TWEEDE BLAD Vrijdag 17 Januari 1941 No. 6125 Officiééls Berichten L00NSTATEN Boekbespreking De Beste sinds 1760!! Overal verkrijgbaar! FEUILLETON DE MOORD OP HET KANTOOR N.V. v /h M. Ravenswaay Zonen QORKUM. BEHOORENDE BIJ HET VOOR HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA, DE LANGSTRAAT EN DE BOMMELERWAARD YOEDSELVOORZIEMNGS- BESLUIT. De secretrasi-generaal van het de partement van Landbouw en Vis- seherij maakt bekend, dat in het Ver ordeningenblad van 13 Jan. 'n nieuw ÏVoedselvoorzieningsbesluit is gepu bliceerd. Ter nadere toelichting van dit besluit diene het volgende: Hoewel de Landbouw-Crisiswet '33 tezamen met de Wet van 3D Septem ber 19(38 (Staatsblad 639 C) voor de Overheid reeds verschillende be voegdheden inhoudt tot het treffen van regelingen op het gebied der voedselvoorziening, is het gebleken, dat onder de huidige tijdsomstandig heden aan ruimere bevoegdbeden op dat gebied dringend behoefte bestaat. Zoo is het op grond van de Landb.- Cr is is wet 1933 niet mogelijk, gebo den te stellen of directe verplichtin gen op te leggen. Dit was aanleiding, dat tal van regelingen, welke in de laatste maanden ten behoeve van de voedselvoorziening moesten worden getroffen, noodzakelijkerwijze een gewrongen en onduidelijk karakter verkregen, omdat hetzij door middel van verbodsbepalingen, hetzij door het opleggen van voorwaarden, ge tracht moest worden het beoogde doel te bereiken. Voorts is als gemis gevoeld, dat de Landbouw-Crisiswet 1933 de over heid niet de mogelijkheid biedt om, indien aan een voorschrift niet wordt voldaan, er op snelle wijze voor zorg te dragen, dat de desbetreffende maatregel ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Gewezen moge b.v. wor den op de verplichting tot inleve ring van producten aan de Overheid. Indien een producent of een hande laar deze verplichting niet nakomt, dan kan hij strafrechtelijk of tucht rechtelijk worden vervólgd desnoods met inbeslagneming der goederen. In levering op de voorgeschreven wijze kan echter niet op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933 worden af gedwongen, waardoor kostbare voed selvoorraden verloren kunnen gaan. Ook ten aanzien van andere voor schriften, b.v. tot bewerking of ver werking van producten volgens be paalde richtlijnen, is de bevoegdheid van de overheid om bij niet-nako- ming rechtstreeks daadwerkelijk in te kunnen grijpen, onmisbaar. Op grond van de Landbouw-Cri siswet 1933 kunnen slechts regelen worden gesteld ten aanzien van pro ducten van den landbouw. In ver band met de eischen, welke een be hoorlijk verloop der voedselvoorzie ning thans stelt, is dit te beperkl. Zoo dient thans ook ten aanzien van surrogaten van landbouwproducten regelend Ie kunnen worden opgetre den en dienen ook regelen gesteld te kunnen worden ten opzichte van het gebruik van grond- en hulpstof fen door den landbouw, zooals kunst meststoffen, verpakkingsmateriaal. Tenslotte is het gewenscht geoor deeld op grond van de noodzaak, dat thans ieder, die eenige functie bij de voedselvoorziening vervult, ten volle zijn plicht doet, eenige algemeene voorschriften op te nemen, welke ten doel hebben handelingen/ die niet in overeenstemming zijn met de door de overheid op het gebied der voedsel voorziening beoogde dceleinden, strafbaar te stellen. Zoo is thans in het Voedselvocrzieningsbesluit o. a. bepaald, dat ieder, die een handeling verricht, welke van belang is voor de voedselvoorziening