Agentschap
„De Nieuwe
Rotterdammer Courant"
BIJDRAGEN
Rechtzaken.
zelf vindt naar die bedriiven. welke
het noodig hebben. Maar een bedrijf,
dat zijn toevlucht tot regeeringscre-
Üiet moet nemen, in een tijd, dat de
banken met hun geld geen raad we
ten, is niet gezond meer en zal ver
moedelijk ook niet meer gezond wor
den, tenzij men aanneemt, dat deze
crisis iets van zoo tijdelijken aard is
gelijk een stormvlaagje, dat tij
delijk het hoofd opgestoken hieeft
dat redelijkerwijs zou mogen worden
verwacht, dat spoedig alles weer „bij
het oude" zou zijn.
Sinds jaar en dag heeft dr. Colijn
tegen deze valsche voorstelling van
zaken gewaarschuwd en er met na
me steeds nadruk opgelegd, dat pro
tectie van een bepaalde groep uiter
aard die groep wel ten goede komt,
zii het dan ook tijdelijk, doch dat
dit nooit kan leiden tot verhooging
van het algemeene welvaartspeil, dat
Slechts gebaat is bij een zoo goedkoop
en rationeel mogelijke productie. Wii
produceeren tenslotte niet om het ge
noegen van het produceeren, doch
om daarmede nuttige goederen op
de natuur te veroveren. Én om goe
deren, welke wii niet kunnen voort
brengen daarmede op zoo goedkoop
mogelijke voorwaarden uit het bui
tenland te betrekken. Zoo redenee-
rend zou het ideaal van onze economi
sche politiek moeten zijn, dat het bui
tenland ons die goederen, welke wii
zelfs niet kunnen voortbrengen, doch
welke voor ons volksbestaan niet te
ontberen zijn, vrij wel voor niets zou
leveren. Dit ideaal wordt vanzelf nooit
benaderd en wanneer het buitenland
ons bepaalde producten vrijwel voor
niet zou leveren, dan zouden wii uiter
aard moeten bedenken, dat hierachter
een bedoeling zou kunnen steken, na
melijk om onze markt met minder
eerlijke strijdmiddelen te veroveren.
Daartegen moeten wij in deze crisis
waakzaam blijven. Maar niet minder
waakzaam, zoo heeft minister Ver
schuur, die den vrijen handel terecht
als de bron van onze welvaart blijft
beschouwen en in alle tot nu toe
tgenomen afweermaatregelen een
noodzakelijk kwaad ziet, dienen wij
te blijven ten opzichte van dat an
dere, oneindig veel grootere gevaar,
namelijk, dat van een onmerkbaar
afglijden in het moeras van protecti
onistische groepsbelangen, waarin,
gelijk de minister met zooveel woor
den opmerkte, ons land ten gronde
zou kunnen gaan. Niet tijdelijk, maar
voorgoed. En zoowel „overigens ge
zonde" als „zonder meer gezonde"
bedrijven zouden dan in dien maal
stroom verdwijnen... met een laat
ste 'hoop op betere tijden, waarvan de
geschiedenis alleen maar leert, dat ze
altijd weer aanbreken...
Hoevelen zijn er echter in het ver
leden met een dergelijken schralen
troost al niet het graf ingegaan?
Vervolg raadsverslag VEEN.
De ie mogelijkheid was deze: dat
de 'lijdelijk-ontvangér Schouten in een
andere betrekking zo,u schadeloos ge
steld worden, en dan waren wii; van
meening, dat het verdere wel in vre
de 'zou opgelost worden. Wij zijn van
beginsel ook tegen cumulatie van
ambten, hoewel toegegeven moet
worden, dat in een gemeente als de
onze de betrekking van secretaris en
ontvanger heel goed door één persoon
kan waargenomen worden, en een
voordeel van f 300 per jaar toch ze
ker niet versmaad moet worden, te
meer waar deze betrekkingen hier al
van tientallen jaren her zijn gecombi
neerd geweest.
(Ten tweede dachten wij aan de
nog steeds niet van de baan zijnde
plannen tot opheffing der gemeente
Veen en vereeniging met Wijk en
'Aalburg.
En in het laatste geval de reeds
genoemde weg van de gemeente
Beerta.
