Voetbalsport
Bevonden en verloren voorwerpen
Binnenland
Nieuwe
wegenverkeersregeling.
In de Betuwe
vóór 100 jaar.
CAPELLE.
De voetbalvereen. „Wit-Zwart"
speelde een competitiewedstrijd te
gen de voetbalvereen. „Oosterhout",
welke wedstrijd in een gelijk spel,
11 eindigdé.
VERLOREN Tusschen Andel en
Veen een geel lederen heter en hand
schoen. Terug te bezorgen bij A. J.
Boelen, Wittebroodstraat, Heusden.
MAG EEN WIELRIJDER OOK NOG
EEN ZAKLANTAARN GEBRUI-
I KEN
De Haarlemsche .kantonrechter,
mr. Bijl de. Vroe, kreeg de vraag te
.beantwoorden, of een wielrijder,
wiens fiets voorzien is van de voor
geschreven afgeschermde fietslamp,
bovendien af en toe gebruik mag ma
ken van een zaklantaarn, om zich in
het donkier beter, te kunnen oriënteet
ren. i
Een 34-jarige journalist stond na
melijk terecht, die op 16 September
j.l. over net Verwiulft had gefietst
e,n daar even een blauw licht uit
stralende zaklantaarn had ontstoken.
Hij woondei nog niet lang in Haail-
lem en de eenigszins ingewikkelde
Verkeerssituatie ter plaatse leverde
(voor hem in de duisternis moeilijkhë-
dep op. Een agent bekeurde he'm,
daar hij op zijh rijwiel, buiten de
.voorgeschreven verlichting, nogl een
'blauw licht uitstralende voetgangers
lantaarn gebruikte, hetgeen volgens
den agent bij andere weggebruikers
verwarring kon stichten.
De ambtenaar van hiet O Af. was
van oordeel, dat die wielrijder straf
baar was, op grond van de bepaling'
in art 59, sub. 5 van de motpr^ en
irijwielwjet en art. 10 van de zgn.
verduisteringsverordening, waarin is
voorgeschreven aan welke eischen de
rijwiel verlichting des avonds moet
Voldoen en eischte T 6.ten einde
een beslissing in hoogter beroep mo
gelijk te maklen. De Kantonrechter
was echter van meening, dat art. 59,
sub 5 uitsluitend spreekt van r'ijwielj-
verlichting en "de zaklantaarn, welke
Öe wielrijder in zijn hand hield', daar
toe niet gerekend kan voorden, omt-
dat deze lampi niet aan het rijwiel
is bevestigd. Daar het ten laste get-
legde ook niet op grond van andere
bepalingen strafbaar is, ontsloeg! de
kantonrechte den journalist van
re cht sv ervol gi n g.
De ambtenaar van "het O..Mj. deelde
mede in hooger beroep te zullen
Igaan, omdat hij het'niet juist achtte,
dat wielrijders, die des avonds ook
nog een zaklantaarn gebruiken, op
'grond van dit vonnis vrijuit zouden
gaan.
L
DE PRIJS VAN HET BROOD.
In verband met de gewijzigde
br.oodprijzen vestigt de gemachtigde
voor de prijzen er nog eens de aan
dacht op, dat volgens het „prijsaan-
duidingsbesluit" in iedere bakkerszaak
en op eiken bakkerswagen, waarmede
brood bezorgd wordt, een duidelijk
zichtbare en leesbare prijslijst moet
worden aangebracht.
Op overtredingen zal nauwkeurig
worden achtgeslagen. Hiertegen zal
streng worden opgetreden.
PUBLICATIE INZAKE ZIEKEN
FONDSEN.
De commissaris, belast met het toe
zicht op de ziekenfondsen, noodigt
alle ziekenfondsen, die in aanmerking
willen komen voor erkenning of toe
lating in den zin van het ziekenfond-
senbesluit, uit om, indien zij niet bij
leen organisatie van ziekenfondsen of
van riekenhuisverpLegingsfondsen zijn
aangesloten, zich onmiddellijk schrif
telijk te wenden tot zijn bureau, 't
Hoenstraat 7, 's-Gravenhage, ter ver
krijging van de, voor de aangifte
benoodigde, formulieren.
Ziekenfondsen en ziekenhuisverple-
gingsfondsen, die bij een organisatie
van deze instellingen zijn aangeslo
ten, ontvangen de formulieren door
middel van het bestuur hunner orga
nisatie en behoeven ze dus niet zeiven
aan te vragen.
KERKELIJKE TOENADERING.
Een aantal Ned. Herv. en Gerei, pre
dikanten uit midden Overijsel, het z.g.
