, zal het ons
opvallen tot onze blijdschap, dat daar
van deel uitmaken verschillende man
nen, wier namen niet alleen een uit-
nemenden klank hebben onder ons,
maar ook een zeer vooraanstaande
plaats innemen in ons Kerkelijk leven,
in het leven van School, Maatschappij
en in den Staat. Om slechts een en
kelen naam naar voren te brengen.
Het is ons een eere, niet maar als
onzen Eere-Voorzitter, doch als onzen
eersten Voorzitter, die zelf actief hoopt
deel te nemen aan onze Herdenking,
onze Minister-President Dr. H. Colijn
te mogen noemen. Onder zijn naam
wordt onmiddellijk genoemd Z.Exc. A.
!W. F. Idenburg, Minister van Staat,
Dr. H. H. Kuijper en Dr. F. W. Gros
heide, Hoogleeraren aan de V.U., Dr.
K. Dijk, Curator aan de V.U. De Hoog
leeraren Dr. T. Hoekstra en Dr. J.
Ridderbos van de Theol. School. En
zoo zijn meer namen te noemen. Maar
het is reeds genoeg om U te doen
zien, dat de plannen van de Herden
king aanstopds weerklank hebben ge
vonden bij de meest toonaangevende
mannen van ons volk, en dat het daar
om ook niet verwonderen zal dat het
Coimité met groote dankbaarheid kan
gewagen hoe ook de Generale Synode
van Middelburg met groote waardee
ring heeft kennis genomen van de plan-
pen van het Comité en de Kerken
adviseert het Comité in de uitvoering
van zijn plannen te steunen. De Acta
dezer Synode opslaande vinden wij or,
der artikel 249 vermeld: Herdenking
van de Afscheiding, en onder ten 4e
lezen we dan verder als het besluit
der Synode: instemming te betuigen
met het doel van het Comité tot her
denking van de Afscheiding van 1834,
en de middelen welke het Comité tot
bereiking van zijn doel heeft gekozen
In de belangstelling van de Gerefor
meerde Kerken in Nederland en van
onze Gereformeerde broeders en zus
ters aan te bevelen. Ten aanzien van
deze middelen tot daadwerkelijke uit
voering van de Herdenking verklaar
de de Commissie, die de Synode in
deze zaak had te adviseeren: „de mid
delen, die het Comité voor de berei
king van het gestelde doel bevorde-
iijk acht, mogen naar het oordeel der
Commissie op allen instemming reke
nen." (Bijlage LXVI art. 249). Zoo
opent zich dan voor het Comité wel
een zeer gunstig aspect. Met de krach
tige aanbeveling van zulke mannen met
«de warme aanbeveling van de Gevv.
synode. Als daarbij Gods zegen ons
'deel mag zijn en alle medewerking
wordt verleend, want de zaak van de
Herdenking van de Afscheiding moet
de zaak worden van alle Gereformeer
den, |dan zullen verwezenlijkt worden
de plannen, welke het Comité zich
voorstelt.
Thans daarover een enkele mede-
Üeeling: De Herdenkingsplannen. Daar
toe behoort het bevorderen van de pu
blicatie van wetenschappelijke en po
pulaire geschriften op de Afscheiding
jyetrekking hebbende; blijkbaar voelde
de Adviseerende Commissie van de Sy
node daarvoor ook. Van de Kerk van
Ulrum de Moederkerk van de Afschei
ding was bij de Synode een vraag in
gekomen om maatregelen te nemen,
waardoor de Afscheiding in het juiste
licht zal worden gesteld. Dienaangaan
de oordeelde de Commissie; dat dit
Sliet geacht kan worden tot de taak
van de Kerken te behooren. Wel geeft
zij gaarne de hooge beteekenis toe
van wat Ulrum' te dien aanzien wenscht,
maar zij oordeelt, dat het stellen van
de Afscheiding in het juiste licht, aan
de geschiedschrijvers moet worden
overgelaten en voorts, dat het Comi
té van de Afscheiding van 1834, daar
bij goede diensten kan bewijzen. Dit
laatste is goed gezien, dunkt ons, Het
plan van het Comité is dan ook het
bevorderen van de publicatie van we
tenschappelijke en populaire geschrif
ten op de Afscheiding betrekking heb
bende.
