NIEUWSBLAD
ftord de jaarwisseling
Raadsvergadering HEUSDEN
Wachters
TWEEDE BLAD
BI] DE bLANS
DONDERDAG 29 DECEMBER 1949
No. 6732
behorende bij het
voor het Land v. Heiden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard
Wanneeu* straks Ht donker me
lancholisch geloei de! sirenes klinkt,
de klokken luiden n de schoen
knallen, weet men, Hat de oude
grijsaard Chronos ig verdwenen en
een krachtige, jonge figuur de va
cante plaats heeft ire no men.
Vol' spanning waclien we af, wal
hij Jber tafel zal brégen.
In werkelijkheid left er opklok-
keslag 12 in de Ou® aar nacht geen
scheiding plaats, maa is het sirenen
geloei, het klokgeluienz. slethts een
oud gebruik, dat h; plechtig mo
ment der jaarwisselg omrankt.
Gydio Gezelle diqtte
,,'tE.n baat al niet iw schoon ver
borgen
'tE.ii steunt op nietstl uw beslag,
't Zij Nieuwjaarnact, 't zij .Nieuw
jaarsdag,
Zo 't gisteren was, jo wordt het
morgen".
Het vieren van dj eerste Januari
is in ons land al eenen oud en onze
brave voorvaderen iel den wiel van
een pretje en.een aasje op Nieuw
jaarsdag, ja, zij bewjen op. deze dag
wel wat al te veel r aan Bacchus.
Gewoonlijk gingei deze drinkge
lagen nogal luidructig toe, erbar
melijk lawaai werd a~ bij gemaakt,,
zodat bezadigde manyn herhaaldelijk
waarschuwden tegenieze buitenspo
righeden.
Vports bakte mei oude mannen,
herten, enz. van dee waaraan men
magische krachten lekende. Ook
daartegen werd gevarschuwd. En,
ofschoon men thansgeen bovenna
tuurlijke eigenschapen meer toe
kent aan het baksel tn nu, verschij
nen op bepaalde pitsen van ons
land op de dis noggiieuwjaarskoe
ken.
Een vrij luguber rmaak heerste
vroeger op Westerldföhr, waar
huwbare meisjes in e Nieuwjaars
nacht naar het kerk»f trokken en
daar op de graven ec dansje maak
ten, met de bedoelr spoedig een
vrijer te krijgen.
Minder afschrikwiepenid was de
wedloop der Engels jeugd in de
Nieuwjaarsnacht napihet water der
bronnen, om het eete te zijn bii
het afscheppen vap. :hui'm van dê
opborrelende vloeistoWie won, Had
kans op een gëlukkiïaar.
Groot was eertijdsle schare, die
op i Januari een adig so'mmlatje
trachtte te verdienenDaar was o.v.-
de lantaarnopsteker, lie huis a,an
huis zijn op rijm |belde Nieuw
jaarswens aanbood, bend op een
flinke fooi. Hem vore de straat
reiniger, met een dito jmielarij, waar
na de nachtwacht zickanmeldde.
De jeugd bleef niet achter en trok
er met de rommel- of foekepot op
uit, al zingend
„Ik heb zo lang met de rommelpot
gelopen,
Ik heb geen geld om brood te kopen,
Vrouwke geef me dit, vrouwke geef
me dat,
Geef me een stuk van het varken
zijn g..."
De Tielse jongelui zqngen:
'k Wens oe heil in '.tnije jaor,
Vat de kat bij 'thaor,
Vat de hond bij pte start,
Dan hedde alle jaor wat".
Soms vroeg men om een stuiver
„Nieuwejaarken, ik sta hier buiten,
lk heb een mesken en 't wil niet
snijden,
Ik heb boter en 'twil niet brajen.
Ik zie een koekjen en ik kan 'tniiet
kopen,
Geef (ine een stuiver en laat mie
lopen".
Soms 'was de schaar van zangers te
groot en wierpen de ongeduldig wor
dende bewoners de deur voor de
nieuwjaarswensers dicht. Doch dan
hief ,de optocht een wraakrijm aan,
dat vaak lang niet prettig in de oren
klonk
„Boven aan de hemel,
Daar hangt een zak: met zemel.
Iedere zemel kost ee;n duit,
Hang de gierige bliksem uit".
Ieder zorgde vroeger met Nieuw
jaar vroeg op te zijn, want wie lang
sliep, zou in het komende jaar veel.
nadeel ondervinden van langslaperij.
