So. 5630 ïrijdag 3 April Voor de Varkens Anti-Wroetapparaten Alleen mkrliaar te GORIKGHEM in den Ijzerhandel WILLEM DE BRUIN. Firma L. J. VEERMAN HOUDT U VAN 'N SMAKELIJK PIJPJE RAVENSWAAY's B.B.K. TABAK TWEEDE BLAD voor het Land ?an Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. FEUILLETON. Een KERKBOEK een lichtend geschenk in donkere tijden, Land- en Tuinbouw. fstiiiieiiiaiHi BEHOORENDE BIJ HET ,,Koop Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar „IVOROL" De Nederlandsche tandpasta. Vragen op Rechtskundig gebied. (Abonné's kunnen in deze rubriek GRATIS vragen stellen). Ik heb reeds meer dan èen jaar kostwinnersteun genoten (als kost winner voor mijn ouders). Nu ben ik in dien tijd dat ik werkloos was, gehuwd. Houd ik nu toch den kost- winnerssteun Is daar een regeling van den Minister voor. F. W. Wanneer iemand tijdens zijne werk loosheid huwt, kan hij ingevolge de geldende voorschriften niet worden gesteund alvorens hij drie maanden na het huwelijk in het vrije bedrijf heeft gewerkt. Werkverschaffing is niet als vrij bedrijf te beschouwen. Indien iemand als kostwinner voor zijne ouders wordt gesteund en tij dens zijne werkloosheid huwt, kan hij als kostwinner voor beide ouders steun blijven ontvangen, mits hij ook na zijn huwelijk kostwinner voor zij ne ouders blijft. Voor zijne echtge- noote zal dan echter geen gezinsle dentoeslag worden gegeven. Ik ben in de werkverschaffing ge plaatst als kostwinner (dus doorloo pend te werken). Als ik nu in dien tijd dat ik geplaatst ben, huw, blijft mijn plaatsing dan toch als kostwin ner gehandhaafd. G. K. De beslissing behoort in dit ge val aan den Minister na. ingewonnen advies van den Inspecteur der Werk verschaffing. Aangenomen kan wor den dat, ingeval de Minister niet besluit tot niet-plaatsing, in elk ge val de plaatsing beperkt zal zijn. Naar we meenen wordt ieder geval op zich zelf beoordeeld. Dezer dagen vervoegde zich een gelukkige vader ter secretarie eener nabij gelegen gemeente om de ge boorte van een dochtertje aan te ge? ven. Hij wilde het kind Diana noe men en de Ambtenaar van den Bur gerlijken Stand weigerde dien naam in de acte op te nemen. Heeft die Ambtenaar daartoe het recht? A. A. Volgens verschillende schrijvers en ook volgens een arrest van denHoo- gen Raad van 1875 is hier te lande nog altijd van kracht eene oude Fran- sche Wet van 1799, waarbij is be paald dat als voornamen aan kinde ren slechts mogen warden gegeven de namen in gebruik in de Katho lieke kalenders en die van personen, bekend in de Oude Geschiedenis. Nu is Diana in de godenleer bekend als de godin der jacht en daarom mee nen wij dat de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand den naam Diana had moeten opnemen. Sedert jaren reeds worden in den Burgerlijken Stand voornamen opge nomen, die in oude kalenders of in de oude geschiedenis niet voorkomen. Praktijk is, dat zulks is geoorloofd, mits de opgegeven naam tot de ge bruikelijke voornamen toehoort. Als abonné op uw blad wenscht ondergeteekende enkele vragen te doen. 1. Iemand is vanaf 1 Januari '36 tot 20 Februari 1936 werkloos ge weest, 20 Februari gaan werken, 28 Februari ziek geworden, die 8 da gen gewerkt tegen een loon van f 20 per week. In 1935 gewerkt tegen een loon varieerend van f 21 tot f 25 per week, op hoeveel uitkeering heeft hij recht volgens de .ziektewet? De baas is aangesloten bij een Onderlin ge Bedrijfsvereeniging voor zieken- gékluitkeering. Indien e'r te weinig uitgekeerd wordt, hoe moet hij dan handelen 3. Mogen zij de werklooze weken door de werkweken heen doen, om zoo aan een gemiddeld lager loon te komen 4. Mag zoo'n Bedrijfsvereeniging je 2 of 3 weken op