No. 5471 Yrijdag 21 Sepl.
De Grootmoeder.
Ja, natuurlijk,
mijn BRIL is van
M. N O R T
z= Gediplomeerd Opticien
Voor f43.50
Haardkachel
WILLEM DE BRUIN
Ijzerhandel
GORINCHEM.
TWEEDE BLAD
Het „NIEUWSBLAD
van Heusden"
HET blad!!
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
FEUILLETON.
K echtzaken.
GORINCHEM, Zusterhuis 6.
Marktberichten,
leveren wij U een
Uit het dageljjksch leven,
BEHOORENDE BIJ HET
is voor het Land van Heusden en
Altena en zijn omgeving
Het heeft in de dorpen Doeveren,
Heesbeen, Aalburg, Wijk, Veen,
Andel, Giessen, Rijswijk, Uitwijk,
Waardhuizen, de Werken en Sleeu-
wijk, Werkendam, Nieuwendijk, Alm-
kerk, Dussen, Meeuwen, Eethen,
Drongelen, B.-Broek, Sprang-Capelle,
Aalst en Poederooijen zijn eigen
agenten en bezorgers.
In geen blad vindt men zulke
uitvoerige berichten en verslagen
uit genoemde plaatsen. Om deze te
kunnen geven, worden kosten noch
moeiten gespaard. Dat de bewoners
dit waardeeren, blijkt uit het groot
aantal abonné's in iedere plaats.
Een aantal, dat ondanks de slechte
tijdsomstandigheden nog geregeld
stijgt!
Het leesseizoen nadert weer, daar
mee ook de tijd om nieuwe abonné's
te werven.
•■r zy, die ons een nieuwen
abonné aanbrengen, ontvangen een
aardige verrassing.
Proefnummers worden gaarne toe
gezonden.
BflF" De nieuwe abonné's ont
vangen de tot 1 October a s. ver*
schijnende nummers gratis.
Bezie eens een kindergezicht, kijk een
kind eens recht in zijn oogen. Het
kleurt niet of slaat zijn eerlijke kij
kers niet neer.
Waarom ook zou het dit doen?
Het stelt volmaakt vertrouwen in U,
het is rein en blij, omdat de ziel van
dit kind smetteloos en helder is, ge
lijk een onbeschreven vel papier, glan
zend in zonnelicht.
Zooals i?k dit witte blad aan zijn
doel laat beantwoorden, het beschrijf
en er een goede gedachte aan toever
trouw, zóó moet ook met deze reine
kinderziel gebeuren.
Wat zullen ouders en onderwijzers
voor schoons en leerrijks op dit on
gerept zieltje weten te schrijven?
Egoïsme en hoogmoed, kleinzielig
heid ot "hateüjken spot?
Zal dit kind straks leven volgens
de schoone gedachte die van binnen
staat opgeteèkend?
Ot zal het de toekomst ingaan, reeds
vroeg besmeurd door grove, lompe
hand?
Vervloekt zij hij, die dit stralende
onbeschreven blad in domheid bevuilt!
H. POLL.
ONBESCHREVEN BLAD.
Op dit oogenblik dat ik m-iji neerzet
Pm c^n artikeltje te schrijven voor
deze rubriek, treft mij plotseling het
smettelooze wit van dit onbeschreven
blad. Het is ongerept en helder, het
glanst in het licht der zon. Aanstonds
zal dit zuivere blad beschreven zijn
en, naar ik hoop; mij zelf en de le
zers voldoening geven omtrent den in
houd.
Dit onbeschreven, witte blad zal da
delijk een goede gedachte, een oprecht
gevoelen bevatten.
Laat miji dus zorg dragen, dat het
aan zijn doel beantwoordt en nauw
lettend zijn in het neerzetten mijner
woorden.
Dit onbeschreven vel vergelijk ik
met het hart, met de ziel van een kind.
.100.
Met haar alleen was hij nog open
hartiger en schroomde niet, zich over
de gravin t»e beklagen. Hij had be
rouw, dat hij, toen h?et nog tijd was,
niet naar die wijze raadgevingen zijns
vaders had gfeluisterd.
