No. 5472 Woensdag 26 Sept. AVONTUREN VAN EEN DRIETAL. TWEEDE BLAD Het „NIEUWSBLAD van Heusden" HET blad!! voor het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. BEHOORENDE BIJ HET is voor het Land van Heusden en Altena en zijn omgeving Het heeft in de dorpen Doeveren, Heesbeen, Aalburg, Wijk, Veen, Andel, Giessen, Rijswijk, Uitwijk, Waardhuizen, de Werken en Sleeu- wijk, Werkendam, Nieuwendijk, Alm- kerk, Dussen, Meeuwen, Eethen, Drongelen, B.-Broek, Sprang-Capelle, Aalst en Poederooijen zijn eigen agenten en bezorgers. In geen blad vindt men zulke uitvoerige berichten en verslagen uit genoemde plaatsen. Om deze te kunnen geven, worden kosten noch moeiten gespaard. Dat de bewoners dit waardeeren, blijkt uit het groot aantal abonné's in iedere plaats. Een aantal, dat ondanks de slechte tijdsomstandigheden nog geregeld stijgt! Het leesseizoen nadert weer, daar mee ook de tijd om nieuwe abonné's te werven. 90^* Zij, die ons een nieuwen abonné aanbrengen, ontvangen een aardige verrassing. Proefnummers worden gaarne toe gezonden. BflT" De nieuwe abonné's ont vangen de tot 1 October a s. ver schijnende nummers gratis. INLEIDING OVER ESPERANTO. Weinigen zullen er zijn, die bewe ren dat de tegenwoordige internationale samenleving goed is. De volken der aarde zijn door grenzen, door politieke en economi sche naijver, maar vooral ook door verschil in taal hopeloos gescheiden en verdeeld. Om bij het talenprobleem te blij ven, merken we op, dat volgens de deskundigen, er op aarde veel meer dan 2000 talen gesproken worden. Op zich zelf is dit niet verkeerd. Dat talenoerwoud is langs natuurlij ke weg vanzelf gegroeid, en het zij de taalkundigen gegund hierin naar hartelust rond te dolen. Maar zoals overal voor het verkeer goede we gen, tunnels, bruggen en kanalen werden aangelegd, zo spreekt het vanzelf, dat voor de gewone sterve lingen ook een gebaande weg door dat talenwoud nodig is; een middel n.l. waardoor wij in staat gesteld worden ons waardevolle spraakver mogen volgens zijn bestemming te kunnen gebruiken. Om tot een betere samenleving te kunnen komen is de mogelijkheid tot rechtstreekse gemakkelijke en har monische uitwisseling van gedachten noodzakelijk; niet enkel tussen enige uitverkorenen doch tussen alle men sen. In dit opzicht is er één belangrijk lichtpunt. Er is de laatste tijd een speciaal wereldje te bespeuren, ver breid over 100 landen, bestaande uit mensen die althans niet door ver schil van taal, vreemd en wantrou wend tegenover elkander staan. Dat zijn de Esperantisten, die op elk ge bied met veel succes gebruik maken van hun eenvoudige en welluidende internationale hulptaal, het Esperan to. Uit het vorenstaande valt op te merken, dat dus het Esperanto niet de moedertaal wil of kan verdrin gen. Het wil slechts zijn, de nederige dienaar uitsluitend op internationaal gebied. Het wil juist de moedertaal, vooral van kleinere landen, bescher men tegen miskenning en vernede ring. Op de voorname internatio nale conferenties, waar grote staats lieden over het wel en wee van hun volk onderhandelen, worden alleen de „voornaamste'' talen toegelaten. De vertegenwoordigers der kleinere landen mogen dan kiezen uit drie of vier vreemde talen. Telkens als dan iemand iets gesproken heeft, moet dit viermaal vertaald worden door tolken, want de afgevaardigden der grote mogendheden verstaan onver biddelijk slechts hun eigen taal. Door die langdradige vertalingen vervaagt de inhoud; de aanwezigen vervelen zich en worden wrevelig. Het geheel wordt dan vaak een kost bare maandenlange vertoning waarin ten slotte meestal niets bereikt wordt. In grote tegenstelling hiermede staan de