No. 5465 Vrijdag 31 Aug,
BLACKBIRD'
De Grootmoeder1
WEEG WERKTUIGEN.
Groote voorraad
ILLEM
TWEEDE BLAD
Firma L. J. VEERMAN
Buitengewone beste kwaliteiten.
PRIJZEN LAAG!!
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
FEUILLETON.
Ijzerhandel
BEHOORENDE BIJ HET
ia verschillende maten
en kwaliteiten
BOEKHANDEL
HEUSDEN
Laiidboiiwmbriek.
ONDERZOEK NAAR HET VOOR
KOMEN VAN DE BLOEDLUIS-
PARASIET, APHELINUS MALI.
In 1926 werd door den Plantenziek
tenkundigen Dienst een begin gemaakt
met de verspreiding in ons land van
een klein sluipwespje, dat als para
siet in de op appelboomen zoo veel
vuldig voorkomende bloedluis leefde en
deze doodde, en waarmede dus een
„levende" (biologische) bestrijding van
dit schadelijk insect ingevoerd werd.
Weldra bleek, dat dit sluipwespje op
eenige plaatsen vasten voet had ge
kregen en zich plaatselijk zoo sterk
vermeerderde, dat de bloedluisplaag
zichtbaar afnam.
Sindsdien is de verspreiding van de
ze parasiet over het land voortgezet
en is haar aanwezigheid op steeds
meer plaatsen vastgesteld. Dit was ook
het geval op plaatsen die ver afgele
gen waren van een plaats waar liet
sluipwespje was uitgezet, waaruit bleek,
dat het zich zelfstandig over vrij groo-
te afstanden kon verplaatsen, en dat
het .in ons land voldoende gunstige
voorwaarden voor zijn ontwikkeling
vond. Lage temperatuur in den win
ter kan het blijkbaar ook doorstaan,
daar de groote koude in Januari en
Februari 1929 het niet merkbaar nadee-
lig heeft beinvloed. Ook de earboli-
ineumbespuitingen tegen de bloedluis
•hebben het niet gedood. Hoewel het
sluipwespje zich dus in ons land goed
heeft ontwikkeld en plaatselijk soms
de bloedluis zeer sterk deed vermin
deren, heeft het als bestrijder van de
bloedluis in het algemeen tot nu toe
echter geen groote rol gespeeld.
Het schijnt echter, dat dit jaar de
parasiet zich sterker heeft vermeerderd
dan tot dusver het geval geweest .is,
daar van verschillende zijden berichten
over sterke parasiteering (en dus af
sterven) van de bloedluis ontvangen
zijn.
Zonder nu overdreven verwachtin
gen te willen wekken over de rol die
deze „levende" bloedluisbestrijding in
onze culturen kan spelen, meent de
Plantenziektenkundigen Dienst goed te
doen, de aandacht van de fruitkwee-
kers op deze parasiet te vestigen en
hen aan te raden, de bloedluiskolonies
op hun appelboomgaarden op de aan
wezigheid van het sluipwespje te on
derzoeken. Berichten over de mate van
aantasting van de bloedluis worden
gaarne bij den Dienst te Wageningen
ingewacht, opdat daaruit een overzicht
kan worden samengesteld.
De aanwezigheid van het sluipwespje,
Aphelinus Mali genoemd, blijkt uit de
aanewzigheid ivan doode bloedluizen
(die. door het verliezen van de witte
wasdraden, een zwarte kleur vertoo-
nen) met een rond gaatje in het achter
lijf. Door dit gaatje is het sluipwespje,
dat zich in de bloedluis tot volkomen
insect ontwikkeld heeft, naar buiten ge
komen. Hieruit bl jkt ,dat het insect zeer
klein is.
