TWEEDE BLAD X. Overal verkrijgbaar! KOFFIE, THEE EN TABAK De Beste sinds 1760!! Vrijdag 16 Mei 1941 No. 6159 OiHciëele Berichten Buitenland FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE ROTS N.V. v /h M Ravenswaay Zonen QORKUM. Rheumatische pijnen BEHOORENDE BIJ HET VOOR HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA, DE LANGSTRAAT EN DE BOMMELERWAARD Het Rijksbureau voor de Voedsel voorziening in Oorlogstijd maakt be kend, dat de Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij een tweetal besluiten heeft uitge v aard igdw a ar in beperkend e regelen zijn gesteld ten aanzien van Üen handel in voor de slacht geschik te schapen en runderen. Het verhandelen ein afleveren van alle voor de slacht geschikte schapen en alle voor de slacht geschikte run deren, welke van een zoodanige kwa liteit zijn, dat zij bij classificatie zou den worden ingedeeld in een van de klassen AA, A of B, is verboden. De slachtschapen en AA, A en B runderen mogen alleen verhandeld en afgeleverd' worden aan door de Neder 1 andsche Yeeh ouderij centrale erkende markt veehandelaren Ier le vering aan de Nederlandsche Vee- li ouderij centrale met gebruikmaking van de daarvoor bestemde opgave- k aarten. In uitzonderingsgevallen bestaat de gelegenheid ontheffing te verkrijgen van de in bedoeld besluit gestelde verbodsbepalingen. Men wende zich daartoe tot den Provincialen Voed sel commiss a ris of tot die Nederland sche Veteh ouderij een traile De aandacht van belanghebbenden wordt er nog op gevestigd, dat niet alleen het le koop aanbieden enver- koopen, maar ook het koopen van de slachtschapen en van de slaclit- runderen van de klassen AA, A en B verboden en dientengevolge straf baar is. Het Rijksbureau voor de voedsel voorziening in oorlogstijd breng het volgende ter kennis van de belang hebbenden Zooals reeds in een persbericht van 26 Maart 1941 werd medege deeld, zou het z.g. bewaarloon, ten bedrage van 3 ct. per 100 kg p. week, dat aan de telers van 9 Sept. 1910 af bij den aankoop van akkerbouw producten is uitgekeerd, ten aanzien van karwijzaad met ingang van 31 Maart 1941 en ten aanzien van gra nen, boekweit en peulvruchten met ingang van 28 April 1911 niet meer worden uitgekeerd. In aansluiting op het bovenstaande wordt thans bekend gemaakt, dat de bovenstaande regeling nog in zoover re wijziging heeft ondergaan, dat op 28 April ook het bewaarloon voor alle zaden is opgehouden. Officieel wordt bekend gemaakt Na de ontwikkeling van den oorlog in het Oosten der Miiddellandschlei Zee moeten in dei toekomst ook ger- vechtshandelingen der Duitsche strijdkrachten op de Roadie* Zeei ve,ru wacht worden. 'Ieder schip, dat dit, daarmede tot operatiegebied gewor den, zeegebied bevaart, stelt zich bloot aan vernietiging daor mijnen en ande e oorlogsmidde'en. De Duitsche regeering waarschuwt derhalve dringend voor het bevaren van het in gevaar gebrachte gfebied, dat als volgt is begrensd: Het noordelijk doel van de Robde Zee met inbegrip van de Golf van Suez en He Golf van Akaba tot aan den noordelijken keerkring. Uitge zonderd b'ij ven de territoriale water ren van Saoedie Arabië. Een regeling voor het bevaren van het genoemde operatiegebied door speciaal gekenmerkte pelgrimschepen blijft voorbehouden. De Fransche ambassadeur, Henry Haye, heeft een onderhoud gehad met den onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken Sumner Welles Na deze bespreking deelde hij mede, dat de Amerikaansche regeering toe stemming heeft gegeven tot den aan koop van twee scheepsladingen tar we