uitkeering laten wachten en wat is daaraan te doen? Indien mogelijk graag spoedig ant woord. V. A. V. 1. Ziekengeld wordt uitgekeerd over iederen werkdag, dat de onge schiktheid tot werken duurt te be ginnen met den derden dag na dien waarop zij aanving, gedurende ten hoogste zes maanden. Het ziekengeld bedraagt 80 honderdsten van het dag loon van den verzekerde. Echter kan de Koningin voor het gebied van een bepaalden Raad van Arbeid ten aanzien van de bij de ziekenkas van dien Raad van Arbeid vaststellen, dat het bedrag van het ziekengeld zal worden verhoogd tot uiterlijk 90 hon- deidsten van het dagloon van den verzekerde. Het ziekengeld bedraagt in uw geval 80 percent van f 20 6. Indien echter de controleerende ge neesheer der bedrijfsvereeniging het in het belang van den zieken arbei der acht dat deze een gedeelte van zijn arbeid verricht, zal, indien de verzekerde in de gelegenheid wordt gesteld tot het verrichten van dien arbeid tegen ten minste de helft van zijn loon, het ziekengeld de helft bedragen. 2. Het best kunt U zich wenden tot de Commissie van scheidslieden inzake aanspraken op ziekengeld. Er zijn 5 zoodanige commissies. Uwe commissie heeft haar zetel te 's Gra- venhage. Haar secretaris is Mr. F. M. Westerouen van Meteren aldaar. 3. Neen, dat mag niet. Dagloon is het loon, dat in de kalenderweek voorafgaande aan de ongeschiktheid tot werken gemiddeld per dag is ver diend. 4. Het ziekengeld moet uiterlijk in de kalenderweek, volgende op die waarover het is verschuldigd, worden uitgekeerd. Geschiedt dit niet dan kunt U zich daarover beklagen bij het College van Toezicht opde uit voering der Ziektewet, welks secre taris is de heer E. M. Feenstra te 's Gravenhage. blijven onze steeds in trek!! Hoe kan dit anders Vraag het hun, die hunne varkens er reeds één opzetten. Deze apparaten zijn volmaakt en van alle last die de vaikens U bezorgen, bent U ineens vanaf. Vraag het maar eens aan Uw Ouders waar zij hun KERKBOEKJE of TEKST vandaan kregen. BOEKHANDEL HEUSDEN. L DE BETEEKENIS VAN SELECTIE VOOR UITKOMSTEN VAN ONZE SU IKERB IETENTEELT. Over deze belangrijke zaak' schreef onlangs Dr. J. P. Dudok' van Heel in „De nieuwe Veldbode." Niemand twijfelt er wel aan aklus de schrij ver dat door doelbewuste selec tie belangrijke verbeteringen, zoo kwantitatief als kwalitatief zijn be reikt. Bij sommige gewassen zijn die opvallend, en gemakkelijk te consta- teeren. Wij denken bijv. aan het stij vere stroo van de granen, het groo- tere weerstandsvermogen tegen be paalde ziekten van bijv. aardappelen e.d. Bij de suikerbieten is er eigenlijk maar één eigenschap, waarin de re sultaten van de selectie voor ieder duidelijk in het oog springen, n.l. i in het optreden van schieters, vooral als dat wordt bekeken in verband met het vervroegde zaaien. Anders is het echter met de eigenschappen, die meer direct de opbrengst bepalen het bietengewicht en het gehalte. Beide toch loopen onder den invloed van de in ons land zeer sterk uit- eenloopende weersomstandigheden in de afzonderlijke teeltjaren sterk uit een. De schrijver gaat dan uitvoerig na de uitkomsten van den suikerbieten- verbouw in ons land over verschil lende tijdvakken: van 1900 tot en met 193 in 3 perioden verdeeld. Wij kun nen hem in zijn uitvoerige beschou wingen niet op den voet volgen, maar nemen hier slechts over de slotsom, waartoe hij komt „Als men ons dus vraagt, wat de suikerveredeling sedert het begin van deze eeuw heeft bereikt, dan kunnen wij die vraag o.i. gerust beantwoor den in dien zin, dat de kweeker aan den Nederlandschen landbouw ten slotte een biet heeft weten te le veren, die in staat was de verbe tering in den bietenverbouw, dooi den landbouwer aangebracht, door stijgende opbrengsten aan bieten te beloonen, zonder dat daarbij aan het gehalte moést worden opgeofferd. Het gehalte kon zelfs nog worden opgevoerd, zoodat de suikerbietenop brengst per H.A. en daar gaat het ten slotte «toch om sedert 1900 een stijgende lijn vertoont, welke vooral na 1915 opvallend kan worden genoemd." 