TWEEDE BLAD „Wa£ JWjnjvaïuM' maafd> gt&d" REQEERINQS-K0FFIESURR0QAAT f Daarom Ravenswaay's „SUGO" Koffiesurrogaat Vrijdag 21 November 1941 No. 6213 Nederl. Landstand Officieels Berichten —FEUILLETON De schoone vluchtelinge. PER 250 GRAM BEHOORENDE BU HET VOOR HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA, DE LANGSTRAAT EN DE BOMMELERWAARD NEDERLAND VOEDT ZICII ZELF! Nogmaals: de Landstand! Beweren en Tuinders van Brabant, Eerst een mededeeling voor de rantsoen landbouwers inzake him krachtstroom. Op den rqgel van ;75 pet. rantsoe neering wordt in het algemeen een uitzondering gemaakt voor bedrijven, werkzaam voor de voedselvoorzie ning, o.a. landbouwbedrijven; echter uitsluitend voor dorsch ma chines e.d. Hiervoor blijft het rantsoen, gecorri geerd volgens' de daartoe vastgestel de richtlijnen, gehandhaafd op 100 procent van het verbruik in de over eenkomstige periode van liet vorige jaar. 1 "Wanneer nu een oogst niet in den loop der wintermaanden, doch zoo vlug mogelijk wordt afg|edorscht, waardoor meer kracht kwu. worden verbruikt dan in de overeenkomstige periode van het vorige jaar, dan dient door den betrokken landbou wer aan de PiN-EeMj. ,te 's Hertogen bosch hiervoor een schriftelijk ver zoek worden toegezonden met ppt- kgaaf van de maanden, waarin ge- dorscht wordt. Ook ingeval de oogst grooter is dan het vorige jaar, ver dient het aanbeveling, dat a,an de P.N.E.M. te berichten, met vermel ding van soort van gewas, opbrengst per H.A. en aantal H.A. Een opmerking dient te worden gemaakt in het algemeen belang, nl. de slordigheid der gebruikers van kunstmest. Weet gij, dat de Provin ciaal Voedselcommissaris beschikt over ruim 1000 aanvragen om kunst mest waarop ieder adres ontbreekt en waarop dus ook geen toewijzing kan wor:den verstrekt; denk er toch immer om, bij alle correspondentie op de formulieren of op het papier, waarop de brief geschreven wordt, uw juist en zelfs heel precies adres te vermelden. Dat is uw eigen be- lang. Nu nogmaals de Landstand. Mijn jongste oproep 'tot de boeren van Brabant om toch zorg te dragen, dat Brabant zijn kans grijpe, is al spoedig gevolgd door de offirieele mededeeling der overheid dat aan het boer of tuinder-zijn onafschei delijk de plicht, lid van den Land stand» te zijn, is verbonden en men er zonder aanmelding bij behoort. Bovendien zijn aan alle bureaux der Voedselvoorziening in oorlogs tijd en in alle gemeenten publicaties, bevattende de grondwet van den Lands'and, aangeplakt. Iedereen kan dus. en nu met recht, in tegenstelling! met vroeger, toen verondersteld wend dat ieder een, zonder publicatie in de bladen en aanplakking op groote schaal, op de hoogte was werkelijk geacht werden op de hoogte te, zdjin. Nuchtere kennisname van de ver ordening leert, dat het geheel ne'er komt op een overheveling van een gedeelte der Staatsmacht of de Staatsbemoeiing naar het zelfdoen van den boer, een overheveling die, zal zij eenmaal geheel zijn uitge groeid, als gevolg zal hebben, dat het hoerendom geheel zelfstandig al le mra regele^i zal gpan "bepalen, zijn fè\enskring rakende, én ook die nu a regëien zal uitvoeren. Men ziet alzoo, van welk een on berekenbaar belang deze aangelegen heid voor onze boeren bevolking is. Zooals bekend, zal in den organie- ken opzet met inachtneming van de komende uitvoeringsvoerschriften en het t.z.t. te verwachten Statuut het bestuur provincie-gewijze worden ingedeeld, om in de gewesten, kringen en dorpen tot een ordening te komen, welke zal zijn afgestemd op de daar levende overtuigingen en behoeften en tot behoud en stimuleering van het eigen leven der gewesten. Evenwel zitten aan de aangelegen heid van den landstand zeer be tang- rijke perspectieven vast voor de nu bestaande