voor Frankrijk. Indien de situ atie zich niet wijzigt kan Frankrijk voortaan maandelijks twee scheeps ladingen tarwe koppen. Wat beteekent de naam .waard", uiterwaard? Wie de Nomina Geographica Neer landica opslaat, zal daar lezen, dat het oude woordwarid, werid betee kent: eiland in een rivier. In het oudnederl. komt voor we- rith en werd, war ad, werod, weard met de beteekenis kust, oever. Verder staat er: In de Geldersche plaatsnamen vinden wij dezelfde vor men. De beteekenis is hier meest: in gedijkt land, doch ook eiland, zoo als in „Bommel,erwaard". 'i ftrwrwgii-. wyiriafSiAtf- Tt V b J~ i'. Dr. Beekmans beschouwing over deze vormen, zegt daarvan, dat deze uitdrukking minder ju:st is. Al is 's-Hertogenbosch een stad, dan be teekent „bosch" niet „stad". Zoo is het ook hier gesteld. De meeste waar den in Gelderland bestaan thans wel voor het grootste gedeelte uit land, dat bedijkt is geworden, maar daar om beteekent „waard" niet „inge dijkt land". De Tielerwaard, de Bom- melerwaard, enz. heeten niet alleen zoo, voor zoover de binnendijksche gedeelten beLneft. Wel zijn de meeste buitendijksche gronden of uiterwaar den langs den Boven-Rijn, Rijn, Lek en Waal omkaad, maar voor het be grip „waard" is zulk een omkading toch blijkbaar geen vereisehte, want de uiterwaarden langs den IJssel b.v. hebben geen kaden, evenmin als die langs de X^irig-e en sommige langs de Maas. In de Nom. Geogr. Neerl. staat dan verder: Uit de benaming uiterwaard of ter weerd, het buiten den dijk gelegen land, zal men mogen opma ken dat onder de weerd de dijk, de beschutting verstaan wordt (vgl. ook de weerd, de bemuurde weerd te Utrecht voor de dijk langs de Vecht even beneden de stad). Dus weerd is niet eiland en oe verland, maar dijk? In „uiterwaard" beteekent waard, zegt Dr. Beekman verder, niet „dijk". Zoo zou men op dezelfde wijze kunnen afleiden, dat in „uiterland" en „uitergors", die in oude stukken veel gebruik werden „land" en „gors" de beteekenis van dijk hebben. Deze werden echter ge bruikt voor buitendijksch land en buitendijksch gors en zoo beteekent uiterwaard een uit, buiten, d.i. bui tendijks gelegen waard. Beteekenis van waard is dus; het aan een rivier gelegen land, of, als men wil, het tusschen twee rivieren grootendeels of geheel door water omsloten land. Dat zeggen ook Van Heussen en Van Rijn in hun beschrijving van het Utrechtsche Bisdom, waar het heetDe vierde voorstad is de Weert of de Waart, zijnde aldus genoemt, omdat het van ouds door den Rhijm tot een waart of eyland is gemaakt. Bij Utrecht ontstond op die Weerd of Waard buiten de stadsvesten een voorstad. In oude stukken wordt ge sproken over burgers, die daar woon den. Toen men later een deel daar van met muren ging omringen, difl bestemd waren voor de verdediging, ontstond de naam Bemuurde Weerd, die later door wallen en grachten werd omgeven. In overeenstemming met de oor spronkelijke beteekenis van „oever land", kortien, waard, weerd, enz door alle eeuwen heen en nog tegen woordig voor .als gronden die aan het water zijn, gelegen, of die hee- lemaal of tenrrjineté 'voor het grootste gedeelte door hpt wdter zijn inge sloten. Dit is dus de hoofdebeteekenis. In verband nu met de geographi- sche ligging komen meerdere scha keeringen voor. Zoo beteekent in Tielerwaard, Bommelerwaard, A1 bla sserw aard enz. waard: landstreek, geheel of ten deele door rivieren omsloten. Het Grafelijk Handvest (1303)luid de: Item in elcken waert salmen hebben eenen Dijckgrave, die inden waert gegoet is tot drie hondert pont Hollandts of daer boven, bee ren gelts. Met uiterwaard of buitenwaard worden aangeduid stukkien lands, bui tendijks onmiddellijk langs de groote rivieren gelegen, en meestal omkaad. Deze beginnen al langs den Boven- Rijn en den Ouden Rijn langs Lo- bith, b.v. 