TWEEDE BLAD
OfEciëele Berichten
REGEERINGS-KOFFIESURROöAAT
f
Daarom
Ravenswaay's „SUGOKoffiesurrogaat
Vrijdag 7 November 1941 No. 6209
OZODENT
36 E.ÜT
FEUILLETON
De schoone
vluchtelinge.
„Voor alles Productie"
7vJ
PER 250 GRAM
Reinig Uw kunstgebit
BEHOORENDE BU HET
VOOR HET LAND VAN
HEUSDEN EN ALTENA,
DE LANGSTRAAT EN
DE BOMMELERWAARD
Zoo betoogt Dr. F. E. Posthu-
ma in een vraaggesprek, waar
in hij zjijh meening over den
Nederlandschen Landstand uit-
1 een zet.
De Landstand Persdienst meldt
Een redacteur van den Landstand
persdienst heeft een vraaggesprek met
Dr. F. E. Posthuma, voorzitter van
de Commissie Dr. Posthuma en Ge-
neraal-adviseux van den Landstand,
gehad over de totstandkoming en de
ibeteekenis van den Nederland schen
Landstand.
„Juicht U de totstandkoming van
den Nederlandschen Landstand toe?"
zoo luidde de eerste vraag.
„Ik juich de totstandkoming van
den Landstand toe. Wat goed en
deugdelijk is -moet in stand gehou
den worden en moet blijven bestaan.
Ik weet dat dit ook den wensch van
den Boerenleider is. Die productie
dient echter vooralsnog steeds num
mer een te blijven en mag onder
geen voorwaarde vertraagd onder
broken 'word'en. Wij moeten nu een
maal eten".
„Hebt U het gemis ;van een orga
nisatie, zoo als nu tot stand' is geko
men gevoeld?"
„Er is een „boerenbelanjg", ant
woordde Dr. Posthuma, „ien dat geldt
en gold voor el'ken lboer,'van welke
politieke en religieuze richting 'hij
ook is. Daarom "héb ik Jiet steeds
betreurd, dat er zooveel verscheiden
heid was op' het gebied der boerep'-
organisaties, waarronder ook te ver
staan de coöperaties.Ild 'heb - nooit
'begrepen waarom er zooveel organi
saties naast elkaar moesten staan.
Eenheid is noodig voor een uniforme
leiding van alle Nederlandsche boe
ren".
„Welke be eekenis heeft volgens U
de Nederlandsche Landstand voor de
boeren?"
„De ^boeren moeten goed' begrij1-
pen, waar het bij de organisatie van
den Landstand om gaat. Meer in het
bijzonder moeten zij' er van overtuigd
zijn, dat het begin en het zwaarte
punt in het dorp moet liggten. Hier
door, zoo ging Dn. Posthuma verder,
kan de Landstand een fundamenteels
beteekenis krijgen voor onze volksge
meenschap en kan de ruggegraat
van het Nederlandsche volk vormen.
Materieel gezegd begint de mensclv
eiken dag met zich te voeden, doch
ver daarboven staat het ideele en
volksche. Uit den Landstand kan m.i.
groeien een onverdeeld Nederlandsch
volk. Voor het Hooigere beginsel kan
elkeen natuurlijk God dienen volgens
de opvattingen, welke hij op gods
dienstig gebied huldigt."
Lands arid en Commissie
Posthuma.
„Kunt U iets mededeelen over de
verhouding' welke bestaat tusschen
den Nederlandschen Landstand' en de
Commissie Dr. Posthuma?" was de
volgende vraag, welke a<an Dr. Pos
thuma gesteld werd.
„Mijn commissie dient voor de be
vordering yan d£ productie en zulks
beoogt de Hoofdafdeeling II van dien
Lands'and eveneens. "Het zou, zooals
ik reeds eerder opmerkte, dwaas zijn
wat goed is af te breken en daarom
deze Commissie uit te schakelen, die
toch r.eds over het géheele End ge
organiseerd is vanuit de Buurten
over de streken naar de Gewesten
en ik meen, dat zij juist door moet
blijven werken, bouwende in de rich
ting van een groot geheel.
„Ten slotte Dr. Posthuma, heeft,
de Nederlandsche Landstand ook be
teekenis voor het niet-ag: arische deel
van ons volk?"
„De Lands'and beteekent voor het
niet-agrarische gedeelte van ons volk,
dat de Landstand die ruggegr,aat van
onze volksgemeenschap gaat vormen
en is uit dien hoofde natuurlijk 'ook
van* groóte beteekenis voor de niet-
agrariers.