congressen van Esperantis ten, en feitelijk moest dan ook de eis gesteld worden, dat afgevaardig den naar welke internationale sa menkomst ook, Esperanto kennen. Het spreekt vanzelf dat ernstige be- langenverschillen daarmede nog niet zouden zijn weggenomen, doch ze ker is dat in veel korter tijd en met veel minder kosten, méér bereikt kan worden. Hierbij dient vooral ook gewezen te worden op de vele misverstanden oie bij zodanige conferenties voor komen, en die bij gebruik van Es peranto uitgesloten zijn! Esperanto zal volledig de oplos sing brengen. Het idee van een internationale hulptaal is niet nieuw. Reeds in de oudste tijden werden pogingen aan gewend en in het geheel zijn meer dan 150 proeven van wereldtaal ge noteerd. Men heeft ook wel er aan gedacht, een der bestaande talen tot wereldtaal te verheffen, doch men kan zich niet voorstellen, dat de ene natie de taal van de andere zou aan- I vaarden, want daardoor zou als lo- gisch gevolg, ook de cultuur van dat land gaan overheerschen. Boven dien zijn de nationale talen te onre gelmatig en te moeilijk om door alle mensen geleerd te kunnen worden. Zo ook bleken de dode talen, als La tijn, Grieks en Hebreeuws te lastig en ongeschikt voor de moderne tijd. In 1880, werd Johan Schleijer, pa stoor te Konstanz, het bekende „Vo- lapuk'' de wereld ingezonden. Dit was het eerste systeem van wereld taal dat aanhang vond. Vele voor aanstaande personen in diverse lan den leerden het met veel moeite. In 1889 werd te Parijs reeds het derde Volapuk congres gehouden, doch hierna kwam het einde, want men bleek elkander niet behoorlijk te kunnen verstaan en bovendien was Volapuk haast niet te leren. Door deze mislukking werd een slag toegebracht aan het wereldtaal idee, die het heden ten dage nog niet geheel te boven is gekomen. Het wantrouwen en vooroordeel dat men nog dikwijls tegen Esperan to hoort uitspreken vindt zijn oor zaak in het falen van Volapuk; en dit terwijl Esperanto reeds tiental len jaren schitterend functioneert in alle opzichten. Het is merkwaardig hoe men Esperanto hoorde veroor- deelen door mensen van allerlei ont wikkeling, zonder dat zij iets van Esperanto kenden of van de bewe ging iets wistenOnder deze minder prettige omstandigheden hebben de Esperantisten toch hun taal een vas te plaats in de samenleving weten te geven, hetgeen pleit voor de grote waarde van Esperanto. Esperanto is de vrucht van Dr. Zamenhof, een Pool, geboren 15 Dec. 1859 te Bialystok en overleden te Warschau 14 April 1917. De gedachte aan een gemeenschap pelijke taal kwam al vroeg in hem op omdat er in zijn geboorteplaats Polen, Russen en Duitsers woonden die verschillende talen spreken en daardoor in vijandschap met elkan der leefden. Toen Zamenhof als student vreem de talen moest leren trof het hem, dat de Engelse grammatica veel een voudiger was dan van andere talen en dat rijkdom van gramaticale vor men slechts een blind historisch toe val was, dat geenszins de bruikbaar heid der taal bevorderde. Die Engel se gramatica trok hem aan. Het gaf hem moed en hij begreep dat het nog veel eenvoudiger kon. Met vaste hand begon hij te snoeien en stelde een zeer beknopte, doch streng lo gische grammatica samen. Zamen hof nam zich voor zijn hele leven te werken voor zijn ideaal, de we reldhulptaal. Hij wist eerst geen raad met de dikke woordenboeken. Plet was voor iedereen immers geen doen deze geheel van buiten te le ren. Na lang zoeken vond hij plot- I seling een vernuftig en geniaal sy steem van voor- en achtèrvoegsels dat hem in staat stelde in het woor- j denboek gehele reeksen van woor den te schrappen. Tot zijn grote j vreugde kromp het