Ieder zorgde, voor een zindelijk
huis, want wie op Nieuwjaarsdag een
rommelig huishouden had, zou in hiet
komende jaar steeds met onreinheid
te kampen krijgen.
Ieder wachtte op Nieuwjaarsdag
in spanning af, of de tijding, die ie
mand bracht, of het bericht, dat
iemand mededeelde, gunstig of on
gunstig was, want dit werd als een
goed of kaad voo;rt|eken voor het
komende jaar beschouwd.
Die Fransman hing bij cte jaarwis
seling overal mi stiel takken op, in de
mening, dat hij daardoor in hiet nieu
we jaar gelukkig zou zijn. i
Bij de Chinees droeg het Niéuw-
jaarsfeest een religieus karakter. Op
Nieuwjaarsdag plaatste hij met stille
eerbied in het hart zijn huisgoden
tussen vazen met in bloei gejtrokken
narcissen en andere bolgewassen,
waarna hij de gqdheden met reuk
water besprenkelt.
Klokke twaalf vangen de gods
dienstplechtigheden aan, die voortdu
ren. tot het eerste morgenlicht sche
mert. Offers worden gebracht en ge
beden murmelen op, ook voor de
zielen der afgestorvenen.
Daarna zetten ouders en groot
ouder? zich op een rij voor hun kin
deren, die driemaal hen te voet val
len en daarna hun gelukwensen aan
bieden.
Intussen knalt en knettert buiten
het vuurwerk, dat met fantastische
sterren en gekleurde lichtexplosies
de nacht verheldert.
De erop volgende Nieuwjaarsdag
verloopt meestal heel kalm. De stra
ten vertonen door de kwistig ver
sierde gevels der huizen een char
mante aanblik.
Deze dag bieden de Chinezen el
kaar geschenken aan, maar de usance
eist, dat men de helft van het pre
sentje weer teruggeeft.
Feitelijk kunnen we in Chiiia n,iet
van een feestdag spreken, omdat het
Nieuwjaarsfeest er een periode van
acht dagen omsluit. Bovendien is deze
periode een tijd van ontspanning voor
elke bewoner van het „Hemelse Rijk",
hetzij' van hoge of lage stand.
■Niemand kon ongestraft deze pe
riode bekorten.
Van al deze gebruiken zal waar
schijnlijk thans niet veel meer over
zijn.
In de 17e eeuw was helt ten on
zent gewoonte, dat de stedelijke over
heid op Nieuwjaarsdag ter "kérke toog,
om' daar de zegewens van de pastor
loci in ontvangst te nemen en al.
wat aanzienlijk was in de stad, deel
de in deze toespraak, die tevens een
lofuiting inhield op de plaatselijke
élite.
De Voetianen verhieven hiertegen
hun waarschuwende stem en fulmi
neerden tegen deze „heidensche prac-
tijquen, die strekken tot oneere der
ware religie ende tot merkielijcke
schade harer belijders". Doch resul
taat boekten ze niet.
De winkels waren op Nieuwjaars
dag (gesloten, handel en bedrijf ston
den Stil, doch de herbergen waren
open en in de daarvoor bestemde I0-
caliteilen gaven cle Rederijkers huil
Nieuwjaarsspelen ten beste.
Met de komst der Fransen ver
dween deze Nieuwjaarsviering.
'Na 1816 werd ook de Oudejaars
avond kerkelijk gevierd en deze dienst
werd en wordt nog het druktst be
zocht.
In België wensten de boeren hun
vee en de andere huisdieren op
Nieuwjaarsdag nog wel geluk en
trokken zij de boomgaard in, om
ook daar hun heilwensen uit te spre
ken. Het diende al tót stimulatie
der vruchtbaarheid.
De Oudejaarsavond werd te Rome
door de heidenen steeds met groot
lawaai doorgebracht. Feestmalen wer
den aangericht en drinkgelagen „ge
organiseerd". Dit verdroot de vrome
Sylvester zeer.
Teneinde dit kwaad te bestrijden,
liet hij alle kerken en kapellen op
deze avond godsdienstoefeningen hou
den, waaraan de Christenen trouw
deelnamen. Dit goede voorbeeld
werkte aanstekelijk op weldenkende
heidenen, die getroffen werden door
de ingetogenheid hunner Christen-me
deburgers. Het gevolg was, dat de
heidense buitensporigheden al meer
en meer verminderden én de Oude
jaarsavond voortaan veel rustiger ver
liep.