Lemeler convent, had, naar „De Stan
daard" meldt, te Lemele een verga
dering samengeroepen ter bespreking
van de roeping der kerk om naar de
eenheid van alle ware geloovigen in
één kerkelijk instituut te blijven streven.
De kerkeraads!eden waren mede uitge-
noodigd, zoodat eenige honderden per
sonen aanwezig waren. Beurtelings pre
sideerden ds. A. Hijmans, Ned. Herv.
predikant van Nijverdal én ds. J. H.
Broek Roelois, Ger. predikant te
Vroomshoop.
Ds. Hijmans sprak een openings
woord; als eerste reierent trad ds. J.
J. Poldervaart, Ned. Herv. pred. te
Vriezenveen op en wel over het onder
werp: „Waarom de Geref. Kerken-geen
scheurkerken zijn". Spr. concludeerde,
dat deze kerkelijke gemeenten „nood
kerken" zijn. Daarna sprak ds. J. H.
Meuleman, Ger. pred. te Den Hamj,
over de vraag „Waarom de Ned. Herv.
kerk geen valse he Kerk is". Spr's con
clusie was, dat de Herv. kerk nog wel
degelijk een Chr. Kerk mag worden ge
noemd.
Op de inleidingen volgde een ge-
dachtenwisseling.
Dr. Broek Roelofs sprak een kort
slotwoord.
KEURING VAN DEKHENGSTEN.
Vanwege de Vereeniging tot bevor
dering van de Landbo uw tuigp a a r dto k-
kerij in Nederland (VLN) werd Donder
dag in de overdekte veemarkthallen te
's-Bosch de najaarskCuring 1941 van
hengsten voor dekking gehouden. Er
waren acht hengsten voor de keuring
ingeschreven. Twee waren niet opgeko-
nomen.
Goedgekeurd: Adelsjong 505 Sgrt.
Geb. 20-5-36, 1.60 M. Eig. A. Z. Snoek
te Almkerk. Goed vooir 1 j. (cat. nr. 48);
Walter 386 NS Tg. Geb. 7-3-34, 1,63 M.
Eig. alsvoren. Goed voor 3 j. (cat. nr.
50); Sultan II 310 NSTg. Geb. 24-4-
1925, 1,61 M. Eig. A. J. H. Maas te
Aalst (Geld.) Goed voor 3 j. (cat. nr.
52); Eicbbaum 323 pret. NSTg. geb.
15-5-1919, 1.58 M. Eig. A. Z. Snoek
te Almkerk, Goed voor 3 j. (cat. nr.
53); Winvorst 383 NSTg. Eig. H. A.
van Leeuwen te Bergeijck, goed voor
1 j. (nagekomeni){.
Twee hengsten werden afgekeurd.
Gelijktijdig met deze hengsten keurling
werden paarden-taxatiekeuriingen ge
houden.
GAS EN ELECTRICITEIT.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat
de overheid wel! den indruk heeft, dat
over het algemeen de bevolking serieus
zich inspant om de noodige beperking
van 25 pCt. op het gebruik van gas en
eiectriciteit in toepassing te brengen,
maar anderzijds, nu het seizoen een
oploopend 'gebruik veroorzaakt en som
migen blijkbaar in, verleiding komen,
om gas ot "ëlectriciteit ook voor nood-
verwarming te gebruiken, ernstig wil
waarschuwen om dit niiiet te doen. Wie
gas ,ot eiectriciteit voor verwarming
gebruikt, is in een oogenblik over zijn
rantsoen heen en loopt vast. Dat dit.
niet lijcht te achten is, blijkt uit de
cijfers over September ter zake. In
September zijn over het geheele land
ter oorzake van overschrijding han het
gasrantsoen 38.627 'boeten opgelegd, ter
wijl bij 629 personen de gastoevoer
werd afgesneden. Eveneens in Septem
ber werden ter oorzake van te veel
electriciteitsgebruik 43.062 boeten opge
legd en 'bij 955 personen de levering van
eiectriciteit stopgezet. Deze cijfers zijh
ernstig. Ze zijn slechts over een enkele
maand. Men houde zich voor gewaar
schuwd en verflieze de rantsoeneerings-
bepalingen geen oogenbllilk uit het oog,
want wie te laat zich hierover zorgen
maakt, lis ze t die oorzaak, dat hij niJet
meer te helpen is.
NEDERLAND BLIJFT
NEDERLAND.
