FEUILLETON.
Een partij schaak.
BIJDRAGEN
Landbouw
Rechtzaken.
feit, dat het blikvleesch begint op te
raken, evenals het gemengd gehakt. Dit
zal aanleiding geven tot eenige ver-,
ruiming van de vleeschmarkt. Om de
vleeschpositie nog te verbeteren, zou
kunnen dienen een zeer groote massale
export van b.v. 100.000 stuks koeien,
doch thans is daarop geen enkele rede
lijke kans.
Ook door middel van uitvoerpremie,
of door toeslag op export van vleesch,
zou verbetering kunnen worden ge
bracht, doch groot resultaat is hier
van niet te verwachten. Een nadeel
van afslachting is, dat het veel geld
kost, doch men blijft met het product
zitten in een of andere vorm. Bij mas
sale afslachting saneert men voor eeni-
gen tijd den toestand, doch de invloed'
van de voorraden blijft bestaan. Over
afslachting wordt tegenwoordig wei
nig meer gesproken, hetgeen volgens
spr. ook niet afdoende zal werken.
Spr. geeft toe, dat de toestand van
het rundvee nog ongunstiger is te noe
men.
Varkens: Ook ten aanzien van de
varkensprijzen is de toestand onbevre-
gend, hier werkt de teeltbeperking reeds
langer dan bij het rundvee en ondanks
dat moet men gewagen van een onbe
vredigende varkensprijs. De hoeveel
heid varkens is niet te groot. De lage
veevleeschprijzen hebben de consumptie
van varkensvleesch nadeel'iig beïnvloed.
Op 1 Jan. 1934 waren er 1 nïlUioen
400 duizend stuks; op 1 Jan. 1935 1
millioen 500 duizend stuks.
De gewichten waarop de varkens
worden geslacht, waren in 1936 iets
kleiner dan in 1935. De slachtgewichten
zijn normaler geworden. Voor toewij-
Zing van de biggen merken 1936 iis men
uitgegaan, dat de consumptie aan var
kensvleesch zich zou egaliseeren, door
dat de slachtgewichten in 1936 kleiner
zouden zijn dan iin 1935, dit is ook
werkelijk het geval, doch de consump
tie is sneller afgenomen dan verwacht
werd.
In begin 1936 heeft zich het ver
schijnsel voorgedaan, dat de vlucht van
uit het varkensvleesch naar het rund-
vleesch zich nog heeft voortgezet. Hier
door zijn de varkensprijzen aanmerke
lijk afgezakt en hebben zich dus eenigs-
zïns aangepast aan de lage rundvee-
prijzen. Het vraagstuk, pm de: var
kensprijs te verhoogen, is zeer moeilijk,
de rundveeprijs is in dit geval primair,
omdat dit juist de varkensvleeschprijs
in hooge mate beïnvloedt.
Ook ten, opzichte van de varkens-
prijzen kan spr. geen optimistische toon
laten hoor en.
Crisismaatregelen, hoe onaangenaam
ze ook zijn, kunnen hunne goede zijden
hebben, dit brengt spr. tot de, prijs
van bacon op de Londensche markt.
De Veehouderij Centrale heeft zeer veel
gedaan, om de prijs daarvan te verbe
teren. De Deensche1 bacon is steeds
het hoogste in, prijs. Vroeger was de
Nederlands,che bacon veel lager in prijs
dan, de Deensche, doch in den, loop
der jaren, is de prijs van Hollandsche
bacon, door de genomen maatregelen
der Veehouderij Centrale, steeds beter
geworden, en benadeelt de Deensche
prijzen. Dit resultaat mag men hiet
verloren, laten gaan.
Ook geeft spr. nog een nadere1 uit
eenzetting ten opzichte van de bacon-
contracten.
Verschillende vragen werden gesteld',
die door spreker werden beantwoordi.
De antwoorden op de vragen door
de afdeelingen gesteld', zullen schrift-
télijk worden gegeven.
Nadat de voorzitter ir. de Jong en
de aanwezige leden had bedankt, werd
deze goedgeslaagde vergadering geslo
ten.
HAVER, ZOMERGERST EN
ZOMERTARWE.
De teelt van bovenstaande graange
wassen is in de laatste jaren zeer uitge
breid. Bij en na het uitzaaien ervan
vraagt vooral de stikstofbemesting on
ze aandacht. Dut is wel een der voor
naamste punten waarvan het slagen
dezer gewassen afhangt.
