BIJDRAGEN
Voor de Hinderen.
Akveld's Groot Brievenboek
ze hulde bestond uit een aubade der
harmonie en een défilé der vereeni-
jpngen als handboog, kruisboog, voet
bal, Jonge Boerenstand, ijsclub en
spaarvereeniging.
Hierbij sprak de heer Jan Buijs,
voorzitter van den bond dezer ver
eenigingen den burgemeester toe.
Namens de vereenigingen bood hij
een mand bloemen aan.
De burgemeester dankte voor de-
rze bewijzen van erkentelijkheid en
zeide niet bewust te zijn zooveel
voor de vereenigingen te hebben ge
daan. Spr. hoopte nog langen tijd
beschermheer der harmonie en an
dere vereenigingen te blijven. Hij
stelde vervolgens de verschillende
vereenigingen in de gelegenheid den
.avond nog gezellig door te brengen.
Vergadering van den raad der ge
meente NEDERHEMERT op Don
derdag 12 April des nm. 3 uur.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer C. W.
van Ommeren.
Afwezig de heeren v. d. Werken
en v. d. Kolk.
De Voorzitter opent de vergade
ring met het formuliergebed, daarna
de notulen der vorige vergadering,
die onveranderd worden goedge
keurd.
Ingekomen stukken:
De Voorzitter deelt mede, dat C.
O omen indertijd het verzoek heeft
gericht tot B. en W. om aan de
Nieuwe Steeg een woning te mogen
bouwen. B. en W. meenden aanvan
kelijk dat zij die vergunning niet
konden verleenen, omdat de voorge
vel naar hunne meening niet naar
den weg gekeerd was. Naar aanlei
ding van deze afwij zende beschikking
is O omen in beroep gegaan bij den
raad en hebben B. en W. daarna het
advies gevraagd van den Insp. voor
het bouwtoezicht te Arnhem die na
ingesteld onderzoek tot advies kwam,
dat de gevraagde vergunning niet
kan worden geweigerd.
B. en W. stellen daarom voor de
ze vergunning alsnog te verleenen.
De heer de Gaaij zegt, dat hij
meende dat O omen zijn beroep had
ingetrokken, dat was toch de een
voudigste weg geweest. B. en W.
hadden dan alsnog toestemming kun
nen verleenen. Overeenkomstig dit
voorstel zal O omen alsnog verzocht
worden zijn beroep in te trekken.
Electrificatie van een gedeelte van
de gemeente.
De Voorzitter licht toe, dat de
nieuwe tgiraanmalerii electrisch zal
worden gedreven. Het is daarvoor
echter noodig', dat de kabel die ligt
tot den heer Bakker aan het Wells-
eind wordt doorgetrokken tot den
heer M. Smits. Spr. heeft naar aan
leiding daarvan een onderhoud gehad
met een van de heeren van de P.G.
E.M,. Naar aanleiding van dit on
derhoud heeft de directie van de
P.G.E.M. zijn voorwaarden gewijzigd,
aangezien nu niet de geheel e Noord
zijde, doch slechts een gedeelte daar
van zal worden aangesloten. Zooals
de heeren weten, verlangde men aan
vankelijk een bedrag van f1300, dit
bedrag zal worden teruggebracht op
f420.Er zullen 8 straatlantaarns
worden geplaatst op dit gedeelte van
den weg, terwijl ook de Kapelstr.
tot de perceelen van de Wed. Do-
ruijter en v. Ooijen aangesloten zullen
worden. De kosten daarvoor zullen
per jaar f 184 bedragen, dus gemid
deld f23 per jaar per lantaarn. Het
ligt in de bedoeling, dat in den loop
der maand Juni met den aanleg zal
worden aangevangen. B. en W. stellen
voor op de voorwaarden in te gaan.
De heer de Gaaii vraagt, of het
niet mogelijk is, dat zij die zelf hun
aandeel van f 420 willen betalen, in
eens dit kunnen doen. Srp. wil dit
persoonlijk liever ineens doen, dan
dat hij dit bedrag in jaarlijksche ter
mijnen afbetaalt.
De heer Peereboom zou dit ook de
eenvoudigste manier vinden.
