voor FOTO'S: VISSER ZN. - WERKENDAM TEL 95
Ons Landbouwhoekje.
Burgerlijken Stand
PRIJSBEHEERSING EEN WINSTBEHEERSING
Bovendien laat de praktijkkennis
van de laatstsglenoemde groep ,dik-
wijls te wensen over.
Slechts in bepaalde gievallien en
in bepaalde streken zal aan MULO
of HBS vooropLeidiiig! de voorkeu^
moeten worden gegeven.
De vooropleiding! op de L.L.S,
is gebleken zieer waardevol te zijn
voor de Landbouwwinterschool', ter
wijl 'anderzijds de leerhnglen op
de L.L.S. voor vakstudie wat jong
zijn, zodat dit onderwijs feitelijk
met de eindstudie behoort te zijn.
Een aanzienlijke verbreding! en ver
dieping! van kennis en inzicht be
hoort te vollglen.* i
De ideale leeftijd der leerlingjen
van een Landbouwwinterschool is
18 tot 25 jaar. Deze leerlingten
kennen beter de praktijk en zijn
beter in staat tot het vormen van
een zelfstandig oordeel, dan ieer-
linglen van hó jaar.
Wettelijk is de minimum leeftijd
echter 16 jaar. j
Hiet onderwijs past zich aan bij
de praktijk van de streek waar dé
school iglevestigd (is, doch tevens
wordt iglestreefd naar algemeen
heid, in verband met de grote
kans, dat de ouddeerlirigbn niet
in hun eiglen omgeving boer zul
len kunnen wörden.
De lessen worden (gewoonlijk
van half October tot begin April
'glegevien, dagelijks tussen 9 en 4
uur, behalve 's Zatterdagls.
Aan sommigje scholen worden
bovendien nog zomerlessen gege
ven jgjedurende 1 of 2 weken, die
buitenigiewoon belangrijk zijn in
verband met het onderwijs in ver
scheidene onderdelen van prakti
sche vakken.
Gedurende de izomer tussen de
ie en 2e cursus moeten de leerlin
gen uitvoerig aantekening houden
van hun praktische bevindingen en
uitgaande van een bepaald bedrijf
deze gedocumenteerd weergeven.
Het gaat hierbij niet alleen om be
schrijving, maar ook om zelfstan
dig en critisch waarnemen en over
wegen.
De kosten van >het onderwijs
aan een Landbouwwinterschool Zijn
zeer laag, vergeleken bij de kos'-
ten die ouders zich moeten «ge
troosten, die hun zoon in een an1-
dere richting dan landbouw doen
opleiden. 1
Het aantal leerlingen, dat een
landbouwwinterschool bezoekt kan
en moet nog sterk toenemen. Al
zal dit ,in de toekomst ook gebeu
ren,' het .moet nu reeds meer wor
den ingezien, dat onze jongens
niet alleen vandaag, maar over
2 5 jaar nog! op de hoogte van
hun tijd .moeten zijn. 1
Het programma van het onder
wijs vragle men aan bijl de direc
teur der Landbouwwinterschool.
Voor deze streek heeft men de
keuze tussen de Landbouw winter-
schoeln te Dordrecht, Utrecht,
Gouda, Gorcum en Andelst. De
laatstgenoemde 3 scholen zijn van
jongere [datum en meer „te mid
den van de boeren" gevestigd.
Gorcum is een Christelijke Land-
bouwwinterschoiol, de overig! ziijn
R'ijkslandbouwwinterscholen.
1 D.
lopen.
C. v. d. Wiel vraagt of h,et bij
Eet veer niet wat uitgediept kan
worden, daar de veerboot dikwijls
last heeft met aanleggen.
Voorzitter. Dat valt niet mee,
omdat de Rijswaterstaat daarom
trent h,eel zware bepalipgen stelt.
Kornet spreekt nog over de rio
lering aan de zagerij, waarna#de:
Voorzitter de vergadering sluit.