vereenigitigen en organisa ties, immers art. 3 (2) der verorde ning 196-1941 legt vast, dat de be staande vereenigingen in den Neder- Landschen Landstand worden opge lost of daarbij aangesloten, dan wel worden ontbonden. Het beste zal dus zijn, dat de be staande organisaties en vereenigingen zich zelf in den Landstand doen op nemen of aan den Landstand aanbie den, wijl dan de belangen, door lien immer gediend, het beste tot hun recht zullen komen. Waar bijna ieder Brabander, tot den Landstand behoorend, corpora tief denkt, oo|k wel de boeren-eenheid wil of althans positief wil medewer ken aan de vorming van het eigein recht voor den levenskring der boe ren, zal de Landstand in ons Gewest een groote toekomst tegemcet gaan en zal van de medewerking juist in de eerste weken en maanden van zijn be staan enorm veel afhangen met be trekking tot het behoud van het eigen Brabantsche Leven. Teveel vergeet men gelet op de mij gemaakte opmerkingen dat de Landstand in alle opzichten een eigen Neder!andsch karakter zal vertoornen en principieel verschillen vah wat op diit gebiited elders is tot stand ge bracht. Een der belangrijkste ver schilpunten is, dat ook de landarbei ders onder den NederLandschen Landstand vallen en derhalve t.z.t. uit het verband der Nederlandsche Vakorganisatie zullen, worden geno men. Alles behoort er onder, wat van na ture tot het hoerendom gerekend kan warden: dit ook zal in de organisatie tot uitdrukking dienen te komen, die niet alleen uit „kopstukken" zoo men vroeger zou zeggen maar ook uit kleine boeren en tuinders, land- arbeiders en pachters zal dienen te zijn samengesteld. Men bespreke in zijn kring de Landstand grondig. De Voorzitter in het Gewest, P. J. JANSEN. SCHEUREN VAN GRASLAND EN TOEWIJZING RUNDVEE. Hier en daar schijnt de indruk te bestaan, dat bij vrijwillig scheuren van grasland een geringere toewij zing van rundvee zou plaats vinden d£in wanneer het betreffende bedrijf niet tot scheuren was overgegaan. Naar men ons van bevoegde zijde mededeelt, zal dit niet het géval zijn; is derhalve geen voor reden ongerustheid WENKEN VOOR GEORGANI SEERDEN. Het komt veelvuldig voor, dat ge- organiseerden zich rechtstreeks zoo wel persoonlijk als telefonisch wen den tot heit bureau van den Provinci aal Voedselcommissaris te Tilburg, zonder van de voren over de aange legenheid, waarover zij wenschen te spreken, informaties te hebben in gewonnen bij den plaatselijken bu- reauhouder van hun district. Zulks kost betrokken gcorganiseer- deh niet alleen tijd en geld, doch heeft over bet algemeen toch tot ge volg, dat zij zich voor die door hen aangevoerde kwestie mcelen wenden tot hun plaatselijk bureauhouder. Als algemeene regel geldt, dat de georganiseerden hun belangen in eerste instantie moeien bespreken met hun plaatselijk bureauhouder. Wanneer met dezen functionaris de kwestie niet kan worden opgelost, dan wende men zich tot het bureau van den Voediselcommissaris te Til burg en wel bij voorkeur schriftelijk. Alleen in noodzakelijke spoedgeval len make men gebruik van de tele foon. Ter bevordering van een vlugge afhandeling van telefoongesprekken! volgen hier voor de onderscheiden afdeelingeii de telef.-nummers, waar onder deze zijn te bereiken: Prov. Vcedselcomm. (persoanl. Secretariaat Controle Registratie Aardappelen Veevcederdistributie Handel Pluimvee Hooi en Stroo Rundvee Paarden P.I.C.A. Varkens Zuiyel Bodem productie, Kunstmest en Motorbrandstof 5621 of 8041 Bewaar deze mededeeling. Ze kan U van pas komen. 