TWEEDE BLAD NIEUWSBLAD pinÉslergeftruiÉen in oude jijden. De Jubo van de N.C.R.V. Maas en Waal DONDERDAG 2 JUNI 1949 No. 6674 behorende bij het voor het Land v. Heusden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard „Eerstelijck sullen de Schutterije nu voortaan den Voogel schieten op Pinxterdinsdach". Toen het Schuttersgilde van En schede in 1646 zijn „Artikelsbrieff" vernieuwde vonden de 'Olderluiden (officieren) het vogelschieten zeker de belangrijkste taak van het g;ilde, reden, waarom daaraan het eerste artikel van dit reglement werd ge wijd. Wat zouden ze ook andiers? De vrede met Spanje was in zichtte schutten (beschermen) viel er weinig en dus konden ze zich naar hartelust vermaken met het schieten naar „den papegooy". Pinksterdinsdag was daarvoor de gebruikelijke dag, al laat de tekst van het reglement ruimte open voor het vermoeden, dat de weerbare En- schedeërs oorspronkelijk op een an dere 'tijd het schuttersfeest vierden. Het bovengenoemde besluit bracht hun gilde dan echter in de rij der Pinkstergilden en we moigjen gevoege lijk aannemen, dat menige schutter zich sindsdien „op Pinxterdingsdach en alle officieren (te) volgen, densel- ven omme eenen vrijen Koninck te schieten met sijn eigen toebehoorige roer sonder toedoen van Iemandt, ofte andere roer als sijn eigen te gebruycken". Wel werd door de Drost van Twente in de volgende jareh zo nu en dan iemand beboet die de pape gaai had geschoten, maar de Ensche- deërs, die van de stichting van hun stad af en dat was al sinds 1325 voor hun democratische rechten zijn opgekomen, zullen zich van des Droste placcaten maar bar weinig hebben aangetrokken. Ze waren de enige nietnog op het eind van de volgende eeuw stond in Oldenzaal naast de gierichtsplaats waar de boos wichten te bungelen werden gehan gen, de papegooyschacht, waarbij men dus dat andere volksvermaak kwam beoefenen! Het was me zo'n Heidens vermaak: geen wonder dat de geestelijkheid er niet veel mee op had. Ze heeft althans weten te bereiken, dat de duif, die eertijds als doelwit gebruikt werd, vervangen werd door een hou ten papegaai met 'bonte verén ver sierd of met bonte "kleuren beschil derd. De blanke duif symbool van de Heilige Geest (in de Middeleeuwen liet men in de kerk met Pinksteren duiven los), werd zo niet langer ont heiligd, al schijnt het, dat sommige schutters haar niet konden vergeten. In 1820 nog beschreef Staring „Het Vogelschieten',' ('twas kermis in Ter- borg) als voljgt: En buiten aan een grazig, vlak, Beperkt van 'tljselbed, Werd feest'lijk op een steile maSt Een houten duif gezet. Gelukkig was het beest maar van hout, maar kurinen we de geschied- schrijvers geloven, dan moeten eer tijds zowel de papegaaischacht als de meibomen, die volgens de weten schap der folklore nauw met elkaar in verband staan, met levende vogels versierd zijn geweest. Zo'n Mieboom, die men wat Iaat met Pinkste ren nog elk jaar opricht, is de Schiermórihinkoogse (kallemodi". De kajlemooi is een hoge mast, versierd met groen en vlaggedoek, waaraan een mand bengelt welke de verblijfplaats is van een haan, die veroordeeld is de Pinksterdagen hoog in de Lucht door te brengen. Uit verveling zal hij dan het feest Ja het waren ruwe tijden, tot nog lang na de Gouden Eeuw. Het schijnt dan ook dat de Drost vhn Twente zijn 'tijd ver vooruit was toen nil niet alleen het papegaaischieten verbood, maar ook waarschuwde tegen de ex cessen vap gansetredken, cransjen- steecken en meer van die vermaken, waaraan men zich vooral mét Pink steren te buiten ging. Hoe dat Gans- streefcen in zijn werk ging, leert ons een ets van Hans Bol 1534—15993 J, waarop een boer aan de kop. van een gans blijft hangen, die met de poten aan 'n horizontaal touw is vast