Ploegen en zaaien EINDELIJK,.. MAAIEN Er wordt veel kwaad van hen verteld IK ZAL JULLIE WEL KRIIGEN SADRI. HET UUR IS GEKOMEN „GRAPJAS 9" TOM RADERSMA De eerste boeren. Ze trokken over de vlakten, ze vonden nergens rust. Zij waren ook nomaden en het zwerven zat hen in 't bloed. Maar de grond die riep en wachtte, 't Wachten werd beloond. De zwervende herders gaven ge hoor aan de roep van de aarde en de rus- telooze zwervers werden boerenvolk. Be reid voor hun bestaan te vechten, bereid te vechten met de belovende grond. De brandende vraag. Hoe moesten deze boeren de grond voor bereiden en geschikt maken voor bebou wing? De brandende vraag sindsdien! Men begreep, dat indien men zaad in de aarde wilde brengen, de grond eerst moest worden losgewoeld. Maar hoe? Men nam een stok, waaraan een haakvormige tak was bevestigd. Die trok men door de grond, nadat men de haakvormige tak puntig had gemaakt en gehard in het vuur. Toen het ijzer zijn intrede deed, werd de tak van een ijzeren punt voorzien. Dit was de eer ste verbetering van het eerste landbouw werktuig. De ijzeren punt maakte het om- De grond wordt voorbereid. woelen van de grond gemakkelijker en men kon het werktuig langer gebruiken. Vanzelfsprekend slijt hout, ook al is het in vuur gehard, sneller dan ijzer! Bovendien was het werktuig nu ook te gebruiken als hakwerktuig, wat van groot belang was in streken met geringe regenval. Daar im mers kon de bodem van een bijna ontoe gankelijke hardheid zijn ingevolge uitdro ging. Het hier besproken ploeg-werktuig heeft veel overeenkomst met een land bouwwerktuig, dat thans nog in Neder lands Indië bij de grondbewerking wordt gebruikt. Het is de ,patjol", die zeer veel gelijkenis vertoont met het werktuig van de eerste landbouwers. De eerste ploegen. De eerste ploegen hebben de vorm van een haak en zijn voorzien van een ploeg staart. De aldus gebouwde ploegen werden gebruikt door de Assyriërs en Babyloniërs, terwijl ook de Chinezen dit soort ploegen kenden. Het eerste ploegen was eigenlijk niet meer dan een openscheuren van de grond. De eer van de ploeg. De oude volken zagen in het ploegen een overwinning van de mens op de aarde. Het ploegen werd dan ook zeer hoog geschat. Hoe hoog zal uit het volgende blijken. In China was het gewoonte, dat op een be paalde dag zelfs de keizer de ploeg ter hand nam en een stuk land bewerkte. De Grieken gaven den landbouwer en de ploeg de eer hen van goddelijke afstam ming te beschouwen. Zij hadden een go din van de landbouw: Demeter, en de held Bezyges vereerden zij omdat hij hen leerde een stier voor de ploeg te spannen. De ploeg wordt verbeterd. Toen bleek, dat het eenvoudig open scheuren van de grond niet voldoende was, wijzigden de Grieken de ploegen. Hierdoor ontstond een ploeg, in staat de aardklui ten en graszoden te doorsnijden en om te keren. Weer latêr werden voor aan de ploegboom wielen aangebracht, waarmede de „karploeg" haar intrede deed. De Ro meinen namen de ploeg van de Grieken over. Zij voorzagen de ploeg van een ijze ren ploegschaar en ploegmes, waardoor de ploeg belangrijk verbeterd was. Een voor rondom een stad. Evenals hij de Grieken had ook bij de Romeinen de ploeg een zinnebeeldige be tekenis. Was er een stad gesticht, dan werd rondom de stadsmuur een voor getrokken, zinnebeeld van vooruitgang. Verwoestten de Romeinen een stad, dan werd de grond omgeploegd. Dit beduidde, dat de stad niet meer herbouw mocht worden. De Germaanse ploeg. Hoe