Op afbeeldingen komt Sylvester
voor in gezelschap van een stier, waar
aan de volgende legende verbonden
is.
Ieder kent de geschiedenis van de
plotselinge bekering van Constatijn
de Grote. Zijn moeder, Helena, ge
loofde, dat haar zoon beter de God
der Joden kon volgen, dan zo pp
Sylvester te vertrouwen.
Om nu de betrouwbaarheid van de
bisschop op de proef te stellen, werd
hij uitgenodigd voor een dispuut met
enkele van de geleerdste Joodse rab
bi's, doch Sylvester wist al hun lis
tige vragen afdoende te beantwoor
den, tot verbazing der keizerlijke fa
milie, die het twistgesprek bijwoonde.
Doch nu zou een der rabbi's la
ten zien, hoe machtig de God der
Joden was.
Daartoe werd een dolle stier bin
nengebracht, welke de rabbi, alleen
door het uitspreken van de naam
van Jehovah, dood ter aarde deed
storten.
Sylvester was daardoor in het ge
heel niet onder de indruk gekomen,
want:, zo beweerde hij, machtiger dan
Jehovah was de Christus der chris
tenen.
Toen sprak hij gén woord en de
dode stier keerde, genezen en wel,
tot het leven terug.
Constantijn zag nu, dat zijn keuze
goed was geweest.
gehouden op Donderdag 22 December, des
nam. 8 uur.
VoorzitterEdelAchtbare Heer A.
van Delft.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent met het for
muliergebed.
Die notulen worden met ee;n paar
opmerkingen van de heèr v. Ilerpt
vastgesteld. In de notulen staat aan
gegeven, -dat de heer v. Herpt be
stuurslid is geweest van de staten-
kring Heusden, dit moet zijn dat hij
tijdelijk voorzitter daarvan is geweest.
Verder dat men met de Voorzitter
van het waterschap van Herpt hiet
tot overeenstemming kon komen, dat
is niet juist, men kon wel tot een
accoord komen en spr. heeft als Voor-
izitter van het waterschap iri déze
ook een advies gegeven. Het betrof
hier de watervoorziening varj, de afd.
Herpt met het oog op brandgevaar.
De Voorzitter meent, dat het laat
ste door de heer v. Herpt niet is
gezegd.
De heer v. Herpt heeft ook' een
opmerking over het vermelde, 'be
treffende het uitbreidingsplan van
Fleusden, waarin wel Oudheusden is
betrokken, doch vöor Herpt bestaat
een dergelijk uitbreidingsplan nog
steeds niet.
De heer Verschuur vraagt of deze
opmerkingen nu eigenlijk wel veel ter
zake doen.
De Voorzitter is het daarmede
eens, ze zijn yan weinig belang. Mét
de 'Opmerking over bestuurslid en
voorzitter kan spr. zich verenigen.
Ingekomen stukken
Een drietal goedkeuringsbesluiten
door Ged. Staten van vroeger ge-
n o men raa ds be sluite n
Nota van aanmerkingen door Ged.
Staten gemaakt op de begroting voor
het woningbedrijf, welke slechts van
administratievien aard zijn. B. en W.
worden gemachtigd deze nota af te
handelen en te beantwoorden. Het
zelfde gebeurt met de nota van aan
merkingen van de 8ste wijziging der
gemeentebegroting 1949 die betrek
king heeft op het woningbedrijf en
eveneens slechts van administratieve
aard is.
Verzoek van A. Bender te Bre
da, pm voor de in 1950 te hon
den kermis, een staanplaats voor
een au to scoter te huren vqpr
500 gulden. B. en W,. zijn van me-
ni/zg om op dit aanbod niet in te
gaann, "het ooilege meent, dat de in
schrijvingen voor een 'ieder behoren
open te staan met welke mening de
raad het eens is.
Verzoek yan v. d. Pol os. aan de
scheepswerf, om de weg naar de
Bernsendijk te voorzien van een
straatlantaarn, eveneens op de plaats
waar vroeger een woning heeft ge
staan, aangezien het voor de daar
wonende ingezetenen, des avonds ge
vaarlijk is om hun woning te berei
ken.. Waar dit adres nog slechts een
paar dagen geledén .is binnengeko
men, hebben B. en W. nog geen
gelegenheid gehad, om een en ander
te onderzoeken, zodat hun voorstel
om dit adres tot een volgende ver
gadering .aan te houden, door de
raad wordt goedgekeurd.