De Voorzitter meent, dat er te veel
tijd mee zal heengaan, eer dit voor
eikaar is'; er zullen er altijd onder
zijn, die het liever in termijnen be
talen.
De heer Peereboom acht dit geen
bezwaar, de raad neemt het besluit
op de voorwaarden in te gaan, ziii
die het dan ineens willen betalen
doen dit, voor de andere betaalt de
gemeente, die het dan geleidelijk
weer terug krijgt.
In dezen zin wordt met algemeene
stemmen besloten het genoemde ge
deelte van de gemeente te doen aan
sluiten aan het provinciaal electri-
citeits bedrijf.
De Voorzitter zegt, dat er ook een
aanvraag bij is om 3 perceelen van de
gemeente eveneens aan te sluiten n.l.
de woning van den heer Zinkstok, de
veldwachterswoning en het brandspuit
huisje, voor de eerste moet een stroom
verbruik van f35.voor het twee
de een van f20.voor het derde een
van f5.worden gegarandeerd.
De heer de Gaaij vindt dit laatste;
veel, het is niet zeker, dat de stroom
leens in een jaar voor het brandspuit
huisje gebruikt behoeft te worden.
De heer Peereboora zegt, dat het dan
voor dien één keer het bedrag reeds
dubbel waard is.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten ook op deze voorwaarden in te
gaan.
Schrijven over de opheffing van de
openbare lagere school aan de Zuid
zijde.
De Voorzitter licht toe, dat van den
Minister, Ged. Staten en den Inspecteur
van het Lager Onderwijs te Tiel, ver
schillende brieven zijn ingekomen over
de opheffing dezer school, in verband
met het door den gemeenteraad en de
ingezetenen ingestelde beroep tegen de
ze opheffing der genoemde school.
Volgens een door den Inspecteur voor
het L.O. ingesteld onderzoek is hem
persoonlijk gebleken, dat de afstand
naar de school te Aalburg geen 5 K.M. is,
doch voor de leerling die het verst af
woont 4125 meter, voor den leerling die
het dichtst bij de school te Aalburg
woont slechts 1825 meter. Voorde O.L.
school te Heusden zijn deze afstanden
5300 en 2950 mieter. De wegen die naar
beide scholen voeren zijn breed' en
vormen dus geen bezwaar, terwijl de
eigenaardige ligging der gemeente tus-
schen de rivier geen bezwaar vormt,
omdat de genoemde scholen zijn te
bereiken over een brug. Ged. Staten
dringen daarom nogmaals bij den raad
aan, over te ,gaan tot opheffing der
school en met de gemeenten Wijk en
Aalburg en Heusden een regeling te
treffen voor het bezoeken der scholen
in die gemeente. De school te Aalburg
biedt nog plaats voor 45, die te Heus-
d'en -voor 59 leerlingen. De leerlingen
die de school' bezoeken en aan de
Noordzijde wonen, kunnen naar Aalst
gezonden worden, met welke gemeente
reeds een overeenkomst is aangegaan.
B. en W. zijn evenjwel v^n meenung,
dat waar de raad indertijd reeds heeft
verklaard niet genegen te zijn de school
op te heffen, bij dit besluit moet wor
den volhard.
De heer de Gaaij wijst er op, dat
opheffing altijd geen voordeel oplevert,
hij kan dit ook in dit geval niet zienr
Met algemeene stemmen wordt be
sloten niet tot opheffing over te gaan.
Het ambtenaren-reglement wordt ge
wijzigd overeenkomstig het verlangen
der regeering.
Benoeming schatter voor de inkom
stenbelasting, door B. en W. worden
aanbevolen de heeren J. Rooseboom
en D. Bouman.
De heer Rooseboom verkreeg 4, de
heer Bouman 1 stem, zoodat de heer
Rooseboom als zoodanig is benoemd.
Voor eenige posten der begrooting
1933 vindt af- en overschrijving plaats.
De begrooting 1934 wordt gewijzigd'
met een bedrag van f 13.50 v.oor het
luiden der klokken bij het overlijden
van H.M. de Koningin-Moeder, even
eens voor het bedrag van f420.voor
electrificatie van een gedeelte der ge
meente.