Gaat het de boeren op de dorepn
goed, dan gaat het vanzelfsprekend
ook de middenstand op deze dorpen
goed en dit werkt weer, door op de
verdere bevolkingsgroepen en naar
mijn meening zelfs Op de industrie.
Naast deze materieele zijde staat
dan nog, dat, wanneer ons tSoerenr
dom zal terugkeeren tot de oude
volksgrondslagen, het internationa
lisme in ons geheele volk en vooral
in het riiet-agrarische ge'deèlte sterk
zal verminderen zoo niet geheel zal
verdwijnen." t
INKUILEN VAN KNOLLEN.
Er zijn dit jaar zooveel kgolien
verbouwd, dat ze lang niet alien
versch vervoederd kunnen worden.
Daarom dienen ze ingekuild te ^wor
den.
Kno'.lenkuil is een uitstekend vee
voeder mits men rekening houdt met
deze wenken
1. Men dient in te kuilen als de
onderste bladeren van kleur begin
nen te veranderen.
2. Zorg vooral voor schoone knol
len, want verontreiniging met zand
veroorzaakt diarrhteie hij de kooien.
Laat daarom na het trekken de grond
even opdrogen.
3. Kuil in met zuur.
4. Gebruik een opzetstuk. Dit is
vanzelfsprekend wanneer men in
kuilt in «sen, silo, hi.:'ar ook zonder
silo kan men met succes van een
opzetstuk gebruik maken.
5. Het is verstandig wanneer men
het inkuilen de eerste maal voor laat
doen. Zoo is de Finsche methode
aan vaste regels gebonden. Bepaalde
handelingen vereischen, dat men er
even de slag van beet krijgt.
Een ervaren buurman of de as-
silent bij den Voorlichtingsdienst
kunnen hierbij helpen.
VERVOER-, AFLEVER- EN DROOG
VERROD VAN HET VAN LOOF
ONTDANE RIETENKOPPEN.
Het Rijksbureau voer de voedsel
voorziening in oorlogstijd maakt in
aansluiting op de in de pers versche
nen mededeeling betreffende het ver
voeren van loof en koppen van sui
kerbieten het volgende bekend:
Het is gebleken, dat telers van
suikerbieten in sommige streken des
lands er toe overgaan bij het «zooge
naamde koppen der bieten, deze ver
beneden de onderste bladstelen af
te snijden. De aldus verkregen bie
tenkoppen worden laarna ontdaan
van het loof, tegen hooge prijzen
verkocht.
Aangezien hierdoor uit den aard
der zaak veel suiker aan de mensche-
lijke'consumptie wordt onttrokken en
een dergelijke werkwijze bovendien
zeer nadieelig is voor de houdbaar
heid der suikerbieten, is thans het
vervoeren, afleveren en drogen van
bietenkoppen, welke van het loof ont
daan zijn, verboden.
De P.I.C.A., bij welke 'de .teler
der bieten als georganiseerde is aan
gesloten, kan echter voor het ver
voeren en afleveren eventueel onder
het stellen van voorwaarden vergun
ning verleenen.
Voor het drogen van suikarbieten-
koppen is een vergunning van de
P.I.C.A. vereischt.
ELECTRISCH DORSCIÏEN.
Vele telers, die anders hun oogst
door den loondorscber lieten aï-
dorschen, doen dit thans met een
electromotor. Daardoor kunnen zij
niet volstaan met het hun toegekende
rantsoen vqor kraeJUstroiojn.
Teneinde later moeilijkheden te
voorkomen wordt aan deze personen
den raad gegeven zich schriftelijk te
wenden tot de Centrale der Prov.
Noordbrabant, Eleetriciteits Maat
schappij te 's-Hertogenbo^h, met het
Verzoek hun ran!seen te willen ver-
li oogen voor die maanden waarin ge-
dorschen wordt. Daarbij moet wor
den opgegeven hoeveel hectaren men
electrisch wil dor schen en in welke
maanden. t
Hierbij zal rekening moeten wor
den gehouden met het feit, dat spoe
dig afdorschen vereischt is.
REGELING HUISSLACHTING
VARKENS.
De Prov. Voedselcommissaris voor
Noordbrabant brengt ter kennis van
de georganiseerde varkenshouders,
dat vanaf 1 November 1941 tot 11
Februari 1942 gelegenheid bestaat var
kens in huisslachting te doen slach
ten. Een machtiging tot huisslach-
ting kan slechts worden verkregen
door den varkenshouder, die een ge
wone of speciale toewijzing varkemsi
heeft verkregen en vóór 1 November
1941 een vergunning tot het aan
houden van een voor huisslachting
bestemd varken bij den plaatselijk
büreauhoudcr heeft aangevraagd.