In het Rijksarchief in Den Haag
moet nog veel materiaal liggen. Dit
kan een ontdekte schat zijn van groo
te beteekenis. Maar al dit in doozen
hoog opgestapelde materiaal moet ver
werkt worden met oordeel des onder
scheids gesorteerd, gezift, systematisch
worden geordend. Hier kan een prach
tig arbeidsterrein zich ontsluiten voor
een jong theoloog met historischen zin,
een jong predikant of één van de ve
le candidaten, die beschikbaar zijn.
Vrucht van dezen bizonderen arbeid
zou zijn, dat wij kregen een Kerkhis
torisch Archief van de Afscheiding; van
welk een beteekenis dit kan zijn om
aan het ideaal van Ulrums Kerk te
voldoen en ook door de Synode
Commissie van zoo groot belang ge
acht, om de Afscheiding in het juiste
historische licht te bezien, met zijn
groote leering voor de Kerk van alle
eeuwen, valt licht te verstaan!
Voorts zullen de gelden besteed wor
den voor de uitbreiding van de Bi
bliotheek van de Theolog. School, een
broodnoodig ding, zal deze dochter van
de Scheiding als wetenschappelijke
Hoogeschoo! in de Theologie aan haar
geweldige taak in naaste en verre toe
komst kunnen beantwoorden.
Dan is gedacht aan de versterking
van de bestaande fondsen, die hulp
verfeenen aan buitenlandsche Studen
ten, welke studeeren aan de Theol.
School of aan de V.U., een al even
urgente zaak, wijl het buitenland roept
om mannen, die in de verwarring en
verwildering van de geesten met vas
te hand de banier van de Geref. Waar
heid hoog houden.
Dan ligt het in de bedoeling op te
richten een zeer eenvoudig gedenktee-
ken te Ulrum, dat op bescheiden,
maar toch zichtbaar sprekende wijze
naar Oud-Testamentisch voorbeeld, bij
hei nageslacht in gedachtenis houdt
Gods groote daden, daar in dien toen-
maligen uithoek, in dat Groningsche
dorp, in dien Kring van versmaden
het gouden licht van de Reformatie
voor zijn zien te doen opgaan.
Het glanspunt van het programma
is evenwel, naast de officieele herden
king door de verschillende plaatselij
ke Kerken een groote herdenkings
samenkomst, die wij ons voorstellen te
houden. Wie let op de plaats van d<
ze bijeenkomst, Kampen, de vermaarde
IJsseistad, met de geschiedenis van de
Afscheiding zoo onlosmakelijk verbon
den, het Jeruzalem wel niet van Ne
derland, maar toch van de Afscheiding
te noemen, in de herinnering roepend
de namen van mannen, die wij als
onze Vaderen van de Scheiding eeren,
met zijn reeksen van Dienaren des
Woords, daar opgeleid' en gevormd,
bekwaamd en toegerust; met zijn Con
ferenties, vergaderingen, historische da
gen van beslissende beteekenis. Wie
let bp den Feestredenaar, die daar
hoopt bp te treden, Dr. H. Colijn, die
gaat waarlijk iets groots verwachten.
Hier openen zich gezichtspunten, bij
het indenken waarvan wij ontroeren
een heilige trilling door ons vaart.,
Wat een verschil met honderd jaar
geleden. Toen een Regeering die maat
regelen nam tegen de Gescheidenen;
mu een Regeering, die maatregelen
neemt om zich bij de herdenking van
de Afscheiding officieel te laten ver
tegenwoordigen. Toen in de Kringen
van de gescheidenen komende met
uitgetogen zwaard, om ze uit elkaar
te drijven; nu als de hoogste autori
teiten verschijnende om aan de plech
tige herdenkingssamenkomst luister bij
te zetten; toen onze vaders en grootou
ders als gescheidenen niet in tel, nu
een zoon van de Afscheiding tot het
hoogste Staatsambt opgeklommen van
Minister-President en in die hoedanig
heid de herdenkingsrede uitsprekende.
