TWEEDE BLAD
Vrijdag 19 September 1941 Ho. 6195
REGEERINGS-KOFFIESURROGAAT
Daarom
CEHTT
f
Ravenswaay's „SUGOKoffiesurrogaat
FEUILLETON
Rondom de nieuwe
Belastingen.
k Overspannen?
PER 250 ORAM
HET SCHOT IN
DEN NACHT.
BEHOORENDE BIJ HET
van JAN DE HARTOG.
*N^/ Het boek, dat thans de belangstelling heeft
van het geheele Nederlandsche Volk, is ver
krijgbaar a f 4.70, franco per post f 4.95.
BOEKHANDEL FIRMA L. J. VEERMAN - TEL. 19 - HEUSDEN
XVIII.
Inkomstenbelasting.
'Afschrijvingen.
Betr. het systeem afschrijvingen,
zij opgemerkt, dat de thans zijnde
regeling wiel wat soepeler is, dan die
onder de oude Inkomstenwet. De af
schrijving op de aanschaffings- en
voortbrengingskosten kan telkenjare
bepaald worden in verband met clen
tijdsduur.
Een belastingplichtige, die bijv. is
begonnen op een bedrijfspand tel
kenjare 2 procent af te schrijven (en
dus hiermede een gebruiksduur van
50 jaren aangenomien heeft, kan bijv.
na een jaar of 20 tot andiere inzichten
en tot de conclusie zijn gekomen (ojp
te verdedigen gronden) dat dit pand
nóg maar 10 jaren zal meegaan.
In die laatste 10 jaren mag hij
dan ook zijn afschrijvingspercentage
van 2 op 6 procent brengen.
Zou hem, op grond van art. 9,
lid 2, gelukken aan te toon en, dat
de bedrijfswaarde van dit bedrijfsr
pand (laten wij stellen een "fabrieks
gebouw) lager ligt dan de aanschaf-
fingskosten, verminderd met de af
schrijvingen, dian zal hij daarmede
met de veixlere afschrijvingen zeker
rekening moeten houden.
Bij het systeem van winstbepaling
zonder regelmatige boekhouding
(schrijver brengt hierbij nog eens
nadrukkelijk naar voren, da,t het ont
VOOR HET LAND VAN
HEUSDEN EN ALTENA,
DE LANGSTRAAT EN
DE BOMMELERWAARD"
breken van een regelmatige boekhou
ding vrijwel altijd funest en ten na-
deele van den belastingplichtige is)
is de bepaling in lid 6 van art. 12
anders dan vroeger in art. 11 der
oude wet.
Bij aanschaffing van een machine,
die langer dan een jaar zal mede
gaan en waarop niet wordt afgeschre
ven, wordt niet de aanschaffings
prijs zooals in het oude art. 11 ge
bracht tot de bedrijfskosten in het
ka'enderjaar van aanschaffing, maar
tot de kosten in het kalenderjaar
van afschaffing. Dit is dus op een
geheel ander moment.
"Agrarische bedrijven
In art. 18 van de nieuwie wet leest
men wat onder agrarische bedrijven
wordt verstaan.
Dit zijn Akkerbouw, tuinbouw,
fruitteelt, bloembollenteelt en boom-
kweekerij, veehouderij1, vetweiderij en
pluimveehouderij, alsmede binnenvis-
scherij en vischteelt, nevenbedrifven
van den landbouw, met inbegrip van
de jaent, indien het jagen met het
uitoefenen van een landbouwbedrijf
in verband staat en het gebruik van
de eigen woning, indien dit met Üe
uitoefening van een landbouwbedrijf
rechtstreeks verband houdt.
De landbouwer zal dus mogen af
schrijven op het gfeheele gebouw voor
zijn bedrijf in gebruik, dus ook, zoot-
als schrijver reeds in art. XVII van
deze slerie vermeldde, op het gfedeel-
te, bestemd voor eigen woning.
Waarom deze onderscheiding', zal
men onwillekeurig vragen. Dit is in
verband met een nog komende en te
verwachten hieffing op de winst van
niet-agrarische bedrijven.
Hie.foij wil schrijver nog wijzen
op de quaestie waardeveranderingen
van objecten. In het algemeen ko
men deze wel als winst in aanmer
king, daar bij verdwijning van een
fcedrijfsobject (terreinen, gebouwen
e.J. ui: het bedrijfsvermogen tegen
een prijs of vergoeding boven de
waarde, waarvoor het te boek staat,
winst wordt gemaakt.