de ploeg werd voortbewogen. Oorspronkelijk werd de ploeg door men sen getrokken. Waar slavernij bestond, werd deze arbeid aan de onvrij en toegewe zen. Ook bejaarden, vrouwen en kinderen moesten soms de grond bewerken, terwijl de mannen ten strijde trokken. De Grieken spanden ossen of stieren voor de ploeg en in de middeleeuwen zien wij het paard voor de ploeg. In de 18de eeuw kende men ook meerscharige ploe gen, die dan bespannen werden met 8 a 10 trekdieren. Een indrukwekkend beeld van kracht. Toen kv/am het ogenblik, dat men tracht te wegen te vinden om de dierlijke trek krachten te vervangen door de krachten der natuur. Een poging om de wind aan het voortbewegen van de ploeg dienstbaar te maken, mislukte. Maar men zocht ver der. De stoommachine wordt uitgevonden. Niet lang nadat James Watt de stoom machine had uitgevonden, werd de stoom kracht reeds toegepast in de landbouwbe drijven voor het aandrijven van verschil lende landbouwmachines. Op de ploeg werd de stoomkracht echter eerst toegepast toen de stoommachine verplaatsbaar werd. Een maal zover, volgden de uitvindingen el kaar in snelle vaart op. De stoommachine werd verbeterd door den Amerikaan Blen- kinshop in 1811, door den Oostenrijker Jauer en nog door vele anderen. Al deze ;toommachines reden voor de ploeg. 1846 bracht in het stoomploegen een in- rijpende verandering. Toen werd voor het serst de ploeg door het land getrokken, terwijl de stoommachine op rails langs de akker reed. Hoewel in die tijd zeer opzien barend, bleek deze uitvinding toch niet te voldoen en vond deze wijze van ploegen dan ook geen ingang. De stoomploeg van 1849. Drie jaar later, in 1849, werd een uit vinding gedaan, die meer succes mocht be halen. Hierbij werd de ploeg langs een touw over de akker heen en weer getrokken. Het touw was aan de ene zijde bevestigd aan de stoommachine en aan de andere zijde aan een ankerwagen en werd door een draaiende trommel aan de stoommachine of locomobiel opgewonden. Nadat de staalka bel was uitgevonden, voldeed het systeem zeer goed. Althans in het land van zijn ge boorte: Engeland. Daar buiten heeft zij weinig waardeering gevonden. In ons land is zij slechts in één groot landbouwbedrijf in gebruik geweest. Maar ook de stoomma chine werd weer verdrongen. De motor kwam nu aan de beurt. De motortrekker. De explosie-motor, die veel lichter was en bovendien veel goedkoper, verdrong de stoommachine op zeer besliste wijze. De noodzaak, de ploeg aan een kabel door het land te trekken was nu vervallen. De ben zinemotor werd zo licht gebouwd, dat zij over het land rijdende, de ploeg gemakke lijk kon voorttrekken. Een bezwaar bleek echter de hevige grondpersing. Dit bezwaar werd echter allengs tot uiterste geringheid teruggebracht door het aanbrengen van brede wielen en vooral door rupsbanden. De motortrekker is zeer algemeen gewor den. Akkerbouw in Caesar's tijd en later. De akkerbouw in Caesar's tijd omvatte niet meer dan verbouwing van wat rog ge en haver, afgewisseld met wild grasland. Meerdere jaren bleef het zo liggen. Men liet het eenvoudig aan de natuur over. In de terpen heeft men stroo van granen, kor- „De dag is verstreken, het uur is geko menO Sadri, verkwik mijn vermoeide oren met een stroom van eenvoudige woor den, waarachter gouden wijsheid glanst. O Sadri, laat klinken Uw stem!" „Mijn vriend, welk een genot Uw ver moeide oren te mogen verkwikken met mijn woordengerucht. Mijn vriend, vlei U neder tussen de