Na er in een hoofdartikel, getiteld:
„Nederland blijft Nederland" op te heb
ben gewezen dat de leider der N.S.B.
steeds heelt gestreefd naar een volko
men onafhankelijkheid van het Neder-
landsche volk binnen den kring der
Germaansche volken in het nieuwe Eu
ropa, schrijft het „Nationale Dagblad"
het volgende:
„Thans zijn wij gemachtigd tot het
publiceeren van de volgende, uiterst
belangrijke verklaring. Zij luidt:
Vast staat, dat zij, die spreken over
pt streven van aansluitiing van Ne-
derlana bij Duitschland of over. annex
atie van Nederland 'door Duitschlanidl
handelen in strijd met den uitgesproken
wil van den Führef."
Het blaa (laat daarop volgen:
Het wil ons voorkomen, dat deze
verklaring een groote geruststelling zal
zijn vóór dat deel van het Nederlamd-
sche volk, dat nog steeds meent tg
mogen veronderstellen, dat het op den
lOen Mei 1940 met ons zelfstandig
volksbestaan gedaan was. Niets is min
der waar dan dat. En al moge som
mige kringen wel eens helaas, in deze
richting hebben gedacht en gesproken,
thans is aan alle eventueel nog bestaan
de onzekerheid ten deze een eind ge
komen door deze duidelijke verklaring
welke in geen enkel opzicht voor twee-
eriei uitleg denkbaar is.
Er dient bovendien met den meesten
nadruk op te worden gewezen, dat deze
verklaring een uitvloeisel is van de
waarlijk verbeten actie, die de leder
der N.S.B., ïr. Mussert, gevoerd heeft
tegen hen, die het arexionisme in bun
vaandel geschreven hadden, en die niets
liever zouden zien dan dat Nederland
Duitsch zou zijn geworden.
NIEUWE BURGEMEESTER VAN
ROTTERDAM.
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heett op grond
van art. 1 alinea 8 van zijn verordening
no. 108 40 (vierde verordening over bij
zondere bestuursrechteriijke maatrege
len) den burgemeester der gemeente
Rotterdam, mr. P. J. Oud, op diens ver
zoek eervol ontslag verleend en op pen
sioen gesteld.
In zijn plaats heeft de Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche
gebied op grond van dezelfde verorde
ning ir. F. E. Miiller, tot dusver com
missaris un de provincie Utrecht, als
zoodanig eervol ontslag verleend en
tegelijkertijd benoemd tot burgemeester
van Rotterdam. Ten slotte heett de
Rijkscommissaris voer het bezette Ne
derlandsche gebied krachtens art. 1 ali
nea 7 van zijn verordenig no. 108/40
den gezant ter beschikking W. B. Enget-
brecht te 's-Gravenhage, tot commis
saris in de provincie Utrecht benoemd.
Treedt ,9 Dec. in werking.
Verschenen is een Verordeningen
blad, waarin zijn opgenomen een ver
ordening van den Rijkscommissaris,
waarbij de verordening 73/1940 van
31 Juli 1940, betreffende de snelheid
van motorrijtuigen, wordt ingetrok1-
ken, een besluit van den secretaris
generaal van het departement van
waetrstaat betreffende het verkeer op
den weg we gie nvie rke e r sr egel in gen
het eerste besluit van dien secrétarid-
generaal tot uitvoering van deze re
geling.
De w e ge n verkee r sr egel i hg! treedt in
werking op 9 December a.s., met in
gang] van welken datum de veror
dening van 31 Juli 1940 wordt in
getrokken. In de nieuwe regeling zijn
uitgebreide voorschriften opgenomen
voor de verschillende categorieën
weggebruikers, alsmede vele mo
dellen voor verkeersteekens. Eiedo-or
deze regeling verouderde verkeers
teekens moeten uiterlijk 31 December
1942 door de in het besluit vervatte
teekens worden vervangen.
Aan de Donderdag verschenen we
genverkeersregeling wordt het vol
gende ontleend
Artikel 2 bepaalt, dat het grondm
is ,dat elke weggebruiker zich op' een
beginsel van het verkeer op den wieg1
zoodanige wijze 'dient te gedragen,
dat het verkeer niet in gevaar kan
worden gebracht.
Hij dient zich tevens zoó te gedraj-
gen, dat aan een ander geen schade
wordt berokkend of die ander niet
in sterker mate wordt 'belemmerd of
overlast ondervindt dan 'in de gege
ven omstandigheden onvermijdelijk is.
In artikel 4 is voorgeschreven, dat
installaties van 'welken aard ook,
elke door vorm, 'kleur, grootte, als
mede door de plaats en de wijze
van plaatsing, aanleiding tot ver
warring geven met verkeersteekens of
-installaties, bf welke afbreuk zoui-
den kunnen doen aan de uitwerking
daarvan, niet langs den weg mogen
worden aangebracht. Het is voorts
verboden verkeersteekens aan recla
medoeleinden dienstbaar te maken.