De heer v. Herpt verzoekt B. ein
W. deze gelegenheid aan te grijpen
om de gehele gemeente eens te bé-
kijfcem, hij mie ent dat er wel meer
punten zijn, waar uitbreiding van ver
lichting 'wenselijk is.
De Voorzitter zegt, overtuigd te
(is Feuilleton
door W. Kerreins
9-
Hij liep vérder naaiet huis van
Reinders. Wim had: enst, deelde
de verbaasde Lydie m mee, en
voegde er aarzelend 1 of hij niet
binnen wilde komen.
„Neen, dat kon miet hij had net
plotseling druk gekreii. Hóé laat
Wim thuis kwam? Got hij zou na
de lunch terugkomen.
Verder, naar het telraafkantoor.
Een telegram, waarvarie woorden
niet geleld waren
„Roelantsbank Ams"dam. Be
reid alles voor tot een ;heel uittre
den van mij uit de talk. Breng
overname dom jou irgereedheid.
Voorwaarden winst laat 12 maan
den. Indien niet accoi verzoeke
draadbericht met corl voorstel.
Koin Zaterdagochtend or onderte
kening acte. Roelants".
Naar het stadhuis, allang bevol
king.
„Mevrouw Vermeer zC u? Waar
woont die dame?"
„Ginnikgnwég".
„Juist, dat ressorteejonder de
gemeente Teteringen. Léo,et daar
voor u vervoegen op h gemeente
huis van Teteringen, dat> een eind
de wég op naar Oosteéut".
„Dank u. Is hier in cbuurt een
garage, waar ik een auto kan huren
,,'n Garage Zeker, op de Vee
markt, hier dichtbij, garage van Son".
„Dank u".
Garage van Son. „Auto Zeker me
neer. Kees heb jij die Chevrolet
klaar? Rijdt 'm dan naar buiten en
zeg aan Wullum 'dat ie mlet meneer
mee mot".
Veemarkt, Boschstraat, Tetering-
sche dijk, Stadhuis.
„Mevrouw Vermeer zegt u? Gi.11-
nikenweg. Weet u het nummer ook?''
„Ja, 72".
Register, bladeren, zoeken.
„Hier heb ik wat u wenst, de'nk ik.
Johanna, Alida Bergsma, weduwe van
Gustaaf, Henri Vermeer..
Roelants wachtte en luisterde maar
half tol hij hoorde
„Johanna, Paulina Vermeer, gebo
ren 15 April 1891 Gustaaf Vermeer,
geboren 31 December 1895. Ik za^
de namen en geboortedata voor u
opschrijven. De leges bedragen f0,25
per naam, dat is das f0,75.
Als eeiT gewichtig document nam
R'oelants het papiertje aan en ging
heen. Johanna, Pauline. Dus geen
Yonca. Zij is in April 16 jaar gewor
den en ik ben 26. Hm. Tién jaren
verschil. Maar is het dan mogelijk
dat ik, bezadigde en ernstige bank
man, me verlieven kan op een zo
jong kind, op een schoolmeisje met
loshangend haar Dat is... Dat is..
Capituleer nu maai". Tracht niet je
zelf dingen wijs te maken, waarvan
je vooraf weet dat ze niet waar zijn.
Je weet dat je.. Verliefd', dat is met
het woord dat hier past. D'it is meer
dan een andere liefde.
Och ja, zo denkt elke man en elk
meis je dat verliefd wordt. Hun liefde
is iets geheel anders dan die van
vroeger en tegenwoordig. Plun liefdé
en hun verhouding is veel edeler, ver
hevener poëtischer, heiliger, diepzin
niger aard en zo die nik ik nu ook.
Maar toch, toch is dat wat mij giste
ren zo geweldig, zo overwinnend plot
seling heeft bestormd een gans andere
doorleving dan ik ooit gekend heb,
als ik door een meisje bekoord was.
Het lijkt er niets op.
De auto voert hem iterug naar Bre
da en voor een café op de Markt
blijft hij ziften denken aan diat ene
dat hem sinds de vorige avond on
afgebroken en koortsig bezighoudt
het meisje uit de tram, Yonca.
Als 't half twaalf is geweest staat
hij op en slentert langzaam tot het
huis van mevrouw Vermeer en keert
nog langzamer terug. De eerst stille
stralen zijn nu ineens druk met haas
tige lopers en fietsers. Mannen en
vrouwen, die van hun werk komen
en gauw thuis willen zijn. Een leven
dige stroom van schoolkinderen.