Waar ook in ons „Nieuwsblad"
een advertentie is geplaatst betref
fende de aangifte van leerlingen
voor de Chr. 'Landbouw-winterp
school te Gorcum, adht ik het
van groot belang, hieronder een
zeer lezenswaardig en actueel arti
kel te laten volgen, geschreven
door de heer Diijkema, Directeur
van bovengenoemde onderwijsin
richting-.
Willen vooral de ouders van
mijn oud-lleerlingen, van goede
-aanleg! het lezen enter harte
nemen? \W. B-. te A.
De Landbouwwinterschool.
Het doel van het onderwijs aan
de Landbouwwinterschool; is aan
boerenzoons een dagelijks theoreti
sche basis te verschaffen voor de
uitoefening' van het zich ontwikke
lend landbouwbedrijf.
Het is nodig daarbij te beden
ken, welke eisen nu en in de toei-
komst aan een boer gfesteld wor
den uit Landboulwtechnisch en so
ciaal-economisch o-Oglpunt.
Deze eisen, die noodzakelijker
wijs gesteld moeten worden tenge
volge van het steeds meer zich
ontplooiende concurrerende buiten
land, worden in ons eigen land
reeds hier en daar concreet naar
voren gebracht b.v. door instan
ties, die te beslissen hebben over
de toewijzing! van pachtboerderijen.
Een bekend voorbeeld daarvan is
de Wierin'gérmeerdirectie, die bij
de uitgifte van boerderijen in de
Noord-0ostpolder voor ieen bepaal-
/de bedrijfsgrootte het diploma enier
Landbouw win terschool vraagt.
Afgezien Van concreet gestelde
voorwaarden in dit opzicht zien
steeds meer boeren thans in, dat
hun jongens, die zij in de toekomst
boer hopen te zien met niet jnimj-
der kunnen volstaan dan de Land
bouwwinterschool.
Dit (gelukkig verschijnsel wordt
gedemonstreerd door het aantal
leerlingen Lder Landbouwwinter
school, hetwelk in de loop van 10
jaar vrijwel verdubbeld is.
Hoewel ,af en toe wel eens (en
kele feerlinglen de school bezoeken
met de bedoeling later een functie
te vervullen bij de Landbouw voor
lichtingsdienst, de Keuringsdienst,
de ,Ned. Heide Mij., het Lanttf-
bouworg'anisatielevën, het Coope-
ratiewezen ,of iets van die aard,
mo-d men niet verwachten, dat
het onderwijsprogramma op deze
leerlinglen ,zou zijn ingesteld. Ener
zijds .is het weliswaar een gelukkig
verschijnsel, dat boerenzoons de
gelegenheid krijgen, waar dit door
het iglrote landtekort noodzakelijk
blijkt, fin diensten en organisaties
op landbouwgebied zich een bevre
digend bestaan te verschaffen/waar
het hooglste ideaal, zelf boer te
worden ,toch beslist niet voor al
len bereikbaar is. J
Anderzijds blijft het karakter der
Landbouwwinterschool bepaald
door de landbouwpraktijk.
Met onderwijs is vrijwel, geheel
theoretisch, daar ervan wordt uit
gegaan, idat de praktische bedre
venheid en de kermis van de prak
tijk het best* in een gewoon prak
tisch bedrijf knunen worden ver
kregen. Doch de theorie is sterk
praktisch gericht, zodat bij de
praktische vakken het onderwijs
soms -bijkans het karakter krijlgt
van voorlichting.
Hierbij worde echter bedacht,
dat de grote waarde van het on
derwijs aan de Landbouwwinter
school niet alleen is gelegen in de
direct in de praktijk toe te passen
kennis ,maar vooral in het funda
ment ,dat gelegd wordt voor zelf
standige verdere ontwikkeling.
De boer komt in de veelvormige
praktijk steeds voor nieuwe situa
ties te staan met speciale moeilijk
heden ,die niet met een recept
uit een leerboek ,doch door zelfj-
standiigj denken moeten worden op^
'gelost.