daarbij die zorg meet aanwenden, welke met in achtneming van de ten aanzien van de voedselvoorziening bestaande om standigheden redelijkerwijze van hem verlangd kan worden. Voorts moet hij van alles wat zijn bedrijf betreft, op behoorlijke en duidelijke wijze aantekening houden. Om te bevorderen dat producten, die voor menschelijk voedsel kunnen dienen, ook zooveel mogelijk daar voor worden aangewend, is het ver bod gesteld, dat kennelijk voor men- schelijke consumptie bestemde of ge schikte producten in beroep of be drijf voor andere doeleinden worden aangewend, tenzij daartoe door of vanwege den secretaris-generaal toe stemming is verleend. De krachtens het V oedsel voor zie- ningsbesluit op te leggen straffen zijn zwaarder dan die van de Landbouw- Crisiswet 1933. Zoo kan gevangenis straf van ten hoogste acht jaren of geldboete van ten hoogste vijftigdui zend gulden worden opgelegd, waar door tevens preventieve hechtenis mogelijk is geworden. De positie van onze voedselvoorziening eischt, dat de op dit gebied door de overheid vastgestelde voorschriften stipt wor den nageleefd. Zoo noodig zal dan ook niet worden geschroomd, een behoorlijke naleving door toepassing van strenge straffen af te dwingen. '~'t Voedselvoorzien'ingsbesluit heeft, evenals de Landbouw-Crisiswet '33, het karakter van een bevoegdheden- wet. Het zal naast de Landbouw-Cri siswet 1933, welke voorloopig niet wordt ingetrokken, gelden. ER ZIJN GEEN „VRIJE EIEREN'' Indertijd is bekend gemaakt, dat van de kippenhouders wordt ver wacht, dat zij in het tijdvak van 28 October 1940 tot en met 3 Februari 1941 per kip, waarvoor hun voeder wordt verstrekt, tenminste 29 eieren zullen afleveren aan een verzamelaar In het betreffende bericht werd ver- dier medegedeeld, dat het in de be doeling ligt, de iékomstige voeder- toewijzing voor de kippen afhanke lijk te stellen van het inleveren van bovengenoemd aantal eieren als mi nimum. Hetzelfde geldt voor de toe wijzing van het aantal kippen dat ten hoogste op een bedrijf mag wor den gehouden. Tevens werd gezegd, dat de voedertoewijzing voor kui kens verband zal houden met het totaal aantal afgeleverde eieren. Een overeenkomstige mededeeling werd gedaan aangaande de eenden eieren. Naar gebleken is, heeft bovenbe doeld bericht bij sommigen de mee ning doen ontslaan, als zouden pluim veehouders, die meer eieren van hun dieren rapen dan genoemde 20, het meerdere vrij aan iedereen mo gen afleveren en ook wel tegen hoo- gere prijzen dan de erkende verza melaars mogen betalen. Men spreekt in dit verband van „vrije" eieren. De Nederlandsche Centrale voor Eieren en Pluimvee vestigt er daar om nog eens met nadruk de aandacht op, dat een pluimveehouder de eie ren, die op zijn bedrijf beschik baar komen, uitsluitend mag afleve ren aan zijn vasten erkenden verza melaar, die voor alle door hem ont vangen eieren de prijsvoorschriften in acht moet nemen. Indien een pluimveehouder anders handelt, komt hij in botsing met de betref fende wettelijke bepalingen. VOORSCHOTTOEWDZINGEN VAN KAAS. Het Rijksbureau voor de Voed selvoorziening in Oorlogstijd deelt het volgende mede: Zooals bekend, konden handelaren en detaillisten, die niet over voldoen den voorraad beschikken, van de Nederlandsche Zuivelcentrale voor schottoewijzingen ontvangen voor hoeveelheden kaas in overeenstem ming met hun omzet. Aangezien aan degenen, die daar voor in aanmerking konden komen, thans voldoende