woordenboek on der zijn handen ineen als sneeuw voor de zon, zoodat hij tenslotte slechts een paar duizend meest be kende stammen, uit de bestaande ta len, overhield. Het eigenaardige hier bij is, dat Esperanto ondanks dit alles, toch even rijk aan woorden is als welke taal ook, en men zelfs beter en juister zijn gedachten er in kan uitdrukken dan in enige an dere taal. Wie dit niet geloven zou, oordele niet, doch neme van de fei ten kennis! Toen Dr. Zamenhof zijn levens werk, de internationale taal klaar had, heeft hij nog negen jaren met zijn kameraden de nieuwe taal be oefend en verbeterd. Daarna gaf hij in 1887, dus op 28-jarigen leeftijd, zijn eerste brochure uit, onder het pseudoniem „Esperanto'', hetgeen be tekent „een hopende''. Later is dit vanzelf de naam der taal geworden. Het algemeen insigne der Esperan tisten is ook het teken der hoop, een groene vijfpuntige ster. Na de uitgave dezer brochure ver breidde Esperanto zich spoedig en in 1889 verscheen te Nurnberg reeds de eerste Esperantokrant. In 1892 werd te St. Petersburg de eerste Esperanto vereniging opge richt. In 1901 verklaarde de beroem de Franse Academie van Welen- schappen, na onderzoek, Esperanto een „Meesterwerk van logica en een voud.'' In 1922 werd door de Vol kenbond, eveneens na uitvoerig des kundig onderzoek, officieel verklaard dat Esperanto acht tot tienmaal ge makkelijker te leren is dan een an dere taal. Op 5 Aug. 1905 werd te Bologne sur Mer, het eerste Esperanto con gres gehouden. Er namen 688 Espe rantisten uit 20 landen aan deel. Dat was een grote dag. Hier moest blij ken of Esperanto ook practisch aan z'n doel zou beantwoorden. Onder grote spanning nam Dr. Zamenhof het woord, en sprak de onvergetelijke rede uit, waarvan de aanhef luidde „Mi salutas vin fratij kaj fratinoj de la granda horna familio, kunve- ninte el diversaj landoj por reci- proke frate premi la mano.'' „Ik groet u broeders en zusters van het grote mensengezin, bijeen gekomen uit verschillende landen om elkander broederlijk de hand te drukken.'' Het was een openbaring allen ver stonden hen volkomen en de geest drift was groot. Na het eerste Esperanto-congres in Bologne sur Mer werden jaarlijks congressen gehouden met steeds stij gende belangstelling. Op 1 Aug. 1914 zou te Parijs het 10e Esp. wereld-congres gehouden worden. Er hadden zich 5000 deel nemers uit 50 landen laten inschrij ven. De Esperantisten waren ervan overtuigd dat nu spoedig hun taal geheel en al zou overwinnen over. alle vooroordeel en onkunde. De meesten waren reeds in Parijs aan gekomen, maar helaas! De grote oorlog trad op als spelbreker Het eongers kon niet doorgaan. Onrust, haat. geweld en verdwazing beheers ten plotseling de wereld en Zamen hof, de mensenvriend, kon slechts langs een verre omweg zijn vader land weer bereiken. Drie jaren later stierf deze meester, vermoedelijk we gens verdriet om de wreedheid der mensen. Het was deze verschrikke lijke jaren gedaan met alle interna tionale banden, met alles wat naar toenadering of menslievendheid streefde; het was gedaan ook met Esperanto. Maar het ideaal der Es perantisten bleek toch het oorlogs geweld overleefd te hebben. In 1920 had te 's-Gravenhage we derom een Esperanto-congres plaats met 408 deelnemers uit 27 landen, en daarna werd de zegetocht weer. voortgezet. Het 26e wereldcongres werd van 311 Aug. 1934 gehouden te Stokholm, waar 2100 afgevaardig den uit 40 landen aanwezig waren. Het 27e congres zal Aug. 1935 te Rome plaats hebben, en dat belooft wat te worden. Wie eens werkelijk iets moois, ieLs bijzonders in zijn leven wil meema ken, hij moet Esperanto leren en zulk een congres bezoeken. Daar