Daarvoor is naast kennis inzicht
nodig.
Verdieping van inzicht en ver-
rui min!gi van blik tracht de Land
bouwwinterschool te gtevien.
Het is verheuglend, dat in de
laatste jaren het aantal laglere
Landb ouw scho le n s te rk toenee mt.
Het is evenzeer verheugiend, dat
het aantal gediplomeerden van een
laglere Landbouwschool, dat daar
na de Landbouwwinterschoo] volgt,
sterk toenemend is.
Men beschouwié het volgen van
de Landbouwwinterschool na de
Laglere Landbouwschool niet #ls
een ovlerbodigle weelde.
A'ls vooropleiding! voor de Land
bouwwinterschool is de giewone La
glere school, zonder enig aanvul
lend onderwijs, ongewenst en al
leen voor joniglens met mieer dan
glemiddelde begaafdheid geschikt.
Praktisch past het in de bedrijL
v!en vaak beter de jongens van 14
tot 18 jaar een of 2 daglen per
week naar de Laglere Landbouw
school te sturen dan gedurende de
gehele week naar een school vo-olr
M.U.L.O. of een H.Bi. school.
De jaarverslagen, die door di
verse ondernemingen aan het ein
de van 'hun boekjaar worden ge
publiceerd en waaruit blijkt dat
zij zeer gunstige resultaten hebben
bereikt zijn meestal aanleiding voor
een belangrijk gedeelte van het
publiek tot critische opmerkingen
t.a.v. de prijspolitiek van onze Re
gering. Men meent, dat, waar de
prijspolitiek er op gericht is de
kosten van levens-onderhoud zo
laag mogelijk te houden, het uit
gesloten moet worden geacht dat
de ondernemingen zulke gunstige
resultaten behalen.
Men vraagt zich dan ook af,
of die gunstige jaarcijfers geen
bewijs zijn van te hoge winstmar
ges ten koste van de verbruiker
en dus van een onvoldoende prijs
beheersing.
De gepubliceerde jaarciifers zon
der meer gebruiken als basisvoor
critiek op de Prijsbeheersing is
echter onjuist. Immers de gepu
bliceerde winstcijfers hebben niet
alleen betrekking op de binnen
landse omzetten, doch worden voor
een deel verkregen uit exporten.
En hoe hogere inkomsten uit de
export, zonder daarbij natuurlijk
onze toekomstige positie op de bui
tenlandse markten te schaden, des
te beter is het voor onze devie-
zenpositie. Omtrent de grootte van
de winsten uit export verkregen
tasten we helaas gedeeltelijk in
het duister, omdat het bedrijfs
leven niet erg scheutig is met me
dedelingen hieromtrent.
Drs. A. W. F. Bakker, die over
dit onderwerp reeds meer heeft
geschreven, meent, dat in 50 pCt.
der gevallen de gesignaleerde hoge
winsten geheel of grotendeels uit
de exportwinst zijn te verklaren.
Na aftrek van die export winst
wordt dan 'het beeld dat we krij
gen van de winsten in ons be
drijfsleven veel bescheidener.
De opmerking kan worden ge
maakt of het wel juist is de e(x-
portwinsten buiten beschouwing te
laten, m.a.w. of bii de binnenland
se prijsregeling niet met het ge
lijktijdig maken van hoge export
winsten rekening 'had moeten wor
den gehouden.
De situatie is echter zo, dat
men ten tijde van 'het opmaken van
de calculaties voor de binnenland
se prijsregelingen niet met enige
zekerheid de toekomstige export
winsten kan becijferen. De hoogte
van de exportwinst is immers door
gaans afhankelijk van vele op kor
te termijn niet voorzienbare facto
ren. Bovendien is het zo, dat in
een bepaalde branche sommige be
drijven grote exportwinsten ma
ken, andere geringere en weer an
dere in het geheel niet exporteren.