'Eert uitkomst voor de was en cfe vaatT* nu tijdelijk 3 pakken voor 15 ct. P&O.J-B. SLECHTS EEN DERDE DE EU. Het Zendingsbureau te Oëgstgeest (postrekening No. 60741 vraagt ons plaats voor het volgende f Van de gedurende het tweecfe kwarlaal 1936 voor het zendingswerk: in Indië noodige gelden kon eind Maart slechts een derde deel worden gezonden. Van het voor Nederland over de maand Maart (dus bij nabe taling) noodige bedrag was slechts, een vijfde deel aanwezig. Daar het jaar 1935 een tekort liet van" f 73.000.en de inkomsten ge durende het eerste kwartaal van dit jaar ruim f 150.000.beneden het volgens de raming benoodigde be drag zijn gebleven, is dit hiaat, dat met groote zorgen vervult, ontstaan. Wanneer het voor het tweede kwartaal noodige bedrag niet spoedig inkomt, zullen alle uitgaven en de betaling van de traktementen van de zendelingen en van hen, die in Ne derland de zending jlienen, moeten worden opgeschort, wat tot groote schade van het werk zou zijn. ROOKT DAN EENS SERIEMERK VANAF 12, 20, 25 CENTS PER ONS EN DUURDER. OVERAL VERKRIJGBAAR!! DAT ZAL U SMAKEN De Metamorphose van Corpus Delicti. 3) Daar zitten waarachtig drie groo te lummels, bang voor één enkelen vagebond! Waarom valt jelui hem niet aan, en jaagt hem weg? Laat los!" Dit laatste bevel gold Delicti, die door een behendige beweging, en gebruik makende 'van het oogenblik dat haar uitval tegen den predikant was gericht, op listige wijze met de eene hand haar hoedendoos had we ten te grijpen. „Laat los, zeg ik je. Wat, wil je niet?" Ze sprong op; strijdlust fonkelde in hare oogen, ter wijl ze naar 't portier vloog, waardoor haar eigendom verdween. „Uit den weg, ongeluk! Laat me er uit! Ik zal hem helpen. Trek je lui toch vooral rokken aan, zoodra je thuis komt." „Ik stem met 't Parlement," gilde de Klote, die, slap van 't lachen, nog altijd ondersteld werd den koetsier met zijn geweer te bedreigen. „Wat heb jij te lachen, jou kleine rooie aap?" zei miss June, terwijl ze uit de diligence sprong. „In orde, vooruit", zei Delictie. j,Rijd op, koetsier, je bent vrij", schreeuwde de Kiote. „Waag het niet een stap te doen tot ik mijn cloos terug heb, en weer in den wagen gezeten ben," sprak miss June. Deze tegenstrijdige bevelen brach ten den koetsier in de war, zoodat hij staan bleef. Toen ontbrandde een felle strijd. Als een leeuw, die zijn prooi ontvoert, trok Delictie, met de hoedendoos, langzaam terug voor den opdringenden vijaiid. Zij een leeu win gelijk, die haar welp tracht te bevrijden, stormde op hem af, wild zwaaiende met haar parapluie; hij door bukken de slagen ontwijkend, ontduikend, waarbij zijn sofnbrero in het zand rolde. Daarna regènde het slagen, die zoo goed mogelijk gepareerd werden, terwijl hij zich steeds bleef terugtrek ken, zij in heftige opwinding hem steeds aanvallend, met hem mee. De Kiote lag nu in 't zand te rollen en te gillen, terwijl de drie mannen in dé diligence nog steeds met opgehe ven handen naar 't gevecht zaten te staren. 