ontmoet men vertegenwoor digers van alle volken, rassen en Godsdiensten. Daar spreekt men met eenvoudigen, Cinezen, met Arabie ren en Eskimo's, even gemakkelijk als met eigen landgenoten. Dit zijn feiten, die iedereen kan constateren. (Waarom zijn daar eigenlijk niet méér journalisten aanwezig?) Daar is geen standenverschil of hoogmoed. Daar staan geen Duitsers en Fran sen of Russen en Japanners tegen over elkaar; neen, daar alleen men sen en mensen en ware vriendschap Het Esperanto heeft thans in de wereld een plaats ingenomen van welke geen menselijke macht het meer verdringen kan. De Espe- ranto-beweging is voortreffelijk ge organiseerd. In alle steden ter we reld zijn afdelingen der Esp. bonden en de „Universale Esperanto Aso- cio'', met hoofdzetel te Genève heeft consuls in meer dan 2000 steden. De ze consuls wier adressen voorkomen in het Esperanto jaarboek, staan voor Esperantisten zo veel mogelijk in alle opzichten gratis ten dienste. Voor een Esperantist staat dus wer kelijk de hele wereld open, zonder, dat bij taalmoeilijkheden behoeft te ondervinden. Er zijn ook internationale Espe ranto kranten, vakbladen en tijd schriften op elk gebied. De Esperan to bibliotheek omvat al ongeveer. 8000 verschillende boekwerken en dagelijks verschijnen nieuwe origine le en vertaalde Esperanto werken. Esperanto wordt ook in de han delswereld meer en meer ingevoerd. Vele firma's en alle buitenlandse jaarbeurzen maken reeds op grote 82. De rivier was nu heel breed ge worden en op een morgen, heel in de vroegte, zag Frank, die de wacht hield, een watervliegtuig naderen. De machine kwam dichterbij en streek niet ver van hun takkenhoop neer. Frank schoot direct het geweer af, en onmiddel lijk kwam het vliegtuig over het water naar hen toe. De twee vliegeniers, die de machine bemanden, waren stom ver baasd toen daar uit de takkenhoop de vier vluchtelingen te voorschijn kwamen. En toen ze alles vernomen hadden, waren ze opgetogen. Ze spraken af om naar de clichtsbijzijnde stad te vliegen, ongeveer een uur stroomafwaarts, en vandaar zou onmiddellijk een boot te hulp gezonden worden, die over eenige dagen bij hen zou zijn. 83. Reeds een uur later waren de vlie gers in de stad en eenige minuten later seinde de radio het groote nieuws de we reld rond. Vol verwachting dreven de vier vlotbe- woners inmiddels de rivier af. Het werd avond, misschien de laatste nacht in de wildernis. Daar klonk een geknetter in de lucht. Hoog boven hen zweefde weer een vliegtuig. Het scheen de omtrek te verkennen, toen daalde het vlak bij hen neer. 84. Het waren Frank en An's Vader en Billy, de vader van Mary. De heet hoofdige rancher had niet kunnen wach ten, toen de radio hem het groote nieuws bracht. Hij wist waar zijn kinderen wa ren, en was direct naar hen toegekomen. Het werd een roerend weerzien. Aan vragen en antwoorden kwam geen einde en Hank zou in het vervolg op de ranch blijven, dat stond al vast. Eerst heel laat iri de nacht ging het gezelschap gezamen lijk op het vlot ter ruste. 85. En de volgende dag kwam een groote rivier-stoomboot hen afhalen. Met groot gejuich werden ze overal ontvangen. Maar ze zwegen zooveel mogelijk van het groote verborgen land achter de hooge bergtoppen. En ook Hank zei daar niet veel van. Het was beter dat er geen men- schenlevens meer voor gewaagd zouden worden. En vroolijk en gelukkig reisden ze allen terug naar de ranch. Maar met de vrijheid- van het drietal was het gedaan. Drie va ders waakten nu angstvallig over hun doen en laten. En zonder geleide in een vliegmachine mogen ze nooit meer. EINDE. Jtictiwsblaii

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 5