Een algemene lijn zou dus nooit
te trekken zijn.
Bii dit alles mag nog in aan
merking worden genomen, dat de
huidige gunstige exportsituatie
slechts zeer tijdelijk is.
Als de ergste goederenschaarste
eenmaal voorbii is, rrïag men er
rekening mede houden, dat de prij
zen op de buitenlandse markten
zullen vallen en het is dan de ex
porteur die daarvan allereerst de
terugslag krijgt. De eerste teke
nen hiervan zijn reeds merkbaar.
Om een enigszins juiste indruk
te krijgen van de winsten uit de
binnenlandse omzetten moeten er
nog meerdere factoren in aanmer
king gorden genomen, n.l. ren
ten, dividenden e.d. uit beleggin
gen en deelnemingen in verwante
buitenlandse bedrijven. Vooral in
de achter ons liggende periode is
dit van belang geweest, omdat men
jaren achtereen geïsoleerd is ge
weest en nu de uitkeringen over
meerdere jaren in eens heeft ont
vangen.
Van belang is ook het verschil
tussen aandelenkapitaal en werke
lijk kapitaal; n.l. voor de vaststel
ling van het winstpercentage.
Bovendien mag men de bedrij
ven, althans voor wat de belang
rijkheid t.a.v. Je prijsbeheersing
betreft nog splitsen in onderne
mingen die luxe artikelen produ
ceren en bedrijven die betrokken
ziin bii de vervaardiging van goe
deren (en diensten^ waarvan de
prijzen van directe of indirecte
invloed zijn op het budget van de
grote massa van ons volk.
Het ligt niet in de bedoeling
van dit artikel te betogen dat er
1
geen gevallen aan te wijzen zijn
waarin een relatief te ruime winst
is behaald op leveringen in ons
eigen land. Dergelijke gevallen zijn
er ongetwijfeld, al is hun aantal
niet zo groot als men geneigd is
aan te nemen.
Van het grootste belang zijn de
gevallen in de bovengenoemde 2e
groep. Na-calculaties vinden regel
matig plaats zodat onvolkomenhe
den in bepaalde prijsregelingen,
zoals te ruime winstmarges, dan
blijken.
De van overheidswege vastge
stelde prijzen zijn gebaseerd op de
uitkomsten van het redelijk effici
ënte bedrijf in de betrokken bran
che. Het streven is dus dje prijzen
zó vast te stellen, djat d/Lt bedrijf,
bij een normale omvang van de
productie juist een winst kan bfe-
halen. gelijk aan de van overheids
wege als redelijk erkende normen.
De mogelijkheid blijft dus open,
dat een bedrijf door meerdere of
mindere efficiency zijn winstcijfer
gunstig of ongunstig beïnvloedt.
Tegen het op deze wijze maken
van een grotere winst Dan van
de zijde van dePrijsbeheersinggesn
enkel bezwaar bestaan. Immers de
consument heeft daarvan geen en
kel nadeel. De resultaten vjm dfe
Prijspolitiek moet men allereerst
beoordelen naar het verloop van die
kosten van levensonderhoud'. Daar- 4
bij kan men dan constateren, dat
ondanks tal van prijsstijgingen op
de internationale markt, waardoor
het Nederlandse prijspeil ook
wordt beïnvloed, de kosten van le
vensonderhoud in ons land al ruim
een jaar vrijwel stabiel zijn. Boven
dien steekt het zeer gunstig af bi\\
het niveau in andere landen.
WERKENDAM.
Geboren: Alida, d. van B. v. d,.
Heuvel en T. v. Anrooij; Marinus
H., z. van H. Visser en J. G Ip-
pel.
Ondertrouwd: A. Westerhout,
28 j. en C. Cornet 29 j.
Getrouwd: W. Verheij 36 j. en
M. Kamsteeg 26 j.; A. Pijpelink 26
j. en A. J. Voor den Dag 22 j.; J.
Zwets 24 j. en K. Duize* 25 j.