Artikel 9 regelt de maximum-snel
heid, waarbij wordt opgemerkt, dat
de bestuurder ongeacht daarvan met
een zoodanige snelheid dient te rij
den, dat hij te allen tijde in staat is
om aan zijn verplichtingen in het ver
keer te voldoen, daaronder begrepen
het tijdig doen s tilstaan van het voer
tuig, indien zulks noodig is. Dit geldt
in het bijzonder vooa* weggedeelten,
waar niet voldoende zicht is en bij
gelijkvloersche spoorwegovergangen.
Het inslaan van den hoofdweg of het
oversteken "daarvan dient met matige
snelheid te geschieden.
Indien bij tramhaltes de passagiers
op de rijbaan in- en uitstappen, mag
men slechts met matige snelheid en
op zoodanigen afstand voorbijrijden,
dat er geen gevaar voor de passa-
giers ontstaat; zoo noodig dient de
bestuurder-stil t e houden.
Artikel 10 schrijft voor, dat men
verplicht is naar rechts uit te wijken,
en links in te halen, en dat de be
stuurder van een voertuig, dat wordt
ingehaald, zijn snelheid niet magver-
hoogen. Óp weggedeelten, waar ruet
voldoende zicht is, is het inhalen ver
boden. V'
In artikel 12 wordt bepaald, dat de
bestuurder van een voertuig verplicht
is weggebruikers, die aan gevaar
blootstaan, door het- gevên van sig1-
nalen op de nadering van z'ijn voer
tuig opmerkzaam te maken. Het ge
ven van waarschuwingssignalen uit
anderen hoofde -in het bijzonder,
om zélf op een roekelooze wijze te
kunnen blijven tijden bf meer
dan noodig is, is verboden. Hij, die
wenscht in te halen, mag zulks door
het geven van signalen te kenpejn
geven.
Het geven van signalen moet wor
den gestaakt, indien dieren daardoor
onrustig worden.
Het parkeeren, dat in art. 16 wordt
geregeld, is o.a. verboden op nau
we weggedeelten en waar geen vol
doende zicht is, alsmede in scherpe
bochten, naast verkeersheuvels, voor
de in- of uitrittien van per ceel en en
binnen 10 meter voor of na kruising-
gen of, vereenigingen vaïi wegfem of
halteborden van openbare vervoer
middelen.
Artikel 19 schrijft vooj*, dat de
lading van een voertuig zoodanig; ge
stuwd dient te zijn, dat niemand er
gevaar door loopt, aan niemand scha
de wordt 'berokkend of in hooger ma
te dan onvermijdelijk is, overlast
wordt aangedaan. De lading mag de
bedrijfszekerheid van het voertuig
niet verminderen; zulks geldt even
eens voor het vervoer van piersonen
wTat hun accomodatie en hun gedrag
gedurende den rit betreft.
De hoogte van voertuig en lading
te zamen mag niet mieer dan 3.50 mat
ter bedragen.
In artikel 27 wordt nog bepaald,
dat het vastmaken van handwagens
aan rijwielen, alsmede het voorttrek
ken van handwagens of het geleiden
van dieren door een op een rijwiel
gezeten 'berijder v terbod en is.
Artikel 35 vehordent, dat rij- en
trekdieren en vee in het -verkeër
een geschikten bestuurder of gelei
der moeten hébben, die in voldoende
■mate invloed op deze kan uitoefenen.
Voor het gebruik onder den zadel
of als trekdieren mogen op den wfeg
elleen dieren worden gebezigd, wel
ke voor het verkeer geschikt zijn.'
Paarden mogen slechts aan elkaar
gekoppeld worden geleid. Op elk
viertal paarden moet ten minste één
geleider aanwezig zijn.
Artikel 36 behelst o.m. het verbod
om op den weg zeisen te vervoeren,
welke niet afdoende beschermd zijn.
Artikel 42 bepaalt, dat overtredin
gen van 'de bepalingen van het bfó-
sluit worden gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes weken of mjet
boete van ten hoogste 500 gulden.
Bij veroordeeling van een bestuur
der van een motorrijtuig kan den
veroordeelde de bevoegdheid motor
rijtuigen te besturen voor ten hoogj-
ste een jaar worden ontzegd.
Wanneer wij den Gelderschen
Volksalmanak van 1836 opslaan, dan
zien wij al dadelijk, dat het aantal
markten en kermissen ,dat gehouden
werd, veel grooter was, dan tegen
woordig. Vele markten zijn in den
loop der jaren verdwenen, meerdere
kermissen afgeschaft. Nemen wij b.v.
de plaats Ammerzoden, dan staat daar
achter vermeld, dat de jaarlijksche
kermis er op 24 Julij gehouden werd,
maar van markten lezen wij niets.