's-Gr,avenwaard, de Gel dersche Waard.' Deze volgen de Waal, Rijn, Lek, enz. Langs de Maas liggen weerden of waarden van boven Maastricht tot Loevestiein en ook hier en daar langsi het Oude Maasje. Zoo ligt het dorpi Heeremwaarden op de onbedijktiei strook grond tusschen Maas en Waal. Wanneer in oude tijden in den stroom een stuk grond was opgeko men, zoodat het door een kil of geul was afgescheiden van den oever, dan werd dit een middelwaard of mid- delzand genoemd. Soms bestond er eenig onderscheid tusschen deze beide benamingen. Volgens de Geldersche en andere walerrechlen bedoelt men met mid- delzand meer opkomende platen of zanden in de rivier, met middelwaard meer een bestaand eiland, dat be groeid of bckaad kon zijn. Heit was dan meer een kleiachtig eiland waar schijnlijk. Zoo vinden we langs de oevers van Lek, Maas, enz. nog ve le „middelwaarden", die nu soms door verlanding der scheidende geul aan den oever vast zijn, en dus fei- Ja, dat heeft Mitchel gezegd. Aan u Neen, ik heb hem niet gezien. Maar Sims, die in het kommiezen- huis was, toen Mitchel er ook kwam, heeft mij verteld, wat hij gehoord had. Ja, dat is zoo, de vloed heeft zijn lichaam meegesleept en nu gaat men aan het zoeken. De kommies en zijn kameraad gin gen daarop de herberg uit. De ver toornde blik yan den knecht zette hen alles behalve op hun gemak. Ravensbird ging nu op den kastelein af en vroeg: Wat weet gij van die zaak, Hawthorne? Daar gij achter het scherm stond, weet gij er evenveel van als ik, Ravensbird; Dubber is de eer ste geweest, die er mij van gespro ken heeft. Gij hebt hem, door u plot seling te vertoonen, even als mij ook, verschrikt. Ik dacht dat gij nog in uw kamer lag te slapen. op; Ik ben al een half uur wat denkt gij van dat alles? Wat wilt gij dat ik er fan denk? Het verwondert mij ten hoog ste. Kapitein Dane had geen vijan den, hij was goed voor ledereen; zijn twist met u heeft mij verbaasd, omdat ik hem nog nooit driftig ge zien heb. Hij was boos en ik ook, zie daar alles. Waar is mijn hoed? Ik ga eens hooren wat er waars is in die historie. Hij verliet de zaal om naar zijn kamer te gaan en bijna op hetzelfde oogenblik kwam Bent, het hoofd der dorpspolitie binnen. Hij wierp een vluchtigen blik om zich heen en zei- de vervolgens tot den kastelein: Goeden morgen, Hawthorne; gij hebt Ravensbird bij u gelogeerd, nietwaar? Is hij te huis? Hij was hier nog een oogen blik geleden, mijnheer Bent. Hij is naar zijn kamer gegaan om zijn hoed te halen. Hij wil uitgaan om al die bijzonderheden te vernemen van den treurigen dood van kapitein Dane, dien Dobber mij is komen vertellen. Ik ben er nog van ontsteld. Bent ging bij de deur staan, met den rug tegen den muur. Van daar kon hij de geheele zaal overzien en kon ook niemand door de achter deur ontsnappen, zonder dat hij hem opmerkte. Een mooie morgen, Ravens bird zeide hij tot den knecht, toen deze terugkwam. Zeer mooi; ik ga eens naar buiten om er van te genieten. Luister eens een paar minu ten. Ik moet u spreken. Nu niet hernam Ravens bird ongeduldig. Men moet altijd het juiste oogen blik uitkiezen hernam de politie agent, terwijl hij de hand legde op den schouder van den knecht; blijft staan, verroer u niet, ik moet u in hechtenis nemen. Ravensbird keerde zich driftig om en riep: Met