Is deze laatste vergunning niet aan
wezig, doch kan de georganiseerde
aantoonen, dat hij een gewone of spe
ciale toewijzing van varkens heeft
en tenminste een der twee vooraf
gaande jaren 1939 en/of 1940, regel
matig een of meer varkens in huis-
slachting^ heeft doen slachten, dan
kan hem, door of namens den Prov.
Voedselcommissaris bij wijzie van
uitzondering, ontheffing van voren
staande bepaling worden verleend.
De aanvrage voor een machtiging
voor het slachten moet bij den plaat
selijk bureauhouder worden aange
vraagd onder overlegging van dei
vergunning tot het aanhouden van
een voor huisslachting bestemd var
ken", minstens 10 dagen voor den
slachtdatum.
Overgelegd moet worden een be- -
wijs van den Gem. Distributiedienst
dat voldoende vleeschkaarten zijn in
geleverd. Ingeleverd kunnen slechts
worden vleeschkaarten van aanvra
ger, diens gezin en inwonende per
sonen.
GEMENGD MET KRACHTIGE KOFFIE is de
allerbeste samenstelling welke U kunt verkrijgeii.
is Ravenswaay's „Sugo" Koffiesurrogaat het beste vervangmiddel voor
Koffie, want, Ravenswaay's „Sugo" Koffiesurrogaat is geheel volgens
regeerings-samenstelling bereid, en dus met echte Koffie vermengd
Vraagt Uw winkelier om
Beter Koffie-surrogaat kan hij U niet leveren. Overal verkrijgbaar.
N.V. v/h M. Ravenswaay Zonen, Gorkum.
6.
Wat was nu de oorzaak dat de
oude man hem dezen leugen vertel
de? Hier was gewis weder iets ge
heimzinnigs verborgen, te meer nog,
daar de gelijkenis tusschten hetfruit-
meisje en de dame die hij in het bloe-
men-magazijn had aangetroffen al te
bedriegelijk in het oogvallend was.
Voor heden was het nu echter te
laat, zoodat de graaf zijne navor-
schingen tot den volgenden dag
moeSt uitstellen, irU ieder geval
wensch te hij vóór^dat namiddaguur,
in 'twelk hij de fruitverkoopster zou
wederzien, zich eenige inlichtingen
te verschaffen.
Den volgenden morgen zoo vroeg
als dit voor Parijs slechts mogelijk
was, begaf de graaf zich naar de
straat Rivoli en moest aldaar nog
eerst vierscheidene barrikaden van
steenen, planken, balken, ladetafels,
poortdeuren, kruiwagens en verschil
lende andere verschansings-materia-
len overkLauteren, eer hij aan het ge
kende bloemenmagazijn kwam. Of
schoon nu in de geheele stad over het
algemeen weer alles rustig was, zoo
zag men hier alle winkels nog geslo
ten en dit magazijn bij gevolg dus
ook; toevallig lag echter op dit oo-
genbl.ik een der winkelmeisjes uit
het venster; zij herkende hem en
riep hem toe dat zij terstond zou be
neden komen om hem de deur te
openen.
De eigenares van het magazijn ont
ving hem met groote'vriendelijkheid,
verscheidene van de hem door hét
avontuur met den knaap bekende
winkelmeisjes veegden zich bij haar
en nu beijverde men zich hem le ver
halen, hoe, reeds den volgenden na
middag na het voorval met dien
knaap, de jonge dame in een prach
tig rijtuig gezeten jtan het magazijn
was gekomen en er naar vernomen
had, of de Duitsche heer gelukkig van
zijne zending was teruggekeerd en
wat hij van de gevolgen zijner be
moeiingen had verhaald. Men had
haar toen met nauwgezetheid van al
les bericht gegeven, waarnaar zij met
grpote inspanning had geluisterd;
over den uitslag van het door den
Duitschen heer in het werk gestelde,
had zij hare bijzondere tevredenheid
te kennen gegeven, en ook den haar
voorgedragen wensch, dat hij haar in
persoon het beursje mocht overhan
digen, had zij met welgevallen opge
nomen. Onder dit verhaal had zij
zich verschillende bloemen doen
voorleggen, en zich een prachtig kap
sel uitgezocht. Op eenmaal was zij
stil en in zich zelve gekeerd geworden
en had zich, de anderhandeling over
de bloemen haastig afbrekende, ver
wijderd zonder haren naam te noe
men.