De sluipwespjes leggen hun eieren
met behulp van een legboor, in de le
vende bloedluis, waarvan de inhoud
door het zich ontwikkelende larfje ge
heel verteerd wordt, zoodat alleen het
(zwarte) huidje overblijft. Bloedluisko
lonies, waarin het sluipwespje voor
komt, vertoonen dus vele zwarte bloed
luizen met gaatjes, bij sterk optreden
kan de geheele kolonie gedood wor-
De Plantenziektenkundige Dienst te
Wageningen zal het op prijs stellen, in
dien de fruitkweekers hun aandacht
aan deze bloedluisparasiet willen wij
den en bericht over hunne bevindin
gen willen inzenden.
Wij beschikken over prima
kwaliteiten Origineele en le na
bouw zaaitarwe, verbouwd in
Zeeland.
Op het eiland Noord-Beveland
stelden wij te velde een nauw
keurig onderzoek in, n9ar eerste
nabouw Juliana en Wilbelmina
en hebben het allerbeste opge
nomen.
Firma N. G. J. SCHOUTEN,
Giessen (N.-Br
Tel. Rijswijk (N.Br) No. 3.
Groote sorteering bij:
Fa L. J. Veerman
Boekhandel Heusden.
94.
Goede vriend, troost je maar, je
hebt jezelf niets te verwijten; je hadt
niets te zeggen en kondt ook niets ver
hinderen.
Welzeker, dat had ik wel kunnen
doen.
Neen, want (ik had .alleen het
recht, de brutaliteiten van dien m,an
te «beantwoorden.
Maar een duel, Henri, een duel!
Ja, ik had zoo'n avontuurtje wel
niet inoodig. Ik heb dat duel niet ge
zocht, <en ik zal .er mij dan ook zoo
goed mogelijk uit zien te redden. Die
zaakjes komen dikwijls voor.
Die baron de Septème is, zooals
men zegt, een eerste duellist.
Jia, maar dat beteekent niet, dat
ik mij al voor dood kan houden.
O! ik 'weet wel, dat je moedig
bent en 'je weet te verdedigen; m.aar
die man ja^gt mij schrik aan.
Behoud je vrees maar voor je,
goede vriend.
Dus je bent niet bang.
Wel, waarvoor moet ik dan bang
zijn, antwoordde Merson bijna vroo-
lijk een degensteek? Maar wordt
men dan niet eiken dag bedreigd door
koorts of welk gevaar ook? Wanneer
HET VERBOUWVERBOD VOOR DE
BRAVO EN EVENTUEEL ANDERE
RASSEN.
In verband met de gevaren voor
den uitvoer van aardappelen, ligt het,
zooals bekend .gemaakt is, in de be
doeling van de regeering, voor den
oogst 1935 een verbouwverbod uit te
vaardigen, voor het voor wratziekte
zeer vatbare aardappelras Bravo. Met
de mogelijkheid, dat te gelegener tijd
hetzelfde zal geschieden voor de' ras
sen de Wet en Kampioen, moet reke
ning worden gehouden.
Vele verbouwers van deze rassen
zullen hierdoor genoodzaakt zijn, dit
men altijd bang zou zijn, zou men
niet meer 'kunnen leven. Maar buiten
dien heb ik dien steek nog niet beet.
Ik bewonder je gelatenheid.
En, zie je, ging Henri voort
ik ben voor het ongeluk geboren.
En dan zeg ik ook met zooveel an
deren: Men kan ma,ar eenmaal sterven.
Wanneer ik 'in het duel sterf, moet
het zeker zoo zijn.
En toch, niettegenstaande ik mij diep
ongelukkig gevoel, hecht ik toch nog
aan het leven. Ik zie vian mijn grootste
geluk af; en toch zegt mij' iets, dat
Genevièvé aan niemand anders zal toe-
behooren en ik voor haar moet blijven
levten.
Sandoz, beste Sandoz, Geneviève be
schermt mij ,ik kan niet sterven!
Men zegt, dat de baron de Septème
zoo zeker 'met den degen is en dat
geloof ik; Welnu, wanneer hij zoo ze
ker is, en zich niet tevreden zal stel
len, 'met mij een wonde toe te brengen,
wil 'hij mij vermoorden!
Louis Sandoz greep driftig den arm
van zijn vriend en zeide:
Henri, je doet mij beven.
Waarom?
