NIEUWSBLAD Iveroordeeld TWEEDE BLAD DONDERDAG 17 NOVEMBER 1949 No. 6721 behorende bij het voor het Land v. Heusden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard AN DEL. CAPELLE. IIERPT. Mïjnhardtjes: de cachet, VEEN. WEKKEN DAM. WAALWIJK. ZUILICHEM. PENNEFRUIT "GEZOXDE GROEI. Ons Feuilleton Het roodvonk hetwelk in een 3-tal gezinnen voorkwam, is weder geweken. Tot heden bleek de ziekte tot een 3.-tal gezinnen bepeikrt. Wie tegenwoiordig langs de dor pen komt, zal getroffen worden door de omstandigheid, dat vele wegen, wei voor de oorlog met bomen wa ren beplant, thans kaal en verlaten liggen. In de oorlogswinter van 1944 op 1945 vielen duizenden bomen als slachtoffer, terwijl van opnieuw plan ten van bomen niets is gekomen. Thans vernemen we, dat er van over heidswege op aan wordt gedrongen weder tot inplanting over t.e gaan, niet alleen met het oog op hetland- schapsschoon, maar tevens ter verste - steviging van de houtpositie in de toekomst. Op net j.l. Zaterdag te Uver- schie gehouden nationaal Zangcon- oours, behaalde de gem. zangvereni ging ,,'t Roze knop je" alhier, in de afdeling Uitmuntendheid met 352 punten een eerste prijs. De in deze gemeente gehouden collecte voor de oorLogsgravenstiich- ting, de z.g. Klaprooscollecte, bracht f 173.38 op. Te 's Hertogenhosch slaagde voor het diploma vakbekwaamheid voor kruidenier onze dorpsgejioot, de heer G. Kerst Hzn. Evenals vorige jaren zal ook weer dit jaar met de leerlingen van de Koningin Julianaschool het St. Nicolaasfeest gevierd worden. Ten einde de nodige middelen daarvoor bijeen te krijgen zal eerstdaags door leden van het personeel en der Ou dercommissie een collecte bij de in gezetenen worden gehouden. Ter stijving van de kas en met het oog o|p 'de restauratie van haar muziektent organiseert de muziekver eniging „Sirena" een verloting, waar voor door B. en W. der gemeente Sprang-Capelle bereids de vereiste vergunning is verleend. 'Voor het werk van de afd. Sprang-Capelle van het Prot. Inter kerkelijk Thuisfront werd tijdens de dienst in de Ned- Herv. klerk aan de Loon se dij'k f 99.20 gecollecteerd. In café Verhoeven hield de Coop. Sitoonizuivelfiabriek „St. Isido- rus" haar najaarsvergadering. Ver moedelijk door het slechte: weer wa ren er weinig leiden van buiten Herpt aanwezig. Dit kan ook een gevolg zijn van goed vertrouwen in het bestuur en directeur, waardoior de goede gang der fabriek! is verze kerd men dient er anderzijds echter toch rekening mede te blijven hou den, dat een minderheid besluiten zou kunnen nemen, die aan een meerderheid minder welgevallig zou den zjjn. v De aftredende bestuursleden A. M. Buijs te Luttelherpt en N. J. v. d.' Water te Haarsteeg, werden herko zen. De leden van de commissie v'an toezicht P. de Wilt en W. v. d.' Brandt waren aftredend en niet her kiesbaar; in hun plaats werden ge kozen Jac. Buijs Jaczn. en P. Buijs; de ene is de vacature Herpt en de andere vacature Haarsteeg. In de olaats van P. Smetsers die wegens oeëindiging van het lidmaatschap had >edankt ,werd gekozen M. Gouwen- berg van Oudheusden. Bij de mededelingen kon men ge wagen van de erkenning der fokcon- trole van het N.R.S. 'Van de oude verenigingen op de nieuwe vereniging' der fabriek, alsmede diat met het branden der koeien zou wordtin be gonnen. De t.b.c. bestrijding en mortd- en klauwzeer-inspuiting kwa rten eveneens aan de orde, waarbij het bestuur zich vasthield aan de be gindatum 1 5 November en einddatum zo spoedig mogelijk. V die pijn verdrijft en kou afzet. Doos 40 en 75 ct. Met enkele nagekomen gif ten heeft de dailkdiagooliecbe in cue Geref. Gemeente opgebracht ruim f 550.