De pensioengrondslag van een paar
gemeente-ambtenaren wordt opnieuw
vastgesteld overeenkomstig het verlan
gen van den pensioenraad.
Bij de rondvraag dring de heer v.
Vliet aan op aansluiting van de bur
gemeesters en veldwachterswoning aan
het telefoonnet, spr. .acht dit vooral
in deze moeilijke tijden een noodzake
lijken eisch.
De heer de Gaaij meent, dat men
toch wel bij een particulier kan op
bellen voor den enkelen keer dat dit
noodig is. Mocht het wel veel voorko
men, dan heeft spr. er geen bezwaar
gen zijn stem aan dit voorstel te
geven.
De heer van Vliet meent, dat het
voor een hoofd van een gemeente
toch niet gepast is, 'bii een parti
culier aan te moeten kloppen om te
telefoneeren.
De heer de Gaaii informeert naar
de kosten van aansluiting, waarop
de Voorzitter antwoordt, dat hii
meent, dat deze f22.50 per jaar be
dragen. Besloten wordt tot aanslui
ting over te gaan.
De openbare vergadering wordt
hierop gesloten, waarna de raad over
gaat in geheime zitting.
DE WONDERLIJKE GESCHIEDE
NIS VAN KONING GOUDBAARD.
Oorspronkelijke vertelling van
Karei van Wijdenas.
VI.
Toen het twaalf uur was gewor
den, zei de koning hardop tegen den
scharensliep: „Hè, ik ruik koffie. Ze
schijnen hier in de buurt ergens kof
fie te zetten. Nu ik zou best een lek
ker kopje lusten!"
„Nou, anders ik wel," riep de scha
rensliep. Nauwelijks hadden ze dit
gezegd, of een van de vijf en der
tig mannen, die stilletjes in de scha
duw van de huizen ongemerkt het
tweetal volgden, trad op den koning
toe, haalde van achter zijn rug een
gouden presenteerblaadje met twee
geurige kopjes koffie er op te voor
schijn en zei: „Scharensliepen, zouden
jullie niet een kopje koffie lusten
„Nou wat graag," riepen de ko
ning en de scharensliep tegelijk uit,
hoewel de echte scharensliep het wel
een beetje vreemd vond, dat ze kof
fie op een gouden presenteerblaadje
kregen.
„Als ik niet beter wist," fluisterde
de koning den scharensliep toe, „zou
ik bezweren, dat deze man als een
druppel water op mijn hofmaarschalk
lijkt, maar dat is natuurlijk maar ver
beelding!"
Toen ze de kopjes hadden leegge
dronken, nam de man met het gou
den blaadje ze aan en verdween om
den hoek van de straat. Een oogen-
blik later, kwam er een andere man,
waarvan ze evenmin het gelaat kon
den onderscheiden, naar het tweetal
toe en vroeg: „Wel scharensliepen,
zouden jullie niet trek hebben in
een heerlijk gebakken goudvischje
„Ik eet nog net zoo lief mijn tong
op," riep de scharensliep uit.
„Wie eet er nu gebakken goud-
visch Als het nu nog een gebak
ken bokkinkje was, dan bedacht ik
mij geen twee keer!"
„Ja", merkte de koning op, die
de vriendschappelijke man niet voor
stooten. „Erg dol ben ik ook niet op
gebakken goudvisch. Ze zijn zoogra-
terig!"
„O," sprak de man,, „maar ik heb
toevallig ook nog een paar gebakken
bokkings, als U die soms wilt heb
ben
„Graag," riepen de koning en de
scharensliep uit, en even later smul
den ze aan een paar heerlijk gebak
ken bokkings, waarbij de koning zoo
geheel en al in zijn rol van scharen
sliep opging, dat hij heelemaal ver
gat met vork en mes te eten en ge
zellig de graatjes afkloof. Hij vond
het bestaan van scharensliep gewoon
weg heerlijk, hoewel de scharensliep
hem verzekerde, dat het nu niet al
tijd zoo prettig was en dat hij al
die vroolijkheid eigenlijk gezegd een
beetje wantrouwde.
