Een knutselwerkje voor regenachtige dagen.
A
Het is Regen
w
DE BANKIER.
BADENGEL OF STRANDBENGEL
Figuurtjes leggen.
Aan den linkerkant van bijgaande plaat
zijn allerhande vormpjes afgebeeld. Met
deze vormjes kun je allerhande aardige fi
guren samenstellen, zooals je kunt zien op
de rechterhelft van het plaatje. Het is dus
een soort legspel, wat je zelf kunt fabri-
ceeren en je kunt het spel dan natuurlijk
zoo uitgebreid mogelijk maken, wat het
aardigst is.
De onderdeeltjes aan den linkerkant be
gin je eerst na te teekenen op juiste groot
te of ééns zoo groot, al naar verkiezing. Je
HKS
kunt, als je niet bijzonder handig bent, een
doorzichtig vloeitje nemen of een velletje
perkamentpapier, daar trek je al de deel
tjes op over. Je behoeft het er maar ge
woon op te leggen en met inkt of potlood
na te trekken, dan heb je een patroontje.
Nu moet je nog een dikker stuk papier ne
men, bijvoorbeeld dun karton van staal
kaarten of iets van dien aard en als het
kan wit. Het patroontje wordt er op ge
legd en met een naald of speld prik je
langs de lijnen van het model de omtrek
ken van de figuren links in het karton.
Daarna begin je de prikjes nog wat op te
halen met potlood of inkt en geef je ze een
kleurtje. Je kunt bijvoorbeeld deze combi
natie nemen: geel, rood en groen met
oranje. Dat geeft een aardig kleurenspel.
Als je er mee klaar bent, knip je ze uit,
kleurt ze aan den onderkant en doet ze in
een doosje, dat al die aardige dingen niet
wegraken, anders heb je alle moeite voor
niets gedaan. Dah is dus het spel klaar en
kun je volgens de voorbeeldjes aan den
rechterkant verschillende figuren leggen.
Natuurlijk kun je zelf nog enkele model
len uitdenken; dan is het plezier, dat je er
van beleeft, des te grooter!
DIE AARDIGE OOM FRITS.
door
Carly Vos.
üc
Al weken van tevoren had Oom Frits
geschreven, dat hij een paar dagen zou ko
men logeeren. Freddie, die Frederik heet
te en Oom Frits, die ook Frederik heette,
waren altijd de beste maatjes samen ge
weest; oom Frits zei: dat het kwam, omdat
zij denzelfden naam droegen, al werden zij
dan ook anders genoemd, maar Fred dacht
altijd bij zichzelf: Nee, daar komt het niet
door. Oom Frits is de beste en liefste oom,
ik heb!
er vier gegeten, en Wim drie. Maar moe
der vond het feest van het taartjeseten
heel niet leuk, want niets, letterlijk niets
meer kregen de kinderen aan tafel naar
binnen en moeder moest al die lekkere
jamboterhammen voor den volgenden dag
in een blikken trommel bewaren.
Jonge, jonge, wat had die oom Frits een
hoop geld, als je alleen maar zag, dat hij
met een heelen rijksdaalder betaalde; Fred
kon er des avonds dan ook niets aan doen,
dat hij plotseling zei: „Oom Frits, bent U
millionnair?".Vader, moeder en oom
Frits begonnen eens te lachen en moeder
knikte naar Fred, dat hij niet zulke rare
dingen moest vragen, maar Fred trok een
vragend gezicht en snapte moeders wenk
niet.
„Weineen, jongen. Ik ben geen million
nair, was dat maar waar!" Meteen voelde
hij in zijn vestzakje, want hij begreep wel,
waar het kleine Freddy om te doen was.
Fred zou, als hij den volgenden morgen
naar school ging, eerst nog eens een lek
ker taartje willen eten.. Nu, als je mij
kunt uitleggen, hoe het mogelijk is, dat
tweemaal twee juist vier en geen vijf is,
krijg je dit zilverstukje van me!" daag
de nu oom Fred uit. Fred keek op zijn
neus. Hoe moest je dat nu uitleggen. Dat
tweemaal twee vier is en géén vijf, dat wist
hij wel, maar dat is een vaststaand feit en
uitleggen is niet mogelijk, zei Fred. „Neen,
je hebt gelijk", zei oom toen.
„Nu, je hebt je best gedaan. Je hebt je
geldstukje verdiend, maar snoep nu mor
gen niet zóóveel, dat je je brood er voor
laat staan, want dan wordt moeder boos!"
voegde oom Frits er lachend aan toe. Fred
bedankte drie-, viermaal, keek met een
schuin oogje naar zijn moeder en stopte
dan vlug zijn schat in zijn broekzak! Maar
een taartje heeft hij er niet voor gekocht,
wel een doos knikkers, die hij eerlijk met
zijn broertje Wim gedeeld heeft. Zoo hoort
het ook trouwens, nietwaar?