Naar ons oordeel was de eerst ge
noemde mogelijkheid de meest ge-
schikste, waar dan toch meer 'n weg
van vrede in de gemeente gevolgd
werd, maar wij waren ook van mee
ning, dat het geval in een te ver ge
vorderd stadium was gekomen, dan
dat de regeering langs dezen weg
nog eene oplossing zou willen.
Wat betreft de oplossing van het
conflict a la Beerta, hetwelk wii een
paardenmiddel noemen, dat slechts
in liet uiterste geval wordt toegediend
meenden wij, dat al is het, dat de zui
nigheid en soberheid nu wel niet in
alle dingen zoo is toegepast geworden
als dat gekund, en wij ook gewild
hadden (en in welke gemeente is dat
well er toch van een schromelijke
verwaarloozing der gemeentehuishou
ding, zooals van Beerta geschreven
is, igeen sprake was, en wii éen derge
lijke maatregel ook te ingrijpend von
den tegenover de raadsleden.
Zoodat nog reste het. geval ten
tweede genoemd, wat nu niet zoozeer
persoonlijk, maar dan toch voor de
gemeente in zijn geheel het meest
verstrekkende en ingrijpende is, in dat
geval toch komt de raad tot aftre
ding en de gemeente wordt voor goed
opgeheven. Gezien echter de moeie-
lijkheden met de financiën, vonden
wij deze wijze van oplossing wel de
meest denkbare, waartoe de regeering
zou overgaan.
En thans M. de V., staan wij voor
het feit, dat weder een voorstel tot
vereeniging van gemeenten ter tafel
ligt. Wij vragen ons af, zou het zoo
ver gekomen zijn, indien meer het
algemeen belang en minder het per
soonlijk belang gediend ware, en
meer eendracht en goede trouw be
tracht ware? Verschil van meening,
indien maar eerlijk gemeend behoeft
geen beletsel te zijn om de gemeen
tezaken zoo goed mogelijk te bestu
ren. Het is toch overbekend dat spr.
met den burgemeester van politieke
richting verschilt, maar in de huis
houding eener zoo kleine gemeente,
is het toch, gelijk ook nergens, noo-
dig eene partijpolitiek te voeren, maar
behoort dit het uitgangspunt te zijn:
hoe bestuur ik de zaken der gemeen
te tot welzijn der burgerij, en dat
niet van een zeker gedeelte, maar
van de geheele gemeente.
M. de V., het is misschien wel wat
scherp gezegd, maar aan de waarheid
is altijd een scherpe zijde, de toe
stand waarin wij met de gemeente
zijn komen te verkeeren doet ons
denken aan het Schriftwoord„een
huis (in dit geval de gemeente dat
tegen ziqh zei ven verdeeld is, zal niet
bestaan."
Al deze dingen die ik zoo genoemd
héb, zouden voor spreker reeds vol
doende zijn, om enkel uit persoon
lijke overwegingen te zeggen„Mijn
ziel der tegenheden zat, is moede
loos," en alle wrijving en moeite zat,
ons neder te leggen bij het voorstel
van Ged. Staten en de regeering.
Maar toch mogen deze persoonlijke
ervaringen, hoe groot het gewicht
ook is, dat daarvan in de schaal ge
legd wordt, niet den doorslag geven
bij het bepalen onzer stem, maar
hebben wij ook een breederen blik
te slaan op den toestand der gemeen
te of die van dien aard is, dat ge
zegd kan worden, dat Veen binnen
afzienbaren tijd weder zichzelven zal
kunnen financieren, en dan M. de V.
is naar onze meening het perspectief
donker gekleurd.
Het doet ons leed eventueel de
zelfstandigheid onzer gemeente te
Doorzitten
Stukloopen PUROL
Zonnebrand 1
zien verloren gaan. Het dorp- Veen
reeds vanaf omstreeks 1200 bekend,
toen de derde zoon van Heer Jan
IV van Heusden, genoemd wordt als
Heer Willem van Veen. Tijdens de
republiek heeft het dorp Veen al
tijd een eigen bestuur gehad, even
zoo in het tijdperk der Fransche
overheersching, en ook de laatste
eeuw onder het Koningrijk, is Veen
een zelfstandige gemeente gebleven.