Hij hield voor Martha ook niet ver
borgen, dat hij zijn ondergang tege
moet ging.
Ja, zeidie hij droevig ik heb
met mijn vadter afgebroken, ik heb
mijn fortuin, mijn toekomst opgfeofferd,
en wannieer ik aan de dagen terug
denk, waarop is de slaaf eener vrouw
ben geworden, zie ik in, dat mijn vreug
de niiet opweegt tegen het verdriet,
dat mij oud maakt vóór mijn tijd.
Ik ben door een zware keten ge
boeid; ilk wil haar steeds verbreken,
maar gevoel er geen kracht toe. O!
hoe kan een man zoo zwak en laf zijn!
Mijn vrijheid hernemen! Wat zou ik
er mee doen?
Ik lijd, en kan niet leven zonder
te lijden.
Men moet geen verstand zoeken bij
een man, die door een dwazen hart
stocht wordt meegesleept. Ik moet mij
nu laten meeslepen!
Toen Sosthène zoo tot Martha sprak,
't BREISTERTJE.
Klein Janneke zit er te breien,
Haar naalden gaan o, zoo snel,
„Voor wie toch, ei Janneke, zeg eens
„Voor wie zijn die kousjes toch wel?''
„Zeg, Janneke zijn ze voor moeder?
„Of soms voor je broertje Piet?
„Zijn 't sokken misschien voor
[je vader?
„Hé, Janneke, zeg je 'tmij niet?''
Stil lachende breit ze maar verder,
Insteken en 't draadje omslaan,
„Hé, toe dan Janneke zeg toch.
„Wie moet die strakjes nu aan?''
„Ik brei er, ik brei er, zei Janneke,
„Voor o, zulk een leuke guit,
„Die steekt er z'n blozende beentjes,
„Al boven het wiegekleed uit!''
GREET KONINGS.
Wijziging dienstregeling spoorlijn
's Hertogenbosch—LageZwaiuwe.
Van meerdere zijden bereikten de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor de
Langstraat klachten naar aanleiding van
het feit, dat bij de thans geldende dienst
regeling trein No. 464, die om 8.20 te
's Bosch vertrekt, te Lage Zwaluwe zeer
onvoldoende aansluiting geeft op de treinen
naar België en Zeeland, alsook op die naar
Rotterdam, Delft en Leiden.
In verband hiermede heeft genoemde
Kamer aan de Directie der Spoorwegen
verzocht de vroeger bestaande goede och
tend-verbinding te willen herstellen.
De Kamer van Koophandel heeft thans
van de Directie der Spoorwegen bericht
ontvangen, dat ingaande de gewijzigde
dienstregeling van 7 October a s. trein
4.64 ten 8 10 van 's Hertogenbosch zal
vertrekken en ten 8.58 te Lage Zwaluwe
zal aankomen.
Trein No. 3 zal te Zwaluwe stoppen
ten 9.02, waardoor de gewenschte ver
binding naar Zeeland en België tot stand
komt. Bovendien wordt een vroegere ver
binding naar Rotterdam verkregen met
trein 182, welke ten 9.03 van Lage Zwa
luwe vertrekt en te Rotterdam Beurs ten
9.38 en te Rotterdam D.P. ten 9.44 aan
komt.
Door de vroegerstelling van trein 464
moet echter de stopping te Vljjmen ver
vallen.
wist hij, dat de gravin hem bedroog
en deze den baron de Septème beminde.
Dat was korten tijd voor den 4den
October, den dag waarop de ongeluk
kige graaf, "door een kogel in de borst
getroffen, alvorens te sterven, den jacht
opzichter Lapret van den moord had
beschuldigd.
Eerst tegen acht uur 's avonds ver
namen Lapret en zijn vrouw den dood
van hun meester, toen de gendarmen
den onschuldige kwamen arresteeren.
Welk een slag voor de twee onge-
lukkigen
Eerst bleven zij een langen tijd ver
baasd zitten.