gebonden, terwijl een schuitje onder hem wegvaart. Bovendien heeft de Duitser Grab- ner, die in 1792 onze republiek als luitenant diende, ons een beschrij ving van dit naar zijn meninig bar baarse vermaak nagelaten. Het ganzetrëkken geschiedt op de volgende wijze: Men spant een dik touw tussen twee palen, dwars over de weg of de vaart,, naarmate dit wreed schouwspel te land of te water zal vertoond worden, aan welk touw een gans wier kop met vet of olie besmeerd en glad gemaakt is, bij Je benen wordt opgehangen. De lieden, die deze gans trékken zullen, worden alsdan in een wagen of schuitje, zo van de dorpsjeugd wel eens met zijn gekraai opvrolijken. Feestvieren hoort bij de Schier- monriikoogse Pinksterdrie dagen lang, waarvan de laatste "het hoogte punt is. Dan trekken na zonsonder- gahg de jongelui* in de herberg, waar het dansfeest gehouden wordt, niet alleen jas en vest uit, maar ook hun bovenbroek, die voor deze gelegen heid een andere geheel witte boven broek bedekte. Zo, in het wit, dansen zij met wie maar wHl tot het ochtend licht van de Woensdag een eind maakt aan de pret. De haan zal dan wel blij der zijn dan de ^chiermonnikoogse jonge lingschap, al moét eerlijkheidshalve vermeld worden, dat ér een 'flinke portie geweekt brood in zijn tijde lijke verblijfplaats mee de lucht in gaat. Een heidens vermaak dus ook, dat feest van tie kalilemooi, al kon "het nog erger. Dat bewijst het ^lacaat van 17,29, waarbij de Haagse Bosker- mis werd verboden. Voordien trok n.l. het uitschot der Haagse burgerij elke nacht van Pinkster-Zondag op Maandag het Haagse bos in en vier de er op zijn manier kermis! snel maar immer mogelijk is, de een na de ander recht onder de vogel heengevoerd en die het arme dier cle 'kop afrukt wint de prijs welke^ in een mes met zilveren "beslag, oï iets uergienjKS Desiaac. me wip" de gjans zo noog nangt aat men naar mei aan met moeite bereiken kan, en haar fladgemaakte kop zeer licht door e handen glijdt, vallen doorgaans verscheidene dezer spelers van de wa gen af of van de schuit in het water, eer een hunner het geluk heeft eén prijs te behalen". De Duitser die blij kbaar een nauw keurige studie van onze volksverma ken heeft gemaakt, gaat dan over tot de beschrijving van het katknup pelen maar hij voegt eraan toe, dat hij dit alleen van horen zeglgén heeft, want deze spelen raakten (dat was dus in 1792) hoe langer hoe meer uit de mode. Harm Tiesing, de eenvoudige Drentse boer, die zich door zelfstu die opwerkte tot landbouw- en volks kundige van formaat, heeft echter eens beschreven hoe hij nog in 1875 het katknuppelen als Pinks ter vermaak meegemaakt heeft. „Aan twee rechtopstaande palen was een dwarspaal bevestigd, aan die dwarspaal was een ton aan eCn touw tebonden. In die ton, aan beide ein- en goed gesloten, had men een le vende kat, een „oude heks" zoals men zei, gestopt. En nu moesten de deel nemers, allen op gelijke afstand staan de, ïeaer mei een oongef op Hie ton smijten. Wie het gelukte, die ton zoveel te beschadigen, dat er een gat in kwam, waar de kat door zou springen, had de eerste prijs, wie de kat greelp had de tweede prijs ge wonnen. Toen de knuppelaars ieder twee maal tegen de ronddraaiende ton hadden gekletst, was die nog niet voldoende beschadigd om de leat te laten ontvluchten en werd de afstand voor de deelnemers verkort. En nu bereikte de wreedheid haar toppunt. Meer dan de helft der bongels kletste tegen de ton, zodat er een gat 'in kwam, waar de arme kat wel haar kop kon doorsteken, maar nog niet door ontvluchten kon. Nu werd met het werpen gewacht tot de ton tot rust was gekomen, om die terzijde te treffen, want men wilde de kop vah de gevangene niet raken. Zij zou moeten ontvluchten. Nog een paar klappen en de kat sprong eruit. Een daverend hoera van het ruime publiek. Voor iemand haar had kun nen grijpen was de kat in de schuur gevlucht. Met erg bloedende handen De Jubileum-Ontmoeting (Jubo) die de N.C.R.V. op Tweede Pink sterdag in het Park Sonsbeek lie Arn hem organiseert, is reeds uit hoofde van de vervoers-organisatie een inte ressante gebeurtenis. Een net van iN- C.R.V.