De vorige oogst heeft ons geleerd,
dat door een te sterke bezuiniging
op stikstof een rendabele teelt is uit
gesloten. De opbrengsten blijven dan
veel te gering. Door voldoende stikstof
te geven, stijgen zij ontegenzeggelijk,
vooral daar waar het gewas beschikt
over een behoorlijke reserve van de
overige voedingsstoffen. Het zou jam
mer zijn', door besparing op een enkel
baaltje kalksalpeter of zwavelzure am
moniak, het risico te loopen van een
slechte oogst onzer zomergranen!
Voor stikstofbemesting van haver
leent zich de zwavelzure Ammoniak uit
stekend. Op alle alkalische grondsoor
ten is dit de stikstofmeststof bij uit
nemendheid, voor haver. Op zuur rea-
geerende gronden gebrutifce men liever
de kalksalpeter. De oude meening, dat
haver, wat dil stikstof betreft, weinig
eischen. aan den grond stilt, heeft men
reeds lang laten varen. Vooral op haver
willen wij daarom de goedkoope en
gunstig werkende zwavelzure ammo
niak warm aanbevelen. Zij bezit een
hoog stikstof ge halte, 20y2 pGt. Een,
glilft van 200 a 300 K.G. per H.A. zal
in den regel wel voldoende en renda
bel zijn.
De zomergerst en, zomertarwe stel
len groote eischen aan den bodem.
De tijd, dat ze op het land staan is
betrekkelijk kort. De' behoefte aan, voe
dingsstoffen, om in zoo'n korten tijd
een hoog beschot te geven aan graan
en stroo, derhalve groot, vooral bij
de 'tegenwoordige veredelde soorten.
Proeven hebben uitgemaakt, dat ook
op deze graangewassen de zwavelzure
ammoniak zeer gunstig werkt. Toch
zou ik voor deze gewassen, de kalksal
peter preefreeren. Deze werkt snel, lost
gemakkelijk in, het bodemvocht op.
Ook bevat zij, naast 15y2 pCt. stik
stof een, hoeveelheid kalk in direct op
neembaren vorm. Deze kalk oefent een
gunstiigen invloed uit op de structuur.
Van veel belang is dit als na regen
de gronden dichtgeslibt zijn en de
grond ponder kalksalpeter tot een korst
zou opdrogen. Bovendien betaalt men
voor de kalk in kalksalpeter niets.
De benoodigde hoeveelheid voor 20-
mergeKst en. zomertarwe kunnen wij
gevoeglijk op 300' a 400 K.G. per H.A.
stellen, al naar behoefte.
Door een oordeelkundige bemesting
onzer zomergranen, in het bijzonder
met de stikstof, is veel meer te oogsten
dan nu het geval is. Vooral, bij een
goede grondbewerking, bij gebruik van
priima zaadgoed en bij dun uitzaaien.
1.
Het volgende is een vrije vertaling
van den brief, dien Henri, Drumont
te Boukrah, twee dagen vóór zijn dood
schreef aan, zijn Oom, den graaf Fer
rand 'te Parijs. Daarin vindt men de
verklaring der gebeurtenissen, die na
derhand worden beschreven:
„Beste Oom,
U zal uit mijn vorige brieven wel
gemerkt hebben, dat, hoe meer Oost
waarts van Buda-Pest men komt, de
verdorvenheid in de ambtenaarswereld
toeneemt in een mate, waarvan men in
't Westen haast geen begrip heeft. De
hefnel weet dat Parijs al erg genoeg is;
maar het ambtenaarsleven in Parijs is
heilig vergeleken bij dat van Boukrah.
Wel wist ik, vóór mijn vertrek Uit
Frankrijk, dat het ons heel wat geld
aan omkooperij zou kosten, vóórdat
de concessie itjot electrische verlich
ting van Boukrah de onze was
maar, dat de eischen zulke afmetingen
zouden aannemen, daarop was ik geens
zins voorbereid. Geweldig hebzuchtig
zijn de ambtenaren; maar dit moet
gezegd worden, heeft men ze eenmaal
omgekocht, dan blijven ze trouw; dat
is tenminste de ondervinding die ik
opdeed.
