De kleine roede stoel üet papieren Zweefvliegtuig WAARSCHUWINGSTEEKENS VOOR DE SCHEEPVAART Hoe de menschen er uit zouden zien, als men woordelijk neemt. door Marjoleintje Flagelotte. De slag voor An nie. Hoe Annie zelf aanpakte. Het Kleuterklasje. Annie was op de kweekschool. Zij was verhoogd tot de hoog ste klas, nog een jaar en dan zou zij onder wijzeres zijn en zich speciaal op het fröbe len toeleggen. Want die gezellige, kleine kinderen hadden haar heele hart. Maar juist "toen de vacantie op 'n paar dagen na om was en zij dus haar intrede de hoogste klas zou doen, kwam vader met de treurige tijding thuis dat hij zijn ontslag had gekregen en dat de geheele fabriek, waar hij opzichter was, was stilgelegd door de slechte tijden. Dat was een slag voor Annie, want zij begreep heel goed, dat er nu geen sprake van was, dat zij verder kon studeeren, want waar moesten haar ouders het geld voor het laatste leerjaar vandaan halen? Ach, wat zat zij in de put, er scheen heelemaal geen uitweg voor haar te zijn. In de huishouding was niet veel te doen. Als moeder en An nie des morgens een naar uur flink aan pakten, dan waren zij 's middags reeds met alles klaar. Annie wist niet, wat zij met die lange middagen moest doen en besloot eens te probeeren of zij niet ergens werk kon krijgen. Zij ging naar de bibliotheek om te vragen of zij daar kon helpen, maar alles was bezet. Zij wendde zich tot ver schillende andere zaken, maar de plaats, waar zij woonde was klein en het leek wel of er niets vrij was. Op een middag dat zij in haar kamertje moedeloos zat te dommelen, kwam haar vriendin binnenstormen en zei: „Kom, Annie, ga je even mee, ik moet nog ver schillende boodschappen doen en morgen begint de school weer." Zoo liepen zij samen naar de groote ba zar, die het stadje bezat en waar van alles te koop was. Terwijl Betty stond uit te zoeken wat zij noodig had, keek Annie eens om zich heen .Er stonden allerlei stoelen om haar heen, gemakkelijke, rech te, leunstoelen, ja wat je zoo maar voor soorten kon bedenken, doch opeens viel haar oog op een heel klein, rood stoeltje, dat daar als verdwaald tusschen al die groote stoelen in stond. Onderweg naar haar huis was zij stil en toen zij later in de huiskamer zat, kon zij de gedachte aan dat kleine roode stoeltje maar niet van zich afzetten. En opeens begon zij te praten, een woordenstroom, die niet te stuiten was. Vader en moeder luisterden verbaasd en het kwam hierop neer, dat Annie wilde probeeren zelf geld te verdienen om het laatste jaar nog op school te kumïen blij ven. Daarom wilde zij naar de menschen, die in de buurt woonden en kleine kinde xen hadden, toegaan en hen vragen of zij er iets voor voelden, de kleintjes bij haar op school te doen; zij zou dan een kleuter klasje oprichten. Volgens haar berekening waren er elf kinderen in de buurt, die alle maal veel van haar hielden. Vader en moeder keurden het plan goed, doch zeiden, dat zij zich niet te veel moest voorstellen van het succes. Maar Annie liet zich niet uit het veld slaan. Den volgenden morgen ging zij er dadelijk op af, eerst naar haar buurvrouw, en vroeg, of deze er wat voor zou voelen, als Annie 's morgens van 9 tot 12 haar kind bij zich op het kleuterklasje nam. De buurvrouw was daarover zeer verheugd en zei: „Het zou een uitkomst voor mij zijn, want dan kan ik 's morgens ongestoord mijn huishouden doen, de bood schappen in huis halen en dan heb ik ten minste den heelen middag vrij om met de kleine uit te gaan of te spelen." Aangemoedigd door dit succes ging An nie naar de overige moeders en weldra kon zij thuis vertellen, dat zij niet alleen de elf kinderen, die in de buurt woonden, maar ook nog vier, die een paar blokken verder weg woonden, op het klasje inge schreven had. Dat was