welk recht? Wat moet dat beteekenen? Wees bedaard en verstandig, gij zijt mijn gevangene, alle weer stand zou vruchteloos zijn. De knecht wilde echter niet be daard zijn en hij verzette zich tegen den agent. Zijn weerstand was inder daad vruchteloos. Bent had hem in een oogwenk de boeien aangedaan. Het dwaaste wat een mensch doen kan is, dat hij zich verzet te gen de politie, als zij haar plicht doet merkte de heer Bent op een raadgevenden toon aan, als sprak hij met een vriend. Lord Dane heeft mij gisteren avond gelast om u in hech tenis te nemen. Ik had terstond het huis in rep en roer kunnen brengen, maar ik heb liever willen wachten tot van morgen om op mijn gemak tot de arrestatie te kunnen overgaan. Gij begrijpt dat ik bij wijze van maatregel van voorzorg van nacht twee mannen voor het huis de schild wacht heb laten houden. Lord Dane is geen rechter en kan geen last geven om mij in hech tenis te nemen hernam de knecht. Bent glimlachte even en zeide ver volgens Bezoldigd rechter is hij niet, maar hij is lord-luitenant van het graafschap. Bemoei u toch in vre desnaam niet met het recht dat lord Dane heeft om u te arresteeren, Ra vensbird. De knecht, die inmiddels wat be daarder was geworden, hernam: Mijnheer Bent, wanneer ik mij verzet heb tegen de politie, dan is het niet geweest om de reden, die gij meent dat ik er voor zou kunnen heb ben; en het bewijs daarvan is dat ik juist wilde uitgaan om het een en ander te hooren van. den aanval, waarvan kapitein Dane het slacht offer geworden is. Ik wensch de waarheid te weten; ik heb nog bij zondere redenen, waarom ik zoo spreek, en ik had wel tien pond gegeven, zoo gij mij niet hadt tegen gehouden. De politie-agent kuchte met een veelbeteekenend kuchje, als wilde hij zeggen: niet kwaad, niet kwaad; maar mij fopt gij niet, guit! Hij twij felde er niet in het minste aan of de man, die den kapitein had ver moord, was dezelfde, als dien hij voor zich had. Het spijt mij dat ik u niet mag loslaten, Ravensbird. Wezenlijk, dat plannetje is aardig verzonnen; 't is jammer dat ik zoo'n oude vos ben. De knecht kieek zijn bewaker scherp aan en zeide toen op vast beraden toon: Al zijt gij ook nog zoo'n oude vos, ik zeg u, dat gij door mij te ar resteeren, de hand geslagen hebt aan een onschuldige. Ik zweer u dat ik' tot op het oogenblik, waarop Dubber hier is gekomen en mij den dood van den kapitein heeft medegedeeld niet anders wist of mijn vroegere meester was zeer welvarend. Kom, kom, geen eeden, zoo gij' niet wilt, dat zij tegen u worden gekeerd antwoordde Bent kortaf. Ik ben niet gewoon om de positie van mijn gevangenen nog te verzwa ren, maar wanneer zij het er op toe leggen, om allerlei leugens te ver zinnen, dan moet ik er wel aantee- kening van houden. Het beste wat gij doen kunt, is dat gij den mond houdt tot gij voor lord Dane ver schijnt. Volg dien vriendschappelij- ken raad. Die raad scheen Ravensbird zon der twijfel goed toe, want al zweeg hij ook niet, hij sprak toch niet meer van hetgeen hij voornemens was te doen toen hij gearresteerd was. (Wordt vervolgd). NIEUWSBLAD SLACHTSCHAPEN Ei\ SLACHT- 1 RUNDEREN. BEWAARLOON VOOR ZADEN. ROODE ZEE OORLOGSGEBIED. GRAAN NAAR FRANKRIJK. T~ Door hun pijnuitdrjjvende werking helpen hierbij altijd veilig en vlug als geeD ander een poeder of cachet van Mynhardt te Zeist. Mjjnhardt's Poeders per stuk 8 cent. Doos 45 cent. Cachets, genaamd ,Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 cent. RAVENSWA AY's 13.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1941 | | pagina 5