—. I Donderdagavond 7 uur zal in de Chr. Geref,, kerk optreden Ds. P., de Grpot van Meerkerk en voor de oud-Ge,r. Gemeente spreekt in het gebouw voor Chr. Belangen Vrijdag avond om half acht, de heer v. Kou ten (Bijbellezing). De Chr. Vrouwenbond alhier hoopt op Donderdag 17 Nov. a.s. in het gebouw voor Chr. Belangen te vergaderen. De WelEd. Heer C. H. Be ge man zal deze avond spreken over het onderwerp: „Bergtocht op Lombok". Aanvang 8 uur. De Chr. gem. zangvereniging „Soli Deo Gloria" alhier, organiseer de 'een verloting, waarvan hieronder de uitslag volgt 0499 lamp, D. v. Oord alhier; 0853 'deken, de Gelder, Sliedrecht; 0957 schilderij, Malgrouw, Gorcum 0907 krantenhanger, Zeldenrijk, Har- dinxveld0882 kuipbad, Kramer al hier. De Burgemeester van Werken dam maakt bekend, dat op (Donder dag 24 Nov. 1949, des jnam. 2 uur in het Groene Kruisgebouw gelegen heid zal worden gegeven tot koste loze inenting en herinenting tegen pokken. Op Dinsdag 22 Nov. a.s., des avonds 8 uur, zal in de Ned. Herv. kerk alhier een propaganda-kunstj- avtond worden gegeven. Medewerking aan deze avond zal worden verleend door de bekene blin de musici: Gusta van der Heijden, violiste en Joh. Slegtenhorst, orga nist, beiden einddiploma Kon. Con servatorium Den Haag. 'Verder door de heer H. Nieuw koop, orgel en mej. Antoinetta Blom, zang. Joh. vah den Berg zal optreden als declamator, zodat het programma een rijke afwisseling' bieden zal. In de vele plaatsen waar dit blin- dengezelschap optrad, was men steeds ten zeerste opgetogen over alles wat geboden werd. Bovendien zal Joh. van den Berg als propagandist van de Ned. Blinden Bond spreken over "het willeiT en kunnen der blinden. Niemand verzuime dus, deze bi- zondere avond bij te wonen. Eindelijk is dan de tijd aange broken, dat onze jongens, na een lange diensttijd in Indonesië, in ons midden zullen terugkeren. Dankbaar zijn wij. dat tot heden geen van de Zuiüchemse jongens iets is overko men. Het Comité heeft in zijn laatst ge houden vergadering besloten de te rugkerende dorpsgenoten een blijvend aandenken te schenken namens de burgerij van Zuilichem. U begrijpt wel, dat hiervoor geld nodig is, daarom zal binnen enkele dagen een geldinzameling worden ge houden. Ditmaal niet met een inte kenlijst, maar met een collectebus. Inwoners van Zuilichem, toon uw medeleven met onze jongens. De eer ste drie zijn onderweg n.l. H. Höbo, G. B. v. Veen en P. van Brakel. Laat hun thuiskomst niet onopge merkt voorbijgaan, maar toon uw me deleven door hen namens de burgerij van Zuilichem een blijvende herin nering aan hun Indonesische dienst tijd aan te bieder.. Rijmen van Tijmen. VIII. De wereld is toch eigenlijk maar Klein. Maar toch wel zo groot, dat m'n vrouw, noch ik ooit meer naar Holland terug gaan als we niet de boot zouden moeten. Dat zeggen we tenminste nu, maar dat kan later mis schien nog wel meevallen. Zo is het met de anderen precies eender, al len zullen ze even blij zijn als de reis achter de rug is. Want om doel loos op zo'n boot rond te slingeren valt ook niet mee. We zullen ook erg blij zijn als we weer kunnen eten wat we "willen als we weer eigen baas zijn. Er gaat geen dag voorbij of we hebben het over kippensoep, maar krijgen doen we die niet. Het is zo al weer Donderdag ge worden. Om viif uur 's morgens kijk ik uit het raam dat uitzicht geeft op zee. Ik behoetf m'n ogen maar open te doen om de zee te kunnen zien, z> dicht slaap ik bij het raam. De horizon is alweer te zien, een bewijs dat het niet moer mist. In- plaats daarvan hebben we wind op de kop gekregen. Dan heb ik toch net zo lyef mist, dan maar wat min der zien. 