Doch eindelijk riep Lapret uit:
Mij van zulk een misdaad be
schuldigen, mij, dat is afschuwelijk!
De graaf heeft u op hem zien aan
leggen en schieten.
Neen, neen, ik heb mijnheer den
graaf van middag niet gezien, ik heb
hem niet kunnen zien, omdat hij mij
naar het andere einde van het woud
had gezonden.
Martha gilde steeds luider en luider:
Het is onwaar, het is schandelijk,
mijn man is onschuldig! Men heeft
het op ons gemunt, er wordt een com
plot tegen mijn man en mij gesmeed!
Waar is uw geweer? vroeg de
gendarme.
Lapret richtte de oogen naar de
plaats waar zijn geweer gewoonlijk
hing en riep:
O! o!
Het geweer was verdwenen.
Vragen op rechtsknndig gebied
(Abonné's kunnen in deze rubriek
GRATIS vragen stellen).
Ben ik verplicht mijn kat den geheelen
dag in huis te houdeD, totdat het buurman
belieft zjjn kuikens in het nachthok te
doen, wat bij mooi weer niet geschiedt
voor oDgeveer 8 uur 's Nachts moet ik
er ook voor zorgen de kat binnen te heb
ben, want 's morgens al in de vroegte
loopen de kuikens er weer.
Woudrichem. Abonné.
U bent niet verplicht uw kat binnen
te houden, maar uw buurman beeft het
recht haar dood te schieten wanneer ze
over zijn erf loopt. U doet daarom ver
standiger uw kat binnen te houden.
Een kennis van mij is gescheiden van
haar man van tafel en bed. Als nu de
ouders van haar man komen te overlijden,
kan dan de vrouw ook erven Ze ont
vangt eene wekeljjksche toelage van haren
man.
G. W.
De van tafel en bed gescheiden vrouw
erft niet van de ouders van haren echt
genoot. Door de scheiding van tafel en
bed toch is de gemeenschap van goederen,
indien deze tusschen de echtgenooten had
bestaan, ontbonden.
4 e. Is een octrooi bij overlijden van
den houder vervallen of gaat het over op
een meerderjarigen zoon
2e. Is een octrooi na verloop van 18
jaar vervallen of opnieuw te verkrijgen
door houder of meerderjarigen zoon
B. Een handelaar.
Een octrooi vervalt niet bij overlijden
van den octrooihouder. Het gaat over op
diens erfgenamen. De duur van een oc
trooi is 15 jaar. Daarna is het niet op
nieuw te verkrijgen.
RECHTBANK 's BOSCH.
Kinderrechter.
P. v. H. te Zuilichem, art. 266, terug
gave aan ouders zonder toepassing van
straf. D. R. te Brake!art. 266, f 1
subs. 1 week tuchtschoolstraf.
DIEFSTAL' TE DUSjSEN.
Th. O. te Almkerk was door de
Bossche Rechtbank wegens diefstal
van een vat benzine ten nadeele van
C. Groen, gepleegd op 24 November
1933 veroordeeld tot twee maanden
gevangenisstraf. Verdachte had het
vat weggenomen en op 'zijn schip
gebracht. Hij vroeg een voorwaarde
lijke straf, maar de president zei hem.
dat hii al meermalen gestraft was.
Verdachte erkende dikwijls gever
baliseerd te zijn', maar dat was voor
kleine zaken. De advocaat-generaal
eischte bevestiging van het vonnis.
POGING TOT DOODSLAG.
L. v. O. rijs- en grintwerker te
Werkendam, had op een woeligen
avond aldaar zijn revolver gegrepen
en J. van den Steenoven aldaar ge
vaarlijk door een schot getroffen,
zoodanig dat v. d. S. zich in het
ziekenhuis te Gorinchem moest doen
opnemen, terwijl hii een operatie
moest ondergaan en een kogel in
zijn lichaam werd aangetroffen.
