FEESTNUMMER
voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
Inhuldiging van H.M. Koningin Juliana
J ©8ê)®8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@ J ©8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@ J
op 6 September 1948
VAN AlTf*
Met grote pracht en praal is
Juliana gekroond tot Konin
gin der Nederlanden. Het was
een gebeurtenis zö fantastisch
door haar luister, dat zij, die
er getuige van waren, het nim
mer zullen vergeten. Duizen
den waren uitgelopen naar de
Dam, het hart van het fees
telijke Nederland, om een
glimp op te vangen van de
Koninklijke stoet op de 70 me
ter lange weg van 'het Paleis
naar de Nieuwe Kerk... En
ze hebben de nieuwe Koningin
gezien, eerst langzaam voort
schrijdend onder de lange fees
telijke pergola vanaf de hoofd
ingang van het Paleis tot aan
de Nieuwe Kerk en later op
het balcon van het Koninklijk
Paleis met het kleine Prinsesje
Marijke op de arm. Zelden in
de wereldgeschiedenis zal een
pas gekroonde Koningin zich
zo warm menselijk aan haar
volk hebben vertoond....
Wanneer de vorstelijke gasten
het gebouw betreden, vooraf
gegaan door Kamerheren, rij
zen allen op. Kroonprins Os
car en Kroonprinses Louise
van Zweden, Kroonprins Olav
en Kroonprinses Martha van
Noorwegen, Prins Axel en
Prinses Margaretha van Dene
marken; en dan de halzen
rekken zich iets meer uit.
de jonge prinses Rose van En
geland, nu waardig en stem
mig schrijdend over de loper
in een lang gewaad van zacht-
rose, met een glans van paarl-
moer weerschijnende zijde.
De koningin Elisabeth van
België, de jonge erf-Groot
hertog van Luxemburg, Prins
George van Griekenland, allen
met een schitterend gevolg van
dames in glanzende, kleurige
gewaden en officieren in een
kleurengamma vanrood, blauw
zwart, goud en zilver, schrij
den naar de hen toegedachte
plaatsen.
Een geruis gaat door de kerk,
wanneer over het lange pad,
dwars door het schip der kerk
Prinses Wilhelmina der Neder
landen nadert, vergezeld van
Prinses Armgard van Lippe-
Biesterfeld. Met hen lopende
beide Prinsesjes Beatrix en
Irene, hand in hand, in licht
blauwe tulen jurkjes, als twee
elfjes tussen al die deftige,
zwart-en-gouden mensen door.
Boven, vanuit het in verweer
de kleuren prijkend glas in
loodraam, zien alle Oranjevor
sten en -vorstinnen, van de
Vader des Vaderlands af tot
Koning Willem III toe, glim
lachend naar die twee gene
raties Oranjes, wachtend op
Haar die beide verbindt:
Koningin Juliana!
Nu kan het ieder ogenblik ge
beuren. Hoor... daar klinkt
klokgebeier. Het Wilhelmus
tinkelt van het Paleiscarillon,
van de Dam waait het gejuich
bij vlagen de kerk binnen.
Strak en stram staan de adel
borsten en cadetten. Allen zijn
opgerezenhet orgel zwijgt.
En in die stilte valt plotseling
jubelend, 'het koor in, onzicht
baar opgesteld, dat onder lei
ding van Eduard van Beinum
het aloude Wilhelmus doet
horen.
Temidden har er eerbiedig op
gerezen onderdanen en der ve
le buitenlandse gasten schrijdt
Hare Majesteit Koningin Ju
liana der Nederlanden over
de rode loper van het kerkge
bouw binnen. Zij draagt onder
de roodfluwelen, met gouden
leeuwen geborduurde en met
vorstelijk hermelijn afgezette
en gevoerde kroningsmantel,
een saffierblauwe sleepjapon,
waarover het breede lint van
Grootmeesteres der Militaire
Willemsorde.
In het eenvoudig opgemaakte
haar draagt zij een kapje van
edelstenen, gesierd met dia
manten sterren. Diamanten en
robijnen flonkeren aan Haar
hals en armen.
Naast haar gaat Prins Bern-
hard in ceremoniele generaais-
tenue, de steek met witte ve
ren in de hand. Adjudanten
in goudbestikte uniformen
draperen de lange sleep van
de koningsmantel om de zetel
waarop de Koningin plaats
neemt.
Achter de troonzetels stroomt
de ruimte voor het glanzende
koorhek, nu vol met leden der
hofhouding in glanzende staat
siekledij, adjudanten, vlag- en
opper off icierèn.
Grote stilte heerst thans in
de kerk. Aller ogen zijn ge
richt op de jonge Koningin,
gezeten naast Haar echtge
noot.
En in die stilte klinkt zacht
maar duidelijk, door de luid
sprekers tot in de hoeken der
kerk weerkaatst, de stem van
Koningin Juliana tot 'het uit
spreken van Haar rede.
(Deze rede vindt U afgedrukt
op pagina 3 en 4).
Na de rede van de Koningin
rijzen alle aanwezigen op. Ook
de Koningin is opgestaan.
Plechtig en duidelijk klinken
Haar woorden door de dood
stille kerk:
IK ZWEER aan het Neder
landse Volk, dat Ik de Grond
wet steeds zal onderhouden en
handhaven.
Ik zweer, dat Ik de onafhan
kelijkheid en het grondgebied
van de Staat met al Zijn ver
mogen zal verdedigen en be
waren. Dat Ik de algemene
en bijzondere vrijheid en de
rechten van al mijn onderda
nen zal beschermen, en tot in
standhouding en bevordering
van de algemene en bijzondere
welvaart alle middelen zal
aanwenden, welke de wetten
te Mijner beschikking stellen,
zoals een goed Koning schul
dig is te doen.
Dan gaat de rechterhand der
jonge Koningin omhoog en
klinkt haar stem door de kerk
Zo waarlijk helpe Mij God Al
machtig
NIEUWSBLAD