'Afaar hierover hebben we, ook op zeie, niets te vertellen. De boot maakt onafgebroken dezelfde bewe ging, voor- en achteruit. De meeste passagiers waren gisteren aardig (Op geknapt, maar nu begint het spul opnieuw. Ikzelf kan het nu pok niet langer uithouden en direct na het ontbijt is m'n maag alweer leeg. Dat heeft mie heel de week ,al dwars ge zeten, want nu ben ik een heel stuk opgeknapt. Maar lang nog niet goed en vooral nu niet, nu die boot weer zo tekeer gaat. Wat moet het op zo'n schip toch wel niet zijn als het werkelijk hard stórmt. Het waait nu wel hard, maar storm kan ik net niet direct noemen, hoe wal het al erg genoeg is. Er zijn mensen aan boord, die van Zondiag af al dood ziek zijn en waar de dokter aan te pas heeft moeten komen. Er zijn er echter 'ook, hoiew-el heel' weinig, die totaal niets gemankeerd hebban. Zo schommelen we de hele dag door en vervelen ons en verlangen meer dan ooit naar het einde van de reis. Vrijdagmorgen stil weer, geen mist. Vandaag zullen we land zien wordt er gezegd. Het is nog kouder dan gisteren, legen vriezen aan. En dat 111 Augustus. Het is alweer avond maar wdt we ook te zien. krijgen, geen land. Niets dan water en nog eens water, voor en achter, links en rechts en onder .ons, overal wa ter. Om 10 uur gaan we naar bed en hopen morgen toch zeker land te zien. We hebben nooit geweten dat we daar zo naar zouden verlangen. Nu hebben we van Zondag af al geen stukje land meer gezien. Af- fijn, we hopen maar weer pp mor gen. Zaterdagmorgen om kwart over vijf word ik wakker en kijk door het raam en zie... land. Op het dek staan drie mensen. 'tZijn Italianen. M'n vrouw ik o>ok wakker en we kle den ons vliegensvlug aan .om de vier de en vijfde plaats in te nemen. Het lukt ons nog ook en dat van zoveel passagiers. We 'kloppen aan de ra men van degenen die de laatste week onze vrienden rijn geworden en uit heel Nederland komen blijde gezich ten naar buiten om te zien wat we al zo lang hebben moeten missen. De zaadhandelaar uit St. Pancras, de bakker uit Muiden, de landbou wers uit Twisk, de winkelier pit S pij - kenisse, de boerenzoon uit Drachten, de timmerman uit Kampen, het meis je uit Venlto en nog veel meer van die goeie Hollanders, allemaal zijn ze even blij. En ik .vergeet nooit de gezichten van twee oerlelijke Hon garen, 'die tegen elkaar in een voor .ons onverstaanbare taal' vertellen hoe blij .ze nu toch wel zijn. Vlak naast .ons rechts zien we het kleine BellLe IsLande, links van ons de Noordpunt van New Found land en rechts van .ons het vasteland van Canada, Labrador. We maken een flauwe bocht naar links, niet merfc- Een drieling in Dussen, En een in Capell' Nu weer een in R.aalte, Wat groeien we snel! Als dat nog zo doorgaat, En 'tgaat al zo vlugl Dan is d'elf-miljoenste, Dra over de brug! We groeien nu harder, Dan immer voorheen, In tal én in lasten, Zulks snapt iedereen. Dit schept veel problemen, De toekomst, ze wenkt. Maar als je bijvoorbeeld, Aan Frankrijk dan denkt, Dan zie je veel wiegen, Steeds ledig daar slaan. En is 't deze natie, Voorspeodig gegaan? De jeugd eist veel zorgen. Als 'kmii niet bedrieg, Is echter 't fataalste De ledige wiegl TIJMEN. baar, maar volgens de kaart kan het niet anders. Het landschap. ;.s overal even bergachtig en het is eten fantas tisch mooi gezicht de zon er op. te zien schijnen. We behoeven ons nu niet meer te vervelen, want er is genoeg te zien. Het zijn alCemaal nieuwe dingen, waar we hét bestaan ervan niet wisten. Links van o,ns, bij de punt van New4- foundland dus, zien we een r-ots- groep boven water uitsteken, precies een' bos, we zien de bomen duidelijk staan. "Maar het 'zijn geen bomen, doch rotspieken, die stijl uit het wa ter oprijzen. Een wondermooi ge zicht is het de golven bij het licot van de opkomende zou ertegen stuk te zien slaan. Hoewel de rotskust geen plaats biedt voor huizen, is het net of er overal blinkende torentjes tegen gebouwd zijn. Belle Isle zijn we al gepasseerd, het is nu zes uur. Als een grote 011 be leende ligt nu Labrador vlak naast