gelegenheid is gebo den om hiervan gebruik te maken, zijn deze toewijzingen na 15 Januari niet meer afgegeven. Aanvragen, na dien datum in het bezit der Neder landsche Zuivelcentrale gekomen, zullen niet meer in behandeling war den genomen, behoudens in zeer bij zondere gevallen, ter beoordeeling der Zuivelcentrale. Vanaf heden verkrijgbaar in den Boekhandel FIRMA L. J. VEERMAN te HEUSDEN: ingevolge de nieuwe loonbelasting „BEYER'S MODE FüR ALLE". Hoe het restant van onze punten zoo practisch mogelijk te besteden? Natuurlijk door onze kleeding zelf te maken, en dan met behulp van „Beyer's Mode für Alle". U zult bemerken, dat U hiermee een heel eind op dreef komt. Zoo juist verscheen het Januari nummer van „Beyer's Mode für Al le", waarvan de voorpagina ons een sportief loshangend jasje toont, dat van bont of imitatie-bont ge maakt kan worden. Van een stevige mantelstof zal het zeker ook goed voldoen'. PRIJS 5 CENT PER STUK Bekijken we verder het blad, dab zien we nog veel modieuze modellen voor mantels, japonnen, blouses, rok ken, enz. De mantelmodellen zijn zeer vari eer end; zoo treffen we wijde swa gers van effen en geruite stof aan, en getailleerde jassen. Wilt U nog een nieuw japonnetje maken van Uw punten-restant? zult zeker niet teleurgesteld worden als U de reeks van vlotte en mooie japonnen in o ogen schouw neemt, die allen volgens de laatste mode zijn. Al gauw .zult U juist het model vin den, dat U zoekt. Voor zij den japonnen zien we veel gerimpelde lijfjes en rokjes, wat al-, tijd zeer flatteus staat. De sloffen De meid begon te huilen en hield haar boezelaar voor de oogen en dat deed zij nog toen een luid kloppen op de deur gehoord werd. Waite deed open en zuchtte van verlichting toen hij een forschen politieman zag. „Ik ben de inspecteur Larner", zeide deze. „Iemand heeft ons op gebeld, dat de heer Keldrick ver- „Ja", zei Waite met heeschestem. moord is." „Hij ligt boven". De inspecteur L'arner was iemand van een beslist optreden, zonder aar zelen ging hij naar boven en trad de kamer van den heer Keldrick binnen. „Kom u maar niet mee," zei hij over zijn schouder tot Waite, die achter hem aankwam, „alles moet zooveel mogelijk blijven, zooals het is." „Ik ga hulp halen en een dokter," zeide hij, „waar kan ik u vinden als ik 'u noodig heb?" „Op Keldrick's kantoor, ant woordde Waite. „Ik ga de andere di recteuren hiervan in kennis stellen." „Heel goed", zei Larner, „ik kom waarschijnlijk gauw hier terug". De heer Waite verliet het som bere huis ien snelde naar het kan toor. „Mijnheer Keldrick is vermoord," zei hij tegen Stephen Murk. De man antwoordde niet, alleen kneep hij de lippen stijver opeen. Waite hield zich echter heel niet bij hem op, maar snelde naar de bestuurskamer, waar de mede-directeuren hem in verbazing aanstaarden. „Wat is er? Is Keldrick ziek?" vroeg er een. „Vermoord", bracht Waite met moeite uit. Eenige seconden lang zwegen al len, door den schrik waren zij als stom en Waite kreeg het eerst die spraak terug. De politie is er al, zeide hij, zich het zweet van het gelaat wisschend. „De ongelukkige Keldrick is recht door het hart geschoten en ik zal er voor zorgen, dat de persoon, die dat gedaan heeft, aan het gerecht wordt overgeleverd." Een koor van stemmen 'juichte deze woorden toe en iemand zei: „Ja, de persoon moet gevonden worden. Keldrick heeft deze zaak tot zoo grooten bloei gebracht, zoo dat het nu een der beste handelson dernemingen is in