Om historische overwegingen doet
het ons leed, maar ook uit een oog
punt van de secretarie te moeten mis
sen, ontveinzen wii ons het ongerief
daarvan niet, terwijl in een grootere
gemeenschap' aan de belangen van
enkelingen allicht minder aandacht
wordt geschonken dan in eene kleine
huishouding.
Doch gezien M. de V. de gewel
dige omwentelingen die in het eco
nomische en sociale leven in de laat
ste jaren hébben plaats gehad, is het
bestaan van kleine gemeenten met
weinig draagkracht steeds moeielii'-
ker, zoo niet geheel onmogelijk ge
worden. 'Wij willen hier niet in bijzon
derheden afdalen, wat naar onze mee
ning wel en wat niet gedaan had
moeten worden om een kleine ge
meente als de onze niet zulke zware
lasten op te leggen; hierover hebben
wij onze meening geuit toen voor
de eerste maal het wetsontwerp ter
tafel was in 192; en hiervoor reeds
iets van genoemd en willen thans
niet in herhaling treden. Verschillen
de dingen die naar onze meening te
hoog zijn opgevoerd, zijn bii de wet
alzoo geregeld en vastgesteld, en wij
hébben ons daaraan als lagere be
sturen en onderdanen, te onderwer
pen en uit te voeren.
Wat de draagkracht in onze ge
meente betreft, moeten wij consta-
teeren, dat waar bijna alle kapitaal
onze gemeente is uitgegaan, de be
lastingen tot een maximum zijn op
gevoerd, hetgeen voor de belasting
betalers een zwaren druk beteekend.
We noemen in dezen slechts de 200
opcenten op de personeele belasting,
en de tot het maximum opgevoerde
opc. op grond- en inkomstenbelas
tingen. In vergelijking met de ge
meente Wijk en Aalburg is hier nog
een aanmerkelijk verschil. Nu zou
het naar onze meening zeer te be
treuren en ook onbillijk zijn als de
belastingen bij vereeniging ook daar
zouden moeten worden opgevoerd.
Gezien echter dat bij vereeniging
de schuld van Veen door het Rijk
wordt gesanneerd, de vereenvoudi
ging en besparing op de administratie
de hoogere uitkeering dan thans Wijk
en Aalburg, die de nieuwe gemeente
naar onze meening uit de gemeente
fondsbelasting behoort te krijgen, en
het hoogere percentage uit Rijkskas
voor steun en werkverschaffing, waar
op bij vereeniging gezien het groote
aantal werkeloozen in Veen de nieu
we gemeente aanspraak op zou kun
nen maken, hebben wij gegronde re
den om te verwachten dat de belas
tingen en opcenten in de nieuwe ge
meente niet hooger opgevoerd behoe
ven te worden, dan deze thans in
de gemeente Wijk en Aalburg zijn.
M. de V., ik meen thans een en
ander voldoende belicht te hebben,
en mijne houding verdedigd én ge
motiveerd.
Op een eventueel wetsontwerp wil
len wij niet vooruitloopen, doch ho
pen indien noodig, t.z.t. hierover on
ze meening kenbaar te maken.
Zeer noode zien wij de opheffing
onzer gemeente eventueel in de naas
te toekomst een feit worden.
Maar naar ons beste weten, kun
nen wij niet anders, dan ons bij het
voorstel van Ged. St. neerleggen, en
als eindconclusie onzer overwegin
gen, onze stem uitbrengen vóór de
voorgestelde vereeniging.
De heer Timmermans meent, dat over
het door den heer v. d. Pol gespro
kene, wel een lange discussie is te voe
ren. Deze wekt den indruk, dat de
raad tegen de regeering zou zijn op
gestaan. Maar ook de raadsleden staan
onder eede. Straks is reeds gezegd,
dat de raadsleden niet genoeg door
de regeering gekend zijn. De indruk
wordt gewekt, dat zij in onrecht zou
den hebben geregeerd en B. en W.
in het recht, om dat allemaal te weer
leggen zou hij punt voor punt moeten
behandelen en had hij wel een heelen
dag noodig. Als daar de Veensche
menschen bij tegenwoordig konden zijn,
zouden zij kunnen vernemen, wie het
recht heeft gehad.
De Voorzitter merkt op, dat de heer
Timmermans hier zit om de belangen
van de gemeente Veen te behartigen
en niet om voor de Veensche men
schen te spreken.