-correspondenten over het ge hele land verspreid, is daarbij inge schakeld. De Ned. Spoorwegen laten weliswaar een 20-tal extra-treinen spe ciaal voor de Jubo naar Arnhem rij den en onderhouden pendeldiensten uit de nabijgelegen steden naar Arn hem, doch de materiaal positie van de Sporwegen is zodanig,, dat <zij met geen mogelijkheid die stroom van be zoekers kunnen opvangen. Door de N.C.R.V.-correspondenten zijn echter tof nu toe reeds 800 au tobussen gehuurd. Ook voor de dui zenden medewerkers aan liet pro gramma (6000 gymnasten, tamboers en pijperscorpsen, muziekcorpsen enzj rijn autobussen gecharterd, zodat mén rustig mag panne men, dat meer dan 1000 van deze vervoermiddelen naar Arnhem zullen komen. Daarnaast warden duizenden parti culiere auto's met Jubo-bezoièkers ver wacht. Ten gerieve van 'dit autobus- en autovervoer zijn drie stadswijken als parkeerterrein ingericht: de Bur- gemeesterswijk, Alteveer en het ver woeste gedeelte van de binnenstad vlak bij de Rijnbrug. Voor de voer tuigen worden he rkenningss troken met de letters N.C.R.V. beschikbaar gesteld. Het Park Sonsbeek ligt vlak bij het station, zódat voor de bezoekers die per trein komen, het aan- en afvoerbrobleem gemakkelijk kan wor den opgelost. Om bij het vertrek een „overstroming" van het station te voorkomen zijn in de Bovenberg- straat afzonderlijke 'toegangen voor de .1 u"Do-gangers gemaakt. Aangezien ieder een plaatsbewijs heeft,, waarop „zijn" extra-trein met de daarop cor- toonde de winnaar tenslotte aan het publiek de angstige kat, die, nadat zij was losgelaten, weer in dezelfde schuur wegvluchtte". De drost waarschuwde in 1J67 7 ook tegen het „ommerijden". Ik weetniet wat daarmee bedoeld werd. Zou er in Twente een soortgelijk gebruik' hebben bestaan als onder andere in België en in Beieren, waar men met Pinksteren ommegangen te paard langs de akker houdt? Wat er wel bestaan heeft en nog niet is uitgestorven, is het in Holland zo populaire „dauwtrappen", dat blij kens een a ndere naam voor dit ge bruik „hemelvaren" vooral op He melvaartsdag plaats vindt, madr waar aan ook velen zich op Pinkstermaan dag overgeven. Deze dag is nu eenmaal vanouds een dag van uitgaan en vermaak. Ge lukkig is het katknuppelen afgeschaft en waar nófg naar de vogjel geschoten wordt is die van hout, maar in Daarle (bij Hellendoorn) waar men de Pink sterzondag rustig en met kerkgang Joorbrengt, zet het jonige volk op Pinkstermaandag eens flink de bloe metjes buiten en raast er zó uit, dat die dag er „Dollen Maandag" heet. responderende letter staat vermeld, zal niemand behoeven te zoeken. Bij gunstig weer worden meer dan 100.000 bezoekers verwacht. De voor verkoop der plaatsen wijst uit, dat deze schatting niet te hoojg is. Niet allen zullen reeds vroeg in de morgen aanwezig kunnen zijn, maar toch wel velen. Zij zullen zich in het Larix-dal verzamelen. Hier zijn rondom de tri bune 40.000 eenvoudige zitplaatsen ge m p r ovi see rd Reeds om 9 uur*in de morgen is er een concert van de Marinierskapel o.I.v. de Kapitein-Directeur Gijsbert Nieuwland, om hét wachten te ver aangenamen. :Om 10 uuur wordt de Jubo met tromgeroffel en bazuinigleschal en het zingen van hét Jubo-iied, begeleid door de muziekcorpsen, geopend. De morgen draagt verder het karakter van een massale dank- en herden kingsbijeenkomst in de open lucht, waarbij