ons, zwijgend en stil. Dat is nu het land waar we pns leven verder zullen slijten. Wat zat het pms bren gen? Vréugde of verdriet, voorspoed ot tegenspoed, geluk of ongeluk, we weten het niet. Een is er Die het al les weet en aan Hem kunnen we het alles overgeven. Wij zuLen .ons best doen en verwachten van Hem de zegen. intussen zijn we .alweer aan het schouwspel gewend geraakt. Hoe wel de rotskust steeds van vorm veranderd, lijkt het ons toch allemaal veel op elkaar. We zien de punt van Newfoundland verdwijnen en moeten nu tegenover "het land van de Provincie Quebec zijn. Het laad N kunnen we echter niet zoen, zo breed is het nu weer. Op de kaart lijkt bet of het niet zo breed is maar we zien geen land, aan geen van beide kanten van liet schip piet. Wat een ruimte hier, het is of het adem.ialen al gemaktceiijker begint te gaan. Zon der tegenspoed kunnen we. vanavond op de St. Laurens Rivier zijn. We zijn nu in dé Golf van St. Laurens. 2. I 1 Ondanks het door de overledene gegeven bevel, dat men Eduard Gee- rens zou toestaan zijn verbintenis met de bemanning te verbreken, werd hij aan handen en voeten gebonden om het vonnis af te wachten, het welk men onderstelde dat de nieu we kapitein, die men nu zou kie zen, zou uitspreken. Dioeh er ont stond verdeeldheid onder hen: en van ruwe woorden kwamen ze tot nog ruwer daden, men werd hand gemeen en stelde vervolgens een scheiding en verdeling van de buit voor. Na enige aarzeling werd dit aangenomen en een paar dagen la ter, terwijl het schip nabij de kust lag, lieten zij het vol water lopen én lichtten het anker, zodat het met het komend getij vollopen en ver dwijnen zou en "Eduard werd aan handen en voeten gebonden, met al gemeen goedvinden aan zijn lot over gelaten. In de stilte der zware duisternis sloeg plechtig een klok, die zij bij toeval hadden achtergelaten. „Wederom een uur voorbij", mom pelde Eduard. „De folteringen van deze dood zijn inderdaad vreselijk maar het zal niu niet zo lang meer duren". 1 Juist op dat ogenblik verscheen Jaap, gemeenzaam als „de oude vuurdief" bekend, en die als Hof meester dienst had gedaan, langs de noodlottige brik in een boot, en sprong op het dek, ofschoon bet schip bijna vol liep. Hij had een aan flarden gescheurden mantel dicht om zijn gebogen lichaam geslagenen uit zijn versleten linnen pet ontsnapten lange, dunne grijzen lokken en vermengden zich met de witte baard, die bijna tot aan zijn 'midden hing. Zijn bruin gelaat was vol rimpels en hij naderde Eduard met zonderlinge bewegingen, die zijn terugstotemd ge zicht nog afzichtelijker maakten. „Ik ben u komen redden", zei hij. „Ik begrijp dat gij mij verbaasd aan ziet, maar de reden waarom ik u mijn vuist toonde ten zei dat iu recht geschiedde, was alleen om hen te verblinden, die u haatten, wijl gij niet slecht kondt wezen gelijk zij. Mijn hart beefde, toen ik u voor de eerste maal met de kapitein aan boord zag komen, want gij wist niet dat onze brik zowel een rover, als een smokkelschip was en ik zei bij mij- zelven„dat is geen plaats voor hem, en ik zal hem hieruit bevrijden!" want gij waart goed jegens mij geweest". „Goed jegens u!" riep Edpard ver baasd uit. „Ja", hernam de man, „ge herin nert u dat niet, maar ik wel. Ojnidér ons mensen, we vergeten: dat zoniet wanneer ons een goedheid bewezen wordt. Gij waart veel jonger, want het is ,al acht jaar geleden. Het ge beurde eens onder het gaan over de oude brug dat ik viel, g'i| waart dicht bij «lij en bekommerde u niet om mijn vuile lompen, maar hielp' me op en vroeg mij vriendelijk of ik ge kwetst was en het scheen u inderdaad genoegen te doen, dat zulks niet het geval wasen daarop stopte ge mij bij het weggaan een gulden in de hand". 