Nietwaar als wij deze tegenstellingen
ons indenken en straks voor oogen.
hopen te aanschouwen, wie twijfelt er
ook maar een öogenblik aan of zij
zullen deze gedachtenis-bijeenkomst
wijden tot een danksamenkomst van
de hoogste orde, waarbij spannende
momenten zullen zijn onvergetelijk,
waarbij het in de ziel zal leven. Als
mijne gedachten binnen in mij verme
nigvuldigd worden, hebben Uwe ver
troostingen zijne ziel verkwikt." (Ps.
94:19).
Welk een prachtig harmonisch sa
mentreffen is hier! Met zijn rijke ken
nis ook van de historie, van zijn jeugd
één van zijn lievelingsvakken, met zijn
op de vergadering beslagleggende voor
dracht met zijn breede visie, is ook
voor deze herdenkingssamenkomst Dr.
H. Colijn, de aangewezen man.
Vanuit heel het land zullen de toe
hoorders toestroomen, terwijl onbere
kenbaar zijn zal het aantal dergenen
die den machtigen feestredenaar per
radio zullen volgen in ons land en
verre, zeer verre over onze grenzen.
Met dit geschrevene komt het ons
voor, dat wij voor ons doel ditmaal
genoeg gegeven hebben.
Slechts willen wij nog op een twee
tal dingen de aandacht vestigen. Het
eerste is, dat de vraag zou kunnen
rijzen of hier voor een particuliere her
denking wel plaats is. Is de Afschei
ding niet een Kerkelijk feit en is het
niet voldoende, dat het alleen Kerke
lijk wordt herdacht? In uitsluitend ker
kelijke bijeenkomsten in elke Gemeente
afzonderlijk! Natuurlijk moeten en zul
len deze ook gehouden worden. Het is
zelfs zoo vanzelfsprekend, dat gelijk
zooeven door ons reeds werd gezegd
daartoe geen bizondere aansporing be
hoeft uit te gaan. Maar behalve de
taak, die de Kerken' hier hebben, ligt
er ook nog een taak voor anderen.
Reeds de meer genoemde Synode-Com
missie wijst daarop in haar adviezen;
daarin maakt zij kennelijk het onder
scheid tusschen wat kan geacht worden
jn deze tot de taak van de Kerk te
behooren, en dat gemeendt aan anderen
dient overgelaten te worden in ver
band waarmede zij wijst op ons Comité.
Hier is ook nog iets, ja veel te doen
voor het particuliere initiatief, ook een
gezond anti-revolutionair beginsel! Het
behoeft alles niet door de kerkelijke
vlag te worden gedekt. Dat zou naar
Rome rieken! Wij wenschen ook in dit
stuk ons pad zuiver te houden. Bo
vendien zal de geachte feestredenaar
in het licht stellen, dat de Afscheiding
een beweging is geweest, zeker Ker
kelijk. Kerkelijke Reformatie maar met
de meest verstrekende gevolgen voor
de andere levensterreinen, zelfs hield
zij in een nationale zegen.
Zij is tot heil van zien, neen meer,
zij is tot heil van het Nederlandsche
volk geweest. De vraag mag gedaan
of met haar niet een nieuwe bladzijde
werd 'opgeslagen in onze lands histo>
rie blaen, wier letteren vooral toen
zoo duidelijk als blinkend goud, werden
geschreven door den Vinger Gods,
wiens werk de Afscheiding is.
De laatste vraag die wij nog even
onder de oogen zien is die van de
feestgave, die bij inteekenlijst van U
zal worden gevraagd. Oppert niet het
bezwaar dat de tijden er niet naar
zijn! Ons wil het voorkomen, dat deze
Crisis-tijden er juist wel voor zijn tot
het geven van zijn offers voor het
welslagen van onze herdenkingsplan
nen.