Weet je wat ik denk?
Neen.
Anderen denken hetzelfde.
Welnu?
Henri, ik geloof, dat hij' je glas
met opzet omver heeft geworpen.
Kom, kom!
Henri, niemand han mij de idee
wegn'emen, dat de baron de Septème
najaar of het volgende voorjaar poot-
goed aan te schaffen van andere rassen.
Aangezien het uitvaardigen van een
verbouwverbod ten doel heeft de ge
varen, die voor cultuur en handel aan
de teelt van voor wratziekte vatbare
rassen verbonden zijn te verminderen,
wordt door den Plantenziektenkundigen
Dienst met de meeste klem aangeraden
om ter vervanging van Bravo eneventu-
van de Wet en Kampioen alleen die
rassen te verbouwen, welke onvatbaar
zijn voor de wratziekte. Tot deze ras
sen behooren o.a. de hier volgende,
in de rassenlijst van het Instituut voor
Plantenveredeling opgenomen, geelvlee-
zige rassen: Triumph, Alpha, Beve
lander, Furore, Noordeling, Souvenir,
Populair, Jubileum, Frisco, Albertha,
Erdgold, Robijn, West-Brabander, Mun-
tinga 17, Unicum, Record, Oostermoer-
sche, Atlas, Bato, Preuszen, Mono-
craat, Julinieren, en de witvleezige ras
sen Albion, Majestic, Great Scot, Par-
nassia, Hellena, Concurrent. Tot de
zeer weinig vatbare rassen kunnen ge
rekend worden de Roode en Bonte
Star.
Bij de aanschaffing van pootgoed
lette men er ten strengste op, dat dit
niet afkomstig is van partijen, die ge
groeid zijn op met wratziekte besmet
te terreinen. Men loopt dan n.l. de kans,
dat met aanhechtend'en grond de ziek
te wordt overgebracht. Het aankoopen
van te velde goedgekeurd pootged,
voorzien van certificaat en plombe van
den N.A.K., verdient aale aanbeveling.
Nadere inlichtingen worden verstrekt
door den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen, door de bij
dezen Dienst werkzame ambtenaren
alsmede door de Rijksland- en tuin-
bouwconsulenten.
geestelijken en lichamelijken nood ver-
keeien Gelukkig is de maand nog niet
om en kan er nog veel worden gedaan
om de dreigende schade te voorkomen.
Elke bijdrage is welkom.
DE AARDAPPELSTEUN.
Wordt niet langer in stand ge
houden dan noodzakeLjk is.
Naar het Nederiandsch Corresponden
tiebureau mededeelt, heeft het aard-
appelvraagstuk, waaromtrent den laat-
sten tijd nogal eens beschouwingen
worden geleverd, de volle aandacht der
Regeering.
In deze beschouwingen wordt dik
wijls opgemerkt, dat oen aardappel
steunregeling voor den oogst 1934 niet
noodig wordt geacht en dat vraag en
aanbod wel zoodanig met elkaar in
evenwicht zullen zijn, dat het product
een behoorlijken prijs zal opbrengen
voor den teler.
Er wordt gewezen op den vlotten
afzet van de vroege aardappelen als
gevolg van de geringere beteelde op
pervlakte en van de kleinere opbrengst
door de droogte, waardoor men vroe-
ge;r met het rooien van de middel
vroege aardappelen (Eigenheimers) is
begonnen.
Het zal evenwel eerst mogelijk zijn,
een voldoend inzicht te verkrijgen in
den voorraad winteraardappelen, wan
neer de oogstresultaten bekend zul
len ;zijn.
Voorts :is de mogelijkheid niet uit
gesloten, tdat in de naaste toekomst
over rneer gegevens beschikt zal kun
nen 'worden inzake de eventueele mo
gelijkheid 'van afzet van late aardappe
len «naar het buitenland.
Eerst idan zal het mogelijk zijn, een
oordeel te vellen over de al-of-niet-nood
zakelijkheid van den steunmaatregel
voor .aardappelen.