Ten opzichte van gronden behoo-
ende tot een agrarisch bedrijf is
dit niet het geval, tenzij de waar
devermeerdering is ontstaan in de
uitoefening van het bedrijf. De land
bouwer1, die een stuk grond verkoopt
voor' f 9000.dat op zijn balans
voorkomt voor f 5000.mag «bij de
berekening van zijn winst over het
kalenderjaar waarin hij dit verkoopt,
de waardevermeerdering van zijn be
drijfsvermogen met "f4000.vermin
deren, wannleer die f 4000.meer
waarde niet is ontstaan door landvier-
be tering.
Volgens schrijvers inzichtfen zullen
evenvfel in de praktijk nog wel mó'ei-
lijkhieden zijn tie verwachten, die tot
verschjl van inzicht van belasting
dienst en belastingplichtigen kunnen
leiden.
Het komt schrijver voor, dat in
de strekten, waarin dit Nieuwsblad
gelezfen wordt, juist het hi er voren
vermelde punt van vèel belang "kan
zijn en men moglelijk hierover van
deskundige zij die nog extra voorlich
ting zal noodig hebben.
l J Z>zri44£v4a&{jztteti
^rïïïaken U weldadigTtalm. Buisje 75ct.
Dividend-beperking en 'Super
dividend-belasting.
De opziet "in dieze regeling is de
maatschappijen die hoogtere dividen
den uiketeren dan 6 pet. er toie te
beweglen de zichtbare reserves, voor
zoover die mteer dan 10 procent van
het kapitaal bedragen, te kapitalisee-
ren door middel van het .uitgeven
van z.g. bo.nus-aandeelen. Gaat zulk
een maatschappij daartoe over, dan
moet echter 10 procent van het be
drag, waarmede het kapitaal wordt
verhoogd aan den fiscus worden af
gedragen, zoolang die verhooging
niet meer dan 100 procent yan het
bestaande kapitaal bedraagt. Gaat dit
boven de 100 procent docht blijft het
onder de 200 procent, dan wordt dit
15 procent heffing en boven de 200
procent wordt het een heffing van
20 procent.
Bovendien zullen de reserves, die
op deze wijze worden gekapitali
seerd en voor zoover daarover nog
geen winstbelasting is betaald, aan
deze heffing worden onderworpen
doch tegen het oude tarief van de
thans ter dele zijnde dividend- £n
tantième-bel as ting t.w. 11 xf2 pet.
Nog diene even naar voren te wor
den gebracht, dat een absoluut yer-
bod om meer clan 6 procent uit te
keeren geldt voor die gevallen, waar
in het dividend over 1939 6 prooeint
of minder heeft bedragen.
Zelfs, indien men de Superdivi-
dendbelasting nog zoo gaarne zou
willen betalen, is het niet geoorloofd
boven de 6 procent uit te gaan bij de
maatschappijen, "die in 1939 6 procent
of minder uitgekeerd hebben.
Slechts een uitzondering is er nl.
voor die maatschappijen ,die in 1940
meer hebben uitgekeerd dan 6 pro
cent in zulk een geval is een der
gelijke maatschappij niet in overtre
ding, indien zij het halve jsuperdiijv.
belastingtarief betaalt, of wel haar
dividend op niet meer dan .6 procent
kapitaal zoodanig verhoogt, dat het
van het verhoogde kapitaal komt.
Heeft een maatschappij over 1939
meer dan 6 procent uitgekeerd, ,dan
mag zij over 1940 en volgende ja
ren wel dividenden betalen, welkjó
over eenig bepaald jaar gelijk .zijd
ten hoogste aan het dividend), van
1939, doch zij moet of superdividend
belasting betalen of haar kapitaal
verhoogen.
Maatschappijen, die over de laat
ste drie boekjaren, waarvoor dezie
beperking niet gold, gemiddeld meer
dan 7 procent hebbeen uitbetaald aan
dividend, kunnen volstaan met beta
ling van 50 procent van dje super)-
dividendbelasting, zoolang de uitkee-
ring niet meer( d,an 8 procent beb
draagt. -
Men ziet, dat hierin veel .verscho
len ligt, en menig fiscaal vraagstuk
deskundig zal moeten word'en opf-
gelost.
Liquidatiebesluit 1941 N.V.'s.