een feest! Er wer den allerlei leermiddelen aangeschaft, in den tuin kwam een zandbak, waarin de kinderen naar hartelust zandtaarten en andere lekkernijen konden maken en ten slotte kocht zij tegen een lagen prijs vijf tien van die aardige roode stoeltjes, zooals zij in de bazar had gezien met tafeltjes er bij. Toen de kinderen den eersten morgen op haar schooltje kwamen, waren zij uit gelaten over wat zij voor mooie dingen zagen en toen het twaalf uur sloeg, kwam de kleine, dikke Tommy naar haar toe en vroeg: „Magge ik morge tug komme?" Vol blijdschap zat Annie des middags aan tafel en was verheugd, dat zij op die manier kon sparen, om dan wel niet dit jaar, maar dan toch het volgend jaar exa men te doen. Maar Betty had ondertusschen ook niet stil gezeten. Zij vertelde aan de directrice van de kweekschool wat er met Annie was voorgevallen en hoe deze nu probeerde geld te verdienen. De directrice zei niet veel, maar toen er eenige weken voorbij waren, stapte zij op zekeren morgen zonder het vooraf, te heb ben laten weten, naar het huis van Annie en kwam ineens het klasje binnen, waar jeder kind druk bezig was met het een of ander spelletje. Annie keek op, wie daar binnen trad en was verrast haar directrice onaangediend voor zich te zien. Deze vertelde, dat zij eens een kijkje kwam nemen en vroeg Annie, of zij net wilde doen of zij er niet was en rustig met haar kinderen doorgaan. Er kwam een stilte-minuutje, dan het loopen op de streep, het zingen bij de piano en al gauw sloeg het twaalf uur. Annie hielp de kin deren weg en kwam met een opgewonden kleur naar de directrice toe. Deze gaf haar een hand en zei: „Ik heb eerst mijzelf wil len overtuigen of je werkelijk zoo flink was als ik had gehoord, maar je hebt mijne verwachtingen verre overtroffen! Daarom wil ik je een kans geven. De lessen die 's morgens op de kweekschool gegeven Wie wel eens in een groote haven is ge weest, maar verder niets met de scheep vaart te doen heeft, heeft misschien wel eens aan een hooge mast pen van boven staande figuren zien hangen. Wat dat eigenlijk beteekent, weten jullie niet na tuurlijk, tenzij je het aan een zeeman hebt gevraagd. Onze afbeelding zal het voor jullie allemaal duidelijk maken, dat het waarschuwingsteekens zijn voor de sche pen, zoodat die vanuit zee kunnen zien, vanwaar de wind komt en wat voor weer er verwacht wordt. Rechts op de afbeelding zien jullie, hoe zoo'n teeken aan een mast wordt bevestigd. Onderschrift van de teekening: Van links naar rechts: Storm uit N.W., Storm uit Z.W., Storm uit N.O., Storm uit Z.O., Stormgevaar, Wind-waarschuwing. worden mag je in je vrijen tijd inhalen en de lessen des middags mag je volgen. Je hoeft dan voor de extra lessen niets te betalen." Annie kon haar ooren niet gelooven, maar tenslotte begreep zij, dat het werke lijk ernst was. Met een paar sprongen was zij in de huis kamer, waar zij in onsamenhangende woorden vertelde, wat de directrice haar had gezegd. En zoo gebeurde het, dat An nie des morgens een kleuterklasje had en des middags zelf naar school ging. Dat zij slaagde voor haar examen is vanzelfspre kend en juist, toen zij met haar diploma als onderwijzeres naar huis kwam, had haar vader zijn plaats op de fabriek, die weer heropend was, teruggekregen. Zoo was dien dag een zeer blijde in haar ge heugen. Ik weet niet wie van jullie al eens ge probeerd heeft zelf een vliegtuigje te ma ken, maar ik weet wel, dat jullie allemaal een zweefvliegtuigje van papier kunt ma ken, dat als je 't in de lucht gooit, prach tige, meestal heel groote bogen beschrijft en dan in een langzame glijvlucht weer op de aarde neerdaalt; net alsof er werkelijk een bestuurder in zit, die het vliegtuig al die mooie bochten laat maken. Ik zal pro beeren jullie aan de hand