De rechtbank heeft aan deze zaak
een langdurig onderzoek gewijd en
verdachte veroordeeld tot een jaar
en zes maanden gevangenisstraf.
De zaak werd in hooger beroep
voor het gerechtshof behandeld.
De Advocaat-Generaal eischte be-
Van morgen, hernam Lapret
ben ik om tien uur uitgegaan, en liet
mijn geweer aan dien spijker hangen.
Ja, zeide Martha, en van mid
dag om een uur hing het daar nog,
daar ben ik zeker van; ik heb het zelf
gezien. Ik ben toen naar het kasteel
gegaan, waarheen ik was geroepen;
gedurende mijn afwezigheid is dus ie
mand bi.nnengekomen, en heeft het
geweer weggehaald.
Was het geladen? vroeg de
gendarme.
Ja, antwoordde Lapret.
Hoe?
Met twee kogels.
Waarom hadt ge het zoo gela
den?
Om een wolvin te dooden, die ik
eergisteren bij den vijver had gezien,
en die zich in het dichte gewas van
het Vert-Bois verborgen houdt.
Gij wilt ons niet zeggen, waar
uw geweer is?
Ik weet het niet, mijrtheer de
brigadier; gij hebt mijn vrouw hooren
vertellen, dat iemand het heeft weg
gehaald.
Kortom, niettegenstaande het smee-
ken van Martha, haar kreten van smarr,
haar tranen, niettegenstaande de tegen
werpingen van den opzichter, namen
üe gendarmen den ongelukkige mee.
De jonge vrouw viel half in zwijm,
maar weldra tot bezinning komende,
en plotseling haar bedaardheid her
winnende, liep zij naar het kasteel.
Zij werd daar echter afgewezen. Den
MAANDAG en DINSDAG GESLOTEN.
vestiging van het vonnis, behalve wat
de opgelegde straf betreft welke zou
moeten worden verhoogd tot 2 jaar
en zes maanden.
De verdediger Mr. E. v. Zinnicq-
Bergmann pleitte clementie.
POLITIERECHTER 's BOSCH.
G. V. te Zuilichem, art. 300, 1 maand
gevangenisstraf. J. J. v. d. S. te Sprang-
Capelle, art. 300, f 2.50 subs. 2 d. h.
L. P. te Bruchem, art. 300, 4 maanden
gevangenisstraf voorwaardelijk. J. v E.
te Vlijmen, art. 350, 14 d. gevang.straf.
C. de D. te Andel, art. 300, f 15 subs.
15 d. h. I. d. D. te Andel, art. 300,
vrijspraak. A. Ch. v. Z. te Brakel,
art. 300, f 3 of 3 d. h. J. P. r. d. L.
te Brakel, art. 300, vrijspraak. A. Ch.
v. Z. te Brakel, art. 266, f 2 subs. 2 d. h.
GERECHTSHOF 's BOSCH.
MISHANDELING DOOR DRIE BROERS.
In hooger beroep werd behandeld de
strafzaak tegen de drie gebroeders C. H.
en J. Sch. uit Meeuwen, die door de recht
bank te 's Bosch waren veroordeeld ieder
tot 1 maand gevangenisstraf, omdat zij op
7 Januari 1.1. te Dussen opzettellijk hebben
mishandeld W. H. Heymans uit Eethen.
De gebroeders C. en H. Sch. meenden
dat de straf te zwaar was en J. Sch. zei
dat hij onschuldig was gestraft.
Volgens de getm'ge W. H. Heymans
was er dien avond in 't café van de Wit
al een woordenwisseling tusschen hem en
de gebroeders Scb. geweest. Toen getuige
na het sluitingsuur het café verliet, werd
hij door de gebroeders Sch. overvallen en
met een zaklamp mishandeld.
De advocaat-generaal eischtte voor ieder
van hen een gevangenisstraf van twee
maanden.
De verdediger mr. L. Baudoin meende
dat het bewijs tegen J. Sch. niet was ge
leverd en vroeg hem van de tenlaste leg
ging vrjj te spreken. Voor de twee andere
gebroeders vroeg spr. een voorwaardelijke
veroordeeling.