de feestrede zal worden uit gesproken door de voorzitter, Mr. A. B. R oos j en. Onder de aanwezigen warden ook een aantal' autoriteiten verwacht, die hun komst hebben bericht. Hieron der behoren de Ministers Dr. W. Drees, Minisster-President, Prof. Dr. J. Th. F. Rutten, Minister van On- aerwijs, Kunssten én Wetenschappen en Mr. W. F. Schokking, Minister van Oorlog en Marine a.d. Naast de Burgemeester van Arn hem, de heer Matser, zuilten de voor zitter van de Radioraad, Prof. Mr. P. S. Gerbrandy en de voorzitter van die Programmaraad, Mr. H. Bijleveld, het woord voeren. Massale samenzang" en cantus firmus van de vele koren met begeleiding der orkesten, zal verder het karakter van deze massa-meeting bepalen. Een der hoogtepunten zal' ongetwij feld zijn de aanbieding van het jubi- Ons Feuilleton „Waar tezamen vloeien..." „Jaap, ik moet je nog één keer zeggen, boe ik over je denk, of je het mij kwalijk neemt of niet. Het is een grote dwaasheid, wat je hier zit te doen, puur en alleen voor vreem de mensen, zoals je zelf beweert, e neemt risico's, die niemand kan egrijpen en geen mens kan waar deren, omdat je een N.S.B.-er bent. Dat had ik op mijn hart, Jaap, en ik meen het. Je bent een ;grote dw.aas en dat is nog heel zacht uitgedrukt". Jaap bukt zich om een blok op het vuur te gooien, dah zegt hij „Luister Henk, er is een tijd ge weest, dat ik eerlijk geloofde, dat van een verenigd Europa, onder Duit se leiding, heil te verwachten was, voor de toekomst van dit geslacht en de geslachten, die na Qns komen. De verenigde staten van Europa, om het gevaar uit het Oosten het hoofd te kunnen bieden. Ik heb daar zó vast in geloofd, jongen, dat ik daar ook naar gehandeld heb, maar ook heb ik leren inzien, dat mijn ge dachten verkeerd zijn geweest. Ik ben er de man niet naar, om de bakens te verzetten als het getij verloopt voor de mensen, die nu nog denken, zoals ik eens in blindheid dacht. Maar in hun gelederen wil ik niet meer staan, omdat ik hun orders 'niet meer kan uitvoeren, en daarom sta ik hier alléén op deze post. Ik doe, wat mijn hand te doen vind en heb daarbij alleen het welzijn van de mensen rond mij heen op het oog, met inzet van mijn gehele persoon en met hulp van deze Duitse aanstelling. Het is alles moeilijk te begrijpen, zelfs voor mijzelf, omdat deze grote innerlijke strijd alléén gestreden moét worden. De toekomst zie ik rustig ónder ogen, als "ik, na de bevrijding, moet boeten voor de jaren van verkeerd inzicht, dan hoop ik dat te dragen als een man. Mijn boetedoening begon toen ik hier op .die triestige avond voet aan wal zette in het Land van Heus den en Altena. Jij bent de énige, tegen wien in de waarheid zeg, mijn daden moeten verder voor zichzelve spreken". Het is lang stil in het vertrek en de mannen roken; in gedachten ver zonken. Dan klinkt de stem van Henk: „Het vreemde is, dat ik ie geloof. Alleen dit, Jaap, als je al leen maar helpen wilt, waarom zorg je er dan b.v. niet voor, dat de land bouwers hier terug kunnen komen?" „Dacht je, dat ik daar geen moeite voor deed. Ik krijg alleen tot nu toe geen voet aan de grond, alles stuit af op het gevaar voor spion- nage zo vlak achter het front. Ik weet toch, dat de mensen snakken om terug te keren, de velden mosten hoog nodig bewerkt worden, wat moet er anders van de oogs£ terecht ko men. Ik loop hier al dagen over te piekeren)'. Als het gesprek even stokt, giaat de deur open en Orts-Kommandant Kranzlin treedt binnen. Henk staat direct op en wil vertrekken, een ge baar en blik van Jaap doet hem ech ter weifelend weer plaats nemen. Te gelijk hoort hij Jaap hun afgebroken gesprek voortzetten, maat nu tegen de Duitser. „Ausgeschlossen", antwoordt deze. „Daarenboven komen hier eerdaags weer