8041 8041 8041 8041 8041 8041 8041 5852 5862 5862 5862 6041 6403 7603 AFDORSCÏIEN VAN GRANEN EN! PEULVRUCHTEN. De Prov. Voedselcommissaris voor Noord-Brabant maakt het volgende bekend In verband met de motorbraindstof- positie kan het vanaf heden niet meer worden toegestaan, dat een loandor- scher meer dan een maal op een be drijf komt om te dorschen. Verdier wordt er de aandacht op gevestigd, dat bedrijven van minder dan 3 ha granen ein peulvruchten irt elk geval vóór 1 December 1941 humi geheel e oogst afgedorschen en inge leverd dienen te hebben, voor zoover niet voor eigen gébruik vergunning is verkregen. Bedrijven met meer dan 3 ha gra nen en peulvruchten, waar met ei gen garnituur wordt gedorschen, die nen op dien datum minstens twee derde van hun oogst gedorschen en geleverd te hebben. In de grensstreek! IB1 GEMENGD MET KRACHTIGE KOFFIE is de allerbeste samenstelling welke U kunt verkrijgen. is Ravenswaay's „Sugo" Koffiesurrogaat het beste vervangmiddel voor Koffie, want, Ravenswaay's „Sugo" Koffiesurrogaat is geheel volgens regeerings-samenstelling bereid, en dus met echte Koffie vermengd Vraagt Uw winkelier om Beter Koffie surrogaat kan hij U niet leveren. Overal verkrijgbaar. N.V. v/h M. Ravenswaay Zonen, Gorkum. 10. Op de teerste wisselplaats steeg Magnus uit en verzocht haar, om gedurende het wisselen der paarden, dat hij zoo lang inogelijk zou vertra gen, van kLeeding te willen verande ren, hij bracht de livreikteederen, die in het achterkastje waren gepakt, te voorschijn, Legde ze haar voor en gaf haar de verzekering dat ze nog nooit door iemand waren gedragen daar de kleermaker ze eerst den vo- rigen morgen had thuis bezorgd; hij zei haar toen, dat zij in de plaats van zijn bediende mede ging, daar hij het korte tijdsbestek en den drang der qnistandigheden dit de eenige moge lijke manier was geweest om haar te redden en dat zij zich nu moest voor bereiden deze betrekking in schijn te blijven bekleeden tot dat zij deFran- sche grenzen zouden zijn overgetrok ken, het kon anders licht gebeuren, zoo voegde hij er bij, dat de beamb ten die er toe gerechtigd zijn den rei- zenden moeilijkheden in dien weg te stellen eenige verdenking kregen, wat wellicht ontdekking en onaangena me gevolgen na zich kon sleepen; ook bereikten de tijdingen met de telegraaf de grenzen eerder dan het mogelijk was om die met postpaar den over te komen. Hij maakte haar ook opmerkzaam dat in den zak van het rijtuig aan de linkerzijde zich eenig koud gebak en wijn bevond, benevens de benoodigd- heden om het te gebruiken en ver-, zocht haar dringend, zich ook daar van te bedienen. Hij had getracht het oponthoud zoo lang mogelijk te rekken om daar door aan zijne reisgezellin den noo- digen tijd tot 't verwisselen barer kleederen te verschaffen. Toen hij weder in het rijtuig kwam kon hij wegens de duisternis van den nacht niet met juistheid zien of zij aan zijn wensch gehoor had gegeven; in- tusschen scheen zij echter stil en rus tig geworden te zijn en Magnus was maar blij dat zij ten minste niet meer weende. Zij zat dicht in den mantel gewikkeld en de heed lag, voor zooverre hij in de duisternis kon bemerken voer haar op den schoot. Nog immer was het Magnus onbe kend of het meisje dat naast hem in het rijtuig zat, werkelijk diegene was die hem om bescherming en red ding had gesmeekt, en het was met een onbeschrijfelijk verlangen dat hij het aanbreken van den dag tegemoet zag, die nu niet lang meer op zich kon laten wachten, daar de Juli nachten niet zeer lang zijn. Eindelijk viel de eerste schemering der opgaande zon in liet rijtuig. De nu in een welgekleedien jockey her schapen jonge dame, zat met het hoofdje in den hoek van het rijtuig geleund en sliep zacht en rustig; de van 't schreien vermoeide oogen had den zich eindelijk gesloten. Het ge schokte lichaam had zijne rechten doen gelden en het schommelen van den gemakkelijken reiswagen had er hel zijne verdér toe bijgedragen. Opmerkzaam beschouwde Magnus de