Er bestaat evenwel hier een bende
bloedzuigers, nog onverzadelijker dan
de staatskliek, en de eerste onderhen
ais wel zekere Schwikoff, redacteur van
de „Boukrah-Gazette", de voornaam
ste courant hier, eigenlijk weinig meer
dan een schendblad. Hij bezit iedere
eigenschap vereischt voor redacteur in
Oost-Europa, dat is, hij is duivels be
dreven in het hanteeren van degen en
pistool. Herhaaldelijk heeft hij en
ik geloof niet ten onrechte, beweerd,
dat zijn giftig blad in staat is ons plan
in duigen te doen vallen.
Hoe dit ook zij, ik heb hem reeds
verscheidene malen groote geldsom
men uitgekeerd, maar het lijkt wel of
iedere gift de voorlooper is van steeds
onbeschaamder eischen. Eindelijk was
ik genoodzaakt verdere uitbetalingen
te staken, en de jonge man verklaarde
glimlachend, dat hij hoopte, dat mijn
besluit niet onherroepelijk vaststond,
anders zou het mij mogelijk berouwen.
Hoewel Schwikoff er niets van wist,
had ik toen reeds de concessie, die
ik u gisteren morgen toezond, getee-
kend, en in haar geheel in mijn bezit.
Ik veronderstelde, dat Schwikoff woe
dend zou zijn als hij 't hoorde, maar
dat scheen toch niet het geval te zijn.
Gisteren avond ontmoette hij me in
de rookkamer van de Keizerlijke Club,
en drukte me, schijnbaar warm, de
hand, lachte om zijn eigen nederlaag,
en noemde me een der gewikste man
nen van zaken, die hij jooit had ont-
KANTONGERECHT GORINCHEM.
Uitspraken.
Visschen in gesloten tijd: S. v. B.,
Almkerk, f2 suibsj. 2 d. h.
Motorrijtuig met te hooge lading be
sturen: G. V., Almkerk, f 4 subs. 4 d. h.
Met rijwiel daarvoor verboden rij
weg berijden: A. v. d. 5., Almkerk,
R. v. B., De Werken c.a., ieder f4
subs. 4 d. h.
Motorrijtuig met onvoldoende ver
lichting besturen: J. v. R., Babiloniën-
broek, 2 maal f2 suhs. 2 maal 2 d. h.
Rijwiel zonder licht: A. v. d. B., De
Werken, f 3 subs. 3 d. h.; P. V., Wou-
drichem, f 12 subs. 12 d. h.; J. v. O.,
De Werken, f2 subs. 1 w. ts.; J. S.,
Brakel, 2 maal f 1 subsi. 2 miaal 1 d. h.
Rijwiel reflector hooger dan 60 c.M.:
J. v. B., Werkendam en A. P., De Wer
ken c.a., ieder f2 subs. 2 d. h.
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE 's BOSCH.
Zitting van Maandag 20 April.
Veiligheid verkeer: P. v. E., Ga
meren, f50.1.
Niet behoorlijk uitwijken: C. P. K.,
Wijk, f5.
Gespan z. licht: W. H., Giessen, f 10.
Rijw. z. reflector: J. K., Sprang', fl;
P. H. en W. L. v. d. B., Zuilichem,
ieder f2.
Rijw. z. licht: J. J. v. d. S., Sprang,
f3; M. V., Veen, f3.
Voetballen: G. v. H., Zuilichem, be
risping.
Tieren: H. S., Brakel, f5.
Zitting van Woensdag 22 April.
Met 3en, naast elkaar rijden: S. R.,
Kaatsheuvel, 13.
Wapenwet: J. M. K., Drunen, f 10.
Winkelsluitingswet: H. A. K-, Waal
wijk, f 3.
Criisiszuiilvelwet: P. W., Ammerzoden,
f25; J. v. O., Zaltbommel, T25.
Veiligheid verkeer: C. A. J. R., Kaats
heuvel, f5.
Rijw. z. reflector: M. D., Kaatsh., f 3.
Rijden op voetpad: J. C. V., Waal
wijk, f3.
Luidkeels schreeuwen: H. A. v. Z.,
Brakel, f5.
Leunen tegen gevel: H. A. L., Dus-
sen, f3.
Schreeuwen: A. F., H. F. K., P. Ml.
v. d. O., allen te Ammerzoden, ieder f 5.