Zo rustig nu, bedaard. Doen of
je hier zo maar wat wandelt en de
etalages bekijkt, maar ondertussen
scherp uitzien. Veel meisjes nu. Dat
zal een meisjesschool zijn. Ergens
in de stad heeft hij gezien: „Meisjes
lyceum". Daar komen ze uit. Dra
vende en schreeuwende kleine meis
jes, dan de ouderen, deftig doend.
En ineens was zij er en voorbij.
Zij liep gearmd met een vriendin ach
ter enige anderen en daardoor zag
Roelants haar pas op het laatste ogen
blik. Nu had hij zich bloot gegeven
en Yonca had het opgemerkt. Hij
had haar kalm willen passeren alsr
of hij haar nauwelijks zag en zijn lo
pen in die straat op dat uur niet op
zettelijk was, maar hij had opvallend
naar haar gekeken en zij' had hem dat
zien doen. Er was 'n bliksemsnelle wis
seling- van indrukken te zien geweest
op haar gezicht, even een vleugje
blijdschap, herkenning én dat was de
natuurlijke reactie, de eerlijke uiting,
daarna de conventie, fatsoen, ingeto
genheid, zodat de trek van vreugd
vlug verdrongen werd door een van
geindigneerd zijn. Zo hoorde bet.
Hij had alleen naar haar gezicht ge
keken en toch mede gezien, dat zij
een soort van astrakan mutsje droeg,
een broche van een negerkop en een
grijze jurk.
Yonca had vluchtiger naai" ham ge
keken ,maar toch had zij Roelants
ingenomenheid met dé tweede ont
moeting waargenomen, had vermoe
delijk wel begrepen dat hij voor haar
daar op zijn post was. Jammer, jam
mer. Dat paste niet in zijn plan en
zijn systeem. Misschien deed zij nu
wel een lachend verhaal aan haar
vriendin over dien kwibus die giste
ren in de tram aak al zo gek had ge
daan. Hij moest zijn zorgvuldig be
dacht plan wijzigen, een geheel nieuw
maken.
Zijn ontwerp. Hoe zou Roelants
gelachen hebben als één dag vroeger
iemand hem verteld had zo'n plan te
hebben gemaakt. Hii was een zaken
man, een man van cijfers, van rustig
en koel overleg, in wiens hoofd geen
dwaasheden konden rijpen, maar het
jonge meisje in de tram had van de
koelen zakenman een lichtzinnige, on
beredeneerde fantast gemaakt en zo
was ook zijn weloverwogen plan. Hij
zou zijn bank overdoen aan Sytsma,
zich vestigen in Breda, liefst in een
straat gelegen tussen Yonca's woning
en haar school en haar dan dagelijks
éón of meermalen ontmoeten. Meer
wilde hij voorlopig niet, omdat Yonca
nog niets mocht weten of vermoeden
van zijn plotseling uitgebarsten liefde
voor haar. Uitgebarsten was het
woord, zo voelde hij bet nog. In de
tram scheen alle liefde, die hij in
voorafgaande jaren had opgezameld
en doen groeien, zich plots te hebben
baangebroken uit de diepten, waarin
zij geaccumuleerd lag, opgedreven en
uitgebroken, met vulqaniscche kracht.
Roelants had zich weinig met meis
jes bezig gehouden. Hij vond haar be
koorlijke en aantrekkelijke schepsel
tjes, het was prettig met haar te spre-
ken en gereserveerd, wat te flirten,
maar nooit was nog het verlangen bij
hem gerezen om een van haar te ver
kiezen boven de andere, om haar
tot echtgenote te begeren. Er was wel
eens een vluchtige verlielfdheid ge
weest, maar voor het betrokken meis
je nog denken kon aan een solider
verband tussen hen, had Karei zich
weer teruggetrokken. Wat hij bij en
na de ontmoeting met Yonca gevoel
de, had hij nooit beleefd. Die hun
kering en betovering brandde en sid
derde in zijn denken en voelen, hij
dacht aan Yonca en aan niets anders,
hii verlangde alleen haar weer te zien
en zijn komiek plan was voortgeko
men uit dat verlangen.
(Wordt vervolgd),
Oud gebruik
Huwelijkskansen
Rijmalarij.
Voortekenen.
Het religieuze Chinese Nieuwjaarsfeest.
Nieuwjaarswensen.
Hoe Sylvester seccus boekje
Van nu af werd de Oudejaarsavond
St. Sylvesteravond genoemd.