De Koning genoot echter en toen
dan ook weer even later een derde
man kwam, die hen vroeg of ze niet
een kippeboutje zouden lusten, om
dat hij er toch te veel had, tastten
ze onmiddellijk toe. Het werd ge
woonweg een kostelijk feest. De ee-
ne man was nog niet weg of er
kwam weer een andere vriendelijke
man, die een gebakken patrijsje of
een roomtaart je of een stuk dikke
koek of een staafje banket aan kwarrï
bieden. En allemaal zeiden ze, dat
ze toch te veel hadden en dat ze
daarom wat weg wilden geven.
„En nu," riep de scharensliep uit,
toen ze zeker wel 35 lekkere hapjes
op hadden, „nu weet ik nog een
adres, waar we gebakken bloedbeu
ling krijgen."
Ze gingen door een nauw straatje
en de scharensliep klopte aan een
klein huisje. Een vrouw kwam naar
buiten en de scharensliep zei: „Bes
te vrouw, je bakt altijd zulke heer
lijke bloedbeuling, zouden mijn vriend
en ik een plakje mogen hebben, dan
zullen wij je messen slijpen."
„Ik heb eigenlijk geen messen te
slijpen'', antwoordde de vrouw, die
wantrouwend naar den verkleeden ko
ning keek. „En je vriend ziet er
niet erg betrouwbaar uit. Maar voor
dezen keer wil ik jelui wel een ple*
zier doen. Ik heb toevallig een. paar
dikke plakken beuling in de pan
liggen." En jawel even later kregen
de beide scharensliepen elk een dik
ke plak gebakken bloedbeuling.
Toen de koning dat proefde, riep
hij uit: „Sapperloot, wat is dat lek
ker. Nooit van mijn leven wil ik
Zondags iets anders meer eten dan
gebakken bloedbeuling."
„Jawel, goeie morgen," lachte de
vrouw hem uit, „je hebt het maar
voor het zeggen. Je denkt zeker, dat
het geen geld kost, hè? Weet je weHj
dat deze prachtige worst minstens 32
ct. per pond kost?"
Na de vrouw vriendelijk bedankt
te hebben ging de scharensliep weer
verder. Ze hadden zooveel gegeten
en gedronken, dat ze zich slechts met
de grootste moeite konden voortbe
wegen en ze besloten ergens op een
schaduwrijk plekje een poosje te
gaan rusten. Vijf minuten later la
gen ze allebei in diepen slaap verzon
ken, en de scharensliep snorkte daar
bij zóó luid, dat de vensters van een
nabij gelegen huis er van trilden.
Hoe lang de koning en de scha
rensliep daar op een stil pleintje in
de schaduw van een oud onbewoond
huisje hadden liggen slapen, wist hij
later niet meer. Doch na een poos
werd hij wakker, rekte zich eens uit,
zonder zijn oogen op te slaan, geeuw
de wel zeven keer achter elkaar, rekte
zich nog eens uit... en sloeg dan
opeens zijn oogen op: want hij had
heel duidelijk gehoord, dat er ie
mand eerbiedig gekucht had en vlak
bij hem gezegd had: „Wel moge het
U bekomen, Majesteit, heeft Uwe Ma
jesteit goed geslapen?"
De koning wreef zijn oogen eens
goed uit, keek stomverbaasd in het
rond en riep: Wel heb ik van mijn
leven, waak ik nu, of droom ik nog?
Op de plek, waar hij met zijn hoofd
op den grond gelegen had, lag een i
donzen kussen, zijn lichaam had men
in zijn slaap bedekt met een zijden
deken met gouden franje, aan zijn
voeteneind stonden 35 lakeien opeen
rij, de een met een gouden kom met
water in de handen, een ander met j
een stuk zeep, een derde met een
handdoek, een vierde met een kam,
een vijfde met een spiegel met gou
den lijst, een zesde met een kleer
borstel en zoo alle 35 met iets vocxr
het toilet van den koning. Aan zijn
hoofdeinde stond de hofmaarschalk
met zijn staf in de hand. Deze was
het geweest, die geinformeerd had,
of de koning goed geslapen had.
Toen de koning overeind ging zit
ten, zag hij op den hoek... zijn gou
den koets staan, met de twaalf paar
den en de 22 palfreniers, die alle
maal met hun hoogen hoed in de
hand stonden, terwijl hun hooge laar
zen van lakleer spiegelden in de zon.