Geschiedenis van het Land van
Heusden en ABtena en den
Bonameler waard.
40
VAN DE BURGERS OF POORTERS.
Deze zijn tweederleij, eerst, geboore
Burgers off Poorters, dat is, die daer
geboore 11 zijn, ten anderen geworden
oft aengekoome Burgers, dat is, die van
buijten komende haer burgerregt het
zij door huwelijk off op een andere
maniere verkrijgen, dog het schijnt dat
bij oude tijden eenige Poorteren der
Stad Heusden daer buijten gewoont
hebben, en nogtans voor Poorteren der
Stad gehouden zijn geweest, te weten,
die op de Vrijh)eijd van. Heusden woo-
nen.
Int jaer 1290 heeft Graef Flopis van
moet. Ik was blij dat Jiij 'tzóó opnam,
en toen hij me later pp den avond uït-
noodigde een partij schaak met hem
te spelen, nam ik zijn voorstel aan,
denkende dat het voor de Maatschappij
voordeeliger zou wezen hem te vriend
te houden.
We hadden niet lang gespeeld, of
plotseling beschuldigde hij me een zet
te hebben gedaan, die niet geoorloofd
was. Ik trachtte de zaak te verklaren,
maar 'met gemaakte woede sprong hij
op, en wierp me een glas wijn in het
gelaat. De zaal was vol officieren en
heeren. U zal 't misschien dwaas van
me 'vinden, dat ik een man als Schwi
koff, »die algemeen bekend staat .als
een schurk, mijne getuigen zond, maar
toch, hij is van goeden huize, en ik,
die gediend heb in het Fransche leger,
en 'van uw bloed ben, ik kan derge
lijke beleediging niet zoo maar aan
mij laten voorbijgaan. Indien al wat
ik hoor omtrent zijn meesterschap op
den degen waar is, dan trek ik zeker
in dezen strijd aan het kortste eind;
want helaas, ik heb 't schermen ver
waarloosd sedert mijne wetenschappe
lijke studies. Hoe de afloop evenwel
ook moge zijn, deze voldoening heb ik
in ieder geval, dat de mij opgedragen
taak tot een goed einde is. gebracht.
Onze Maatschappij heeft thans het
recht hare machines en geleidingen in
Boukrah aan te leggen, en 'tvolk hier
is op zijn Oostersch zóó verzot
op al wat blinkt en schittert, dat ik
Holland die van Heusden Tolvrij ver-
klaert, in Holland en daer staat bij
„die wonen binnen de vrijheijd zijner
Poorten".
Welk handvest daer na, int jaar 1357,
Aalbert Graef van Holland vernieut
heeft en daer staet:
„Onser Stad voorsd. en hare In-
„gesetenen Poorteren woonende met
„alle hare woonstede binnen hare mue-
„ren."
Dog de handveste van Johanna Her-
toginne van Brabant gegeven int jaer
1356, waer bij zij die van Heusden
Tolvrij maekt in Brabant, gebruijkt de-
se woorden: -
„Ende geeve daer toe nog alle de
„geene die poortere zijn binnen onse
„voorse. stad Heusden off woonen zul-
„len, die woonagtig zijn binnen onser
„Stad voorst., en binnen de vrijheijd
„daer aff, etc.
Dog het schijnt dat die van de voor
noemde Stad omtrent dien tijd' wat te
verre moeten gegaan zijn ten aensien
het aanneemen en erkennen van eenige
voorpoorters, het welke niet en was
na regt, want Aalbert Ruwaerd van
Holland en Zeeland, gevende omtrent
het jaer 1358 zeker acte van, confir
matie der privilegiën, bedingt daer wel
expresselijk dat die van Heusden voort
aan geen uutpoorteren meer ontfangen
olt aanneemen en zullen buijten zijne,
dat is des Ruwaerts kennisse, en dat
de uutpoorteren die der doen ter tijd
waaren, zoude uutsterven zonder zul
ke regt te koomen op hare kinderen.
In den jare 1419, heeft Jan Hertog-
van Brabant en Grave van Holland bij
zijn handveste an die van Heusden ge-
confirmeert hare privilegie dat zij heb
ben om tolvrij te zijn door geheel Bra
bant, en daer zegt de voornoemde Jan:
„Doen kont allen Luijden dat vvaert
„ons getoont is van onses Stad wege
„van Heusden, dat alle de Poorteren
„'woonagtig binnen onser Stad en Vrij-
„heijd van Heusden overal, etc."