's HERTOGENBOSCH, 19 Sept.
Op de markt van heden waren aange
voerd 2388 stuks, 1574 stuks hoornvee,
676 biggen, 35 zeugen, 38 schapen of
lammeren en 65 kalveren.
De prijzen waren als volgt
Kalf koeien van f150 tot f240 per stuk
Kalfvaarzen 110 180
Magere Ossen
en Koeien 80 150
Vette Ossen en) le kw. 2629 p. pond
Koeien 2e 2326
Pinken van f 70.tot f 130.p. st.
Zeugen 45.70.
Biggen 8.— 13.—
Schapen 8.14.
Lammeren
Aanvoer deze week 200 stuks grooter
dan vorig jaar. Vetvee, wegens Israel.
Zondag zeer kalm met terugloopende
prijzen. Kalfkoeien en vaarzen handel
goed, prijzen ongeveer vorige week. Magere
Hoog 76 cM. Breed 52 cM.
Capaciteit 150 M3.
In prachtkleuren geëmailleerd.
volgenden morgen kwam zij er terug;
maar weder werd' zij schandelijk weg
gejaagd, als de vrouw van een laag-
hartigen moordenaar.
De lezer weet, dat dienzelfden mor
gen het geweer van den jachtopzichter
werd teruggevonden in het midden van
het bosch.
Frederik Lapret werd eerst naar Mor-
tange geleid en daarna in de gevan
genis van Caen opgesloten.
Martha nam te Caen haar intrek
in een klein kamertje van een hotel
en bleet daar tot na de veroordeeling
van haar man.
Zij had haar inboedel laten verkoopn,
de opbrengst legde zij bij de spaar
penningen, die zij had, tezamen on
geveer tweeduizend francs.
Daarna ging zij haar zoon halen.
De bloedverwanten van Lapret wis
ten niet, wat er gebeurd was, want
in dien tijd waren de couranten niet
zoo verspreid als tegenwoordig.
Martha wachtte zich wel hun haar
ongeluk mede te deelen.
Zij nam Henri met zich mee en ging,
zooals wij reeds hebben verhaald1, on
der den naam van Merson naar Bercy;
zij behoefde niet te zeggen, dat zij
weduwe was, want haar rouwkleederen
zeiden het reeds.
Henri was jong en bemerkte nau
welijks de verwisseling van naam;
langzamerhand vergat hij zijns vaders
naam Lapret.
Mijnheer Lionnet had het verhaal
van Henri's moeder met groote op-
lettendheid aangehoord, ten prooi1 aart
een stijgende ontroering en zonder h,aari
in de rede te vjallen; maar toen zij|
van den baron de Septème spraje, kort
hij een uitroep van verwondering niefj
weerhouden.
Mevrouw Lapret had toen opgehou
den en vroeg: j,
Kent u mijnheer de Septème?
Alleen van naam, mevrouw; maafl
ik verzoek u, ga voort; ik luister met
de grootste belangstelling.
En zij voltooide haar droevig verhaal.
Een lange stilte volgde op de laatste}
woorden. ij
Waarde mevrouw, hernam mijn
heer Lionnet nog voordat ik da
couranten heb gelezen, zie ik in, hoei
het gerecht in die zaak heeft gehan
deld en begrijp ik ook, hoe uw matf,
hoewel onschuldig, veroordeeld is ge
worden. Het is waar, alles kwam te
zamen, om den ongelukkige te verplet
teren, die slechts met woorden zijrt
onschuld kon getuigen.
De magistraten hebben zich door de)
woorden door Lapret uitgesproken:
„Wanneer iemand onbeschaamd tegen
over mijn vrouw was, dat wil zeg
gen, haar eer aantastte, zou ik herai
dooden," laten misleiden. Uw man ia
voorgesteld geworden, als een man, die
gemakkelijk door jaloesie werd1 verblind,
Ja, mijnheer.
(Wondt, vervolgd).
Jflcuwsblad