De koetsier zat op den bok. Overi
gens was er geen mensch te zien,
want de heele politie had het heele
plein afgezet. Alleen stonden natuur
lijk overal de menschen met hun neu
zen voor de glazen gedrukt, om te
zien, hoe de koning lag te slapen.
Waar is mijn vriend de scharen
sliep?, riep de koning opeens uit.
De hofmaarschalk trad nader en
antwoordde: Majesteit, die hebben we
voorzichtig ginds om den hoek ge
legd, want hij snorkte zóó verschrik
kelijk, dat de vensters ervan trilden
en we waren bang dat U er hinder
van zoudt hebben.
Inderdaad kon de koning hem hier
zelfs nog hooren snorken. „Hm",
mopperde de koning, „het is wat
moois, ik kan niet eens meer in het
geheim op reis gaan, of de heele
hofhouding komt achter me aan. En
nu moet ik zeker weer naar het pa
leis terug, hé?" „Tja Majesteit,neemt
U ons niet kwalijk, maar Hare Ma
jesteit de Koningin heeft gezegd...
„O, zoozoo, hm, nu, dan kom ik
maar weer terug, doch denkt erom,
mijn vriend de scharensliep moet met
me mee, en bindt het scharensliep
karretje maar achter de gouden koets
vast, want dat moet ook mee. En
ik benoem den scharensliep tot hof-
scharensliep. Goed begrepen."
Allen bogen diep. Daarop stond
de koning op, waschte zich met be
hulp van de 35 lakeien, nam zijn
gouden kroon, die de hofmaarschalk
voor alle zekerheid in een hoeden
doos had meegebracht, zette die op
en stapte i,n zijn rijtuig, terwijl heel
het volk juichte. De scharensliep
mocht naast den koetsier op den bok
van den gouden koets zitten en zoo
reed de stoet, geestdriftig toegejuigt
door de bevolking naar het paleis.
En daarmee was het wonderlijke
avontuur van Koning Goudbaard ten
einde. De scharensliep mocht voort
aan in het paleis wonen en alle scha
ren en messen slijpen, en hij bleef
nog vele, vele jaren hof-scharensliep
tot groote vreugde van den koning.
EINDE.
Geschiedenis ran het Land ?an
Heusden en Altena en den
Boinmelerwaard.
9.
Dese heeft gehad drie Soonen met
name Ludovicus, Robertus en Dideri-
cus. De middelste heeft voor zijn va
derlijk gedeelte gekregen uut het graef-
schap van Teijsterband de Stad én
Heerlijkheijd van Heusden, hij welke
gelegentheijd van Delinge ,de voorn,
heerlijkheijd van het Graefschap Teijs
terband afgescheijden is en geworden
een Heerlijkheijd op zig zelve, krijgen
de een eijgen ,en bijzonderen Heer,
dog dit is geschiet met consent van
den Grave van Kleef en op de con
ditie dat het .van hem en zijne naco-
melingen t en allen .tijde te Leen zou
de ontfangen werden: .Van dien tijd
af heeft de voorn, heerleijkheijd van
Heusden gehad hare .eijgene Heeren
en dat tot omtrent het Jaer 1330, wan
neer Johannes IX van die name Heer
van Heusden, zonder erfgenamen kwam
te overlijden, waerdoor de voorn. Heer
lijkheijd gekomen is an den Hertogh
van Brabant, en daer na an den Grave
van Holland, gelijk int vervolg, err
voornaemeHjk Int IVe Kap. zal ver-
klaert en aengewesen werden.
Dog eer wij verder toe treeden tot
de beschrijvinge van de Stad en het
Lano van Heusden, -en van dat daer to«
behoort, zoo ist niet buijten propoost,
dat wij met weijnige woorden spre
ken van de twee andere gebroeders
van den voorn: Robertus den len beer
van Heusden, te weten van Ludovicus
den oudsten, en Didericus den jongs tea.
zoon.