Bij de N.V.'s staat nog .te wachten
een Vermogensbelasting, terjwijb ook
nog wel zal kojnen een beffing iopj
vroeger geaccumuleerde winst, die!
op de z.g. fiscale overgangsbalans
als reserve gecreëerd is. Door ,de'
Winstbelasting, etc. is thans éigenj-
lijk een einde gekomen aan de vroet-
ger zoo fiscaal gunstige positie van
een N.V. Dit is in feite thans zoover
gekomen, dat voor deze vorlmenvan
zakendoen, dus voor deze rechtsper
sonen nog alleen maar daarj plaatsl
is, waar hij, ondanks de zware fis
cale lasten, om andere voordeelen
dus, die hij biedt, niet gemist kan
worden en alle andere gevallen tot
absolute verdwijning middels liqui
datie zal leiden. Men heeft nu de
N.V. vrijwel in dezelfde mate belast
als de natuurlijke personen en dit
heeft automatisch tengevolge, dat de
natuurlijke personen, die zich van;
de rechtsvorm N.V. bedienen, dub
bele belasting krijgen te i betalen1,
waarvoor nu bepaald geen directe)
animo bestaat.
In feite dus ditAlle N.V.'s uit
sluitend of in hoofdzaak opgericht
om fiscale redenen zull,en du,s sterk
de neiging vertoornen om ten spoe
digste te verdwijnen ein dus terug)-
GEMENGD MET KRACHTIGE KOFFIE is de
allerbeste samenstelling welke U kunt verkrijgen.
is Ravenswaay's „Sugo" Kofhesurrogaat het beste vervangmiddel voor
Koffie, want, Ravenswaay's „Sugo" Koffiesurrogaat is geheel volgens
regeerings-samenstelling bereid, en dus met echte Koffie vermengd
Vraagt Uw winkelier om
Beter Koffie surrogaat kan hij U niet leveren. Overal verkrijgbaar.
N.V. v/h M. Ravenswaay Zonen, Gorkum.
48. i i I
„Maar Egon, in vredesnaam, waar
ben je toch?" riep He gravin, die
haar neef overal gezocht had. „Car
milla Duve zei mij; tzioo juist in het
voorbijgaan, dat ik je hier zou vim-
den. Waarom trek jij je toch opi zoo
opvallende wijze uit het 'gezelschap
en in mijn boudoir rterug? Je bent
toch ook ceremoniemeester en
de jonge meisjes uit Grooss Böschau
willen op den vijver varen onder verV
lichting van Bengaalsch vuur. -Mijn
hemel, wat scheelt je? Je rolt zoo
vreeselijk' met de ©ogen en zet een
gezicht, alsof er je iets vreeselijks
i& overkomen."
„Er is inij ook iets overkomen,
tante. Camilla 'Duve heeft mij afge
wezen, hier 'op deze plaats, waar ik
nu sta, 'nog geen vijf minuten gelei
den. Dip 'aartskokiette dat gansje,
dat zonder 'de erfenps vian den ©ui-
den dwazen baron Clemens "haar le
ven lang 'aan de schrijfmachine had
moeten zitten die
Hij hield 'op met een dringen
de bewleging Van de hand leg)de de
gravin hem 'het zwijgen ©pj. 'In den
tegenover haar hangenden spiegel
had zij 'kunnen waarnemen, dat Pa
trick binnen gekomen was; hij had
de snel op elkaar en'in woede ud|tf-
gestooten woorden van den graaf
moeten hoor en.
Patrick trad op Egon toe en zei
bedaard „U moet mij satisfactie ge
ven, graaf Alten'bach, voor de bek
leed igende wijze, waarop u zoo juist
over freule von Duve heeft gespro
ken. Het spijt mij1, dat ik ©p het
oogenblik geen rijzweep' bij mij heb,
maar u kunt aannemen, dat, ik u
daarmee getuchtigd zou hebben."
„Om godswil, geen schandaal!"
jammerde de gravin. (,,Ziet u 'dan
niet, waarde baron, dat Egon voor
zijn dwaze, onbedachte woorden niet
toerekenbaar is? Camilla, dat lieve
kind, heeft hem zooeven afgewezen,
en nu is hij geheel van streek. Hij
heeft nooit champagne kunnen ver
dragen ik heb hem voor tafel npg
gewaarschuwd, niet te veel te, drin
ken, maar het heeft niets geholp|en.
Ik smeek u van ganscher harte, mijn
waarde baron, neem de zaak niet te
zwaar op. Het gaat toch werkelijk
niet dat ziet u; toch zielf in
Egon is ontoerekenbaar een
schandaal moet vermeden worden".
Patrick boog beleefd voor de opj-
gewonden oude dame. „Na wat er
zoo juist is voorgevallen, mevrouw
de gravin, zult u begrijpen, dat ik in
alle stilte 'pw gastvrij 'hpig vterlaat.
Ik heb de eer p te groeten, mevrouw
de gravip".