Een vergelijking gemaakt tusschen
de dagen van de Afscheiding honderd
jaar geleden en nu en gij zult het
volmaakt met ons eens zijn. Wat waren
het toen bij uitstek zware tijden, voor
onze voorouders. Wat hebben zij toen
niet voor de zaak van haar Koning
en God overgehad. Wat een enorme
bedragen aan geld hebben zij betaald
aan boeten tot in de honderden, ja
duizenden guldens. Hun vrijheid had
den zij feil! Hun naam, hun positie,
hun eer, hun leven! Welk een offers
gebracht door de kracht van het ge
loof, het vuur van de liefde, door de
beinselvastheid van hun heilige over
tuiging ten aanzien, van wat hun het
hoogste ging. Gods naam en zaak en
Kerk in dezen lande. Neen wij over
drijven niet, als wij hen voor de aan
dacht laten passeeren als een stoet van
echte geloofshelden en heldinnen. Als
een wolk van getuigen, martelaarsge-
tuigen. Zwak in zich zelf waren zij
nochthans machtigen in hun Koning.
Geweldigen, die als worstelaars voor
Gods genadetroon, den hachelijken
strijd 'voor de vrijmaking van zien ge
streden hebben om in de uitkomst be
vonden te worden meer dan overwin
naars door Hem, die hen heeft lief ge
had. Zij brachten het martelaarsoffer
gewijd door tranen en zuchtingen. Bren
gen wij als hun geesteskinderen, het
dankoffer, hetwelk hooger in waar
de stijgt naarmate het in grooten druk
wordt gebracht met als bestemming
niet alleen hun werk in gedachtenis
te houden, maar het voort te zetten en
uit te breiden, voort te planten, te
verbreeden, te verdiepen, naar eisch
der tijden, mocht het zijn door 's-Hee-
ren goeden gunst tot een uitgebreiden
zegen binnen en ook ver buiten onze
vaderlandsche grenzen. Bovenal den
God van de geslachten der aarde tot
eer.
Het Moderamen van het Comité:
Dr. H. Colijn, 1ste Voorzitter!,/
Ds. J. Douma, 2de Voorzitter.
Ds. J. H. Rietberg, 1ste Secr.
Ds. G. Staal, 2de Secr.)
J. H. Kok, 1ste penningm!.
H. Diemer, 2de penningm.
Dr. S. O. Los, Algem. Adjunct.
Het Provinciaal Comité:
Ds. C. J. Hakman, Voorzitter.
Ds. F. Guillaume, Scriba.
H. Knook, Seriba.
Jac. G. van Oord.'
Dr. K. Sietsemaj
Ds. J. Wristers.
Ds. G. J. Pottier.
Laiidhoiiwrubriek.
STOFWISSELINGSZIEKTEN BIJ
RUNDEREN.
Prof. dr. Sjollema, verbonden aan
de Diergeneeskundige Faculteit der
Utrechtsche Hoogeschool, heeft inde
laatste jaren bij herhaling gewezen
op de groote beteekenis van de mi
neralen bij de voeding van onze huis
dieren, en meer bepaald van onze
runderen. Het resultaat zijner onder
zoekingen heeft Prof. Sjollema neer
gelegd in een boek, dat verschenen
is bij de firma J. van Boekhoven te
Utrecht. In de inleiding wijst de
schrijver er op, hoe als negatief re
sultaat der huisdierwording, gepaard
gaande met de zucht om steeds meer
melk van het dier te verkrijgen, voor
hoog-productief melkvee langzamer
hand voedernormen bereikt zijn, wel
ke die van het benoodigde onder-
houdsvoer zeer overtreffen.
Gevallen zijn bekend, waarbij de
4-voudige hoeveelheid eiwit en de
Alle soorten in verschillende
variëteit
Bij de keuze van f, aaizaden lette
men vooral
eering.
tsmetting.
ad kan nimmer te veel
geschonken worden.
GIES8EN (N.-Br.)
Telef. Rijswijk (N.-Br.) No. 3.
3-voudige hoeveelheid zetmeel ver
strekt werden. Daarbij zijn de ei-
schen, welke het lichaam ten opzich
te van de minerale voeding te stel
len heeft, ook aanzienlijk gestegen.