troepen en dan zou ik moeite hebben deze onder dak te brengen". „Pardon, Ober-Leutnant, soldaten worden liever ingekwartierd bij bur gers, dan dat ze op zichzelf moeten bivakkeren, dat heeft de practijk al bewezen". „Alles goed en wel", antwoordt de Duitser, „maar ik kan en wil niet handelen tegen een bevel van de divisie". „Herinnert u zich, Ober-Leutnant. dat Duitsland de vorige oorlog ver loor door gebrek aan voedsel? En u wilt nu goed en vruchtbaar iand onbenut laten? Kunt u dat verant woorden voor uw chef?..." „Ik wil er over denken... ik zie daar een piano staan, ik ga nu eerst een paar Schubert liederen voor u spelen". En in de schemering klinkt de muziek als een lafenis voor het hart. De Duitser speelt gjoed en gaat op in zijn spel. Zijn aanslag is mooi en hij rijgt de ene melodie aan de andere. Hier aan het front, omringd door talloze gevaren, de oren, maan denlang alleen gewend aan het bul deren van de kanonnen, het ontplof fen van vallende granaten en het ge knetter van mitrailleurs, geïllustreerd door allerlei lichtkogels, dit alles maakt de harten der beide mannen zo ontvankelijk voor deze liefelijke muziek, dat zij kampen met hun tra nen. Als dan de diep weemoedige to nen van de beroemde Walzer van Brahms zacht verklonken zijn, draait de Duitser zich lachend om én ze gt „Ik heb erover nagedacht. Wij gaan dit in orde maken, zodat althans een igiedeelte van de landbouwers kan te rugkeren. Maar... kunt u mij dan ook helpen, dat mijn jongens wat schnaps té drinken krijgen, om deze vreselijke oorlog even te kunnen ver geten?..." „Accoord", roept Jaap verheugd over deze onverwachte wending, „ik dank u en ik zal u niet teleurstellen". Als de Duitser vertrókken is, zegt Henk, die slechts geluisterd heeft „Alles goed en wél, maar hoe be zorg je hem die schnaps, Jaap?" „Luister, Henk, toen de vorige week in de Hekstraat een granaat door de voorgevel van een woning sloeg, werd het dak geheef van het nuis geschoven. De mensen in de kelder kregen plotseling de lucht van aloofiol in hun neus, het leek, algof er 'geschoten werd met likeur. Na het geschiet ging men zoeken en men vond enkele gebroken kruiken en flessen. Van het dak van het koètshuis waren enkele planken los geraakt en daar vonden de soldaten een mand met fijne likeuren. De ge vonden flessen waren naar beneden gevallen, de rest was blijven hanlglen. Nu gaat het praatje, dat in de tuin nog meer bég'raven moet zijn, en dat moet er nu maar aan .geloven. Ik .ga mijn twee trouwe bedienden opdracht gjeven naar deze verborgen schatten te zoeken en dat zal aan 4e prijs zijn, die dte onbekende eigie- naar zeker gaarne zal betalen, voor de terugkeer van lijn "lotgenoten". „Onverbeterlijke dwaas", zegt Henk als hij "lachend wegloopt... HOOFDSTUK XI. Die nacht zijn er weer troepen vertrokken, en op deze vroege voor jaarsmorgen loopt Henk door het dorp om het gewone taf reel na zo'n vertrek eens te bekijken. Hooi en stro liggen overal verspreid, met hier en daar paardenmoppen, een romme lige aanblik. De oorlogsspanning in het Land van Heusden en Altena is in deze dagen ten top gjestegen. Geruchten, dat deze smalle strook gronds zal worden vrijgegeven en dat de troepen zullen terugtrekken over de Merwede duiken steeds weer op. Ook gaat het praatje, dat alles wat hoger is als een huis zal worden opgeblazen en dat het land onder water zal worden gezet. Het ware weet niemand, alleen een toenemende zeniuwachtijgje stem ming is bij ieder en bdj alles merk baar. De soldaten weten zelf niet meer waar ze aan toe zijn. (Wondt vervolgd). Heidens vermaak. Drie dagen kermis. Ganstrekken. De kat in de ton. Dauwtrappen. Een gevarieerd programma. 12.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1949 | | pagina 5