De heer 't Lam zegt, dat ook hij
steeds de belangen van de gemeente
Veen heeft behartigd, zooals hij die
belangen meent te zien.
De heer v. Andel spreekt in den
zelfden zin. Er zijn veel dingen in
het betoog van den heer v. d. Pol,
waar genoeg op te zeggen zou zijn.
De heer v. d. Pol zegt, dat de fei
ten zijn, zooals hij ze heeft opgesomd.
De heer v. Andel noemt verschil
lende aangevoerde feiten openbare leu
gens.
De heer v. Wijk gaat volkomen ac-
coord met het door den heer v. d.
Pol gesprokene, zooals deze het heeft
gezegd, zoo zijn de feiten.
De Voorzitter zal thans het voor
stel van Ged. Staten, om de gemeente
Veen op te heffen en te voegen bij de
gemeente Wijk en Aalburg, in omvraag
brengen. Tegen stemmen de heeren
't Lam, v. Andel en Timmermans, voor
de heeren v. Wijk en v. d. Pol.
Bij de rondvraag informeert de heer
v. Andel,, hoe het zit met de steun-
kwestie. Hij gelooft, dat deze niet ge
heel in orde is. Er zijn georganiseerde
werkeloozen, die niet konden trekken
uit hun kas, omdat zij in de werkver
schaffing werkten. Nu worden zij ge
kort, omdat zij niet zijn uitgetrokken,
spr. noemt dit een groote onrechtvaar
digheid.
De Voorzitter zal deze kwestie on
derzoeken, deze feiten zijn hem niet
bekend.
De heer v. d. Pol zegt, dat ook hem
die feiten niet bekend zijn, er zijn wel
personen, waarvan werd gezegd, dat
zij geen lid meer van een bond zijn.
De heer v. Andel noemt de namen
van eenige personen. Hij vindt het
jammer, dat ook hij niet in de gele
genheid is gesteld, tegenwoordig te
zijn bij het onderhoud, dat B. en W.
met den Inspecteur voor de werkver
schaffing hebben gehad.
Ook de heer Timmermans heeft
van terzijde klachten gehoord over
de steunverleening, hier hoort men
niets.
De Voorzitter antwoordt, dat als
de heer Timmermans zich op de se
cretarie vervoegt, hij alle ter be
schikking staande inlichtingen kan
krijgen.
De heer Timmermans heeft gé
hoord, dat personen geen steun krij
gen, omdat zii elders 6 weken heb
ben igewerkt.
De Voorzitter veronderstelt, dat de
heer Timmermans bedoelt, dat deze
personen geen ontslagbewij s heb Den
ingeleverd, zoolang, dit niet is ont
vangen kunnen zij niet voor steun
in aanmerking komen. Dat er deze
gevallen zijn is spreker niet bekend.
De heer Timmermans zegt, dat hij
den indruk heeft, dat hier alles op
de lange baan wordt geschoven. De
paal van het electrisch net hier bii
het raadhuis gaat die nu weg?
De Voorzitter antwoordt, dat deze
weg gaat.
De heer Timmermans vraagt of er
nu iets wordt gedaan aan de Wiel-
straat, met het oog op de zware
vrachtauto's, reeds geruimen tiid ge
leden heeft hii hierop aangedrongen.
Dit verzoek is hier ook maar wegge
schoven. Men kruipt hier weg achter
den polder en laat de menschen daar,
die toch ook belasting betalen, maar
zitten. Over den polder hier kan men
wel van Veen naar het Neusje van
den Zalm springen.
De Voorzitter merkt op, dat de
Wielstraat aan den polder behoort.
De heer Timmermans vraagt wie of
daar dan verbetering moet brengen,
met geringe kosten kan dit gebeuren.
De Voorzitter antwoordt, dat een
polderweg ook door den polder moet
worden onderhouden en verbeterd.
De heer Timmermans meent, dat
het dan het beste maar is, een bord
te plaatsen met hier begint Veen,
maar de weg is van den polder.
Wordt aan het Neusje van den Zalm
ook vergoeding gegeven, voor de
wegverbetering
De Voorzitter antwoordt als de
eigenaar niet te veel wil hebben, de
gemeente dan wel bereid is eenige ver
goeding te geven.