kussens op deze divan of hurk met mij neer op het tapijt voor gind- sa wonderschone gordijnen. Laat spijs en drank Uw tong strelen. Vlei U neer, mijn vriend en luister Een meubelmaker hield zich onledig met het zagen van een blok hout en zijn ge dachten toefden reeds bij de rustbank, waarin hij het blok hout zou weten te ver anderen. Zo verlangend was hij zijn doel te bereiken, dat hen een wig stak in het hout om het werk van de zaag te verlich ten en te versnellen. Na enige tijd dreef hij een andere wig in het hout en verwij derde de eerste. De zaag gleed met spoed door het blok. De bewegingen van de meu belmaker waren met aandacht gevolgd door een aap en toen de meubelmaker zich In alle legenden wordt er voor de vossen een grote plaats ingeruimd. Zo ook in de Japanse legenden. In de meeste vertellin gen is de vos een sluwe rekel, die iedereen beetneemt, maar in de Japanse vertellingen is de vos een nog erger deugniet! Een deug niet, volgestopt met alle denkbare kwade eigenschappen. Bovendien kunnen de Ja panse legenden-vossen allemaal onmete lijk ver zien. Zij kunnen alles horen, de meest geheime gedachten van de mensen lezen en dan zijn ze ook in staat allerlei zende kruiden en toen liet hij 't vosje lo pen, dat regelrecht naar zijn ouders rende. De man wandelde nog wat in 't bos en ging dan naar huis. Maar toen hij binnentrad, schrok hij van 't bedroefde gelaat van zijn vrouw en wist hij, dat de geneesheer ern stige dingen gezegd moest hebben over de ziekte, waaraan zijn jonge zoon leed- Hij vergiste zich niet. De geneesheer had ge zegd, dat er nog maar één middel was om zijn zoon te genezen: de lever van een le vende vos! Dat was erg, want nu zouden verwijderde omdat andere arbeid hem riep, klom deze snel uit de boom en begon eveneens te zagen. De aap had nauwkeurig de handelingen van den meubelmaker ga degeslagen en gezien hoe deze een wig in het hout had gedreven en er die wig later weer had uitgenomen. De aap deed als de meubelmaker. Hij trok de wig uit het hout, maar dacht er niet aan er een andere voor in de plaats te schuiven, zoals de meubel maker dit had gedaan. De spleet, die de zaag in 't hout had gekerfd, sloot zich dan cok onmiddellijk, maar eerst greep zij nog de lange pelsharen van de aap en nam hem gevangen. De aap schreeuwde van pijn, maar het Verstand verweet hem: „Als ieder schepsel zich houdt aan de taak, die voor hem be stemd is, gaat alles goed. Jouw taak is vruchtenplukken. Waarom grijp je dan naar de zaag? Jij behoort de boomtakken met je handen te omklemmen, waarom omklemden ze dan iets anders? Wie zich zo gedraagt kan niet anders dan onheil ver wachten." Zo sprak het Verstand tot de aap, die bleef schreeuwen tot de meubelmaker te rugkeerde. Deze bevrijdde de onverstandige aap uit het houtblok en gaf hem een duch tig pak slaag. De aap keerde terug naar zijn bossen en gehoorzaamde sindsdien aan de wetten van het Verstand. „Mijn vriend, is het mij gelukt U een kleine verpozing te schenken?" „Sadri, het uur van verpozing was goed door Uw woorden. Sadri, ik zeg U dank." verschillende gedaanten aan te nemen. Die Japanse legenden-vossen, die kun je 't al lerbeste een flink eind uit de weg gaan! Maar een heel enkele legende bestaat er dan toch, waar een paar vossen in voorko men met goede eigenschappen. Die wil ik vertellen, omdat daar sprake is van dank baarheid, die een vossenmoeder er toe bracht het liefste wat ze had af te staan. Ik begin! Op een van de eerste