J ©8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@®8@ J ©8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@©8@ J J ©8@©8@©8@©8@©8@®8@©8@©8@ J ©8@©8@©8@©8@®8@©8@©8@©8@ J re taak begonnen met later naast u vaders gezegende per soonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad in een wereld van conventionele vooroorde len, waardoor speciaal de tijd waarin ge "begon, zich ken merkte, weet ik nog maaral leen, en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw 'hart zo sterke verbondenheid met de medemens, 'hebt gij echter on verstoord voor 'het heil der gemeenschap gewerkt. Ik zelf en allen hadden altijd het gevoel, dat gij er waart als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond daar on wrikbaar: saevis tranquillus in undis rustig temidden der woedende golven. Ik weet dat ge in uw over grote bescheidenheid en ne derigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit uzelf zoeken, van onafgebro ken werken, zwoegen en scheppen, zegt: Maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank? Nederland en de rijksdelen over zee hebben u een halve eeuw als „de Koningin" ge kend en zelfs reeds acht moei lijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welver diende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge unog sterker gevoel van verbonden heid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd. In de hoop, dat uw beschei denheid u niet zal beletten, het te aanvaarden, wordt u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog en onderdruk king, het ridderkruis der Mi litaire Willemsorde, eerste klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin. Leden v. d. State n-G ene racd, Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldge schiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze 'houding tegen het onheil van het jongste verleden en tegen de dreiging van nieuwe onhei- j len. Nederland moet niet al leen drijvende blijven op de wilde golven van het wereld gebeuren. Het moet zelfs zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: „Eendracht en nog eens eendracht" heeft Ko ningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens wor den geuit, veel plannen wx>r- den gemaakt. Zullen wij ze ook waar ma ken: Foto van Koningin Juliana en Prins Bernhard in 1937 Bij het nastreven van sociale rechtvaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrij heid, zelfstandigheid en gelijk waardigheid van onze verhou ding tot de volkeren van In donesië, Suriname en de Ne derlandse Antillen in het ver vullen van onze taak tussen de volleen, in de wijde ruimte der wer eld ve rh ou din gen Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zullen verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpt hen, die zich zelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven on der te gaan. In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeen schap misdaden plaats gegre pen zo groot, dat men zich die niet tevoren had kunnen voorstellen. Als een kwaad aardige besmetting heeft de ze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten tengevolge gehad, die ook ons volk ondanks een heldhaftig verweer, niet geheel onaangetast heeft ge laten. Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan 'het opvoeden van onze jeugd tot vrije mensen met een geeste lijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eer bied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging. Ons volk is zeer onderschei den naar godsdienst en we reldbeschouwing. De Staten- Generaal geven daarvan een weerspiegeling en kennen, om met Willem van Oranje te spreken die gelegenheyt des lands en- de de humeuren van de inge- setenen het best". Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in een dracht behartigen van 's lands belang. Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij zal mij voor ogen staan het zinne-, beeld, waarmede ik de rege ring van mijn moeder ken merkte en dat voor mij het wezen van het Nederlandse Koningschap weergeeft De rots temidden der woelige baren. Leden der Staten-Generaal, te zamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en 'het Kijk. Moge God onze arbeid zege nen. Prof. Kranenburg, de presi dent, s'taat in zijn zwarte to ga tussen troon en credensta fel en richt het woord tot de Vprstin. Na deze rede spreekt hij als eerste de woorden van de eed,, en van hun plaatsen zeggen; alle Kamerleden, 'hoofd voor hoofd opgeroepen, hem na: „Zo waarlijk helpe mij God Almachtigof „Dat beloof ik' De oudste koning van wape nen zwaait zijn scepter en roept luid door de kerk: Hare Majesteit Koningin Juli ana is ingehuldigd! Leve de Koningin! Tot driemaal toe wordt deze kreet herhaald en door al--> len in de kerk overgenomen. Duizenden witte handen flad deren 'boven de hoofden, als werd de zo juist afgelegde) eed door allen bekrachtigd. 1 De grote deuren zwaaien open herauten en trompetters tre den in het lichtvak. We zien daarbuiten de trompetters de bazuin steken, horen door het orgelgedreun heen flarden van gejuich ginds op de Dam. Snel formeert zich thans de vorstelijke stoet. Achter de trotse vanen, achter de pracht en praal van het Rijk, gaat de jonge Koningin in het vor stelijk gewaad. Niet fier, stra lend en onbezorgd, maar ern stig en diep onder de indruk zich ten volle bewust van de grote verantwoordelijkheid, de ontzaglijke taak, die op Haar schouders rust. En langs de weg die zij gaat, staan duizenden harer onder danen. Hooggeplaatsten en aanzienlij ken zowel als eenvoudigen, Ministers en soldaten, verzet strijders en athleten, grijze professoren en jonge scholie ren, kardinalen en rabbijnen, heel Nederland in zijn groot ste verscheidenheid, aan schouwt zijn jonge Koningin bij Haar eerste gang als ge kroonde Vorstin. Juichkreten klinken nog voor Koningin Elisabeth van Bel gië, voor Prinses Margaret Rose, die voor een der ra men van het paleis zichtbaar werden. Maar alles wordt over stemd door de gescandeerde roep der tienduizenden, de groet aan hun nieuwe konin gin: Juliana, Juliana! i 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1948 | | pagina 4