Het ivraagstuk van de sorteering blijkt
voorts ivoor menigeen een steen des
aanstoots .te zijn.
Verruiming .van de maten, in den zin
vooral van het toelaten van de boven-
maatsche aardappelen .in de consump
tie, wordt bepleit alsmede het toe
staan, .dat drielingen in de consumptie
komen.
Uiteraard zal .ook te dezen opzichte
Binnenland.
TELEURSTELLING.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest
giro No. 6074 verzoekt ons plaats
voor het volgende
De zendelingen in Indië wachten met
spanning het antwoord op de vraag, of
zij hun gezegenden arbeid zullen kunnen
voortzetten. Het zal hun een bittere
teleurstelling zijn, als zij hooren, dat ge
durende de maand Augustus nog slechts
f21 000 i? ingekomen, zoodat deze eene
maand den achterstand weer met een halve
ton zal vt meerderenen dat juist de
maand, waarin zooveel voor eigen genot
wordt uitgegeven.
Mochten zij niet verwachten, dat velen,
die dankbaar genoten van hun vacantie,
ook zouden denken aan degenen, die in
nog eenig geduld geoefend moeten
worden, omdat ook deze kwestie af
hankelijk is van den oogst van late
aardappelen en de mogelijkheden, die
zich, naar men hoopt, voor export zul
len vooTdoen.
De marktsituatie, die in de afge-
loopen weken beheerscht werd eener-
zijds door ,een matig aanbod, wijl de
tjeler zijn volle aandacht aan den graan
oogst moest geven, anderzijds door de
idee, dat de droogte wel een beduiden
den invloed moet hebben op den oogst
in West-Europa, deed behoorlijke prij
zen tot stand komen.
Opmerkelijk is evenwel, dat een niet
onbeteekenende teruggang in de prij
zen opgetreden is.
Successievelijk wordt thans het aan
bod grooter, terwijl verscheiden soor
ten aan de markt komen met verschil
in marktwaarde.
De aardappelsteun zal zeker niet lan
ger in stand worden gehouden dan
noodzakelijk is. j
o
BOSCHBRANDEN TE ERMELO.
Kwaadwilligheid in het spel?
Einsdagmiddag werd brand ont
dekt in het dennenbosch nabii het
onder Ermelo bebouwde gedeelte „De
Dennenkamp." Onmiddellijk werd de
boschbrandweer gewaarschuwd, 'die
met behulp van politie en vrijwil
ligers het vuur bestreed. Het bosch
bestond uit hooge dennen, terwijl
daaronder veel dood hout lag, het
geen uitermate brandbaar was. Een
gedeelte van ongeveer 2 H.A. stond
spoedig in lichter laaie en tot ver,
in den omtrek waren het vuur en de
rookwolken te zien. De huizen van
„De Dennenkamp" liepen op een ge
geven moment zelfs gevaar, doch met
vereende krachten slaagde men er
tenslotte in den boschbrand te stui
ten en verder onheil te voorkomen.
Omstreeks half vijf brak op eenige
kilometers van het verbrande ge
deelte, eveneens onder Ermelo, een
tweede boschbrand uit, doch de
boschbrandweer was hier snel bii en
kon het vuur in den aanvang meester
worden.
Zoowel bii „De Dennenkamp" pis
op het tweede gedeelte heeft men lon
ten gevonden, zoodat men aanneemt
met kwaadwilligheid te doen te heb
ben.
O—
50
je heeft willen uitdagen; hij wilde dat
duel.
Ik kan niet denken zooals jij,
want ik ken dien heer niet, heb zelfs
nooit van hem hooren spreken; ik heb
hem nooit reden kunnen geven mijn
vijand te zijn. Waarom moeten wij iets
achter zijn gedrag zoeken?
Ik weet het niet.En toch.
Laat ons er niet meer van spre
ken; wij moeten de menschen niet
slechter maken, dan zij zijn. Kan ik
cp je rekenen als eerste getuige?
Zeker.
Eugène Loudon zal zeker de an
dere wel willen zijn.
Dat zal hij wel.