lentedagen speel den twee kleine jongens in een bos. In dat bos speelde ook een klein vosje. De spe lende jongens en 't spelende vosje kwamen elkaar tegen en toen was 't met 't spelen van 't vosje gedaan. Want de jongens had den hem al gauw gevangen en maakten plannen om 't diertje te verkopen. Dat plan hoorde een man, die door 't bos liep om van de lente te genieten. En wie de len te zoekt, heeft géén ongevoelig hart. Toen dan ook die wandelende man van 't plan van de jongens hoorde, vroeg hij dadelijk of hij 't vosje mocht kopen. Hij wilde er wel een halve „bu" voor betalen. Dat is zowat veertig cent. Dat was véél voor een vosje en héél veel voor de twee kleine jon gens. Die gaven 't vosje dan ook gaüw aan den man en gingen dadelijk op weg om wat lekkers voor de halve „bu" te kopen. En de man stond daar met 't vosje in z'n arm en dat vosje, zo klein als 't was, wilde hem zowaar al bijten! Maar de man werd niet boos. Hij keek eens rond en zag in de verte twee grote vossen onrustig heen en weer lopen. Dat waren de ouders van de kleine vos, begreep de goedhartige man en hij dacht er al over de kleine, rode gevan gene de vrijheid ter hergeven, toen hij ont dekte, dat 't diertje aan een van zijn poot jes gewond was. Dadelijk verbond hij 't pijnlijke pootje met grashalmen en gene- ze een levende vos moeten doden, terwille van hun zoon. En de man en de vrouw wa ren beiden goedhartige mensen, maar ze hielden onuitsprekelijk veel van hun zoon. Dusvroegen zij hun buurman een vos senjager op te zoeken, die bereid zou zijn hen een vossenlever te bezorgen. Zij be loofden den jager goed te zullen betalen. De volgende avond trad een vreemdeling over hun drempel. Hij bracht de gevraagde lever en zei, dat hij gezonden was door den buurman. Betaling verlangde hij niet. Wat later kwam de buurman de woning binnen. Hij had niemand kunnen vinden, die de arme ouders een vossenlever zou kunnen bezorgen. Allen in het eenvoudige huis waren toen zeer verbaasd. En allen begrepen: er was iets geheimzinnigs gebeurd. De volgende dag kwam de geneesheer en bereidde de vossenlever op de juiste wijze toe. De zieke zoon van de goedhartige men sen was onmiddellijk weer gezond. 's Avonds echter trad een mooie jonge vrouw hun huisje binnen en zei: ,,Ik ben de moeder van 't vosje, dat door Uw man werd verzorgd en weer vrii gelaten. Uit dankbaarheid voor deze vriendelijke daad' tegenover een kind van 't door U mensen zo zeer gehate vossenvolk. heb ik dit kind, terwille van U w kindgedood. Zijn le ver heeft Uw zoon gered. Mijn echtgenoot was gisteren in Uw huis. Heden bezoek ik U om U te tonen, dat wij U. mensen, toch niet haten. Wij zijn echter, die wij me- t e n zijn." Na deze, .wat onbegrijpelijke woorden, werd de mooie jonge vrouw weer een vos en verdween. Maar niet door de deur. Vossen zijn vreemde dieren en in de Ja panse legenden zijn ze méér dan vreemd! door Hannie Franken. Zoals de Romeinen de ploeg overnamen van de Grieken, zo namen de Germanen haar weer over van de Romeinen. Hoezeer de ploeg ook bij hen in ere stond, blijkt uit een middeleeuws wetboek, waarin het stelen van een ploeg werd gelijkgesteld met een.moord! De Romeinse houten ploeg met ijzeren schaar werd omstreeks het jaar 1000 nog in bijna ongewijzigde vorm gebruikt. Oor spronkelijk volgde de zaaier onmiddellijk den ploeger. Eerst later ontstond de ploeg, die tegelijk zaaide en de voorloper was van de latere zaaimachine. De ploeg in de 18de en 19de