Geheel de hier verzamelde kring
scheen een hoogen dunk te hebben
van de persoon der jonge dame, en
allen spraken met wezenlijke verruk
king over hare buitengewone schoon
heid en lieftalligheid, even als over
haar deftig voorkomen en men gaf de
meenening te kennen, dat, al zou dit
meisje zich ook in de armoedigste
kleeding vertoonen, zij dan toch door
haar voorkomen en hare manieren
oogenblikkelijk haren stand zou ver
raden. Allen waren vol van haren
lof en men verdiepte zich in gissin
gen over haren naam en hare af
komst. De graaf had dit alles glim
lachend aangehoord en zei toen op
schertsenden toon„dat hij misschien
die gewenschte inlichting wei zou
kunnen geven, want dat hij getuige
nis kon afleggen, dat diezelfde jonge
dame niets minder of meer was dan
een eerlijke fruitverkoopster; en, ten
bewijze hiervan, verhaalde hij het
avontuur dat hij den vorigen dag
gehad had, en beweerde dat het on
mogelijk was, dat twree verschillende
personen in voorkomen, gelaat,
spraak en manieren elkander zoo ge
lijk konden zijn."
Magnus werd nu van alle zijden
bestormd om de plaats te noemen,
waar zijne fruitprinses z^h geves
tigd had; daar hij echter door alles
wat hij vernomen had, zelf zijn vroe
ger vermoeden wat begon irt twij
fel te trekken, zoo prees hij in stilte
het toeval, gelukkig van tyetreeds
terstond de „Pont des Arts" genoemd
te hebben. Om nu ook verder in geen
geval iets te bederven besloot hij
thans niet de waarheid te zeggen,
maar hij verwees de nieuwsgierige
vergadering, die nog denzelfden mor
gen een pelgrimstocht naar de be-
wTusle fruiitkraam wilde ondernemen,
naar de Central-telegraaf, waar zij
rechts, aan den ingang, de veelbe
sprokene fruitverkoopster en hare
waren zouden vinden.
Magnus had hier nu volstrekt niet
de verwachte en gewenschte ophel
dering gekregen, integendeel was de
zaak nu nog meer en meer duister
voor hem geworden; bij nadere over
denking moest hij toegeven, dat de
door geloofwaardige bewijsgronden
gestaafde vermoedens van de eigena
res uit het bloemenmagazijn, dat het
jonge meisje eene hofdame en mis
schien wel eene bloedverwante van
Polignac was, niet in overeenstem
ming konden gebracht worden met
zijn vermoeden, dat deze en de fruit
verkoopster een persoon zou zijn.
Hoe de toedracht der zaak was,
wdlde hem echter nog niet duidelijk
wTorden, maar daar hij begon te den
ken, dat deze geheele geschiedenis
wellicht alléén daarop aangelegd was
om hem tot speelbal eener intrigue te
maken, zoo besloot hij om niet op
den bepaalden tijd op de plaats van
het rendez-vous te verschijnen. Er,
is iets eigenaardigs in de menschelij-
ke besluiten; zij worden zeer dikwijls
slechts daarom genómien om niet op
gevolgd 4e worden, en vooral dan,
wanneer het geldt het niet wederzien,
tusschen een Jongen man en een
bevallig meisje. Er Instaan dan ge
woonlijk zulk eene menigte gronden,
die men tegen zich zelf inbrengt, dat
men gerechtvaardigd is, wanneer men;
het eens genomen besluit weet om
ver te werpen.
Hoe meer het uur naderde op 't
welk graaf Magnus op de „Pont dies
Arts" zou verschijnen, hoe meer
het beeld van het fruitmeisje en van
de jonge vreemde dame zich met
levendige kleuren aan zijn geest
voordeed en deze twee in zijne ge
dachten steeds tot één- versmolten.
Hij bleef echter nog zeer geneigd,
om de zaak met de fruitverkoopster
door de wijze waarop zij zijne op
merkzaamheid had weten te trek
ken en dat zij hem heden weder
terug besteld had, voor een lichtzin
nig intrigue-spel te houden, alleen
bleef het hem vreemd, dat zij hem
in de Duitsche taal had aangespro
ken.
(Wordt vervolgd).
NIEUWSBLAD
J
Dat maakt hei schoon enfrisch.
Bij Apoth en Drog. 40-60 ct. en 1 gld.
„Wat Mijnhardt maakt is goed."
I