Zoo' staet ook art. 2 in zekere Ordon
nantie an die van Heusden gegeven
opt jaer 1452:
„Binnen de vrijheijd van Heusden".
Dese vrijheijd heeft buijten. de Oud-
heusdense poort zilg gestrekt tot de
oude Maze toe, volgens de handveste
vant jaer 1386, gegeven bij Aalbrecht
van. ,Beijeïen Ruwaerd van Holland,
en ,ook heeft onder de vrijheijd: van
Heusden gehoort een zeker gedeelte
van .de Hesbeense Dijk, waer op ziet
de voornoemde Ordonnantie van Graef
Jan van Nassau, zeggende art. 6: Dat
een en ge daagt zijnde voor regt het zij
inde vrijheijd van Heusden off opden
Hesbeensle Dijk woonagtig, zal geven
eenen .halven silveren Borgondischen
Schild.
Dog men moet weeten dat dese plaats
al over lange inde Stad getrokken is,
door het uutzetten der poorten en wal
len; het huijs eertijds genaamt Zeven
bergen, zijnde de Brouwerije van de
Swarte Leeuw, plag buijten de Stad te
leggen, en was het uutterste van de
Hesbeen, ja men zegt dat het halve
Kasteel nog well legt opden boodem
van Hesbeen, en dat is wel te gelooven,
alsoo het zelve voor de Trouble n. buij
ten de Stad lag na Hesbeen toe.
Wat aengaat de hanteeringe der Bur-
gerije, daer van, dienen ons dese volgen
de punten tot openinge.
1 Dat veel haer in voortijden plag-
ten te geneeren met den Koophandel
en voornamelijk van de Hop, gelijk nog
jegenwoordig geschiet, terwijl dese hop
int land van Heusden overvloedig word
geteelt, het welke doen voorde Stad
en het platte Land jaerlijx een tamelijke
rijkdom inbragt.
Hier op is de Hop van Heusden
en ook derselver Koopluijden vermaert
geworden in Engeland, Denemarken, en
in gansch Nederland.
2 Dat veele hare Kinderen inde stu
die optrekken, om tot d'een off d'an-
dere Staat te konnen gebruijkt werden,
tot welk eijnde de Eersame Raad altijd
onderhout een bekwaame Rector, met
nog een onder hem, om dat de jonge
jteugd inde studie en geleertheijd op
getrokken werden.
In hiet Xlle Kap. word een bewijs
van dit ons Zeggen aengeweesen, blij
kende daer niet alleen dat veele van
dte Stad Heusden tot groote geleert
heijd en ervarenheijd gekoomen zijn
inde Theologie, Regtsgeleertheijd, en
Medicijnen, maer ook wat Rectores dat
inde voornoemde Stad van Heusden
t'z'edert dat deselve met dese Staat ver-
eenigt is geweest, haer tot onderwijs
van de jeugd hebben laaten gebruijken.
3. Dat d'e Ouders zijnde van eeniig
Vermoogen en aensien hare Kindren
hebben laaten leeren de franse taal
tot Welk eijnde zij deselve hebben laa
ten reijsen na Vrankrijk en elders, om
dat haer te zijner tijd hetzij' inde han-
delinge van de Koopmanschap of el
ders, zulx zoude te passé koomen.
4. Dat die van Heusden ook Lief
hebbers zijn geweest van musijke en
eenige ordinaris haer daer in geoeffent
hebben, houdende de Liefhebbers daer
van hare weekelijke collegien, en sulx
niettegenstaende zij den vijand dikwils
voor de poorten hadden.
5. Dat d'e voornoemde Burgers haer
ook mannelijk altijd tegen den vijand
g'edraagen hebben, lopende met de
Soldaaten uut om den vijand afbreuk' te
doen en te beletten, tot welk eijnde zij
om bij tijd van nood met een maand
gagie te konnen gelast werden, en ook
om na hare Akkeren, Land en Zand,
te slieh, haer In dienst begaaven, om-
derd' een of d'andere Compagnie, het
welke daer bij de voornoemde Poor
ters der Stad Heusden gemeen was,
ja ook bijde meest gequaliificeerde.