Goed, dan zal ik jelui beiden om
half tien opwachten; je weet, dat om
tien uur de twee vrienden van mijn
heer de Septème zullen komen.
Maar als Loudon door het een of
ander verhinderd zou zijn, moet je
mij dadelijk waarschuwen, opdat ik
voor iemand anders kan zorgen.
Ja, dat zal ik doen.
Ik ben dadelijk thuis, beste San
doz; als je wilt zullen wij hier schei
den.
De twiee vrienden groetten elkaar.
O! beste Henri, zeide Louis
Sandoz treurig wanneer je eens
een ongeluk overkwam!...
Kom, kom! wees maar gerust;
moet lik je nog eens zeggen, dat ik
niet behoef te vreezen, omdat mijn
Geneviève mij beschermt?
Op die woorden ging elk zijns weegs.
100 150 200 250 300 kilo draagvermogen
GORINCHEM.
Het was bijna middernacht.
Henri kwam zoo stil mogelijk bin
nen. Zijn moeder was reeds te bed,
en hij moest zorgen, haar niet wak
ker te maken.
Hij ging niet naar zijn kamer, die
aan die zijner moeder grensde, maar
trad zijn cabinet binnen, dat door cien
salon, de eetkamer en een gang van de
slaapkamer was gescheiden.
Dat stelde den jongen architect in
de gelegenheid vrienden te ontvangen,
zonder zijn moeder te hinderen. Hen
ri wilde het duel zoo goed mogelijk
voor zijn moeder verborgen houden.
De jonge man had het gas aange
stoken en zat met het hoofd in de
handen voor zijn schrijftafel na te den
ken.
Nu hij alleen was, gevoelde hij meer
ongerustheid, dan hij in tegenwoordig
heid van zijn vriend Louis Sandoz had
gehad. Hij zeide wel tot zichzelf: Mijn
geliefde Geneviève beschermt mij! maar
kon het zachte, jonge meisje belet
ten, dat de degen van den duellist in
zijn borst doordrong? Zooals men hem
had gezegd, wist hij heel goed', dat
hij zich niet met dien man kon me
ten.
Men weet nooit, wat er gebeuren kan.
Als die vreeselijke baron de Septème
hem eens doode!
Henri had het voor zijn vriend niet
verborgen gehouden; hij hechtte nog
aan het leven; hoe moedig hij ook
was, zijn oogen vulden zich met tra
nen, wanneer hij dacht aan zijn moe
der, aan Geneviève, aan de werken,
die hij nog moest voltooien, aan de
toekomst, die hem roem en fortuin
beloofde.
Het speet hem niet, dat hij zich door
zijn drift had laten meesleepen; hij had
niet anders kunnen handelen tegenover
mijnheer de Septème, en hij zou even-
zoo handelen, wanneer hetzelfde nog
eens zou gebeuren. Buitendien had die
man hem, van het eerste oogenblikj,
dat hij hem zag, een onweerstaanba-
ren afkeer ingeboezemd.
En toch was hij er de man niet
naar, zonder reden afkeer tegen iemand
te gevoelen. Waarom was dat met den
baron de Septème het geval? Want hij
wist wel, dat hij dien man haatte!
Hij kwam er eindelijk toe, drie brie
ven te schrijven: Op den eersten
schreef hij: Aan mijn moeder. Op den
tweeden: Aan mejuffrouw Geneviève
Lionnet. Op den derden: Aan den Heer
Lionnet, Faubourg Saint-Antoine.
Daarna legde hij de drie brieven in,
zijn portefeuille, tot zichzelf zeggende:
Wanneer ik word gedood of ik
doodelijk gewond word thuis gebracht,
zal men ze in mijn portefeuille vinden.
Hij was nu veel geruster; het kwam
hem voor, alsof hij nu een laatste plicht
had vervuld, die hij moest ten uitvoer
brengen.
Het was drie uur 's morgens.
(Wordt vervolgd.)
fficuw^btad
ZAAITARWE
DE BESTE P BE M
VULPEN NA
DE „SWAN"
BASCULES