9 „Rij op, jou stommerik!" donder de Corpus, die, van nabij bestookt, moeite laad zijn hoofd met beide han den te beschermen. Als een electrische schok trof dit bevel den koetsier; hij lei de zweep over zijne paarden dat het kraakte, en voort ging het in galop. Toen de diligence wegreed, keerde j miss June zich om, en ze hep eenige passen de koets achterna als om die in te halen; maar spoedig had ze 't vergeefsche van de poging inge zien; ze bleef aan den kant van den weg een oogenblik stilzwijgend den zich ver wijder enden wagen naoogen, toen keerde ze terug, en trad op haar hoedendoos toe. Delictie had die zorgvuldig op den grond neergezet, met den goeden kant naar boven. Haar hoed stond scheef en was ge havend, en enkele lokken van liet lange zwarte haar hingen haar over het gezicht; maar noch op haar ge laat, noch in hare manieren waren de geringste sporen van wrok of te leurstelling te lezen. Ze nam de doos op, en scheen be vredigd met de inspectie, ,,'t Heeft niet in 't minst geleden," sprak ze. ,,'t Klinkt bijna ongelooflijk, maar ik meen dat ik ze geen enkele maal ge raakt heb." Toen zette ze die weer neer, stapte langzaam op Delicti af, en, vlak voor hem staande begon ze hem met groote nauwkeurigheid op te nemen. Zorgvuldig mat ze hem van het hoofd tot de voeten, en opwaarts van de voeten tot het hoofd, en toen hunne oogen elkaar ontmoetten was het als of er een zachtere uitdrukking kwam in haar blik. Was het vrouwelijke bewondering voor zijne reusachtige afmetingen en mannelijke kracht of had haar de ruwe ridderlijkheid getroffen, die hij getoond had, door de hoedendoos, als ware die een deel van hem zelf, tegen hare slagen te beveiligen „Wel", zei ze, „zoo heel kwaad zie je er niet uit, hoewel er nog heel wat te verbeteren zou zijn. Maar we moeten beide, dunkt me, er prachtig toegetakeld uitzien." Ze zette den hoed af, en hield dien tusschen de tanden, terwijl ze 'thaar te samen bond en glad streek. Daar na zette ze hem weer met zorg op het hoofd, schudde hare rokken eens terdege uit, en zich tot Delictie koe rende: „Wel, nu heb je me wat zal je nu met me doen?" „Ik laat me hangen als ik 'tweet," klonk 'tantwoord; „maar de afspraak was dat de persoon, die je hebben moet, ons ginds op den weg van Dogbranch zou ontmóeten." „De persoon die me hebben moet? Een man?" Ta, h'm een soort man een Brit." „Wie, in den naam van al wat hei lig is kan dat wezen! Hoe heet hij?" „Den juisten naam ben ik kwijt, maar 't klinkt zoo iets als Smith." „Smith Ik ken er verscheidene, lieve hemel, maar geen die tot zoo iets in staat is. Hoe ziet hij er uit?" „Niet onknap, maar niet mooi." „En zijn tint?" Nog al blank, met neiging tot een rooden neus". „Met rood-neuzen wil ik niets te maken hebben; toch kan ik me niet begrijpen wie 'tzijn kan. Zeg eens, hoe heet je zelf We moesten: maas; eens kennis maken." H'm wel ik geloof dat m'a oorspronkelijke naam William Death- burrow was." „Lieve helpWat een welsprekender naam hè ik heet miss Lorena Ju ne. En je zegt dat ik gebracht moest worden naar.hoe heette het plaatsje o pk weer? „Ja, miss June, zoo luidden de orders, die ik kreeg." „Orders orders ik geef geert cent om die orders als ik er geen zin in heb." „Daar ben ik volkomen van over tuigd, miss June; ik denk er niet aan dat een oogenblik te betwisten." „Wel, mijnheer Deathburrow, dë zaak zit 'm zóó; te oordeelen naar de beschrijving die je me gegeven hebt van den man, geloof ik niet dat ik met hem ingenomen zal zijn; ook z'n streken bevallen me niet; maar ik ben erg nieuwsgierig hem te zien. Anders zou je Roodkop heb ben moeten laten gaan om paard'en buggy voor me te halen om me naar Rockerville te brengen, waar ik Fluo rella Pesse ga bezo'eken, en jou zou ik hier bij me hebben gehouden als gijzelaar tot hij terugkwam. Maar zoo als de zaken nu staan, zal ik meegaan en hoe eer we optrekken des te beter* Wat voert die Roodkop daar uit Wordt vervolgd). Jfienwsblail

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1936 | | pagina 5