6. Veele hebben van ouds haer ook
beholpen met de Landbouwerije, met
haer handwerk, en op andere behoor
lijke middelen, nadat de oorlog gekoo
men was en allies in dese onse pro
vinciën gebragt tot een forme van
een vaste regeeringe, heeft niet alleen
de Koophandel maer ook de Brou-
werije van bier zeer toegenoomen, de
Winkelen zijn vermeenigvuldïgt, en heb
ben hare hanteeringen beginnen te flo
reren, zoo dat volk rijk is geworden, en
met huijsen meer en meer bebouwt.
Schutterije. In de Stad van Heus
den zijn ook twee Schutters Collegien,
genaamt de oude Schutters van de
Voetboog en die nieuwe Kloveniers,
hebbende elk Collegie zijn bijzonder
huijs off kamer genaamt de Schutska-
mer /waer van int voorgaande Kap.
gesprooken, is.
Uut de oude brieven van donatie
en dotatie kan men wel afneemen, dat
het Collegie van de oude Schutters al
bij oude tijden is ingestelt geweest,
zijnde in grooter aensien en respect
en bestaande uut de gequalificeerste
van de Stad. Dese zijn verbonden haer
volk harnasch(?) te houden, zoo zij
met eeren die willen voeren, en piagten
op alle sollenneele bijeenkomst heel
statelijk op zijn oud romeijns met lae-
ken tabbarden te compareren.
(Wordt vervolgd).
er niet aan twijfel of ons plan zal prach
tige financieele uitkomsten opleveren.
De ontmoeting tusschen Schwikoff
en mij zal zijn juist omstreeks den
tijd dat u dit schrijven ontvangt, of
misschien ook iets eerder, want we
vechten in den vroegen morgen, met
degens, in het groote Scherm-lokaal
alhier.
Wees beste Oom, verzekerd van mij
ne genegenheid en hoogachting, en ge
loof me.
Uw onwaardige neef
Henri."
De hand van den ouden man beef
de, toen hij den brief, na dien gelezen
te hebben, weer neerlei. Hij keek naar
de klok. 'tWas de morgen van het
duel, en 'twas vroeger dag in Boukrah
dan, in Parijs.
Graaf Ferrand was afstammeling van
een oud Fransch geslacht, dat dooi
de revolutie was verarmd. Tot dusver
had 'de familie Ferrand in armoede
geleefd, maar reeds als jong man had
de graaf zich op de wetenschap toe
gelegd, en thans, op zijn ouden dag,
ging hij door voor schatrijk, en stond
aan het hoofd van een der grootste
electrische ondernemingen in de buurt
van Parijs. Aan niemand in de fabriek
was het bekend, dat deze Henri Dru
mont, die, nadat zijn diensttijd was
afgeloopen, bij de Maatschappij ge
plaatst was, in zoo nauwe betrekking
stond 'tot den ou&en graaf; de chef
was van oordeel dat de jongeling van
meet af aan moest beginnen ten einde
het werk goed te leeren verstaan.
De blik op de klok had den graaf
overtuigd, dat het duel, hoe ook. de
afloop mocht zijn geweest, had plaats
gehad. Er bleef hem dus niets anders
over dan op bericht te wachten. Het
werd 'hem door den directeur gebracht.
„Het spijt mij u te moeten meedee-
len, mijnheer," sprak deze, „dat de
jonge man, Henri Drumont, dien we
naar Boukrah zonden, van morgen in
een duel werd gedood. Zijn assistent
seint om nadere order. Het jonge
mensch heeft, voor zoover ik weet,
hier geen bloedverwanten, het zal dus
zeker het beste zijn hem ginds te la
ten begraven".
Weinig vermoedde de directeur, dat
hij den chef de doodstijding van diens
erfgenaam bracht.
„Het lijk moet naar Frankrijk over
gebracht worden," sprak de graaf
kalm.
En zoo gebeurde het. Daarna, toen
de kwestie ter sprake werd gebracht,
hoe men met de concessie te Boukrah
zou handelen, verbaasde de graaf het
bestuur door de mede deeling, dat, daar
de zaak ginds van zoo groot gewicht
was, hij zelf naar Boukrah zou reizen,
en daar blijven totdat de machines, die
reeds verzonden waren, zouden zijn
opgesteld, en een geschikt directeur
zou zijn gevonden.
(Wordt vervolgd).
-o-
TOT DE