Aan een der bedienden gaf hij
last zijn rijt,pig te besttellen en he,t
aan het hek Van bet pjark te laten
voorkomen, niet voor. het huis. Een
kwartier later steeg hij ip zijn lan
dauer. Hij verlangde er naar thuis
te zijn.
In eens schrikte Patrick op uit zijn
gepeins. De koetsier had zich haasr
tig naar nem toegekeerd.
„Mjijnheer de barony er is brand
in de nabijheid denkelijk opj pie
men sh of."
Men zag den rooden weerschijn
boven de tappen van het bosch aan
het strand. j i v
„Vlug op naar dep Clemen s-
hof", gebood Patrick.
In razende vaart vlogen de paar
den over den weg. Toen de wagen
dicht bij den Clemenshof was, stond
het geheele huis heeds in lichte laaie.
Op het kleine grasperk voor de yery-
anda lag "huisraad opgehoopt, dat
men nog op het laatste oogenblik'
had kunnen redden.
Juffrouw Spalding, de huisboud)-
ster, was door het woedende geblaf
van Bluff uit den slaap gewekt. Aan
stonds had zij den scherpen, bij
tenden rook biemerkt en alarm ges
maakt. Ontsteld waren de bedien
den komen! aanloopen en hadden ge
red, wat hun bet eerst in handen
viel, voor het meerendeel dingen zon
der waarde. Doch voor men met het
'blusschingswerk kon beginnen, Was
de 'brand, die op een zolderkamer
meest zijn uitgebroken, zoo toegeno
men, dat de vlammjen omhoog sloe
gen.
Patrick nam terstond de noodige
maatregelen. Hij zond den koetsier
terug naar Griffshagen met den in
derhaast op een blaadje van zijn zak
boek geschreven bericht aan Lore.
Zij, die altijd bedaard en voorzich
tig handelde, zou de moeder, wier
te es tand elke geweldige aandoening
verbood, voorbereiden op de ver
schrikkelijke tijding, dat de mooie
gezellige woning van haar en haar
dochters reddeloos verloren was. De
koetsier moest een kleinen omweg
maken over het Zeeslat, daar de lie
den waarschuwen, de brandspuit naar
de plaats van het onheil zenden en
den ouden Hansen en de huishoud
ster zeggen, dat zij alles klaar moes
ten maken voor de ontvangst van
de bewoonsters van Clemenshof. Daar
de villa in korten tijd' niets meer
zou zijn dan een makende puinhoop,
dat de baron Lore verzocht, met haar
moeder, Camilla en tante Cornelie
intrek te nemen op het Zeeslot.
Uit het naastbij zijnde groote vis-
schersdorp, een badplaats, kwam ook
een brandspuit aangerukt. Maar alle
hulp was vergeefsch het was pn-
mogelijk Clemenshof voor den onder
gang te bewaren.
„Daar boven in de eerste verdie
ping is nog iemand," riep Patrick
plotseling. i
„Juffrouw Spalding, is er nog ie
mand in het huis," zei hij ppgewian;-
den tegen de huishoudster.
Maar juffrouw Spalding had geheel'
en al het "hoofd verloren en, deedi
niets dan jammenen, dat haar groo
te sluitmand op de zolderkamer mee
verbrand was.
„Wie zou er nog zijn, mijinheer dej
baron. Ik heb ze allen gewekt, Lise,
Minna en de, vrouw van "den koet
sier; zij zijn allen hier."
„Maar, ik 'zie het toch duidelijk.
Kijk toch menschen er is pogs
iemand boven!" riep Patrick. In
het volgende oogenblik snelde hij bet
huis binnen, fhngs de reeds branden
de trap naar de eerste verdieping,
waar hij aan het venster een mep-
schelijke gedaante had zien staan.
Een kreet van schrik, uit aller
mond aangeheven, klonk achter hem.
't Was pure waanzin, een zekere dood,
zich nu nog in de vlammen te wagen.
„Zoo aanstonds stort bet dak in,'*
jammerde juffrouw Spalding, haan
gezicht met beide handen bedekken
de. Zuchtend viel zij in het voch
tige gras; zij kon het vreeselijke toot*
neel niet langer aanschouwen.
Een paar visschers hadden intus-
schen een laddpr, 'die ter nauwer-
nood tot aan de eerste verdieping
reikte, onder het venster gezet, waar
de menschelijke gedaante, in rook gte-
huld, zich had vertoond.
(Wordt vervolgd).
NIEUWSBLAD
„Rolland; Glorie"
ïiü/nhcirdt'i
mmII