Melk bevat 12 maal zooveel calci
um (kalk) als bloed. Vaak leveren
koeien in de eerste dagen na het
af kal veren meer melk dan het li
chaam bloed bevat, dat wil zeggen:
de in de melk aangetroffen calcium -
hoeveelheid overtreft die van het
bloed met het twaalfvoudige. De vee-
reet profijt, verschaft het dier voed-
houder, vaak alleen berekend op di-
sel in een mate, welke ver uitstreekt
boven de natuurlijke verhoudingen.
Het is duidelijk, dat hierdoor de bo
dem bereid wordt voor het ontstaan
van een reeks afwijkingen, welke het
dier geheel en al, en vaak geruimen
tijd en voor goed, buiten redelijke
conditie stellen. Daarbij komt, dat
vooral met betrekking tot de minerale
stofwisseling het diëet zeer ten on
gunste van gezonde verhoudingen ge
wijzigd is. In den kunstzin en zijn ve
le variaties en toepassingen heeft men
bovendien een middel gevonden om
de kwaliteit van het weidegras in die
mate te beïnvloeden, dat ook de gren
zen van het normaal-noodige vaak
overschreden zijn. In het lichaam van
een dier, dat op een dergelijk kunst
matige wijze in zijn onderhoud heeft
te voorzien, treden uit den aard der
zaak verhoudingen in den evenwichts
toestand op, welke zich naar buiten
kunnen uiten, en dat ook doen, in
een serie ziektebeelden, die vaak ver-
loopen onder een acuut beeld, min
der vaak onder een chronisch, maar
die dikwijls in hun uitwerking wat
gewonnen is in productiviteit weer
belangrijk te niet doen. We bevelen
het boek zeer ter lezing aan.
Plaatselijk Nieuws.
CAPELLE.
Door den bouwkundige, den heer
F. Michaël te Vrijhoeve-Capelle, werd
namens den heer J. Pruissers alhier
j.l. Maandagmiddag 3 uur in de zaal
van den heer J. Treffers aan het Brug
getje te Vrijhoeve-Capelle aanbesteed
het bouwen van een woonhuis met
boerderij aan de Hoogevaart, waarvoor
als volgt werd ingeschreven:
Kleinloog en Verhagen, Capelle f 8793
G. Baeten, Waspik f8710
C. B. Timmermans, Sprang f8583
J. W. Nieuwenhuizen, Sprang f8379
Jac. v. d. Broek, Waspik f8336
D. Fitters, Waspik f8263
G. Paans, Capelle f 8250
Gebr. Spierings, Capelle f8249
C. Kersten, Raamsdonksveer f7996
J. Michaël, Vrijh.-Capelle f7953
H. Wagemakers, Capelle f7853
Het werkris aan den laagstelt inschrij
ver gegund.
LAND VAN ALTENA.
Door den heer J. Snoek te Nieu-
wendijk, voorzitter van de Stamboek-
varkensfokvereeniging werden op de
Paaschveetentoonstelling te Tilburg, met
ingezonden varkens verschillende prij
zen behaald, en wel: Een le prijs, te
vens kampioen, een 2de prijs en een
4de prijs, tevens derde kampioen. Hij
werd ook kampioen voor het beste
ingezonden hok varkens. Voorzeker een
pracht-succes.
NIEUWENDIJK.
Tot bestuursleden van de
„N.V.Z.", afdeeling Nieuwendijk zijn
herkozen de Jieeren: O. Walraven Sr.
en H. C. O ttevanger.
Leveringskaarten voor de rund
vee Centrale, district 45, moeten wor
den aangevraagd bij den districts
secretaris O. Walraven Sr. alhier.
Benoemd tot leden van de
commissie tot wering van schoolver
zuim de heeren: A. Versteeg, P. van
Breugel Johz. en M. v. d. Stelt Jz.
SPRANG.
Onder leiding van haar voorz.
de heer J. W. Genuït Jr. kwam de
studieclub van den Chr. Best. Bond
Sprang-Capelle in goed bezochte ver
gadering bijeen. Na gebruikelijke ope
ning werd door den heer C. v. Caem
Dzn. ingeleid het onderwerp „De be
ginselen van Fascisme en Nat. Soci
alisme," waarop een leerzame bespre
king volgde. Besloten werd 9 April
weer in vergadering bijeen te komen.