slapende en meer ein meer kwam hij tot de overtuiging dat zij en dé jonge dame, die hij eens in het bloe menmagazijn had aangetroffen en het meisje dat aLs fruitverkoopster zich hulpzoekend tot hem had gewend, volkomen een en dezelfde was. Einde lijk, het was reeds bijna zeven uur, werd zij door een stoot van het rij tuig uit haren slaap gewekt.. Nog half door den slaap bevangen sloeg zij hare oogen op, maar ook terstond weer neer, want haar blik ontmoette toevallig dien van den graaf. Toen zij zich geheel uit de banden van den'slaap had bevrijd, schikte zij hare haren wat in orde, toen vouwde zij hare handen en bad langen tijd stil en aandachtig. In den naar boven geslagen blik, waarmede zij haar gebed eindigde, scheen éene mcedige zelfoverwinning gelegen te zijn. Beiden zwegen nu nog een ge- ruimen tijd stil, eindelijk na nog een kleinen zichtbaren strijd met zich zelve, ving zij op biddenden toon aan: „Wees niet boos op mij, mijnheer, dat ik eerst nu mijn dank uit uw edel besluit om mij te redden de bereidwilligheid waarmede en de kie- sche wijze waarop gij dat besluit hebt uitgevoerd dit alles had ik u gisteren avond reeds willen zeg gen maar mijn verschrikkelijke toestand en mijn namelooze angst zij wilde mieer zeggen, maar de tra nen kwamen haar weder in de oogen en verstikten hare stem. Met innemende hartelijkheid wend de Magnus zich tot haar e;n bad haar zich te herstellen en bedaard te zijn en 'sprak haar troost ein moed in. Hij bracht haar onder het oog dat zij met elk uur de grenzen meer en meer naderden, dat Parijs reeds ne gen uren afstands achter haar lag en daar de nacht zonder eenig ge vaar was verstreken, zoo hoopte hij haar nu ook binnen kort in volko men zekerheid te brengen. Hun reis tocht was voorLoopig naar Bazel be stemd en daar gekomen, zou zij nog slechts te zeggen hebben waarheen zij verder wilde en hij bood zich dan gaarne aan haar naar elk land of elke stad te geleiden, die zij tot hare ver blijfplaats zou kiezen. „Ik bezit niemand op de wereld, die mij nabestaat en aan wiens hoede ik mij dientengevolge zou wenschen toe te vertrouwen, maar daarom ben ik toch om mijne eigene persoon niet beangst. Er Leeft een God boven mjj en die heeft zich wonderbaar aan mij ook nu geopenbaard. Hij heeft mij u toegezonden, mijn heer, en zonder u ware ik heden of morgen reeds dood geweest of aan openlijke smaad en vervolging prijs gegeven." Zij hield belde handen voor de oogen ein ophieuw vloeide hartei tranen. Een geruimen tijd zweeg zij] nog stil, inadat zij meermalen nog met de handen voor de oogen het hoofd had geschud, evenals had zij] met een innerlijk afgrijzen in den af grond neergezien, aan welks rand zij gestaan had. „Het is", ving zij eindelijk met ge smoorde stem, waar men duidelijk de verlegenheid om over zichzelve te mceten spreken in kon opmerken, half luid weder aan, „het is meer, dan tijd om u over het' briefje dat ik u in den appel overhandigde op heldering te geven. Ik zal zoo kort mogelijk zijn en toch vrees ik zal het eene lange geschiedenis worden. Mijn oom is de minister, graaf Polig- nac. Aan deze omstandigheid is mijn! ongeluk toe te schrijven. Wat had de hertogin van Angoulème gelijk toen zij onlangs, in een oogenblik van moe deloosheid uitriep: „die P-olignaczal ons allen in het ongeluk storten!" De koning zeide haar dat zij zich niet met zaken bemoeien zou die haar niet aangingen Lieve God die za ken gingen ons maar al te zeer aan; wij zijn er allen ongelukkig door ge worden. Ook ik moet geheel onschul dig de gevolgen van den dwazen trots in dezen man dragen, zoodat ik bij' nacht mijn geliefde Frankrijk moet verlaten." (Wordt vervolgd). NIEUWSBLAD - 36 0

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1941 | | pagina 5