het Noorden van Engeland en alleen daarom zou het onze plicht wezen, zijn dood te wre ken. Ik stel voor dat wij de hulp inroepen van Blake, den detective die dien troep juweelend ie ven on langs gepakt heeft. „Maar zou de politie hier dat nu goed vinden?" zei Waite. „Wij moesten nog eens eerst af wachten en de opinie vragen van den inspecteur Larner." Dit werd goedgevonden en nog een half uur zaten de verschrikte directeuren de zaak te bespreken. Daarop werd de inspecteur aan gediend en toen hij de kamer bin nentrad keerden al de directeuren zich haastig naar hem toe. „Wel?" vroeg de heer Waite, „is er iets nieuws?". „Ja," antwoordde de inspecteur, „maar u wil mij eerst een vraag beantwoorden. Welk ambt houdt Geroge Drake in de firma?" „Drake?" Waite keek allen beur telings aan. „Die is hier gisteren weggestuurd. Hij hij „Om hem te spreken was mijnheer Keldrick gisteren avond zoo laat op gebleven," zei de inspecteur met ern stig gelaat. „Kunt u mij zijn adres geven?" „Maar u denkt toch niet, dat Dra ke Keldrick zou vermoorden?" zei Waite vól afschuw. „Ik ken hem heel goed en zoo iets zou hij niet doen." „Het adres", hield de inspecteur Larner vol. „Ik moet weten, wat er gisteren avond tusschen dezen Drake en den vermoorden persoon is voorgevallen." Het duurde niet lang, of hij had het adres, en daarmede in den zak verliet de inspecteur Larner het ge bouw. Hij was er van overtuigd, dat Drake iets met den moord had uit te staan en daar kan men zich niet over verwonderen. „Dat kan niet", antwoordde Waite. Maar de andere directeuren schud den het hoofd. „Als hij onschuldig is kan hij dat gemakkelijk bewijzen," zei een van hen. „Het dient nergens toe nu ©en vergadering te houden, dunkt mij." „Niet voor wij weer bericht heb ben van den inspecteur Larner" zei Waite. De zagk kan best een paar dagen bestuurd worden zonder chef. Ofschoon zij geen vergadering hiel den bleven de directeuren toch in de Bestuurskamer en zij waren er nog toen de telefoonbel luide weer klonk. Waite nam werktuigelijk den ontvanger op en: „Ja, ik ben mijnheer Waite. Wie is n? Inspecteur Larner." Toen zagen de andere heeren dat Waite zeer bleek werd en de ont vanger viel hem uit de hand. „Drake is gisterenavond laat nog naar Londen vertrokken," zei hij met heesche stem. Larner zal hem laten arresteeren. DERDE HOOFDSTUK. Blake stelde blijkbaar veel belang in de courant, die hij aan het le zen was en toen hij die neerlegde, scheen hij diep na te denken. „Zij nemen altijd wat het meest voor de hand ligt," mompelde hij, „en daarmee hebben zij het gewoon lijk mis." „Wat is er mijnheer?" vroeg Tin ker opkijkend uit zijn boek met uit knipsels, die hij nummerde. Blake schudde het hoofd. „Jij blijft altijd even nieuwsgierig, jongen," zeide hij. ,,'t Spijt mij, mijnheer, zei Tinker, „maar als ik niet nieuwsgierig was, dan was ik ongeschikt voor detective! nietwaar?" Blake lachte en keek weer in de courant. „Dat is zoo", zeide hij, „ik zat te denken over dien moord te Leeds, „Hebben zij Drake al?" vroeg Tin ker. „Neen, en zij zullen hem ook wel niet krijgen", antwoordde Blake. „Geef mij den „Herald" eens vatt drie dagen geleden. Tinker gaf de courant en de detec tive las de eerste bladzijde, waar de tragedie van Leeds omstandig ver haald werd. Hij las niet alles, maar een eindje. (Wordt vervolgd). NIEUWSBLAD t T RAVENSWAAY s koffie, thee en tabak

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1941 | | pagina 5