van de teeke- ningen duidelijk te maken, hoe je zelf zoo'n zweefvliegtuig kunt bouwen. Als eenig materiaal gebruik je een tame lijk sterk soort schrijfpapier. Kranten- of pakpapier is niet zoo geschikt. Je knipt al lereerst een stuk van precies 19 bij 15 cen timeter groot, terwijl de hoeken recht zijn. Dit wordt bestemd voor het lichaam. Daar na een stuk, groot 18 bij 4 centimeter voor de staart. Zooals figuur 1 aangeeft, wordt het staartstuk op het midden van het groo- tere stuk neergelegd, terwijl dit grootere stuk op één derde wordt omgevouwen, zoo- EEN IJSBEER UIT ééN STUK TEEKENEN. Hier zien jullie een ijsbeer afgebeeld, die uit een lijn is getrokken. Als het een paar maal geoefend wordt, kun je het ook, probeer het maar eens. dat aan den binnenkant ook het staartstuk 1 centimeter omgevouwen is. Alle gestip pelde lijnen zijn slechts vouwlijnen. Fi guur 2 laat zien, hoe eerst de rechter, dan de linker hoek omgevouwen wordt om de schuine vouwlijnen te krijgen, waarna men het papier weer terugvouwt. Volgens figuur 3 til je nu eerst één der schuine vouwlijnen omhoog, om de boven ste vouwkant dan plat op de middellijn van het omgevouwen gedeelte van het „lichaam-stuk" te laten vallen. Dezelfde WAT ONTBREEKT ER AAN DEZE TEEKE- NINGEN? Hier zien jullie vier prentjes. Zoo op het eerste gezicht zou je denken dat ze alle vier eender waren, doch dat is heelemaal niet het geval. Bekijk ze maar eens goed en schrijf dan op, wat er voor verschillen zijn. EEN GESCHIEDENIS ZONDER WOORDEN. behandeling doe je vervolgens met de an dere kant, zoodat dan figuur 4 ontstaat. Nu wordt als figuur 5 aangeeft, de punt A naar het midden bovenaan gevouwen, evenals ook natuurlijk aan den rechter kant gedaan moet worden. In figuur 6 is aangegeven, hoe volgens de stippellijn tjes gevouwen moet worden om figuur 7 te krijgen. De nu verkregen, vele malen gevouwen punt, wordt vervolgens nog een maal bij B omgevouwen naar achteren. De ze vouw moet vooral goed scherp zijn! Nu hebben we figuur 8 verkregen. Tot slot vouw je nog eenmaal het geheele toestel in de lengte even over, je neemt het zooals de hoofdfiguur aangeeft in je rechter hand en gooit het schuin-opwaarts met een vaartje de lucht in. Ingevolge de breedte van de vleugels zweeft het kleine toestelletje langeren tijd in de lucht en maakt door de staart zulke mooie bogen. Onze Jan houdt van een grap, Hij kan van lachen gillen, Hij roept dan: Oh, ik lach me slap! Het is om van te rillen Wordt er soms een mop verteld, Dan brult Jan van de pret, Hij rolt van blijdschap op den grond, En gooit dan met zijn pet. Op een heele andere keer, Schudt hij van het lachen, Al zijn geld valt dan in 't rond, De menschen gaan ervoor vlaggen. Wat ik vertel is buiten kijf, Ik zeg het in kleuren en geuren, Koos liep zijn beenen uit zijn lijf, Dat zal je niet gebeuren! EEN SLAPER. Een vreemdeling vroeg eens: „Wat een slaper?" Hij kreeg daarop het volgende antwoordt „Een slaper is iemand, die slaapt; een slaper of slaapwagen is het rijtuig in den trein, waarin de slaper slaapt. Een slaper; is ook een dwarsligger tusschen de rails, waarover de slaper heen rijdt, als de sla per slaapt. Daarom zal de slaper rustig slapen in den slaper; de slaper vervoert den slaper over den slaper en hij zal pas uitgeslapen zijn, als hij uit den slaper stapt, die hem over de slapers naar zijn punt van bestemming heeft gebracht. WAT ONTBREEKT ER AAN DEZE TEE* KENINGEN? Oplossing: Op het tweede plaatje mist hef landingsgestel van de vliegmachine en het plaatsnaambord op den weg. Op het derde plaatje, de das van den vliegenier en 't hoogteroer aan de staart van de vliegmachine. Op het vierde plaatje de propeller en den weg naar het dorp

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1936 | | pagina 7