Deze kermis heeft zich tot heden gja-
handhaafd.
De paarden markt te Brakel placht
op 25 Sept. gehouden te worden, ter
wijl het 12 October te Toederoijen
kermis was, 27 Julij te 'Gameren-, 19
October te Kerkijk.
Vooral Zaltbommel schijnt een
drukke marktplaats te zijn geweest
19 Febr. paardenmarkt, 28 Sept. ker
mis, 22 Oct. paardenmarkt, 26 Oct.
runderiparkt (beestenmarkt), evenals
1-4-8-11-1518-22-25 en 29 November.
Talrijk, maar niet zoo menigvuldig
waren ook die Tielsche markten.
Voor het reizigersvervoer waren
er diligences en toefkarren. Zoo kon
men van Gulen'borrg naar Utrecht ei
ken Dings dag, Woensdag!, Vrijdag en
Zaterdag, des morgens, ten 7 ure,
met eene Wagen (Weid. P. van Haas-
bergén).
Van Zaltbommel naar 's Bosch des
Woensdags en Zaterdagsmorgens, ten
6 ure, met- eene Wagen, die op del-
zelfde dagen, dies middags ten 3 ure,,
van 's Bosch weder naar Z-Bommel
vertrekt.
Ook had het vervoer met beurt
schepen, schuiten, zeilaken en stoomr
booten plaats Van 'Culenborg op'Rot
terdam, 's morgen ten half tien ure
schip. Van Zaltbommel naar Gorin-
chem, des Zondags ten 1"2 ure, van
Zalt'bommél naar Dordrecht tien '9
ure.
De booten der Nederl. Stoomboot
Maatsch. correspondeerden te Gorin-
chem met de boot op 's Bosch en met
de diligence op 's Hage, Amsterdam
en Breda.
Door de overstroomingsramp van
1825 waren vele piersonen verdron
ken, was veel vee verloren gegaan,
waren tal van woninigen vernield. De
veldgewassen haddien zeeir veel ge
leden- De oogst was "dit jaar in heel
Gelderland gering en die tarweoogst
was weinig. Alleen die haver kon men
in He Betuwe redelijk' noementerwijl1
de 'boon-en, erwten en aardappelen al
leen ook' hier en in de lage Veluweg
streken een goeden oogst opleverden.
Maar de vruchtboom en haddien veel
van de vorst geleden.
Ook in den aanvang van 1826 deed
het inundatiewetter veel schade, voor-
ai door de dijkbreuken te Ochten.
Maar in 1827 ging het den landbou
wers veel beter, daar hij meer voor
de producten kon maken. O.ok bét
fabriekswezen onderging aanmerkelij
ke veranderingen. Te Gent werd eén
nieuwe tegelfabriek opgericht en ook
in 1828 'bleven desteenbakkerijten in
bloei toenemen, "door dien voort duren
de n aanleg van straatwegen-
Al hield de lente van 1829 de
schoonste beloften in, het daarop vol
gende natte weer was oorzaak van
nieuwe overstroomingen. Vopral de
aardappelènteelt mislukte, en 'de prijs
der aardappelen werd zoo hoog, dat
dte behoeftige klassen ze niet b'eta-
len konden en het onmogelijk werd
zich dien gewonen wintervoorraad aan
te schaffen-
Vele weiden werden in moeras
sen herschapen. Het hooi was vier
keer zoo duur dan andere'jaren. 'Vele
ischapen stierven aan een heerschen;-
de ziekte. En het Land van Maas en
Waal, de Bommelerwaard'en meer
dere plaatsen hadden van het hooga
water zeer veel te lijden.
Het fabriekwezen had geen reden
tot klagen, al moesten de steenfabrie
ken tijdelijk het werk staken door het
natte weer.
De handel was minder levendig
en werd zeer gedrukt door.de staats
gebeurtenissen (oorlog met België).
Het transportwezen was zeer, bemoei
lijkt.
Geducht had de oogst In 1832 te
lijden van hagelslag, terwijl cholera
in 1833 in Gelderland heel wat slacht
offers eischte.
De begrafenis .van de acht slachtoffers uit het Oudemannenhuis, die Vrijdagavond
3 October bij den Britschen luchtaanval op Rotterdam om het leven kwenen.
President dr. C. Volkers, gevolmachtigde van den Rijkscommissaris voor Rotteraam,
brengt den laatsten groet (Stapf-Kramer)