1 Er liepen tranen langs, de ingezon ken wangen van de smokkelaar die grijs in zijn misdaden geworden was, toén hij de touwen wegwierp', die hij had losgemaakt. 1 „Maar we hebben geen tijd te ver liezen, of we zijn verloren. Ik heb een y.an onze eigen boten gekregen, zoals ge ziet. Ze namen al de an- andeien mee naar de wal om te verkopen, doch besloten deze in de oude bergplaats aan de wal te laten, voor het geval dat een onzer die nodig mocht hebben". „Nu", ging hij voort, toen zij in de boot stapten, „neem gij de rie men en dan zal ik sturen; want ik ken de weg zo goed, dlat ik die wel met gesloten ogen zou vinden". Een ogenbliklater gleden ze stil voort onder de donkerblauwe ster renhemel. Toen men de wal bereikte, maakte de oude man de boot in haar schuil plaats vast en sloeg vervolgens de weg in naar een afgelegen vissers- hut, icip lenige afstand van de kust, waar zij het overige gedeelte van de nacht doorbrachten. Bij het aanbreken van de dag ver- verheten zij de kust. „Jaap", zei Eduard, „zal je eens denken over hetgeen ik gezegd heb?" „Ja", antwoordde die oude man, „maar het gaat drommels tegen wil en dank wanneer men zo oud ge worden is als ik nu beu. Ik zal het evenwel jproberen ik zal trachten een beter levein te leiden, want gij zijt de enige die sedert jaren de ge voelige plaats in mijn hart getroffen hebt. En laat mij nu eens een woordje spreken"' en nu wees hij naar de zon die juist in heerlijke pracht bo ven de wateren rees „zo zeker als ge nu in het gezegende zonlicht staat, zo zeker zult ge uit uw ellende ver lost worden' en gelukkig zijn. Och! ge ge behoeft uw hoofd niet te schud den, want het zal gebeuren. Oude Jaap's voorspellingen komen altijd uit". Eduard antwoordde niet en een ogenblik later namen zij met een stille handdruk afscheid van elkaar. Drie dagen daarna sloeg Eduard een laan in die naar een woning na bij de brug over de Maas leidde. „Ja", zeide hij, „ik moet haar nog eenmaal zien". Toen hjj het huis naderde, werd zijn oor getroffen door schone muziek en lieflijke stemmen. Er scheen nog licht door de open vehsters. Hij stond in de schaduw, tussen rozen die de lucht met hare weldadige geur ver vulden het waren rozen bomen die Geertruida en hij nog geplant Had den. Spoedig was zijn oog op een bevallige gedaante gevestigd., die zich hier en daar onder het vrolijk gezel schap (heen en weer bewoog. Haar fijn wit kleedje verried de schoon ste vormenrozen waren in de goud blonde haren gewonden en in haar ceintuur liad ze een ruiker van ro zenknopjes. Om haar lippen speel de een glimlachdoch er Lag iets treurigs in, evenals in de diepten van haar zachte blauwe ogen. 'Plot seling verdween ze en met strakke blik en de handen tegen zijn klop pend hoofd gedrukt, wachtte Eduard tot ze weer terug zou komen. In zijn opgewondenheid was hij .on bedacht in de volle schijn van 'het licht gaan staan. Een flauwe kreet van verbazing een zachte druk op zijn arm trokken zijn aandacht. Het was Geertruida. Zij was hem stil over het zachte grastapijt gena derd. „Eduard Eduard 1" fluisterde zij, orp, verwijtende toon, „waarom zijt ge mij ontvlucht, daar ge toch wist dat mijn liefde voor u onveranderd was? Maar laten we hier niet praten men zou ons kunnen bespieden, naat ons naar ons oud plaatsje ga.an Arm in arm begaven zij zich naar een banlk, die onder twee statige, ei ken aan de zoom der rivier stond". Eduard verbrak het stilzwijgen. „Geertruida", zeide hij, „toen ik wederom 111 de wereld kwam bevond ik dat mijn leven een levenslang vonnis was dat de afgrond van ellende, waarin ik geworpen was ge worden, niet te ontvluchten was, on danks de verzekering die ge mij schriftelijk gegeven had, kon ik u niet opzoekenzowel de eter als mijn liefde voor u verbodeii mij zulks. CWordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1949 | | pagina 5