Wat aangaet Ludovicus de oudste
soon van Robertus Grave van Teijs
terband, is zijn Vader int besit vafl
meest alle goederen en Landen onder
het voorn. Graefschap behoorende ge-
succedert met den titel van den Gra
ve van Teijsterband, alhoewel de Heer
lijkheijd van Heusden voor de middel
ste soon, gelijk nu gesegt is, en een
gedeelte van het Land van Altena voor
de jongste soon, als terstond zal ver-
haelt werden, daer van afgescheijden
was. Ja daer na is dit voorn. Graef
schap ten aensien van verscheijde Lan
den, Steden, en Dorpen, dewelke daer
afgenoomen werden zeer vermindert,
en dat bij gelegentheijd van Kinderen,
dewelke jong zijnde, een zeekere por
tie daer uut mosten hebben. Daer na is
gekoomen zekere Walgerus Grave van
Teijsterband, welkes broeder Dirk zou
de zijn geweest de eerste Grave van
Holland, gelijk zulx in de holl. cron.
divis) 5 cap. 6 met verscheijde omstan-
diheden verhaelt werd, maer de tijd
moet anders gestelt werden off het
gansche verhaal kan niet aengenoomea
worden.
Ziet daer van een Deductie in de
beschrijvinge van Heusden uutgegeven
door J. v. Oudenhoven part. I, pag. 29.
In de 'Historie werd ook gewag ge-
maekt van zekere Gerolphus, dewelke
ook Grave van Teijsterband zoude ge?»
weest zijn, dog zommige zijn van ge
voelen, dat hij een zoone zoude ge
weest zijn van Diderik daer ik ter
stond af spreeken gal,
Ook ister een zoon geweest van ze
kere Graef 'van Teijsterband genaamt
Folquinus, dewelke zoon troude de doch
ter van 'den Heer van Heusden en
kreeg daer mede ten huwelijk de Heer
lijkheijd Bern eertijds geniaamt Bern-
huijsen, gelijk Hedikhuijsen leggende
trftefe jvertre daer van op de kant van de
Maze, alwaer de voorn. Folquinus een
Kasteel gebout heeft, zijnde hij en
zijne nacomelingen 'genoemt Heerent
Van Bern 'off Bernhuijsen: hij heeft
zijn wapen verandert, voerende drie
roode blaanen met agt schepters in
zijn schild wtaaruut men afneemen kan
d'at dese Folquinus niet de oudste maar
een jonger zoon moet geweest zijn<
Dit voorn. Kasteel van Bern is daer
na door zekere Folkart off Fulcoldus
Ridder, zijnde v|an de nacomelingen
van den voorn. Folquinus verandert
in een abdij als int IXe cap. nader zal
werden verhaalt met zijne omstandic-
héden.
(Wordt vervolgd).
AAN ONZE LEZERS
Zoo juist verscheen het beste en
volledigste, tot op heden geheel bij
gewerkte en herziene brievenboek'
en de meest betrouwbare gids
voor het dagelijksch leven
of volledige verzameling van oor
spronkelijke modellen van brieven
over alle mogelijke onderwerpen uit
het dagelijksch leven, benevens re-
questen, voorschriften bij geboorte
en overlijden, huwelijk en echtschei
ding, minder- en meerderjarigheid,
ouderlijke macht, voogdij, kinderwet
ten, erkenning en wettiging van kin
deren, burgerlijke acten betreffende
koop, huur, enz. en acten, die in
den koophandel voorkomen, alsme
de allerlei wettelijke voorschriften,
waarvan de kennisneming voor een
ieder van belang is, testamenten, vol
machten, successie, registratie en
zegel, wissels, de ongevallenwet 1921,
de kieswet, de sociale verzekerings
wetten, de arbeidswet 1919, de ar
beidsovereenkomst, post, telegraaf
en telefoon, belastingen, enz.
Elfde, herziene en ge
heel bijgewerkte uitgave
AKVELD's GROOT BRIEVENBOEK
is tevens een Raadgever
inzake de wet en het recht
in het dagelijksch leven
Prijs slechts: ing. fl,45, geö. fl,95
afgehaald aan ons Bureau
Op verzoek ook toezending per post
a f 1,70 ingenaaid, of f2,20 gebonden
L
Lil* —I
TOT DE
_L.