Door de coop, broodbakkerij
„De Broederhulp" alhier werd aan
haar leden 20 pCt. dividend uitbe
taald.
De Chr. Zangver. „Excelsior"
kwam in feestelijke jaarvergadering
j.l. Woensdagavond bijeen. De ver
slagen uitgebracht door secretaris en
penningm. gaven reden tot dank.
De vereen, mag zich in bloei ver
heugen. De aftredende bestuursleden
werden alle herkozen, welke onder
dank hun herbenoeming aannamen.
Het meer opgewekte gedeelte van het
programma werd op zeer verdienste
lijke wijze afgewerkt. De dienende
Martha's zorgden voor een gulle trac-
tatie. Om c.a. 12 uur sloot de voorz.
dezen feestavond.
Het bestuur der Ned. Herv.
Zondagsschoolvereen. op Ger. Gr.
„Jachin", is thans uit de navolgende
personen samengesteld: Jac. v. d.
Schans-de Rooij, voorz.; A. Bos secre
taris en C. Nieuwenhuizen, penning
meester. Aan dit bestuur zijn verschil
lende dames als helpsters toegevoegd.
Het bestuur der Ned. Herv.
J. V. op G.G. is thans samengesteld
uit de heeren H. v. d. Ham, ie voorz.
D. Drost, 2e voorz.; W. Spuijbroek,
secretaris; C. v. Caem, penningmees
ter en D. Smits, alg. adj.
VEEN.
Donderdag 19 April zal plaats
hebben de candidaat stelling voor
verkiezing van 7 leden, voor een com
missie uit de ingezetenen wier oor
deel gevraagd za'l worden over een
voorstel v>an Ged. Staten dezer pro
vincie tot vereeniging van de gemeen
ten Wijk c.a. en Veen.
KAAMSDONKSYEEIL
Naar wij vernemen werd tot
bestuurslid van „De Eersteling" her
kozen dhr. D. Konings en gekozen
dhr. A. Schoenmakers.
Dhr. v. Erp werd van de brug
te Nederhemert overgeplaatst naar de
Rolbrug alhier.
WOUDRICIIEM.
Met groote bezorgdheid heb
ben de ouders van schoolgaande kin
deren kennis genomen van het bevel
dat de raad van Ged. St. ontving,
om de 2e O. L. School op te heffen.
Een ouderavond zal worden gehou
den om deze zaak nader te bespreken.
WAALWIJK.
In de gehouden vergadering
van den R. K. Onderwijzersbond
werden de heeren Froklage te Waal
wijk, Carpé te Heusden en v. d.
Broek te 's-Hertogenbosch benoemd
tot afgevaardigden naar de a.s. al-
gemeene vergadering.
WERKENDAM.
Woensdagavond 28 Maart j.l.
werd door de gecombineerde Jeugd
vereen. der Chr. Geref Kerk, in de
kerk een jaarfeest gehouden. Doordat
Ds. Smits plotseling was verhinderd,
had dezen avond de leiding Ds. de
Groot van Gorinchem.
Na 'tzingen van Ps. 145:4, gebed
en 't lezen van Ps. 145: r tot en met
13, volgde een kort openingswoord.
Uit de verschillende jaarverslagen
bemerkten we, dat 't ledental iets te
rug was gegaan. Felicitatie's volgden.
Hierna werd 'tgped voorziene pro
gramma afgewerkt.
Verschillende Bijbelsche onderwer
pen, Kerkgeschiedenis, Vad. Geschie
denis enz,, werden afgewisseld door
voordrachten en proza, door de M.V.,
J.V. en K.V.
Op een tweetal onderwerpen werd
bespreking gegeven n.l. „De Heilige
Doop" en „De herdenking van de
Scheiding," waaraan dan ook de aan
wezigen flink werd deelgenomen.
't Was ruim 11 uur toen, na het
zingen van Ps. 68:10, dit goed ge
slaagd jaarfeest, door den heer H.
C. Vos met dankgebed werd gesloten.
Dienende Martha's zorgde voor de
tractatie. De gehouden collecte bracht
op f6,36.