De heer Timmermans acht het on
billijk, dat de gemeente Veen, dat
alleen moet doen, het heele Land
van Heusden en Altena behoort daar
aan bii te dragen, dat heeft belang
bii deze verbetering. Zeer zeker be-
hooren er Wijk en Eethen aan bii te
dragen, aangezien het stukje grond
juist op de grens van deze gemeenten
en de gemeente Veen ligt.
De Voorzitter antwoordt, dat het
Veensch grondgebied is, de andere
gemeenten zujlen er dus niet veel
voor voelen om 'bii te dragen.
De heer Timmermans vraagt of
er nu iets gedaan zal worden voor de
bewoners van de Wielstraat.
De Voorzitter wil die kwestie nog-
eens bekijken, doch gelooft, dat er
niet veel aan te doen zal zijn.
De openbare vergadering wordt
hierop1 gesloten, waarop de raad over
gaat in geheime zitting.
VAN
voor het geheele Land
van Heusden en Altena
Firma L. J. VEERMAN
Boekhandel - Heusden
Abonnementen wor
den gaarne door
ons aangenomen
KANTONGERECHT 'S-BOSCH. 1
De Kantonrechter veroordeelde
A. de G., te Eethen, Arbeidswet,
f 3 boete
Th. v. V., Waalwijk, Trekhonden-
wet, tweemaal f3.boete.
R. K., Waalwijk, auto zonder ver
licht nummer en letter, f 3 boete.
P. H. V., Drunen, nummer rijbe
wijs niet vertoonen, f 2 boete.
J. P., Capelle, gereden zonder licht,
f 5 boete.
W. F. H. M:. H., Vlijmen, fietsen
zander licht, f3.boete.
C. J. E., Sprang-Capelle, crisis-
aardappelenbesluit, f25 boete of 2 5
dagen hechtenis.
J. W. H., Kaatsheuvel, met vracht
auto personen vervoerd, f7,50 boete
of 5 d.h.
C. A. J. R., Kaatsheuvel, auto zon
der nummer, f 1 'boete of 1 d. h.
W. W., Waalwijk, rijwiel zonder
licht, f 2 boete of 2 d. h.
Verboden aardappelen vervoer.
De koopman W. de D. uit An
del die op 2 Jan., 1800 K.G. con
sumptie aardappelen had vervoerd
zonder vervoer bewijs, werd door den
Kantonrechter veroordeeld tot f 50
'boete subs. 50 dagen hechtenis.
De expediteur G. v. G. uit Am-
merzoden die op 9 Februari te He-
del zonder vervoerbewijs 300 K.G.
consumptie-aardappelen had vervoerd
werd veroordeeld tot f 10 boete subs.
10 dagen hechtenis terwijl de aardapo
pelen werden verbeurd verklaard.
Ten slotte werd de chauffeur sM,
Sch. uit Gameren die op 4 Januari
aldaar zonder vervoerbewijs 750 k.g.
consumptie-aardappelen heeft ver
voerd veroordeeld, tot f 40 boete subs.
40 d. hechtenis. De in beslag geno
men aardappelen werden eveneens
verbeurd verklaard.
Geschiedenis van het Land van
Heusden en Aitena en den
Bouiiueler waard.
11.
Ik bevinde dat veele schrijvers on
der een vermengen, off voor een en
het gelve neemen dit Altega, daer ik
nu van gesprooken hebbe, en een an
der Altena zijnde een Stad int land
van de Mark of daer omtrent, waer na
de Heeren daer van genoemt zijn ge
weest Graaven van Altena, maer alsoo
zekere Fredericus Grave van Altena en
IJsenburg omtrent het Jaer 1225 En-
gelbertus Biscop van Keulen zijn Bloed-
verwand ombragt, zoo zijn de goe
deren van de voorn. Fredericus ver-
destrueert en geconfisqueert zijnde aan
andere gekoomen, waer door de Name
van Altena nagelaten is, en aengenoo-
men de Name van der Mark, welke
confusie dger inne ontstaat omdat veele
schrijvers geen kennis hebbende van
de contreije des Lands het eene voor
het andere neemen.
Ik heb deese Faute den Leeser voor
gedragen tot beeter informatie en ook
met meerdere woorden van de Heer
lijkheid Altena willen spreeken en ope
ning geeven, overmits dat de voorn.