MOPPEN.
Anna, waar ga je met de wekker heen?
Wel, naar den horlogemaker, dat ding
maakt eiken morgen zoo'n leven, dat ik
niet meer slapen kan.
Marie: Moe, moe, ik heb inkt ingeslikt.
Jantje: Schreeuw je daar zoo voor? Slik
gauw een stukje vloeipapier in, dan is het
weer klaar!
Het is regen, het is regen,
Het is stroomende regen,
Wie kan daar nu tegen!
De vogeltjes niet.
Je ziet ze niet buiten,
Je hoort ze niet fluiten,
Zij hebben verdriet....
Het regent, dat het giet!
Het is regen, het is regen,
Het is aldoor maar regen,
Wie kan daar nu tegen!
De bloemetjes niet,
Zij kijken zoo treurig,
Zij lijken niet fleurig.
Zij hebben verdriet
Het regent, dat het giet!
Het is regen, het is regen,
Het is stroomende regen.
Wie kan daar nu tegen!
De kindertjes niet,
Zij kunnen niet buiten,
Niet dansen en springen,
Geen vroolijke liedekes
Hoor je ze zingen....
Zij hebben verdriet
Het regent, dat het giet!
DE SPUITVISCH
Hier zien jullie een eigenaardig soort
visch afgebeeld, het is de z.g. spuitvisch.
Deze spuitvisch leeft meestal in de rivie
ren in Nederlandsch-Indië en loert op
kleine vischjes, die hij verschalkt. Wan
neer hij een kleine visch aan een water
plant ziet knabbelen of er een over heen
ziet vliegen, weet hij, zelfs tot op een hoog
te van vijf voet, een druppel water op te
spuiten, en het visch je zooals het ware,
naar onder te laten schieten. Daarom heeft
deze visch den naam van spuitvisch gekre
gen. Begrijpelijkerwijze moet de spuitvisch
een scherp oog hebben, als hij zelfs door
een waterplant heen ziet, dat zich daar
achter een vischje moet bevinden en deze
visch heeft ook scherpe oogjes en goede
spieren tevens, die hij weet te gebruiken
bij de achtervolging van zijn prooi. Er zijn
(De Spuitvisch.J"
wel menschen, die een spuitvisch ln een
aquarium hebben, alleen al omdat het dier
zoo amusant is om naar te zien. Hij is den
geheelen dag druk in de weer en maakt da
dolste sprongen. Als hij een takje vindt,
waaraan zich een insect vastklemt, dan
neemt hij het takje in zijn bekje en schiet
er mee naar den bodem van het water. De
insect trekt hij met zijn bekje, dat veel op
een vogelbekje lijkt, van het houtje af en
het houtje laat hij wegdrijven. De spuit
visch is maar klein en heel breed van li
chaam, waaronder drie zwarte strepen loo-
pen, die elk aan weerszijden witte streep
jes hebben, die er langs loopen. Op de
vinnen heeft hij een zwarte met wit om
zoomde vlek, welke veel op een oog lijkt.
VOOR DE HANDWERKENDE
MEISJES.
Een nuttige zomertasch.
Nu eens een handwerkje voor de groo
teren en ik weet zeker, dat dit werkje te
pas zal komen in de komende dagen, want
het is een zomertasch, je weet wel, zoo'n
tasch, waarin je van alles kunt stoppen,
wanneer je naar strand gaat of een fik-
sche wandeling gaat maken en broodjes
en appels onmisbaar zijn.
Moet je de tasch zelf maken, koop dan
stevig linnen, anders hangt hij zoo gauw
slap. Is de tasch in elkaar gezet, dan begin
je met borduren, maar dan kun je het best
op een apart lapje doen. Elke bloem kan
een andere kleur krijgen, hoe meer kleu
ren, hoe liever, want het is immers een zo
mertasch en de zomer brengt de zon en
de zon houdt van kleurtjes!
OPLOSSING:
Vit de Middeleeuwen.
Eindelijk was oom Frits dan toch geko
men en had des avonds de mooiste, avon
tuurlijke verhalen aan de jongens verteld.
Zelfs was hij Fred en Wim, zijn broer, des
middags van school komen halen en had op
taartjes getracteerd. Nu, dat was eventjes
een feest geweest! Ze mochten zooveel ge
bakjes eten, als zij maar wilden, Fred had
Vrienden, zoo doet van jullie toch geen, Ook moet je niet alle dagen,
Want dat is vreeselijk gemeen. Achter iemand loopen jagen. J-
Het hoofd van een ander onder duwen, Maar ook dit is lang niet goed,
Is voor een mensch om van te gruwen. Daar zoo'n trap flink pijn ook doet.