eeuw. Eerst in de 18de eeuw werd de ploeg in West-Europa opnieuw verbeterd en sedert de tweede helft van de 19de eeuw zien wij ploegen, geheel uit ijzer of staal vervaar digd, verschijnen. De verbetering van de ploeg is regelma tig voortgegaan. Thans kent men stoppel- ploegen, scheurploegen, bietenploegen, kip- ploegen, wendploegen. drievorenploegen enz Het zaad valt in de voren. reis van haver of tarwe, lijnzaad en dui- venbonen gevonden. Of hier van een „stel sel" sprake is, is niet bekend. Ten tijde van Karei de Grote kan men echter tot op zekere hoogte al wel van een stelsel spreken. Voor de keizerlijke land goederen althans werden reeds bepaalde voorschriften gegeven voor de teelt van de gewassen. De landbouw omvatte granen, de tuinbouw: bonen, erwten, maanzaad, koolrapen enz. In deze tijd kwam in Zuid-Duitsland en Gallië het zogenaamde drieslag-stelsel meer en meer in gebruik. Dit stelsel, waarbij twee jaar graan werd verbouwd, gevolgd door één jaar braakligging met bemesting, was reeds bij de Romeinen bekend. In onze streken bleef men waarschijnlijk de oude Germaanse wisselbouw nog zeer lang trouw. Eerst tem de bevolking zich uitbreidde en men leerde mesten, werd .het mogelijk grotere hoeveelheden rogge als broodgraan op dezelfde akker te verbou wen. Zo ontstond wat men noemt de „eeu wige roggebouw." „Ik zal jullie wel krijgen", siste het strijkijzer en het werd gloeiend van erger nis. Wat hadden die waterdruppels daar tussen het strijkgoed toch voor een drukte op hun bolle lijfjes! Dat rolde en tolde maar door elkaar, alsof er geen strijkijzer be stond! „Wacht maar", pufte het ijzer: „Straks krijg ik je wel! Als ik jullie maar eerst on der m'n bereik heb!" „Hi-hi-hi" gichelden de waterdruppels. „We zijn al lang in de lucht verdwenen voor jij de kans krijgt ons helemaal op te drogen! Hi-hi-hi!" „Eva! Eva! Eefje, waar zit je dan toch? Open en dicht klapten alle kamerdeuren, maar Eva bleek nergens te zijn! Nu, besloot haar moeder, dan zit ze zeker hoog en droog op haar eigen kamertje, want haar fiets staat in de gang en een Eva, die op een vrije middag weg gaat zonder fiets, als 't zulk mooi weer is, dat bestaat niet! Bo vendien was 't nu bijna drie uur en Eva had beloofd om drie uur te komen strijken. Dus klom moeder de "drie trappen maar op naar Eva's kamertje. Dat enig-leuke ka mertje, dat Eva's heiligdom was. En jawel, daar zat de jongedame! Met voorrode wan gen en zo verdiept in een boek, dat ze niet eens hoorde, dat de kamerdeur werd ge opend. „Evatje, dat heb je beloofd?" vroeg moe der een beetje verwijtend. „O, mams, dat boek, TJ weet wel, dat van m'n verjaardag, is zoooo spannend „Dat je er mij helemaal door vergeet!" Eva haastte zich naar beneden, 't Was waar, ze had afgesproken: „can drie mjy. kcm ik U helpen" en moeder had er haar niet eens om gevraagd. Ze had 't uit zich zelf gezegd en nu zat ze tien minuten over drieën nog met haar boek! Wat je beloofd had, moest je doen, vond Eva en ze gaf 7 .bh zelf een standje. „Gelukkig", blies 't strijkijzer. „Nu zul len die natte druktemakers daar in de strijkmand wel gauw bedaren" en het schoof zich een beetje dichter naar Eva toe. Hoe eerder die begon te strijken, hoe vlugger het die huppel-druppels kon laten verdampen. Het ijzer schoof zich nog wat dichter naar Eva's handen toe, maar die begreep niets van de haast van 't ijzer en dacht, dat 't vallen zou! Ze greep 't nog net, toen 't al voor de helft buiten de strijk plank