Heerlijkheijd en het Land van Heus
den an malkanderen leggen, en ook
eenige gemeenschap met malkanderen
hebben aengaande eenige Dijkagie te
gen de Mjaze en ook eenige binnen-
lalndsche uitwateringen gelijk int ver-
volgh zai verhaalt werden.
0
Het Ille Kap.
Van de Stad en het Land van
Heusden int gemeen.
Heusden schijnt zijn Naam 'te heb
ben van huijs in de duijnen, welke 2
woorden te zaam gevoegt maeken huis-
duijnen en door verkortinge heusden.
Dese onse conjecture schijnt niet
ongefondeert te zijn ja met de Reede
over een te koomen, alsoo zeeker Dorp
bij 's Hertogenbosch na de Maaskand
gelegen heedensdaags genaamt Orten
ook zijn Naam heeft 'van Oort en
Duijnen, zijnde wel eertijds genaamt
geweest Oort-duijnen en door verkor
tinge Orten. J. v. Oudenhoven geeft
dit zelve te kennen in zijne beschrij-
vinge de rStad van 's Hertogenbos int
Ie deel pag. 3 zeggende:
„Dese stad ('s Hertogenbos) plagt
„eertijds genaamt te werden 'civitas
de Ortdun, De Stad van Ortduijnen.
„Item Nova Civitas apud Ortdunum
„quil Sylva dicitus. De nieuwe stad
„bij Ortduinen die den Bosch genaamt
„word.
Even gelijk omtrent Orten voorn,
eenige Duijnen en Sandbergen 'zijn ge
weest, die de plaats de Naam gege
ven hebben, zoo is het zeker, dat om-
ternt het Dorp Oudheusden na Cuijk
Onsenoort en den heijkant veele Duij
nen en Zandbergen gelegen hebben,
en zoo kan het weesen dat de voorn,
plaats doen zij met huijsen werd be
timmert den naam van Duijn-huijsen
gekregen heeft en genaamt is geweest
Huijsduijnen en door verkortinge Heus
den.
Dat zommige den naam afbrengen
van de Deenen als off die wel eer
tijds daer ter neder geslagen waaren,
e>n de plaats met huijsen te bouwen be
gonnen hadden, is niet vreemd', want
het is zeker dat 'bij oude tijden ver-
scheijde vremde Natiën als Hunnen,
Heijdukken, Deenen, Normannen, en
andere Barbarsche Volkeren met duij-
senden, ja met geheele Leegers ,uit
haar Land igekoomen zijn, en haer
in dese (Landen zijnde woest, pnbe-
dijkt en Ibosagtigh ter neder geslaa-
gen hebben, om haer met de Landbou-
werij en Visserij meest te genèeren,
en zoo (kan het ook wesen dat eenige
van de Deenen haer ter plaatse die nu
Oud-heusden genaamt word, ter neder
geset hebben om de plaatse te bewoo-
nen en daer uut ontstaat de Naam
huijsdenen. Ziet verder van dese be-
naminge in de beschrijvinge van! Heus
den int 'ligt gebragt door J. v. Ouden
hoven, int 'le deel pag. 3.
Men zorude ter eerster instantie wel
meijnen dat 'het Land van Heusdeni
de Naam van de stad zoude verkre
gen hebben, 'maer dat is zoo niet, de
Stad heeft eer den naam gekregen
van het Land, en het Land den naam
van het Dorp jegenwoordig genaamt
Oudheusden, en eertijds Heusden: welk
Dorp gelegen digt bij de Stad an den
kant van de Oude Maze wel het oud
ste en ;eerste Dorp schijnd +e wesen
dat bewoont is geweest, met pok Aal
burg: want iint jaer '700 heeft aldaer
gepredikt Suibertus 'volgens het getui
genis Marcellini, die geschreven heeft
int jaer '717.
Alsoo het ook zeker is dat wel eer
tijds de Maze niet geloopen heeft na
Hemert, maer tussen Bokhoven en
Groenendael na Hedikhuijsen, en zoo
voorts na Heusden, na Douveren,, ge
lijk int Xle Cap. nader ,zal verklaert
werden, zoo zoude men tie eerste Be
ginzelen en bewooninge van tiese
plaats moogen afbrengen niet van de
Deenen, maar van de IRomeijnen.
Wordt vervolgd
TOT DE
—O—
9