stond, maar 't ijzer dacht niet aan vallen; 't ijzer wilde alleen maar zo gauw mogelijk de druppels te lijf! Maar het moest nog even geduld hebben. Eva ging eerst eens uitzoeken wat ze wel zou gaan strijken. De zakdoeken kwamen het eerst aan de beurt. En nu kreeg het ijzer z'n kans! „Pss! pss! pss!" siste het. De druppels vlogen de zakdoeken uit als kleine wolkjes stoom. Het ijzer genoot! Maar tevreden was het nog niet. Want de waterdruppels gingen wel op de vlucht, maar dat gebeurde al tijd als het ijzer in aantocht was, maar vandaag moesten de druppels eens echt ge straft! Dan zouden ze 't voortaan wel la ten zo in de strijkmand te rumoeren en 't deftige ijzer in zijn rust te storen! Het ijzer moest en zou een paar waterdruppels vernietigen, ze geen kans geven als damp in de lucht te komen. „Zou de prins dat arme, kleine herderin netje nog "terugvinden? Die prins op dat prachtige paard? En hoe zou 't verhaal verder aflopen? Vanavond ging ze vast weer verder lezen!" Dat waren Eva's gedachten en ze dacht helemaal niet aan 't strijkijzer en ook niet aan de zakdoeken! „Psss-pss-pss!" „Hi-hi- hi!" „Wat was dat nou?" dacht Eva, maar maar.'t was al te laat! In 't fijne kanten zakdoekje was al een gat gebrand! Verschrikt trok Eva 't snoer van 't ijzer uit 't stopcontact. Dat ijzer was veël te heet geworden, en dat alles kwam door dat boek! Opeens was 't boek vergeten en een uur later lag al 't strijkgoed keurig netjes in de mand. Maar toen moeder Eva een pluimpje gaf, vertelde Eva haar van de verbrande zakdoek en ze vertelde ook hoe dat gekomen was. „Ik dacht nog steeds aan dien prins en dat herderinnetje. Mams, bent U heel erg boos?" „Neen", zei moeder, „want ik weet ze ker dat gebeurt immers geen tweede keer meer?" „Neen, mams, dat vast niet!" De strijkmand stond in een hoekje. Daar binnen was 't muizestil. In de kast stond het ijzer en.glom van genoegen? Dat zou je zo denken, maar dat is helemaal niet waar. Zeker, 't ijzer had de waterdruppels „gekregen"! Een paar had het helemaal verdamr>+ ond'31" z'n gewj'rh+ En de zak doek haa daaraoor een gat geKregen. Maar bet had geluisterd naar de stem van de Haat en daarnaar gehandeld. En een over winning, die je behaalt door een haat-daad, daar is nu alle aardigheid af! En als een strijkijzer dat nu al ondervindt, dan hoe ven wij aan zo iets helemaal- niet te be ginnen, want dan zouden we ons later geen raad weten van spijt! Je hebt van die cijfers, die er o zo on schuldig uitzien, maar die van die streek- jes hebben, die je nu helemaal niet achter hen zou zoeken. Daar heb je nu de „9". Op 't oog, een gemoedelijk nulletje met een krulstraat. Maar pas op! Hij heeft meer in z'n mars! Hij is een grapjas en dat niet alleen. Hij weet je bovendien aan 't reke nen te krijgen. Dat zal ik je laten zien. Neen, ik laat 't niet zien, je moet 't zélf uitrekenen. Vooruit! Een vel papier en een potlood en dan kunnen we begin nen. 't Volgende getal: 12345679 moet je vermenigvuldigen met 9. Daarna 't zelfde getal met 2 X 9 is 18. Dan met 3 x 9 of 27. Vervolgens met 36, 45, 54, 63, 72 en 81. Wat er als uitkomst te zien komt, zal zeker op je lachspieren werken. Want als je verme nigvuldigingen kloppen, dan moeten déze uitkomsten op je papier staan: 111111111 222222222 333333333 444444444 555555555 666666666 777777777 999999999 Nou? is de 9 een grapjas of niet? En kjijgt hjj je niet &aji 't rekenen?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1941 | | pagina 4